Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zevenaar

Bouwkredietregeling ambtenaren 1999

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZevenaar
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBouwkredietregeling ambtenaren 1999
CiteertitelBouwkredietregeling ambtenaren 1999
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-1999art.

01-01-1999

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Bouwkredietregeling ambtenaren 1999

 

 

Bouwkredietregeling ambtenaren 1999

Artikel 1  Algemeen

De regeling is bestemd voor ambtenaren die - op grond van de bepalingen van de Zevenaarse Arbeidsvoorwaardenregeling (ZAR) - in vaste dienst bij de gemeente werkzaam zijn.

Postactieve ambtenaren (WAO-FPU-Ouderdomspensioen) kunnen desgewenst de bestaande hypotheeklening door laten lopen onder dezelfde voorwaarden.

Artikel 2  Verstrekking lening

Aan de in artikel 1, lid 1 genoemde ambtenaren kan op hun verzoek een (aanvullende) hypothecaire geldlening worden verstrekt:

  • a

    voor de aankoop of bouw van een eigen woning;

  • b

    voor de verbouw of verbetering van een eigen woning;

  • c

    voor de aflossing van een elders afgesloten geldlening op een eigen woning en deze lening, na beëindiging of opzegging, wenst te vervangen door een nieuwe gemeentelijke lening. Deze lening kan slechts eenmalig worden verstrekt voor dezelfde woning.

Aan de in artikel 1, lid 2 genoemde postactieve ambtenaren kan op hun verzoek een aanvullende hypothecaire geldlening worden verstrekt voor de verbouw of verbetering van de eigen woning.

De woning dient door de (postactieve) ambtenaar te worden bewoond.

Ook kan aan de ambtenaar een geldlening worden verstrekt ter overbrugging van een periode waarin hij tijdelijk twee woningen in eigendom heeft, omdat de overdracht van de verkochte woning en de aan te kopen woning niet op dezelfde dag plaats heeft. Dit overbruggingskrediet wordt verstrekt voor de termijn van maximaal een (1) jaar. In bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken.

Artikel 3  Omvang lening

Het bedrag van de geldlening zal – met inachtneming van het bepaalde in artikel 7 – ten hoogste bedragen:

  • a

    100% van de redelijk te achten stichtingskosten, verminderd met een eventuele overheidsbijdrage en vermeerderd met de op de hypotheekverlening vallende kosten echter tot een maximum van 12%;

  • b

    100% van de aankoopkosten van een bestaande woning, eventueel na verbouwing, verminderd met een eventuele overheidsbijdrage en vermeerderd met de op de hypotheekverlening vallende kosten, echter tot een maximum van 12%;

  • c

    100% van de verbouwings- of verbeteringskosten, verminderd met een eventuele overheidsbijdrage en vermeerderd met de op de hypotheekverlening vallende kosten, echter tot een maximum van 12%;

  • d

    het benodigde bedrag voor de herfinanciëring van het op de woning van de ambtenaar gevestigde schuldrestant van een bestaande hypothecaire geldlening, die niet bij de gemeente is gesloten, vermeerderd met de verschuldigde boeterente en met de op de hypotheekverlening vallende kosten, echter tot een maximum van 12%.

Verzoeken om toekenning van een lening moeten worden ingediend bij burgemeester en wethouders. Indien het bedrag van de lening uitstijgt boven de laatst vastgestelde WOZ-waarde van de woning, dan dient een door een extern taxateur opgemaakt rapport te worden overgelegd.

Artikel 4  Hypotheekvormen

Door de gemeente kan een hypothecaire geldlening worden verstrekt in de vorm van:

  • a

    een annuïteitenhypotheek,

  • b

    een lineaire hypotheek,

  • c

    een spaar- of levenhypotheek of

  • d

    een aflossingsvrije hypotheek.

Op verzoek van de ambtenaar kan een reeds lopende hypotheekvorm worden omgezet in een van de andere bovengenoemde hypotheekvormen.

Artikel 5  Looptijd en rentepercentage

De lening heeft een looptijd van maximaal 30 jaren.

Het percentage van de rente is gelijk aan het rentepercentage dat de gemeente zelf verschuldigd is voor geldleningen met een overeenkomstige looptijd bij de Bank Nederlandse Gemeente, op het tijdstip van binnenkomst van de aanvraag voor het verstrekken van een lening. Indien het percentage lager is op het moment van het passeren van de hypotheekakte, dan geldt dat lagere percentage.

Dit rentepercentage is variabel of geldt voor een termijn van 5, 10 of 15 jaren vast en wordt op het tijdstip van binnenkomst van de aanvraag vastgelegd in een offerte met een geldigheid van 3 maanden. Na afloop van de gekozen rentevaste termijn wordt het rentepercentage van gemeentewege herzien en aangepast aan het op de 1e werkdag na afloop van de hiervoor bedoelde periode geldende rentepercentage van de Bank Nederlandse Gemeenten voor een nieuwe rentevaste periode van respectievelijk 5, 10 of 15 jaar, een en ander ter keuze van de ambtenaar. Bijstelling van de vaste rente vindt iedere 1e werkdag van elk kwartaal plaats indien de werkelijke rente op dat moment meer dan 1 percentpunt lager is dan de vaste rente. De bijstelling geldt dan voor de resterende rentevaste periode. Het bijgestelde rentepercentage wordt bepaald op het per de 1e werkdag van dat kwartaal geldende percentage, vermeerderd met 1 percentpunt.

De hypotheekakte betreffende de geldlening dient binnen 3 maanden na het besluit tot toekenning van de lening door burgemeester en wethouders te zijn gepasseerd bij de notaris. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders besluiten hiervan af te wijken.

Artikel 6  Aflossing en rente

In het kalenderjaar van de verstrekking van de lening is slechts rente verschuldigd, welke wordt berekend vanaf de datum van verstrekking van de lening.

Bij het verlijden van de hypotheekakte moet de ambtenaar het bedrag van de beschikbaar gestelde geldlening aan de gemeente schuldig erkennen. Het door de ambtenaar schuldig erkende bedrag wordt in geval van (ver-)bouw of uitbreiding van een woning voor hem in bewaring gehouden en wordt uitbetaald naarmate de bouw vordert, hetgeen, zo mogelijk, moet blijken uit de door de ambtenaar over te leggen nota's van de architect, onder wiens directie de bouw wordt uitgevoerd.

  • a

    Zolang de leningsgelden geheel of ten dele in bewaring worden gehouden, is over het in bewaring zijnde bedrag over en weer geen rente verschuldigd.

  • b

    Over elke verstrekte termijn uit de in bewaring gehouden gelden is rente verschuldigd, die ingaat op de dag, waarop uitbetaling plaatsvindt.

  • c

    Het opnemen van het geleende bedrag moet binnen een jaar na de aktepassering hebben plaatsgevonden, welke termijn in bijzondere gevallen door burgemeester en wethouders kan worden verlengd.

De aflossing (in geval van lineaire of annuïtaire lening) vindt voor het eerst plaats in het jaar volgend op het kalenderjaar waarin de akte is verleden.

De te betalen rente en (eventueel) aflossing kan op twee manieren geschieden:

  • a

    jaarlijks achteraf. Het verschuldigde bedrag aan rente (en aflossing) wordt jaarlijks uiterlijk per 31 december betaald.

  • b

    maandelijks. Het geldende rentepercentage wordt in dit geval verminderd met 0,2%. Het te betalen bedrag wordt maandelijks ingehouden op het salaris van de betreffende ambtenaar.

Het is gedurende de gehele looptijd van de lening toegestaan extra (vervroegde) aflossingen te plegen, zonder dat hieraan kosten verbonden zijn. De extra aflossingen kunnen echter alleen geschieden op 30 juni en 31 december van een jaar en de bedragen dienen afgerond te zijn op een veelvoud van fl. 1000,=. Bedragen die vervroegd zijn afgelost, kunnen weer worden opgenomen, voorzover deze bedragen worden gebruikt voor verbetering, aanpassing of verbouwing van de woning. Over het opnieuw opgenomen bedrag wordt hetzelfde rentepercentage met dezelfde vaste periode berekend als over de oorspronkelijke lening.

De ambtenaar is bevoegd de restanthoofdsom ineens af te lossen. Hij kan dan binnen een periode van 5 jaar geen nieuwe lening aanvragen voor dezelfde woning.

Artikel 7  Maximum jaarlast

De netto jaarlijkse last van de aan de aanvrager te verstrekken geldlening mag een door burgemeester en wethouders te bepalen limiet niet overschrijden. Bij de bepaling van deze limiet worden in beginsel de normen en voorwaarden vastgesteld door de Nationale Hypotheek Garantie toegepast.

Ten aanzien van de aan de aanvrager te verstrekken geldlening is de partner als bedoeld in lid 2, mede hoofdelijk aansprakelijk voor de gehele lening.

Artikel 8  Meenemen lening

Het is de aanvrager toegestaan de hypothecaire geldlening mee te nemen bij het verkrijgen van een andere woning c.q. bij de bouw van een nieuwe woning.

Indien een hoger leningsbedrag nodig is geldt voor het aanvullende bedrag het op het moment van de aanvraag geldende rentepercentage.

Indien na de verkoop van de oorspronkelijke woning niet direct de aankoop van een andere of nieuw te bouwen woning volgt, wordt een termijn van maximaal 1 jaar in acht genomen waarbinnen men alsnog de oorspronkelijke hypotheek mee kan nemen.

Artikel 9  Extra zekerheid

Tot zekerheid van de voldoening van alle door de aanvrager uit hoofde van de hem verstrekte geldleningen verschuldigde bedragen, hierbij naast de rente over het lopende jaar inbegrepen de rente voor de beide daarop volgende jaren, alsmede de kosten, welke op enigerlei wijze verband houden met de geldleningen, verleent de aanvrager aan de gemeente het recht van eerste (tweede, derde etc.) hypotheek op de grond en de daarop te bouwen of gebouwde opstallen.

In de hypotheekakte zullen naast de gebruikelijke voorwaarden en bepalingen worden opgenomen de voorwaarden en bepalingen uit deze regeling voortvloeiende.

Artikel 10  Opeisbaarheid

De lening is met de verschuldigde rente en eventuele andere kosten terstond opeisbaar indien:

  • a

    de aanvrager de dienst van de gemeente Zevenaar verlaat en niet opnieuw in een betrekking in vaste dienst in deze gemeente wordt benoemd, anders dan met toekenning van een uitkering op basis van de voor ambtenaren geldende rechtspositieregelingen en/of arbeidsvoorwaardenregelingen ten laste van de gemeente Zevenaar of het ABP;

  • b

    een van bovengenoemde uitkeringen eindigt;

  • c

    aanvrager overlijdt zonder een weduwe/weduwnaar na te laten;

  • d

    de weduwe/weduwnaar overlijdt of geen uitkering meer ontvangt als bedoeld onder a.;

  • e

    wanneer de weduwe/weduwnaar van de ambtenaar hertrouwt;

  • f

    de maandelijkse of jaarlijkse rente en/of aflossing niet tijdig worden betaald;

  • g

    enig uit hoofde van het verstrekken van de lening rustende verplichting niet wordt nagekomen;

  • h

    de aanvrager van rechtswege het beheer over zijn vermogen verliest, onder curatele wordt gesteld, surséance van betaling aanvraagt, boedelafstand doet of in staat van faillissement wordt verklaard;

  • i

    het onroerend goed door derden in beslag genomen wordt of wordt vervreemd, onteigening inbegrepen;

  • j

    aanvrager of de weduwe van de aanvrager de woning niet meer voor eigen bewoning gebruikt.

Indien in dit artikel wordt gesproken over weduwe/weduwnaar wordt hier ook onder verstaan de partner van de overleden aanvrager van ongehuwd samenwonenden, waarbij sprake is van een samenlevingscontract, alsmede van het geregistreerde partnerschap.

Bij ontslag zonder recht op toekenning op een uitkering als bedoeld in lid 1, sub a dient de restantschuld inclusief rente uiterlijk een jaar na de officiële ontslagdatum volledig te zijn afgelost.

Artikel 11  Brand- en stormschade

De aanvrager moet de woning en eventuele andere opstallen tegen brand- en stormschade verzekeren en is verplicht aan de gemeente - op verzoek - de brandverzekeringspolis of een duplicaat daarvan te overhandigen en desgewenst de premiekwitantie.

Artikel 12  Instandhouding woning

De woning moet ten genoegen van burgemeester en wethouders worden onderhouden.

Het is verboden zonder toestemming van burgemeester en wethouders wijziging in de bestemming van de woning te brengen, de woning te verhuren, te veranderen, te bezwaren of er zakelijke rechten op te vestigen. Aan de toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden.

Artikel 13  Verkoop en executie

Bij niet dadelijke voldoening van al hetgeen aan de gemeente uit hoofde van de lening verschuldigd is, is de gemeente gemachtigd om, tot verhaal van al het verschuldigde, het verbonden onroerend goed in het openbaar volgens plaatselijk gebruik te verkopen, de koopsom te ontvangen, daarvoor te kwiteren en het verkochte te leveren.

Artikel 14  Kosten

Het aangaan van een hypothecaire geldlening bij de gemeente brengt van gemeentewege geen kosten met zich mee, met uitzondering van de afsluitprovisie. Alle kosten van vestiging van hypotheek, die van vernieuwing en verbetering der inschrijving, die van royement, alsmede alle andere uit het verstrekken van de geldlening voortvloeiende kosten komen ten laste van de aanvrager (notariskosten en Kadastrale rechten).

Voor alle verzoeken die worden ingediend voor een hypothecaire geldlening op of na 1 februari 2006 wordt 1% afsluitprovisie over het geldbedrag van de nieuw aangegane hypothecaire geldlening berekend. Overgangssituatie: over de verzoeken die zijn ingediend vóór 1 februari 2006 (de zgn. lopende verzoeken) wordt geen afsluitprovisie berekend.

Artikel 15  Onvoorziene omstandigheden

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij de toepassing van deze regeling nadere regels en voorwaarden te stellen.

Ten aanzien van de in het kader van deze regeling voorkomende omstandigheden, waarin niet is voorzien beslissen burgemeester en wethouders.

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de in deze regeling opgenomen bepalingen.

Artikel 1

Algemeen Door de raad is op 21 augustus 1974 de Bouwkredietregeling ambtenaren vastgesteld en laatstelijk gewijzigd 17 september 1975. In de periode tussen 1975 en heden zijn door het college een aantal besluiten genomen ten aanzien van de hypotheekregeling. Wijzigingen, die deze besluiten met zich meebrachten, zijn nooit in de regeling verwerkt, maar wel toegepast in de praktijk. De bestaande Regeling uit 1974 is sterk verouderd en is, mede door bedoelde wijzigingen en de ontwikkelingen op de hypotheekmarkt aan vernieuwing toe. Hieruit is onstaan de Bouwkredietregeling Ambtenaren 1999. In de benw vergadering van 27 mei 1986 is het college tot het oordeel gekomen, dat de Bouwkredietregeling Ambtenaren 1974 tot de secundaire arbeidsvoorwaarden zal worden gerekend. Met deze Bouwkredietregeling Ambtenaren 1999 is gepoogd om een voor ambtenaren aantrekkelijke en gunstige regeling in het leven te roepen.

Artikel 2

De termijn waarvoor een overbruggingskrediet wordt verstrekt kan maximaal 1 jaar zijn. In de praktijk komt dit zelden voor. Bij verkoop van de eigen woning dient het overbruggingskrediet direct te worden afgelost. Bovendien is in lid 3 bepaald dat de woning door de ambtenaar dient te worden bewoond.

Artikel 3

In de oude regeling was slechts 90% financiering mogelijk. Op de markt worden momenteel geldleningen aangeboden tot zelfs 125% van de verkoopwaarde van het huis. Wij stellen voor 100% financiering mogelijk te maken.

Artikel 4

maandelijks wordt een vast bedrag aan rente en aflossing samen (zolang de rente ongewijzigd blijft) betaald. Iedere maand wordt het aandeel van de rente in dat bedrag minder en dat van de aflossing meer; ad.b: een lineaire hypotheek: maandelijks wordt een vast aflossingsbedrag betaald. De schuld wordt steeds lager en de rente over de resterende schuld wordt steeds minder; ad.c: een (gemeente)levenhypotheek: gedurende de looptijd van de lening vindt geen aflossing plaats. Wel wordt jaarlijks rente betaald volgens de gangbare regels. Voorts dient een gecombineerde levensverzekering te worden afgesloten. De betreffende polis dient zodanig te zijn dat, uitgaande van een rendementsverwachting van 7,5%, verwacht mag worden dat de uitkering voldoende hoog is om na afloop van de lening er zodanig afgelost kan worden, dat er een restantschuld blijft staan van hooguit 50% van taxatiewaarde van de woning. Uitkeringen ingevolge deze levensverzekering moeten aan de gemeente worden verpand blijkens een aantekening in de polis. ad.d: een aflossingsvrije hypotheek: gedurende de looptijd van de lening wordt uitsluitend rente betaald. De hypotheek wordt in één keer afgelost aan het einde van de looptijd of bij verkoop van de woning. Als voorwaarde voor deze vorm geldt dat de (restant) hypotheek schuld lager is dan 50% van de taxatiewaarde van de woning.

Het aantal hypotheekvormen is uitgebreid met een levenhypotheek (benw-besluit 4-9-90) en een aflossingsvrije hypotheek (benw-besluit 15-10-96). Alleen voor annuiteiten of lineaire hypotheken is het mogelijk deze aflossingsvrij te maken. Dit is mogelijk als het hypotheekbedrag afgezet tegen de waarde van de woning (blijkens een recent taxatierapport) niet meer bedraagt dan 50%. Wij willen deze mogelijkheid ook openstellen voor de (gemeente)levenhypotheek-vorm. De ambtenaar wordt verplicht minimaal 50% van de waarde van de woning (taxatiewaarde op het moment van afsluiten van de lening) te verzekeren. In beide gevallen geldt dan dat de ambtenaar aan het einde van de looptijd van de lening nog een maximale schuld heeft staan van 50% van de taxatiewaarde van de woning.

Artikel 5

De termijnen, welke gelden voor een offerte en voor het laten passeren van de akte bij de notaris zijn afgeleid van de termijnen, welke de Postbank hanteert. Benw -besluit d.d. 24-06-1986: Eventuele bijstelling van het rentepercentage geschiedt op de eerste van elk kwartaal en geldt voor de resterende rentevaste periode. Deze regeling is afgeleid van het rente-stabiel systeem van de Rabobank, waarbij de volgende - in gunstige zin afwijkende - aanvullende voorwaarden gelden:

  • a

    de marge in het rente-stabiel-systeem is 1%;

  • b

    er vindt wel aanpassing naar beneden, maar niet naar boven plaats;

  • c

    voor de rentevaste periode geldt de maximale termijn van 15 jaren en

  • d

    voor de ter zake geldende rentepercentages wordt uitgegaan van de percentages, zoals de Bank Nederlandse Gemeente die hanteert.

Artikel 6

Indien wordt gekozen voor maandelijkse betaling wordt een korting van 0,2% toegepast (benw-besluit van 17-11-87). Besloten werd jaarlijks te bezien of dit percentage bijstelling behoefde. Echter sinds 1988 wordt het percentage gesteld op 0,2%. In de afgelopen 10 jaar heeft geen bijstelling plaatsgevonden. Reden waarom wij de korting van 0,2% definitief hebben opgenomen in de nieuwe regeling.  

Artikel 8

Ingeval de rentestand laag is is het voor de ambtenaar aantrekkelijk zijn lening met het daarbijbehorende rentepercentage mee te nemen. Er zal wel een nieuwe notariële akte opgemaakt dienen te worden.