Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zevenaar

Klachtenregeling ongewenst gedrag op het werk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZevenaar
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingKlachtenregeling ongewenst gedrag op het werk
CiteertitelKlachtenregeling ongewenst gedrag op het werk
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-11-2018art.

11-12-2012

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Klachtenregeling ongewenst gedrag op het werk

 

 

Klachtenregeling ongewenst gedrag op het werk

Artikel 1  Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    Gemeente:Een organisatie als bedoeld in artikel 1 van de Gemeentewet alsmede een organisatie van samenwerkende gemeenten (regio) mits bij deze een zelfde ambtelijke rechtspositie (CAR/UWO) van kracht is;

  • b

    Vertrouwenspersoon:De door de algemeen directeur aangewezen persoon die als eerste aanspreekpunt fungeert voor medewerkers die geconfronteerd zijn met (seksuele) intimidatie, discriminatie, pesterij, agressie en/of geweld, en hen ondersteunt en begeleidt.

  • c

    Klacht:Het indienen van een schriftelijke klacht bij de klachtencommissie inzake (seksuele) intimidatie, pesterij, discriminatie, agressie en/of geweld.

  • d

    Klager:De medewerker die een klacht inzake (seksuele) intimidatie, discriminatie, pesterij, agressie en/of geweld indient bij de klachtencommissie;

  • e

    Aangeklaagde:De medewerker tegen wie de klacht is gericht;

  • f

    Medewerker:De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de ZAR, alsmede degene die als stagiair, uitzendkracht, vrijwilliger of anderszins tijdelijk aldaar werkzaam is (geweest);

  • g

    Ongewenst gedrag:(Seksuele) intimidatie, discriminatie, pesterij, agressie en geweld, wat door de ambtenaar als ongewenst of ongewild wordt ervaren;

  • h

    (Seksuele) intimidatie op de werkplek:Ongewenste (seksuele) toenadering, verzoeken om gunsten of ander verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag waarbij tevens sprake is van een van de volgende punten:

    • 1

      onderwerping aan dergelijk gedrag wordt hetzij expliciet hetzij impliciet gehanteerd als voorwaarde voor de tewerkstelling van een persoon;

    • 2

      onderwerping aan of afwijzing van dergelijk gedrag door een persoon wordt gebruikt of mede gebruikt als basis voor beslissingen die het werk van deze persoon raken;

    • 3

      dergelijk gedrag heeft het doel de werkprestaties van een persoon aan te tasten en/of een intimiderende, vijandige of onaangename werkomgeving te creëren dan wel heeft tot gevolg dat de werkprestaties van een persoon worden aangetast en/of een intimiderende, vijandige of onaangename werkomgeving wordt gecreëerd;

  • i

    Discriminatie:Ongewenst gedrag op basis van sekse, ras, geloofsovertuiging, seksuele voorkeur, cultuur of achtergrond van zodanige aard dat het de waardigheid en/of lichamelijke integriteit van een medewerker aantast;

  • j

    Pesterij, agressie en geweld:Voorvallen waarbij een werknemer psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van de arbeid;

  • k

    Klachtencommissie:De klachtencommissie ongewenst gedrag voor de gemeentelijke overheid, ingesteld door het College van Arbeidszaken.

Artikel 2  Indienen van de klacht

De medewerker dient zich allereerst tot zijn direct leidinggevende te wenden met zijn klacht. Deze leidinggevende zal als bemiddelaar optreden tussen klager en aangeklaagde.

Heeft de medewerker reden zich niet tot zijn direct leidinggevende te wenden, of slaagt de bemiddelingspoging van de direct leidinggevende niet, dan kan hij zich wenden tot de vertrouwenspersoon.

De vertrouwenspersoon handelt de klacht af, tenzij de vertrouwenspersoon het noodzakelijk acht dat de klachtencommissie een advies uitbrengt.

In afwijking van lid 3 heeft iedere medewerker het recht zich (eventueel ondersteund door de vertrouwenspersoon) met een klacht tot de klachtencommissie te wenden.

Een klacht wordt in ieder geval geacht tijdig te zijn ingediend indien de klager binnen drie jaar nadat het laatste voorval inzake (seksuele) intimidatie, discriminatie of agressie en geweld heeft plaatsgehad, een klacht ter zake bij de commissie heeft ingediend. Deze termijn geldt niet, indien het een voorval betreft dat mogelijk tevens een strafbaar feit inhoudt. Het een en ander is ter beslissing aan de voorzitter van de klachtencommissie.

Anonieme klachten worden niet in behandeling genomen, maar kunnen ter ondersteuning dienen van (een) andere (niet-anonieme) klacht(en).

Klager kan zich bij het indienen van de klacht en tijdens de hoorzittingen laten bijstaan door een vertrouwenspersoon of door een zelfgekozen raadsvrouwe of -man. Het laatste geldt ook voor de aangeklaagde.

Artikel 3  De vertrouwenspersoon

De algemeen directeur en de Ondernemingsraad dragen één of meer personen als vertrouwenspersoon voor.

De algemeen directeur stelt één of meer personen aan als vertrouwenspersoon.

Iedere medewerker heeft het recht zich tot een vertrouwenspersoon te wenden.

Vertrouwenspersonen die taken op basis van deze regeling verrichten mogen om die reden niet worden ontslagen of anderszins in hun positie binnen de gemeente Zevenaar benadeeld worden.

Artikel 4  Taken vertrouwenspersoon

Een vertrouwenspersoon heeft als taken:

  • a

    de aanklager op te vangen met klachten over (seksuele) intimidatie, discriminatie, pesterij, agressie en/of geweld;

  • b

    indien de aanklager daarin toestemt door bemiddeling te trachten tot een oplossing van de gesignaleerde problemen te komen;

  • c

    de aanklager te ondersteunen, op zijn verzoek, bij het indienen van een klacht bij de klachtencommissie en de begeleiding in het traject dat daarop volgt;

  • d

    voor zover nodig en gewenst, de aanklager of aangeklaagde te verwijzen naar gespecialiseerde hulpverleningsinstanties;

  • e

    het registreren van de aard en de omvang van de klachten;

  • f

    het gevraagd en ongevraagd adviseren van het college over het beleid inzake (seksuele) intimidatie, discriminatie, pesterij, agressie en/of geweld;

  • g

    het signaleren van de behoefte aan voorlichting over (seksuele) intimidatie, discriminatie, pesterij, agressie en/of geweld.

Artikel 5  Werkwijze en bevoegdheden van de vertrouwenspersoon

De vertrouwenspersoon onderneemt met een klacht alleen actie indien de aanklager daarmee instemt.

De vertrouwenspersoon is bevoegd informatie in te winnen bij de betrokkenen en/of getuigen (na toestemming van de aanklager). De vertrouwenspersoon neemt daartoe de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht ter bescherming van de privacy en andere belangen van de betrokkenen.

De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van hetgeen in verband met de werkzaamheden in de functie van vertrouwenspersoon ter kennis wordt gebracht.

In voorkomende gevallen kan de vertrouwenspersoon externe deskundigen raadplegen. In het geval hier kosten aan verbonden zijn, meldt de vertrouwenspersoon dit bij de algemeen directeur.

Personen die met betrekking tot een klacht aangaande (seksuele) intimidatie, discriminatie, pesterij, agressie en/of geweld door de vertrouwenspersoon worden benaderd, zijn verplicht tot geheimhouding en worden hierop gewezen door de vertrouwenspersoon.

Artikel 6  De klachtencommissie

Indien een klacht aanhangig wordt gemaakt bij de klachtencommissie is de “Regeling Klachtencommissie ongewenst gedrag voor de gemeentelijke overheid” van toepassing.

Artikel 7  Slotbepalingen

Dit reglement wordt aangehaald als: “Klachtenregeling ongewenst gedrag op het werk 2013”.

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013. Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van 11 december 2012 (Nr. IN12.07826).

De “Klachtenregeling ongewenst gedrag op het werk 2009” is ingetrokken op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.