Organisatie | Voerendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive |
Citeertitel | Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Werk, zorg en inkomen |
Nieuwe Regeling
Wet werk en bijstand art. 8, lid 1, onderdeel i
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-05-2013 | 01-03-2013 | 01-01-2015 | Nieuwe Regeling | 11-04-2013 Weekblad Parkstad, 25-04-2013 | 2013 / 2 / 8 |
De raad van de gemeente Voerendaal,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders,
gezien het advies van de commissie Samenleving,
gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel i van de Wet werk en bijstand,
·Vast te stellen “Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive”;
In deze verordening wordt verstaan onder:
a.Recidiveboete: bestuurlijke boete zoals bedoeld in artikel 18a, vijfde lid,
van de Wet werk en bijstand (WWB).
b.Verrekenen: verrekening zoals bedoeld in artikel 60,vierde lid, van de Wet
c.Dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband van de gemeenten Simpelveld, Nuth en Voerendaal;
Per 1 januari 2013 treedt de Wet aanscherping handhaving- en sanctiebeleid SZW-wetgeving in werking. Met de wet krijgt het dagelijks bestuur de plicht om een boete op te leggen indien sprake is van schending van de inlichtingenplicht. De eerdere bevoegdheid om een maatregel in deze situatie op te leggen verdwijnt. De hoogte van de boete is daarbij in beginsel gelijk aan het bedrag dat belanghebbende te veel aan bijstand heeft ontvangen.
Is sprake van het bij herhaling schenden van de inlichtingenplicht (recidive) dan wordt deze boete in beginsel verhoogd tot 150% van het te veel ontvangen bedrag. Naast deze verhoging krijgt het dagelijks bestuur daarbij ook de bevoegdheid om in de eerste drie maanden na oplegging van de boete de bijstand volledig te verrekenen met de openstaande boetevordering.
In eerste instantie had de wetgever voorzien in een plicht tot volledige verrekening van de boetevordering. Bij amendement is deze verplichting echter omgezet in een bevoegdheid, zodat de gemeente de mogelijkheid heeft om daar waar volledige verrekening onwenselijke effecten heeft (denk b.v. aan hogere maatschappelijke kosten vanwege uithuisplaatsing of gezinnen met kinderen waarvan de kinderen de dupe worden) de verrekening aan te passen, dan wel bij de verrekening de beslagvrije voet volledig te respecteren. De Wet werk en bijstand verplicht de gemeenteraad in dit kader bij verordening nadere regels te stellen met betrekking tot het gebruik van deze bevoegdheid.
Artikel 4:93, vierde lid, van Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat verrekening niet mogelijk is voor zover beslag op de vordering nietig zou zijn. Concreet houdt dit in dat bij verrekening in beginsel rekening moet worden gehouden met de beslagvrije voet zoals deze zijn regeling vindt in artikel 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Zoals reeds aangegeven geeft de Wet werk en bijstand het dagelijks bestuur de bevoegdheid om deze bepaling in de eerste drie maanden na oplegging van de boete buiten toepassing te laten. Het dagelijks bestuur mag dus de openstaande boetevordering (zowel de recidiveboete als een wellicht nog openstaand bedrag in verband met de eerdere boete) in deze eerste drie maanden volledig met een eventueel bijstandsrecht verrekenen.
Het dagelijks bestuur kiest ervoor om van de bevoegdheid tot verrekenen gebruik te maken, echter geen volledige verrekening maar ter hoogte van 50% voor de duur van drie maanden van de toepasselijke bijstandsnorm. Hiervoor is gekozen omdat het dagelijks bestuur de kans op negatieve maatschappelijke consequenties bij volledige verrekening groot acht, zoals een toename van schuldenproblematiek of uithuisplaatsing. Fraude mag echter niet lonen en gedurende de periode dat de 50% bijstandsnorm wordt toegepast is er een sterke prikkel om arbeid te aanvaarden. Zodra iemand uitstroomt uit de uitkering moet namelijk de beslagvrije wel in acht worden genomen.
Is de recidiveboete opgelegd op het moment dat belanghebbende elders bijstand ontving dan is de
verrekening van de recidiveboete eveneens 50% van de toepasselijke bijstandsnorm gedurende 3
maanden. "Dit betekent dat als bijvoorbeeld de recidiveboete is opgelegd door de gemeente
Amsterdam en belanghebbende ontvangt inmiddels een uitkering van Kompas, dan kan de gemeente
Amsterdam tot 50% van de toepasselijke bijstandsnorm de recidiveboete claimen gedurende 3