Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zevenaar

Protocol ziekteverzuim

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZevenaar
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingProtocol ziekteverzuim
CiteertitelProtocol ziekteverzuim
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-07-201301-01-2020art.

31-03-2005

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Protocol ziekteverzuim

 

 

Protocol ziekteverzuim

Protocol ziekteverzuim

Een medewerker die, wegens ziekte, niet in staat is werk te verrichten meldt zich op de eerste ziektedag vóór 09.00 uur telefonisch ziek bij zijn/haar direct leidinggevende. De leidinggevende verzamelt de informatie over wat er aan de hand is en of er afspraken of ander werk moeten worden overgenomen.

De leidinggevende geeft de ziekmelding op de eerste ziektedag vóór 10.00 uur, bij voorkeur per mail, door aan de stafafdeling P&O. Bij het ziekmelden moeten de volgende gegevens doorgegeven worden:

  • -

    naam en voorletter(s);

  • -

    reden van verzuim.

De stafafdeling P&O verwerkt de ziekmelding op de eerste ziektedag vóór 11.30 uur. Minimaal eenmaal per week worden de gegevens door de stafafdeling P&O elektronisch verzonden naar de Arbo-dienst.

De leidinggevende neemt binnen 3 dagen na de ziekmelding of later, indien daar aanleiding voor is, contact op met de zieke met als doel:

  • -

    belangstelling tonen;

  • -

    informatie inwinnen over de toestand van de zieke medewerker en diens verwachtingen over herstel;

  • -

    afspraken maken over mogelijk overnemen van werkzaamheden, het afbellen van afspraken e.d..

Rond de vijfde ziektedag neemt de Arbo-dienst per telefoon contact op met de zieke medewerker om telefonisch de eigen verklaring te beoordelen en te verwerken in het systeem.

Na twee weken ziekte maakt de leidinggevende in overleg met de zieke een afspraak voor een huisbezoek in de derde week.

Afhankelijk van de inhoud van de eigen verklaring of de aard van de ziekte roept de Arbo-arts de medewerker op voor de vierde week ziekte voor het spreekuur. Indien één van de partijen (werknemer, werkgever, Arbo-dienst) een eerdere oproep wenselijk acht wordt de afspraak eerder gemaakt.

De medewerker bespreekt de resultaten van het spreekuurcontact persoonlijk met de leidinggevende. Dit geldt ook voor de uitkomsten van alle eventueel nog volgende spreekuurcontacten.

Een spoedcontrole is mogelijk. Eerst na overleg met de P&O-adviseur wordt dit verzoek door P&O vóór 10.00 uur ‘s ochtends en met redenen omkleed bij de Arbo-dienst gemeld.

De medewerker meldt zich op de dag van werkhervatting vóór 09.00 uur beter bij zijn leidinggevende. De leidinggevende geeft de betermelding dezelfde dag vóór 10.00 uur, bij voorkeur per mail, door aan de stafafdeling P&O. Deze zorgt voor verwerking van de melding naar de Arbo-dienst.

De leidinggevende is verantwoordelijk voor het onderhouden van kontakten vanuit de organisatie met de zieke, zowel belangstellend als zakelijk. Extra aandacht vraagt hier het attent blijven op deze verantwoordelijkheid bij medewerkers die een langere periode ziek zijn. Een frequentie van minimaal éénmaal per twee weken is vereist.

De leidinggevende zorgt ervoor dat zieke medewerkers alle relevante informatie thuis krijgen. Het gaat dan minimaal om ‘t Kwartaaltje, uitnodigingen voor activiteiten van de organisatie of de personeelsvereniging en nieuwsbrieven.

De zieke medewerker maakt met de leidinggevende afspraken over de wijze waarop hij/zij de leidinggevende op de hoogte houdt van het herstel- of ziekteproces. De medewerker geeft de leidinggevende de informatie, die nodig is om werk over te kunnen nemen of afspraken te verzetten.

De zieke medewerker bezoekt, indien mogelijk, gemiddeld éénmaal per drie weken de afdeling om contact te houden met collega’s en om het ontstaan van drempelvrees te voorkomen. Alleen bij een contra-indicatie van de Arbo-dienst geldt deze afspraak niet.

De Arbo-dienst maakt afspraken met medewerkers voor het reïntegratiespreekuur, indien zij minimaal vier weken ziek zijn. De Arbo-arts zorgt voor een probleemanalyse en reïntegratieadvies aan de werkgever vóór aanvang van de zesde ziekteweek.

Medewerker, leidinggevende en P&O-adviseur bespreken het reïntegratieadvies en stellen op basis daarvan in gezamenlijk overleg een plan van aanpak op, gericht op reïntegratie van de medewerker. Dit plan van aanpak moet gereed zijn vóórdat de achtste ziekteweek is aangebroken. Onderdeel van het plan van aanpak is de frequentie die de zieke medewerker heeft met de Arbodienst.

Medewerker en leidinggevende zijn samen verantwoordelijk voor de uitvoering van het plan van aanpak, voor het bespreken van de voortgang ervan minimaal éénmaal per zes weken en voor bijstelling van het plan eventueel in overleg met de Arbo-dienst.

Het plan van aanpak, het reïntegratieadvies en eventueel andere bescheiden vormen de start van het verzuimdossier. Adviseur P&O legt dit dossier aan, beheert het en zorgt dat alle aanvullende informatie aan het dossier wordt toegevoegd.

Minimaal éénmaal per zes weken overleggen medewerker, leidinggevende, adviseur P&O, Arbo-dienst en eventueel andere betrokkenen over de voortgang en over eventuele bijstelling van het oorspronkelijke plan van aanpak.

De stafafdeling P&O verzorgt de formele ziekmelding aan het UWV in de 13e ziekteweek. Voor medewerkers bij wie de eerste ziektedag op of na 1 januari 2004 ligt, geldt dat de medewerker uiterlijk in de 91ste ziekteweek de WAO-aanvraag tezamen met het reïntegratieverslag bij het UWV indient. Indien de eerste ziektedag vóór 1 januari 2004 ligt dan geldt dat de medewerker zelf in de 39ste ziekteweek een WAO-uitkering aanvraagt bij het UWV. Hij/zij levert hierbij tevens een reïntegratieverslag in. Leidinggevende, adviseur P&O en de Arbo-dienst leveren aan de medewerker hun bijdragen voor het reïntegratieverslag.

Het “Protocol ziekteverzuim” treedt in werking op 1 juni 2005.

Aldus vastgesteld in de vergadering van Burgemeester en Wethouders van gemeente Zevenaar, 31 maart 2005 (nr. Z05.003083).