Organisatie | Duiven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013 |
Citeertitel | Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | Onbekend | 29-01-2013 Duivenpost | 13int00043 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
hulp bij het huishouden (hbh)1 / Pgb service en bemiddeling (Pgb seb): een persoonsgebonden budget die een cliënt kan inzetten bij een gecontracteerde zorgaanbieder, waarbij dezelfde taken van toepassing zijn als bij Hbh1 en waarbij de zorgaanbieder de cliënt bemiddelt bij het zoeken naar een zelfstandige hulp en de betaling regelt aan de hulpverlener.
Artikel 2 Verstrekking en verantwoording persoonsgebonden budget
Degene die een persoonsgebonden budget ontvangt, verstrekt op verzoek van het college, voor zover van toepassing:
In het geval van hulp bij het huishouden; een overeenkomst tussen de belanghebbende en zorgverlener met het aantal afgesproken zorguren en uurtarief.
Artikel 3 Verstrekking en verantwoording financiële tegemoetkoming
Artikel 4 Inkomensafhankelijke eigen bijdrage
Het CAK berekent en int de inkomensafhankelijke bijdrage zoals beschreven in art. 4.1 van het landelijk besluit maatschappelijke ondersteuning (Bmo).
Voor de bedragen wordt verwezen naar de website van het CAK; www.hetcak.nl.
Hoofdstuk 5 Hulp bij het huishouden
Artikel 5 Eigen bijdrage hulp bij het huishouden
met inachtneming van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage, zoals bepaald in artikel 4 van dit Besluit.
Artikel 6 Persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden
1.De hoogte van het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden bedraagt
2.De gemeente Duiven verzorgt de betaling aan de belanghebbende van het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden. Hierbij wordt het budget bruto per periode van 4 weken uitbetaald. De verschuldigde eigen bijdrage wordt achteraf door het CAK in rekening gebracht, zoals bepaald in artikel 4 van dit Besluit.
Artikel 8 Hoogte persoonsgebonden budget
bedraagt ten hoogste de kosten, gebaseerd op de offertelijn waaruit de gemeente een keus kan maken.
Artikel 9 Tegemoetkoming verhuis- en herinrichtingskosten
In afwijking van het eerste lid kan het college besluiten een financiële tegemoetkoming in verhuis- en inrichtingskosten te verstrekken van de benodigde aanpassing in de huidige woning, indien het enige alternatief het verhuizen naar een voor belanghebbende duurdere woning is. Het gaat hier om maatwerk en de tegemoetkoming is afhankelijk van de te compenseren aanpassing.
Artikel 10 Specifieke bepaling woningaanpassing
Artikel 11 Kosten woningaanpassing
Het college rekent de volgende uitgaven tot kosten van een woningaanpassing:
administratiekosten tot ten hoogste € 350,- voor de verhuurder die een woningaanpassing realiseert voor een persoon met beperkingen, voor zover de kosten onder a. tot en met g. meer bedragen dan € 3.500,-.
Artikel 12 Kosten verwijderen woonvoorzieningen
Artikel 13 Anti-speculatiebeding
Het schema, als bedoeld in artikel 10, achtste lid van de verordening, houdt in: een jaarlijkse waardedaling met 10% gerekend vanaf het eerste jaar van het gerealiseerd zijn van de woonvoorziening.
Voor het eerste jaar 100% van de meerwaarde
Voor het tweede jaar 90% van de meerwaarde
Voor het derde jaar 80% van de meerwaarde
Voor het vierde jaar 70% van de meerwaarde
Voor het vijfde jaar 60% van de meerwaarde
Voor het zesde jaar 50% van de meerwaarde
Voor het zevende jaar 40% van de meerwaarde
Voor het achtste jaar 30% van de meerwaarde
Voor het negende jaar 20% van de meerwaarde
Voor het tiende jaar 10% van de meerwaarde
in alle gevallen minus het percentage van de aanpassingskosten dat voor rekening van de eigenaar van de woonruimte c.q. belanghebbende is gekomen.
Hoofdstuk 4 Verplaatsen in en om de woning
Artikel 14 Hoogte persoonsgebonden budget rolstoel
Het college verstrekt een persoonsgebonden budget voor een rolstoel, zoals bedoeld in artikel 14 van de verordening, op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening in natura, inbegrepen de kosten voor onderhoud, reparatie en verzekering van vergelijkbare rolstoelen.
Het Pgb bedraagt nooit meer dan de werkelijk gemaakte kosten
Artikel 15 Hoogte financiële tegemoetkoming sportvoorziening
Hoofdstuk 5 Lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Artikel 16 Eigen bijdrage scootmobiel
Artikel 17 Hoogte persoonsgebonden budget
1.Het college verstrekt het persoonsgebonden budget voor een vervoermiddel op basis van de tegenwaarde van de in de betreffende situatie goedkoopste compenserende voorziening in natura, vermeerderd met een bedrag voor reparatie, onderhoud en verzekering.
Het Pgb bedraagt nooit meer dan de werkelijk gemaakte kosten.
2.De omvang van het persoonsgebonden budget voor autoaanpassingen bedraagt maximaal € 5000,00.
Artikel 18 Collectieve vervoersvoorziening
Degene die in aanmerking komt voor collectief vraagafhankelijk vervoer ontvangt een vervoerspas voor het collectief vraagafhankelijk vervoer. De vervoerspas op basis van deze Wmo-indicatie biedt toegang tot de volgende diensten van de Stadsregiotaxi: tot vijf reiszones per rit aangepast tarief van € 0,55 per zone voor geïndiceerde inwoners.
Artikel 18 a eigen bijdrage collectieve vervoersvoorziening
De eigen bijdrage voor de collectieve vervoersvoorziening bedraagt € 0,00.
Artikel 19 Hoogte financiële tegemoetkoming individuele vervoersvoorziening
Als alle voorliggende vervoersvoorzieningen, zoals genoemd in de verordening, niet tot het gewenste resultaat leiden, biedt het college de mogelijkheid van een individuele voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming. De financiële tegemoetkoming voor vervoer met eigen auto, taxi of vervoer door derden wordt berekend aan de hand van het aantal noodzakelijke kilometers per jaar, tot ten hoogste 1.500 kilometer of ten hoogste € 825,- (1500 x € 0,55).
Het college kan één of meerdere artikelen van dit Besluit buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing, gelet op het belang van het maatschappelijk participeren, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 21 Intrekking oude regeling
Bij inwerkingtreding van het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2013, januari 2013, wordt het op 28 februari vastgestelde Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012 ingetrokken.
Op beschikkingen die zijn genomen voor de inwerkingtreding van het op 29 januari 2013 vastgestelde Besluit 2013, blijft het Besluit 2012 van toepassing tot een beschikking op basis van het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2013, januari 2013 ervoor in de plaats treedt.
In geval van herindicatie, wordt de beschikking genomen op grond van het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2013, januari 2013. Deze beschikking treedt in de plaats van de beschikking op grond van het op 28 februari 2012 vastgesteld Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012.
Het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013, januari 2013 treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2013.
Dit besluit wordt aangehaald als: “Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2013, januari 2013”.