Organisatie | Medemblik |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Wegsleepverordening Medemblik 2013 |
Citeertitel | Wegsleepverordening Medemblik 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Met de inwerkingtreding van deze regeling vervalt de Wegsleepverordening Medemblik d.d. 2 januari 2011.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-07-2013 | nieuwe regeling | 04-07-2013 Medemblikker Courant, 18-07-2013 | IVR-13-01491 |
De raad van de gemeente Medemblik,
gelezen het bijbehorend voorstel van het College van burgemeester en wethouders van Medemblik d.d.;
gelet op Wegenverkeerswet 1994, het RVV 1990, het Besluit wegslepen van voertuigen en artikel 149 van de Gemeentewet;
Vast te stellen de navolgende verordening: Wegsleepverordening Medemblik 2013.
Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten
Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de bebouwde kom van de gemeente Medemblik aangewezen voor zover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.
Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat
Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 130, vierde lid, 164, zevende lid, en 174, eerste lid van de wet, zijn artikel 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Medemblik, gehouden op
De griffier,
De voorzitter,
A. Veiligheid op de weg en vrijheid van het verkeer
Als gevallen waarin verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg en de vrijheid van het verkeer (zie artikel 170, eerste lid, aanhef en onder a en b WVW 1994) noodzakelijk kunnen zijn, kunnen worden genoemd:
een voertuig is tot stilstand gebracht:
langs een gele doorgetrokken streep of in strijd met bord E2 van bijlage 1 RVV 1990;
- op de rijbaan, inclusief de invoeg- en uitrijstrook, van een autosnelweg of autoweg, of
- behoudens in noodgevallen – op de vluchtstrook, de vluchthaven of de berm van zo’n weg.
(Zie artikel 23, 43, tweede lid, en 81 RVV 1990 en bord E2 van bijlage 1 bij het RVV 1990.)
Gevaarlijk of hinderlijk gedrag
Hiervoor zijn diverse wegsleepwaardige overtredingen van de wegenverkeerswetgeving opgenomen, waarbij het motief ligt bij de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer. Zoals reeds in de algemene toelichting is aangegeven, zal van geval tot geval beoordeeld moeten worden of de geconstateerde parkeerovertreding ook daadwerkelijk wegsleepwaardig is.
In onderdeel a gaat het om overtreding van artikel 10 RVV 1990. Bestuurders van voertuigen, met uitzondering van fietsen, bromfietsen en invalidenvoertuigen (zie artikel 5 tot en met 7 RVV 1990), gebruiken de rijbaan. Zij mogen hun voertuig niet parkeren op een trottoir, voetpad of fietspad.
In onderdeel b gaat het om overtreding van het bepaalde in artikel 23, 43, tweede lid, en 81 RVV 1990 en bord E2 van bijlage 1 bij het RVV 1990.
In onderdeel c is er sprake van overtreding van het bepaalde in artikel 24, 25, 38 e.v. en 46 RVV 1990 en bord E1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.
In onderdeel d wordt gedoeld op overtreding van het bepaalde in artikel 82 RVV 1990.
In onderdeel e gaat het om overtreding van het bepaalde in artikel 5 WVW 1994, het kapstokartikel. Op grond van deze bepaling is het verboden zich zodanig te gedragen dat er gevaar op de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden gehinderd. De inhoud van deze bepaling is zo ruim dat ongewenst gedrag op de weg, i.c. ongewenst parkeren, dat niet reeds in onderdeel a tot en met d is geregeld, doorgaans onder deze bepaling kan worden gebracht.
B. Vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen
Verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen (zie artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c WVW 1994 en artikel 2 Besluit wegslepen van voertuigen) kunnen noodzakelijk zijn in het geval dat een voertuig geparkeerd is:
op een parkeerplaats nader aangeduid door bord E4 van die bijlage (al dan niet met onderbord) voor zover:
- het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep voertuigen;
- het voertuig op een andere dan de aangegeven wijze is geparkeerd;
- het voertuig op andere dagen of uren dan aangegeven is geparkeerd;
op een gehandicaptenparkeerplaats, nader aangeduid met bord E6 van die bijlage:
- tenzij het parkeren gebeurt met een gehandicaptenvoertuig;
- tenzij gebruik wordt gemaakt van een geldige en duidelijk zichtbaar aangebrachte gehandicaptenparkeerkaart;
- die gereserveerd is voor een bepaald voertuig, tenzij het parkeren gebeurt met dat voertuig;
Hiervoor zijn diverse wegsleepwaardige overtredingen van de wegenverkeerswetgeving opgenomen, waarbij het motief niet zozeer ligt bij de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer, maar wel bij het vrijhouden van wegen en weggedeelten. In de oude wettelijke regeling werd een specifiek voorbeeld van een locatie genoemd waar voertuigen mochten worden weggesleept wanneer hier door onbevoegden werd geparkeerd, namelijk de gehandicaptenparkeerplaats. In de praktijk bleken er aanzienlijk meer locaties denkbaar te zijn waar het wegslepen van voertuigen noodzakelijk werd geacht zonder dat er direct sprake was van verkeersonveiligheid of belemmering van de doorstroming van het verkeer. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is concreet aangegeven op welke soorten wegen en weggedeelten voertuigen mogen worden weggesleept in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten. Deze soorten wegen en weggedeelten zijn eerder onder a tot en met i nader aangeduid.