De Raad van de gemeente Uden;
gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 23
mei 2013;
gelet op de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;
b e s l u i t
vast te stellen de
Verordening speelautomatenhallen Uden
Artikel 1. Begripsbepalingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
de wet : de Wet op de kansspelen;
- b.
speelautomatenbesluit : Koninklijk besluit 23 mei 2000, staatsblad
223, houdende regels ter uitvoering van titel Va van de Wet;
- c.
speelautomaat : een speelautomaat als bedoeld in artikel 30 van de
wet;
- d.
behendigheidsautomaat: een speelautomaat waarvan het speelresultaat
uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op
gratis spelen en het proces dat, ook nadat het in werking is
gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of
vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van
de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur
verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt;
- e.
speelautomatenhal : een inrichting, bestemd om het publiek
gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te
beoefenen, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid onder c van de
wet;
- f.
exploitant : de natuurlijke of rechtspersoon die een inrichting
exploiteert;
- g.
beheerder : de natuurlijke persoon of personen die de onmiddellijke
feitelijke leiding uitoefent of uitoefenen in de
speelautomatenhal;
- h.
weg : bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994, alsmede kampeerplaatsen
en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide
parkeerterreinen.
Artikel 2. Vergunningsvereiste
- 1.
Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een
speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.
- 2.
De burgemeester kan voor maximaal twee speelautomatenhallen
voor het vestigen of exploiteren vergunning verlenen.
- 3.
Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht
(positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen)
is niet van toepassing.
Artikel 3. Vergunningsaanvraag
De exploitant dient de vergunning aan te vragen onder overlegging
van:
- a.
een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is
opgenomen de oppervlakte daarvan alsmede een plattegrond
waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal
en in welk aantal kansspelen/of behendigheidsautomaten
worden opgesteld;
- b.
een bewijs van inschrijving bij de Kamer van
Koophandel;
- c.
een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de
ruimte te beschikken;
- d.
een verklaring omtrent het gedrag:
- -
van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een
rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens
de (eventueel bij te voegen) statuten vertegenwoordigt(en)
en
- -
- e.
een door onze minister aan te wijzen bewijsstuk van een
instelling op het gebied van de verslavingszorg, waaruit
blijkt dat de bedrijfsleider(s) en de beheerder(s)
beschikken over voldoende kennis en inzicht met betrekking
tot het gebruik van speelautomaten en de daaraan verbonden
risico’s van gokverslaving.
Artikel 4. Beslistermijn
De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij
de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De
beslissing kan éénmaal voor ten hoogste twaalf weken worden
verdaagd.
Artikel 5. Vergunning
- 1.
De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de
exploitant en is niet overdraagbaar.
- 2.
In de vergunning worden de namen van de beheerders
vermeld.
- 3.
Aan de vergunning worden, krachtens deze verordening,
voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk
geval betrekking op:
- a.
de sluitingstijden van de speelautomatenhal;
- b.
het toezicht in de speelautomatenhal;
- c.
het aantal en type te plaatsen behendigheids- en
speelautomaten:
- d.
de exploitatie van de hal.
- 4.
De in het derde lid, onder a, bedoelde sluitingstijden
kunnen afwijken van die welke ten aanzien van
horeca-inrichtingen en daarmee gelijkgestelde inrichtingen
in het algemeen krachtens de Algemene plaatselijke
verordening Uden gelden.
Artikel 6. Weigering vergunning
- 1.
De vergunning wordt geweigerd indien:
- a.
het maximaal aantal af te geven vergunningen voor
speelautomatenhallen is verleend;
- b.
de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks
vanaf de openbare weg voor het publiek toegankelijk
is;
- c.
de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet
heeft (hebben) bereikt;
- d.
de exploitant of de beheerder(s) onder curatele
staat (staan) of bewind is ingesteld over één of
meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in
Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;
- e.
door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar
het oordeel van de burgemeester de leef- en
woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter
van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare
wijze nadelig wordt beïnvloed;
- f.
de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal
strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan,
dan wel een stadsvernieuwingsplan c.q.
leefmilieuverordening in de zin van de Wet op de
stads- en dorpsvernieuwing;
- g.
Aan de vereisten als opgenomen in artikel 3 niet kan
worden voldaan.
- 2.
De burgemeester kan ontheffing verlenen van het
leeftijdsvereiste, gesteld in het vorige lid, onder c.
Artikel 7. Wijziging beheerder/vervallen vergunning
- 1.
Indien een overeenkomstig artikel 5, tweede lid, (één van
de) in de vergunning vermelde beheerder(s) de hoedanigheid
van beheerder heeft verloren, dient de exploitant onder
overlegging van de in artikel 3, onder d, genoemde
bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen.
- 2.
De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag
voor een nieuwe vergunning voor het vestigen dan wel
exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand
onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvraag is
ingediend binnen zes maanden na het verlies van de
hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 8. Intrekken van de vergunning
De burgemeester kan de vergunning intrekken:
- a.
indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste
of onvolledige opgave is verleend;
- b.
indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de
vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een
situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 6, onder e;
- c.
indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning
verbonden voorschriften en beperkingen;
- d.
indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een
periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken.
Artikel 9. Wijziging exploitant
- 1.
Indien een exploitant komt te overlijden dient, indien
voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen twaalf
weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.
- 2.
In alle andere gevallen van wisseling van exploitant dient
binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal een
nieuwe vergunning te worden aangevraagd.
- 3.
Zolang op een tijdig ingediende aanvraag niet is beslist is
voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming
van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van
rechtswege vervallen vergunning.
Artikel 10. Overgangsbepaling
- 1.
Een vergunning tot het vestigen of exploiteren van
een speelautomatenhal welke is verleend voor de
inwerkingtreding van deze verordening blijft tot de
expiratiedatum van kracht, tenzij deze eerder komt
te vervallen dan wel eerder wordt ingetrokken op
grond van het bepaalde in deze verordening.
- 2.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van
deze verordening een aanvraag om een vergunning is
ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding
nog niet op deze aanvraag is beslist, wordt daarop
onderhavige verordening toegepast.
Artikel 11. Strafbepaling
- 1.
Op overtreding van een of krachtens deze verordening
gegeven voorschrift, of een voorschrift verbonden
aan een vergunning of ontheffing op basis van deze
verordening, wordt gestraft met een hechtenis van
ten hoogste drie maanden of een geldboete van de
tweede categorie, zoals bedoeld in het Wetboek van
Strafvordering.
- 2.
Het bepaalde in het eerste lid geldt niet wanneer
het bepaalde in de Wet Economische delicten van
toepassing is.
Artikel 12. Binnentredingsbepaling
De opsporing van de in artikel 16 strafbaar gestelde feiten
is, behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van
Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan
de opsporingsambtenaren die door het College van
burgemeester en wethouders met de zorg voor de opsporing van
strafbare feiten op grond van deze verordening zijn belast,
ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing
zijn vermeld.
Artikel 13. Intrekking vroegere regeling
De verordening Speelautomatenhallen Uden, vastgesteld op 17
mei 2001, wordt ingetrokken.
Artikel 14. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die
van de bekendmaking.
Artikel 15.
Deze verordening kan worden aangehaald als “verordening
Speelautomatenhallen Uden”.