Organisatie | Zwartewaterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene plaatselijke verordening |
Citeertitel | Algemene plaatselijke verordening Zwartewaterland |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-12-2015 | 25-11-2019 | Artt. 1:3, .lid 2, 2:66 - 2:69, 4:3 en 5:35 | 10-09-2015 | Onbekend | |
22-05-2013 | 25-11-2019 | Nieuw vastgestelde regeling | 11-04-2013 | Onbekend |
Algemene plaatselijke verordening
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen 7
Artikel 1:1 Begripsbepalingen 7
Artikel 1:3 Indiening aanvraag 8
Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen 8
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing 8
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing 8
Artikel 1:8 Weigeringsgronden 8
Afdeling 1. Bestrijding van ongeregeldheden 9
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden 9
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen 9
Artikel 2:4 (Vervallen; opgenomen in artikel 2:3) 9
Artikel 2:5 (Vervallen; opgenomen in artikel 2:3) 10
Afdeling 3. Verspreiden van gedrukte stukken 10
Artikel 2:6 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen 10
Afdeling 4. Vertoningen e.d. op de weg 10
Artikel 2:9 Straatartiest e.d. 10
Afdeling 5. Bruikbaarheid en aanzien van de weg 10
Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg 11
Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg 11
Afdeling 6. Veiligheid op de weg 12
Artikel 2:13 [gereserveerd] 12
Artikel 2:14 [gereserveerd] 12
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp 12
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d. 12
Artikel 2:17 [gereserveerd] 12
Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen 12
Artikel 2:19 Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp 12
Artikel 2:20 [gereserveerd] 12
Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting 12
Artikel 2:22 Objecten onder hoogspanningslijn 13
Artikel 2:23 Veiligheid op het ijs 13
Artikel 2:23a Bijzonder brandgevaar 13
Artikel 2:24 Begripsbepaling 13
Artikel 2:26 Ordeverstoring 14
Afdeling 8. Toezicht op OPENBARE INRICHTINGEN 14
Artikel 2:27 Begripsbepalingen 14
Artikel 2:28 Exploitatie openbare inrichting 15
Artikel 2:30 Afwijking sluitingstijd; tijdelijke sluiting 16
Artikel 2:31 Verboden gedragingen 16
Artikel 2:32 Handel in openbare inrichtingen 16
Artikel 2:33 Het college als bevoegd bestuursorgaan 16
Afdeling 9. Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf 16
Artikel 2:35 Begripsbepaling 16
Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie 16
Artikel 2:37 [gereserveerd] 16
Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister 16
Afdeling 10. Toezicht op speelgelegenheden 17
Artikel 2:39 Speelgelegenheden 17
Artikel 2:40 Speelautomaten 17
Afdeling 11. Maatregelen tegen overlast en baldadigheid 17
Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal 17
Artikel 2:42 Plakken en kladden 17
Artikel 2:43 Vervoer plakgereedschap e.d. 18
Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen 18
Artikel 2:45 Betreden van plantsoenen e.d. 18
Artikel 2:46 Rijden over bermen e.d. 18
Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen 18
Artikel 2:48 Verboden drankgebruik 19
Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen 19
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten 19
Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d. 19
Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d. 19
Artikel 2:53 [gereserveerd] 19
Artikel 2:54 [gereserveerd] 19
Artikel 2:55 [gereserveerd] 20
Artikel 2:56 [gereserveerd] 20
Artikel 2:57 Loslopende honden 20
Artikel 2:58 Verontreiniging door honden 20
Artikel 2:59 Gevaarlijke honden 20
Artikel 2:60 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren 21
Artikel 2:61 [gereserveerd] 21
Artikel 2:63 [gereserveerd] 21
Artikel 2:65 [gereserveerd] 21
Afdeling 12. Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen [gereserveerd] 21
Artikel 2:66 [gereserveerd] 21
Artikel 2:67 [gereserveerd] 21
Artikel 2:68 [gereserveerd] 21
Artikel 2:69 [gereserveerd] 22
Artikel 2:70 [dit artikel is verplaatst naar afdeling 8 onder artikel 2:32] 22
Artikel 2:71 Begripsbepalingen 22
Artikel 2:72 [gereserveerd] 22
Artikel 2:73 Bezigen van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling 22
Artikel 2:74 Drugshandel op straat 22
Afdeling 15. Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen 23
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding 23
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden 23
Artikel 2:77 [gereserveerd] 23
Hoofdstuk 3. Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d. 24
Afdeling 1. Begripsbepalingen 24
Artikel 3:1 Begripsbepalingen 24
Artikel 3:2 Bevoegd bestuursorgaan 24
Afdeling 2. Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke 24
Artikel 3:4 Seksinrichtingen 24
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder 25
Artikel 3:6 Sluitingstijden 25
Artikel 3:7 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting 26
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder 26
Artikel 3:9 Straatprostitutie 26
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke 26
Afdeling 3. Beslissingstermijn; weigeringsgronden 27
Artikel 3:12 Beslissingstermijn 27
Artikel 3:13 Weigeringsgronden 27
Afdeling 4. Beëindiging exploitatie; wijziging beheer 27
Artikel 3:14 Beëindiging exploitatie 27
Artikel 3:15 Wijziging beheer 27
Artikel 3:16 [gereserveerd] 28
Hoofdstuk 4. Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente 28
Afdeling 1. Geluidhinder EN VERLICHTING 28
Artikel 4:1 Begripsbepalingen 28
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten 28
Artikel 4:3 Vergunning incidentele festiviteiten 28
Artikel 4:5 Onversterkte muziek 29
Artikel 4:6 Overige geluidhinder 29
Afdeling 2. Bodem-, weg- en milieuverontreiniging 30
Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen 30
Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen 30
Afdeling 3. Het bewaren van houtopstanden 30
Artikel 4:10 Begripsbepalingen 30
Artikel 4:11 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden 30
Artikel 4:11a Aanvraag vergunning 31
Artikel 4:11b Weigeringsgronden 31
Artikel 4:11c Vergunningverlening van rechtswege en vervaltermijn vergunning 31
Artikel 4:11d Bijzondere vergunningvoorschriften 32
Artikel 4:11e Herplant-/instandhoudingsplicht 32
Artikel 4:11f Bestrijding iepziekte 32
Artikel 4:11g Spoedeisend belang 32
Artikel 4:12 Waardevolle houtopstanden 33
Afdeling 4. Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast 33
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz. 33
Artikel 4:14 [gereserveerd] 33
Artikel 4:15 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame 33
Artikel 4:16 [gereserveerd] 34
Afdeling 5. Kamperen buiten kampeerterreinen 34
Artikel 4:17 Begripsbepaling 34
Artikel 4:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen 34
Artikel 4:19 Aanwijzing kampeerplaatsen 34
Hoofdstuk 5. Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente 35
Afdeling 1. Parkeerexcessen 35
Artikel 5:1 Begripsbepalingen 35
Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d. 35
Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen 35
Artikel 5:4 Defecte voertuigen 35
Artikel 5:5 Voertuigwrakken 35
Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a. 35
Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen 36
Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen 36
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen 36
Artikel 5:10 [gereserveerd] 36
Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen 36
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets 37
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen 37
Artikel 5:14 Begripsbepaling 37
Artikel 5:16 Vrijheid van meningsuiting 38
Artikel 5:17 Begripsbepaling 38
Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden 38
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende 39
Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen 39
Artikel 5:21 [gereserveerd] 39
Artikel 5:22 Begripsbepaling 39
Artikel 5:23 Organiseren van een snuffelmarkt 39
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water 40
Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen 40
Artikel 5:26 Aanwijzingen ligplaats 40
Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats 41
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken 41
Artikel 5:29 Reddingsmiddelen 41
Artikel 5:30 Veiligheid op het water 41
Artikel 5:31 Overlast aan vaartuigen 41
Afdeling 7. Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden 41
Artikel 5:32 Crossterreinen 41
Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden 42
Afdeling 8. Verbod vuur te stoken 42
Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken 42
Afdeling 9. Verstrooiing van as [gereserveerd] 43
Artikel 5:35 [gereserveerd] 43
Artikel 5:36 [gereserveerd] 43
Artikel 5:37 [gereserveerd] 43
Hoofdstuk 6. Straf-, overgangs- en slotbepalingen 44
Artikel 6:2 Toezichthouders 44
Artikel 6:3 Binnentreden woningen 44
Artikel 6:4 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening 44
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald of de aard van de vergunning zich daartegen verzet.
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
Afdeling 1. Bestrijding van ongeregeldheden
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden
Degene die op een openbare plaats
aanwezig is bij gebeurtenissen die aanleiding geven tot toeloop van publiek waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan; of c. zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing; is verplicht op bevel van een ambtenaar van de politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen.
Afdeling 5. Bruikbaarheid en aanzien van de weg
Artikel 2:10a Vergunning voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg
Artikel 2:10c Vrij te stellen categorieën
Het college kan categorieën van voorwerpen aanwijzen waarvoor het verbod in het eerste lid van artikel 2:10a niet geldt.
Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Provinciale wegenverordening, de Waterschapskeur, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening gemeente Zwartewaterland;
Afdeling 6. Veiligheid op de weg
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp
Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of daaraan op andere wijze hinder of gevaar oplevert.
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d.
Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of een andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken.
Afdeling 8. Toezicht op OPENBARE INRICHTINGEN
Artikel 2:27 Begripsbepalingen
I. een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek,
II. Elke andere voor het publiek toegankelijk, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid;
Artikel 2:28 Exploitatie openbare inrichting
De vrijstelling wordt ingetrokken wanneer zich een incident heeft voorgedaan als bedoeld in het vijfde lid onder a. 7. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op de vergunning bedoeld in het eerste lid en op de vrijstelling bedoeld in het vijfde lid.
Afdeling 9. Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
In deze afdeling wordt verstaan onder inrichting: elke al dan niet besloten ruimte waarin, in de uitoefening van beroep of bedrijf, aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft
Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie
Degene die een inrichting opricht, overneemt, verplaatst of de exploitatie of feitelijke leiding van een inrichting staakt, is verplicht binnen drie dagen daarna daarvan schriftelijk kennis te geven aan de burgemeester.
Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister
Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, betrekking, dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken.
Afdeling 10. Toezicht op speelgelegenheden
Artikel 2:39 Speelgelegenheden
speelgelegenheden waar de mogelijkheid wordt geboden om het kleine kansspel als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen te beoefenen, of te spelen op speelautomaten als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen, of de handeling als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Wet op de kansspelen te verrichten.
Afdeling 11. Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen
Het verbod is niet van toepassing indien de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke, voor het publiek toegankelijke ruimte dan wel deze te verontreinigen of te bezigen voor een ander doel dan waarvoor de desbetreffende ruimte is bestemd.
Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d.
Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek indien:
Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d.
Het is verboden op de door het college of de burgemeester aangewezen uren en plaatsen zich met een fiets of bromfiets te bevinden op een door het college of de burgemeester aangewezen terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid gehouden wordt die publiek trekt, mits dit verbod kenbaar is aan de bezoekers van het terrein.
De rechthebbende op vee dat zich bevindt in een aan een weg liggend weiland of terrein dat niet van die weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering, is verplicht ervoor te zorgen dat zodanige maatregelen getroffen worden dat dit vee die weg niet kan bereiken.
Afdeling 12. Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
Artikel 2:66 Begripsomschrijvingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
1. Handelaar: de handelaar als bedoeld in artikel 1 van de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht
2. Verkoopregister: het aantekening houden van het verkopen of op andere wijze overdragen van alle gebruikte en ongeregelde goederen door de handelaar.
Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister
De handelaar is verplicht aantekening te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij verkoopt of op andere wijze overdraagt, in een doorlopend en een door of namens de burgemeester gewaarmerkt register en daarin vermeldt hij onverwijld:
a. het volgnummer van de aantekening met betrekking tot het goed;
b. de datum van verkoop of overdracht van het goed;
c. een omschrijving van het goed, daaronder begrepen – voor zover dat mogelijk is – soort, merk en nummer van het goed;
d. de verkoopprijs of andere voorwaarden voor overdracht van het goed;
e. de naam en het adres van degene die het goed heeft verkregen
Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437 ter, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht
De handelaar of een voor hem handelend persoon is verplicht:
a. wanneer hij overeenkomstig het bepaalde in artikel 437 ter, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de burgemeester of de door deze aangewezen ambtenaar er schriftelijk van in kennis stelt dat hij van het opkopen een beroep of gewoonte maakt, daarbij tevens schriftelijk opgave te doen van zijn woonadres en van het volledig adres van elke lokaliteit door hem ten behoeve van zijn onderneming in gebruik genomen;
b. de onder a bedoelde functionaris onder aanbieding van zijn register(s) onverwijld doch in ieder geval binnen drie dagen, schriftelijk in kennis te stellen van een verandering van zijn woonadres, zomede van het adres of de adressen van een bij hem ten behoeve van zijn onderneming in gebruik zijnde lokaliteit;
c. aan de hoofdingang van de lokaliteit waar de onderneming is gevestigd een kenteken te hebben waarop zijn naam en de aard van de onderneming duidelijk zichtbaar voorkomt;
d. indien hij in de gelegenheid is enig goed te verkrijgen waarvan redelijkerwijs kan worden vermoed dat het van misdrijf afkomstig is of voor de rechthebbende verloren is gegaan, hiervan onverwijld kennis te geven aan de onder a bedoelde functionaris;
e. zijn administratie op eerste aanvraag ter inzage te geven aan de burgemeester of een daartoe door de burgemeester aangewezen ambtenaar;
f. wanneer hij heeft opgehouden van het opkopen een beroep of gewoonte te maken, onderscheidenlijk het beroep van handelaar niet langer uitoefent, de onder a bedoelde functionaris hiervan onverwijld doch in ieder geval binnen drie dagen schriftelijk in kennis te stellen.
Artikel 2:71 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk: Consumentenvuurwerk waarop het Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit) van toepassing is.
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden op of aan de weg post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen en zich op of aan wegen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daar op gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Afdeling 15. Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats indien deze personen het bepaalde in artikel 2:1, 2:10, 2:11, 2:16, 2:47, 2:48, 2:49, 2:50, 2:73 of 5:34 van de Algemene plaatselijke verordening Zwartewaterland groepsgewijs niet naleven.
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied.
Hoofdstuk 3. Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
Afdeling 2. Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
De exploitant of de beheerder is binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem terzake geen verwijt treft.
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie; en
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een sekswinkel te exploiteren in door het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving aangewezen gebieden of delen van de gemeente.
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.
Afdeling 4. Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Het beheer kan worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant heeft besloten de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3:13, eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 4. Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Afdeling 1. Geluidhinder en Verlichting
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 4.113, eerste lid, van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
Artikel 4:3 Vergunning incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste drie werkdagen voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 4.113 , eerste lid, van het Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste drie werkdagen voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Artikel 4:5 Onversterkte muziek
Onversterkte muziek, vanwege het oefenen door muziekgezelschappen zoals orkesten, harmonie- en fanfaregezelschappen, in een inrichting gedurende de dag- en avondperiode is uitgezonderd van de genoemde geluidsniveaus in het eerste lid. Indien versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is het Besluit van toepassing.
Afdeling 2. Bodem-, weg- en milieuverontreiniging
Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen
Het is verboden binnen de bebouwde kom op een openbare plaats zijn natuurlijke behoefte te doen buiten daarvoor bestemde plaatsen.
Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen
Sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen mogen zich niet bevinden in een toestand die gevaar oplevert voor de veiligheid, nadeel voor de gezondheid of hinder voor de gebruikers van de gebouwen of voor anderen.
Afdeling 3. Het bewaren van houtopstanden
Artikel 4:11 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden
houtopstand ten aanzien waarvan bij een geldend bestemmingsplan of bij een geldend voorbereidingsbesluit is bepaald dat het verboden is deze te vellen zonder schriftelijke vergunning van het college (aanlegvergunning), met uitzondering van houtopstanden welke voorkomen op een door het college vastgestelde lijst van lokale, waardevolle houtopstanden of op het landelijke register van monumentale bomen van de Bomenstichting;
Artikel 4:11c Vergunningverlening van rechtswege en vervaltermijn vergunning
Indien op een ingediende rechtsgeldige aanvraag op grond van dit hoofdstuk binnen een termijn van acht weken door het college niet is beslist, is de vergunning van rechtswege verleend. Het college heeft de bevoegdheid vorenbedoelde termijn éénmaal te verlengen met acht weken. In dat geval dient het college de aanvrager gemotiveerd te berichten waarom de beslistermijn wordt verlengd.
Artikel 4:11e Herplant-/instandhoudingsplicht
Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, zonder vergunning van het college is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het college aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herbeplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.
Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, ernstig in het voortbestaan wordt bedreigd, kan het college aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.
Artikel 4:11f Bestrijding iepziekte
Indien zich op een terrein één of meer iepen bevinden die naar het oordeel van het college gevaar opleveren voor verspreiding van de iepziekte of voor vermeerdering van iepenspintkevers, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college is aangeschreven, verplicht binnen de bij de aanschrijving vast te stellen termijn:
Artikel 4:11g Spoedeisend belang
De burgemeester kan toestemming geven tot direct vellen, indien sprake is van acuut gevaar of vergelijkbaar spoedeisend belang.
Artikel 4:12 Waardevolle houtopstanden
Voor de op de in het eerste lid genoemde lijst voorkomende lokale, waardevolle houtopstanden en monumentale bomen wordt in beginsel geen kapvergunning verleend, tenzij sprake is van een ernstige bedreiging van de openbare veiligheid, noodtoestand en andere uitzonderlijke situaties of als handhaving van de houtopstand in het kader van de zorgplicht niet meer mogelijk is.
Afdeling 4. Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.
Het is verboden op een door het college aangewezen plaats buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de openlucht en buiten de weg gelegen in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:
Afdeling 5. Kamperen buiten kampeerterreinen
In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: Een onderkomen of voertuig waarvoor geen bouwvergunning in de zin van artikel 40 van de Woningwet is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Hoofdstuk 5. Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
Artikel 5:4 Defecte voertuigen
Het is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan op drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hun anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets
Het college kan op de weg gelegen plaatsen aanwijzen waar het in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, verboden is fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen
In dit artikel wordt onder collecte verstaan: een openbare inzameling van geld of goederen of het daartoe aanbieden van een intekenlijst. Daaronder wordt mede verstaan het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.
Artikel 5:23 Organiseren van een snuffelmarkt
De snuffelmarkt kan worden gehouden indien de burgemeester niet binnen vier weken na ontvangst van de melding heeft beslist dat het organiseren van de snuffelmarkt wordt verboden in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu. De burgemeester geeft daarvan binnen vier weken na ontvangst van de melding aan de organisator met opgaaf van redenen bericht.
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
Het verbod in het eerste lid geldt niet voorzover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Vaarwegenverordening provincie Overijssel, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening.
Artikel 5:26 Aanwijzingen ligplaats
Onverminderd het krachtens het tweede lid van artikel 5:25 bepaalde kan het college aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente.
Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats
Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd met het krachtens artikel 5:26, tweede lid bepaalde.
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken
Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van bij de gemeente in beheer zijnde openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen.
Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
Afdeling 7. Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met eenmotorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onderdeel z, en een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onderdeel i van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden
Het is verboden binnen voor publiek toegankelijke natuurgebieden, parken, plantsoenen of voor recreatief gebruik beschikbare terreinen te rijden of zich te bevinden met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onder z, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onder i, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 of met een fiets of een paard.
Hoofdstuk 6. Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en de op grond van artikel1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van tenhoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast: a. personen die bij bijzondere wetten met de opsporing van de daarin bedoelde strafbare feiten worden belast en; b. personen die bij verordening zijn belast met het toezicht op de naleving van die verordening, een en ander voorzover het die feiten betreft en die personen zijn beëdigd.
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.