Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Brabantse Delta

Legger bergingsgebied en regionale kering Breda Locatie Stadsmark

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap Brabantse Delta
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingLegger bergingsgebied en regionale kering Breda Locatie Stadsmark
CiteertitelLegger bergingsgebied en regionale kering Breda Locatie Stadsmark
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Red: De leggerkaarten zijn in te zien op het hoofdkantoor van waterschap Brabantse Delta en zijn tevens raadpleegbaar op [www.brabantsedelta.nl .]

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Waterwet, art. 5.1
  2. Waterschapswet, art. 78
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-04-2015nieuwe regeling

20-09-2011

Waterschapsblad 2015, nr. 2787

11IT009750

Tekst van de regeling

Intitulé

Legger bergingsgebied en regionale kering Breda Locatie Stadsmark

 

 

1 Inleiding

Wettelijke basis van de legger

In artikel 5.1 van de Waterwet is bepaald dat het waterschap zorg draagt voor de vaststelling van een legger, waarin is omschreven waaraan waterstaatswerken naar ligging, vorm, afmeting en constructie moeten voldoen. De Waterwet vermeldt de basisgegevens die van de legger deel uitmaken. De ligging van de waterstaatswerken en daaraan grenzende beschermingszones en de profielen van vrije ruimte worden aangegeven op overzichtskaarten.

In de Waterwet is verder bepaald dat bij provinciale verordening voor leggers nadere voorschriften kunnen worden gegeven. Dat is gebeurd in de Verordening Water Noord-Brabant. Tevens bepaalt de Waterwet in artikel 5.1 dat bij provinciale verordening vrijstelling verleend kan worden ten aanzien van het in de legger vermelden van vorm, afmeting, constructie en de ligging van waterstaatswerken.

Op basis van de Verordening Water Noord-Brabant zijn alleen de minst belangrijke delen van de oppervlaktewaterlichamen (bijv. greppels en oppervlaktewaterlichamen langs wegen die dienen voor de afwatering van die weg) vrijgesteld van opname in de legger.

De legger op grond van de Waterwet moet worden onderscheiden van de onderhoudslegger als bedoeld in artikel 78 van de Waterschapswet. In deze Waterschapswetlegger worden de onderhoudsplichtigen of onderhoudsverplichtingen aangewezen. Waterschap Brabantse Delta combineert beide leggers in één document.

Doel van de legger

De legger legt de technische eisen vast waaraan waterstaatswerken (in dit geval bergingsgebieden en regionale keringen) moeten voldoen om naar behoren te functioneren. Daarnaast legt een legger onderhoudsverplichtingen en onderhoudsplichtigen vast. De legger is daarmee niet alleen van belang voor de vereiste duldplicht voor waterberging conform de Waterwet, maar ook voor het dagelijks beheer van de bergingsgebieden en de waterkeringen, het toepassen en handhaven van de Keur en de vergunningverlening. In aanvulling op de Waterwet biedt de Keur immers bescherming tegen schadelijke ingrepen.

Relatie tussen de legger en de Keur

De Keur stelt regels over waterstaatswerken, beschermingszones, profielen van vrije ruimte en grondwaterlichamen. Volgens de begripsbepalingen van zowel artikel 1.1 Waterwet als artikel 1.1 Keur gaat het om oppervlaktewaterlichamen, bergingsgebieden, waterkeringen, ondersteunende kunstwerken en bijbehorende onderhoudsstroken en om beschermingzones, profielen van vrije ruimte die als zodanig in de legger zijn aangegeven en grondwaterlichamen. De legger is zodoende van belang voor de reikwijdte van de verbods- en beheerbepalingen van de Keur.

Afbakening van deze legger

Deze legger heeft betrekking op alle waterstaatswerken langs de Stadsmark, waarbij het oppervlaktelichaam zelf buiten beschouwing wordt gelaten. Het oppervlaktewaterlichaam is opgenomen in de legger voor de oppervlaktewaterlichamen. De waterstaatswerken die in deze legger zijn opgenomen, zijn te verdelen in bergingsgebieden en regionale keringen.

Regionale keringen:

Deze legger bevat regionale keringen langs regionale rivieren die in het gebied aanwezig zijn dat deze legger omvat. Bij de keringen zijn de bijbehorende ondersteunende kunstwerken inbegrepen. Waterkeringen elders in het beheersgebied van het waterschap of waterkeringen van een andere categorie (bijv. primaire keringen of overige waterkeringen) vallen onder een andere legger.

Bergingsgebieden:

Naast de regionale keringen bevat deze legger ook bergingsgebieden zoals bedoeld in de Waterwet. Hierbij worden specifiek gebieden bedoeld die naast het oppervlaktewatersysteem zijn aangelegd en niet in het profiel van de waterloop. Als er waterberging is gecreëerd in het profiel van de waterloop, komt dit terug in de legger van de oppervlaktewaterlichamen.

Om aan de grenzen van de legger de relatie met andere leggers te duiden, kunnen keringen, oppervlaktewaterlichamen of bergingsgebieden ter informatie wel op de leggerkaarten zijn aangegeven. Daarbij is wel vermeld dat deze vermelding enkel ter informatie is. Regels met betrekking tot maten, afmetingen en onderhoudsplichten ten aanzien van deze objecten zijn dan ook niet opgenomen in deze legger.

Afbakening van deze legger ten opzichte van andere leggers

Deze legger heeft alleen betrekking op de waterhuishoudkundige werking van de regionale keringen en bergingsgebieden langs de Stadsmark. Eventuele oppervlaktewaterlichamen en de daarbij behorende waterbeheersingkunstwerken zoals duikers of stuwen zijn niet opgenomen in deze legger, maar staan in een aparte legger voor oppervlaktewaterlichamen. Dit zijn immers zaken die tot het oppervlaktewaterlichaam behoren.

2 Toepassingsbereik

Deze legger is alleen van toepassing op het bergingsgebied en regionale keringen die op de onderstaande overzichtskaart globaal zijn aangegeven. De exacte ligging, begrenzingen, bijbehorende kunstwerken en dergelijke zijn weergegeven op de bij deze legger behorende leggerkaarten en leggertabellen.

Deze legger heeft betrekking op bestaande bergingsgebieden die medio 2004 zijn aangewezen, maar waarvoor echter nooit eerder een legger is vastgesteld.

Deze legger heeft tevens betrekking op regionale keringen. Deze keringen hebben deze status gekregen bij de Verordening Water Noord-Brabant door de provincie met ingang van 22 december 2009. Voor die tijd hadden deze keringen de status “kade” conform de Keuren van achtereenvolgens Waterschap Mark & Weerijs en waterschap Brabantse Delta.

3 Toelichting bij de leggeronderdelen

De legger bestaat naast dit leggerboek uit de volgende onderdelen:

  • Een onderhoudstabel: deze tabel bevat gegevens over maatvoeringen, functies en materialen van de ondersteunende kunstwerken en aanduidingen van eventuele onderhoudsplichten. Deze tabel is opgenomen in Bijlage II.

  • Een kadastrale kaart: deze geeft de exacte ligging van de bergingsgebieden en regionale keringen weer. Dit is een los bijgevoegde kaart, “Kaart kadastrale situatie Bergingsgebied Stadsmark te Breda”, met nummer BLE00002-01-043.

  • Een waterstaatskundige tekening: deze geeft de waterhuishoudkundige situatie van het bergingsgebied weer, inclusief de bij het bergingsgebied horende kunstwerken. Op deze tekening is tevens een aanduiding opgenomen van de maaiveldhoogten in de vorm van losse hoogtemerken. Dit is een los bijgevoegde kaart, “Waterstaatskundige tekening Bergingsgebied Stadsmark te Breda”, met nummer BLE00002-01-044.

  • Leggerprofiel kaart en: deze geeft de minimale afmetingen weer van de regionale keringen langs de Stadsmark. Dit zijn twee los bijgevoegde kaarten, “Kaart leggerprofielen regionale kering linkerzijde Stadsmark te Breda”, met nummer BLE00004-01-001 en “Kaart leggerprofielen regionale kering rechterzijde Stadsmark te Breda”, met nummer BLE00004-01-002.

  • Luchtfoto (bijlage III): een luchtfoto geeft een beeld van hoe het leggergebied er fysiek uitziet, welke gebruiksvormen in het gebied aanwezig zijn en welke bouwwerken er aanwezig zijn.

In dit hoofdstuk wordt kort toegelicht welke informatie de legger bevat en hoe die informatie geraadpleegd kan worden.

3.1 Profiel waterkering

Het profiel van een waterkering is datgene dat minimaal nodig is om conform de geldende norm voldoende waterkerend te zijn. Het is echter niet zo dat het profiel per definitie overeenkomt met de fysiek in het veld waarneembare dijklichaam, integendeel. Het profiel omvat alle gronden en onderdelen van de waterkering die nodig zijn om een veilige en stabiele waterkering te verkrijgen en te houden. Gelet op faalmechanismen zoals piping is het nodig ook gronden naast de waterkering zelf in het profiel te betrekken.

Specifiek voor de regionale kering langs regionale rivieren in de Stadsmark is de waterkeringszone op 2,50 meter (tweezijdig) uit de as gedefinieerd.

3.2 Beschermingszones

De beschermingszone zoals bedoeld in de keur heeft tot doel het beschermen van de waterkering tegen ingrepen die de stabiliteit van de waterkering kunnen aantasten, zoals explosiegevaarlijke inrichtingen of ontgravingen. Door de afslag van grond in de nabijheid van een waterkering, kan immers de ondergrond van de waterkering onstabiel worden. Voor de omvang van de beschermingszones worden in beginsel de maten en afmetingen aangehouden die voorheen aangehouden worden.

Voor regionale keringen langs regionale rivieren wordt als standaardafmeting van de beschermingszone 2,50 meter (tweezijdig) aangehouden vanaf de waterkeringszone.

3.3 Profiel van vrije ruimte

Het profiel van vrije ruimte is een reservering voor toekomstige verbetering van waterkeringen. Waterkeringen dienen namelijk periodiek verhoogd (en daardoor ook verbreed) te worden om stijgingen van waterstanden en/of het inklinken van de kering en de ondergrond op te vangen. Het profiel van vrije ruimte dient ertoe ruimte naast en boven de kering vrij te houden van permanente obstakels die een toekomstige verbetering van de waterkering onmogelijk maken of belemmeren.

Voor regionale keringen langs regionale rivieren geldt dat voor het profiel van vrije ruimte als standaard minimummaat wordt aangehouden 2,50 meter vanuit de constructie (aan weerszijden) en 0,50 meter boven het profiel.

3.4 Maaiveldhoogten

Voor de goede werking van de bergingsgebieden en eventuele vergunningverlening is het noodzakelijk de maaiveldhoogten te kennen. Vandaar dat in deze legger de maaiveldhoogten zijn opgenomen. Deze zijn weergegeven in de vorm van losse hoogtemerken op kaart “Waterstaatskundige tekening Bergingsgebied Stadsmark te Breda”, met nummer BLE00002-01-044.

3.7 Reeds aanwezige bouwwerken en niet-waterstaatskundige kunstwerken

In de bergingsgebieden komen geen ondersteunende kunstwerken voor die niet relevant zijn voor de werking als bergingsgebied.

Er komen wel diverse bouwwerken voor in de bergingsgebieden. Omdat het voor de toekomstige vergunningverlening relevant is dit vast te leggen in de legger, is een actuele luchtfoto opgenomen in de legger.

In het bergingsgebied Stadsmark is een bergbezinkbassin gelegen die bij hevige regenval dient als buffer voor het rioleringstelsel. De bergbezinkbassin is door de gemeente Breda aangelegd en aldaar in beheer en onderhoud.

3.8 Onderhoudsplicht

De onderhoudsplicht van het bergingsgebied dat in deze legger is opgenomen, berust bij de perceeleigenaren.

De onderhoudsplicht voor de regionale keringen langs regionale rivieren is weergegeven in de tabel (BijlageII)

Voor de goede orde wordt vermeld dat de reeds bestaande waterlopen en bijbehorende ondersteunende kunstwerken die niet dienen voor de werking van het bergingsgebied als zodanig, op de kaarten bij deze legger slechts ter illustratie zijn weergegeven. Om welke waterlopen of keringen het gaat, is op de legenda van de kaarten aangegeven. Deze legger bevat om bovenstaande reden geen bepalingen over onderhoudsplichten of technische vereisten ten aanzien van die waterlopen of ondersteunende kunstwerken. Die onderhoudsplichten en/of technische vereisten staan in de desbetreffende legger van oppervlaktewaterlichamen.

4 Voorschriften
Artikel 1 Hoofdelijke aansprakelijkheid
  • 1.

    Wanneer percelen met een beperkt recht zijn bezwaard, dan wel krachtens persoonlijk recht in gebruik zijn gegeven, rusten de in deze legger aan de eigenaar opgelegde verplichtingen van de Keur ook op de beperkt gerechtigden en in geval er sprake is van een persoonlijk recht ook op de gebruikers.

  • 2.

    Voor de nakoming van de in de Keur aan de eigenaar opgelegde verplichtingen is ieder van de genoemde gerechtigden alsmede de eigenaar hoofdelijk aansprakelijk.

Artikel 2 Onderhoudsplicht waterkeringen
  • 1.

    Het gewoon onderhoud zoals bedoeld in de keur berust bij de eigenaren van de waterkeringen, tenzij in de leggertabel van deze legger anders is bepaald.

  • 2.

    Het buitengewoon onderhoud zoals bedoeld in de keur berust bij het waterschap, tenzij in de onderhoudstabel (BijlageII) van deze legger anders is bepaald.

Artikel 3 Onderhoudsplicht bergingsgebieden

De onderhoudsplicht voor het bergingsgebied zoals bedoeld in de Keur in deze legger berust bij de perceeleigenaren, tenzij in de leggertabel van deze legger anders is bepaald.

 

 

Artikel 4 Ondersteunende kunstwerken

  • 1.

    De verplichting tot het schoonhouden van het doorstromingsprofiel van een ondersteunend kunstwerk in waterkeringen zoals bedoeld in de keur rust op de onderhoudsplichtige van oppervlaktewaterlichaam waartoe het ondersteunend kunstwerk behoord, tenzij in de leggertabel van deze legger anders is bepaald.

  • 2.

    De verplichting tot het in standhouden van afsluitmiddelen op ondersteunende kunstwerken in waterkeringen rust op de onderhoudsplichtige zoals bepaald in de Keur tenzij in de leggertabel van deze legger ander is bepaald.

  • 3.

    De onderhoudsplicht voor ondersteunende kunstwerken van bergingsgebieden zoals bedoeld in de Keur berust bij het waterschap, tenzij in de leggertabel van deze legger anders is bepaald.

 

Artikel 5 Onderhoudsplicht bouwwerken in bergingsgebied

De onderhoudsplicht zoals bedoeld in de Keur voor waterstaatskundige voorzieningen aan bouwwerken in het bergingsgebied berust bij de eigenaar van het bouwwerk.

Artikel 6 Beschermingszones

De beschermingszone langs een regionale kering langs een regionale rivier bedraagt aan beide zijden 2,50 meter vanuit de waterkeringszone, tenzij in de leggertabel van deze legger anders is bepaald.

 

Artikel 7 Profiel van vrije ruimte

Het profiel van vrije ruimte bedraagt bij een regionale kering langs een regionale rivier, indien in deze leggertabel bij deze legger geen andere maten zijn aangegeven, ten minste 2,50 meter vanuit het profiel en 0,50 meter boven het profiel.

 

Bijlage I: Begrippenlijst

In deze legger worden de onderstaande begrippen gehanteerd (voor zover deze niet reeds in de Waterwet of de Keur zijn gedefinieerd).

aansluitpunt hoge gronden: punt waar de waterkering zijn begin of beëindiging vindt tegen de hoge gronden. De hoge gronden zijn daar ter plaatse hoger gelegen dan de kruin van de aansluitende waterkering.

Coupure: een afsluitbare doorgang in een waterkering.

Inlaatwerk: kunstwerk dat dient om gecontroleerd water in een gebied in te laten.

Uitlaatwerk: kunstwerk dat dient om gecontroleerd water een gebied uit te laten.

Kade: een als zodanig in een legger aangewezen overige waterkering of waterkerende hoogte.

Keur: Keur waterschap Brabantse Delta.

legger bergingsgebieden: legger specifiek voor bergingsgebieden.

legger waterkeringen: legger specifiek voor waterkeringen.

legger oppervlaktewaterlichamen: legger specifiek voor oppervlaktewaterlichamen.

het waterschap: het waterschap Brabantse Delta.

Bijlage II: Onderhoudstabel voor regionale keringen langs regionale rivieren

[Red: De leggertabellen zijn in te zien op het hoofdkantoor van waterschap Brabantse Delta en zijn tevens raadpleegbaar op www.brabantsedelta.nl via leggerkaarten.]

 

Bijlage III Luchtfoto