Organisatie | Heemstede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningsschap Zuid-Kennemerland |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningsschap Zuid-Kennemerland |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet gemeenschappelijke regelingen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-02-2010 | 01-01-2006 | 01-03-2013 | Nieuwe regeling | 24-11-2005 De Heemsteder, 10 februari 2010 | Onbekend |
Ter uitvoering van de aan de gemeentebesturen opgedragen taken en bevoegdheden ingevolge de Wet, is een gemeenschappelijke regeling tussen de gemeenten getroffen.
De leden van het algemeen bestuur kunnen te allen tijde ontslag nemen. Van dit ontslag stellen zij de voorzitter van het algemeen bestuur, alsmede de raad die hen heeft benoemd, op de hoogte. Het ontslag is onherroepelijk. Leden van het algemeen bestuur, die ontslag hebben genomen, behouden hun lidmaatschap totdat in hun opvolging is voorzien.
De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de secretaris worden door en uit het algemeen bestuur benoemd. Voorzover mogelijk komen zij voort uit een college van een der deelnemende gemeenten.
In zijn vergaderingen laat het algemeen bestuur zich, behoudens bijzondere gevallen, bijstaan door de directie.
De leden onthouden zich van meestemmen over de zaken, benoemingen, schorsingen en ontslagen inbegrepen, die hen, hun echtgenoten, of hun bloed- of aanverwanten, tot en met de derde graad, persoonlijk aangaan, of waarin zij als gelastigde zijn betrokken. Een benoeming wordt geacht iemand persoonlijk aan te gaan, wanneer hij behoort tot die personen, tot welke de keuze door een voordracht of bij een herstemming is beperkt.
Over alle zaken wordt mondeling en bij hoofdelijke oproeping gestemd, doch bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen, bij gesloten en ongetekende briefjes.
Indien bij het nemen van een besluit over een zaak door geen der leden stemming wordt gevraagd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.
Een stemming is nietig, indien niet meer dan de helft van het aantal leden dat zitting heeft en zich niet van meestemmen moet onthouden, aan de stemming heeft deelgenomen.
Bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen, worden leden die blanco briefjes ingeleverd hebben, voor de toepassing van dit lid geacht aan de stemming te hebben deelgenomen.
Een stemming is geldig, ongeacht het aantal leden, dat eraan heeft deelgenomen, ingeval opnieuw wordt gestemd over een voorstel of over een benoeming, voordracht of aanbeveling van een of meer personen, ten aanzien waarvan in een vroegere vergadering een stemming op grond van het bepaalde in het zesde lid nietig was. Hetzelfde geldt in een vergadering als bedoeld in het vierde lid van dit artikel.
Voor het tot stand komen van een besluit bij stemming, wordt de volstrekte meerderheid vereist van de leden, die aan de stemming hebben deelgenomen.
Bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen, worden leden die blanco briefjes ingeleverd hebben, voor de toepassing van dit lid geacht niet aan de stemming te hebben deelgenomen.
Bij het staken van stemmen, wordt het nemen van het besluit uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend.
In deze, en evenzo in een voltallige vergadering, wordt, bij staken van stemmen, het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.
Ingeval omtrent het benoemen, voordragen of aanbevelen van personen de stemmen bij herstemming staken, beslist terstond het lot.
Het algemeen bestuur kan in een besloten vergadering, op grond van de belangen, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken welke aan het algemeen bestuur worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Deze wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen, totdat het algemeen bestuur haar opheft.
Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door het dagelijks bestuur en de voorzitter van het werkvoorzieningschap en door een commissie als bedoeld in artikel 24 of 25, ieder ten aanzien van stukken die zij aan het algemeen bestuur of aan de leden van het algemeen bestuur overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt.
De krachtens het tweede lid aan het algemeen bestuur opgelegde verplichting tot geheimhouding vervalt, indien de oplegging niet door het algemeen bestuur in zijn eerstvolgende vergadering, die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden, tezamen vertegenwoordigend meer dan de helft van het aantal stemmen, is bezocht, wordt bekrachtigd.
De krachtens het tweede lid aan leden van het algemeen bestuur opgelegde verplichting tot geheimhouding wordt door hen in acht genomen totdat het orgaan, dat de verplichting heeft opgelegd deze opheft, dan wel, indien het onderwerp waaromtrent geheimhouding is opgelegd aan het algemeen bestuur is voorgelegd, totdat het algemeen bestuur haar opheft. Het algemeen bestuur kan deze beslissing alleen nemen in een vergadering die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden, tezamen vertegenwoordigend meer dan de helft van het aantal stemmen, is bezocht.
Er is een dagelijks bestuur, dat bestaat uit 6 leden. De voorzitter en de secretaris van het algemeen bestuur zijn tevens voorzitter en secretaris van het dagelijks bestuur. Het algemeen bestuur benoemt voorts uit zijn midden vier leden van het dagelijks bestuur. Alle gemeenten dienen daarbij zoveel mogelijk in het dagelijks bestuur vertegenwoordigd te zijn.
Hij kan het algemeen bestuur voorstellen, aan een lid, dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, voor de eerste maal voor de dag waarop het besluit genomen wordt, en bij herhaling voor een bepaalde tijd, doch niet langer dan voor één vergadering, de toegang tot de vergaderingen te ontzeggen. Over dit voorstel wordt niet beraadslaagd. Bij aanneming moet het lid de vergadering onmiddellijk verlaten. Bij weigerachtigheid doet de voorzitter hem verwijderen.
ALGEMENE BEPALINGEN MET BETREKKING TOT BESTUURSLEDEN
Het algemeen bestuur stelt deze vergoeding en tegemoetkoming op jaarbasis vast, waarbij de hoogte van de vergoeding en de tegemoetkoming staat in een redelijke verhouding tot de aan het lidmaatschap verbonden werkzaamheden en kosten. Er dient daarbij tevens rekening gehouden te worden met de vergoeding voor werkzaamheden en de tegemoetkoming in de kosten welke een bestuurslid ontvangt uit hoofde van zijn lidmaatschap van een gemeentebestuur.
De leden van commissies van advies die geen burgemeester, lid van de gemeenteraad of lid van het personeel zijn kunnen een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie ontvangen. Het algemeen bestuur stelt de hoogte van de vergoeding, overeenkomstig het daarover in de gemeentewet bepaalde, vast. Het besluit van het algemeen bestuur wordt zo spoedig mogelijk ter kennis gebracht van Gedeputeerde Staten en de raden.
De deelnemende gemeenten waarborgen de voldoening van rente, aflossing en kosten van de door het werkvoorzieningschap te sluiten vaste geldleningen, alsmede van gelden die het werkvoorzieningschap in rekening-courant opneemt, naar evenredigheid van de aantallen inwoners per 1 januari van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarin de overeenkomst voor de desbetreffende transactie wordt afgesloten.
Het dagelijks bestuur doet jaarlijks vóór 1 mei aan het algemeen bestuur verantwoording over het afgelopen jaar in aansluiting aan de posten van de begroting en onder overlegging van een ontwerprekening met de daarbij behorende bescheiden en een berekening van de door de gemeenten te betalen bijdragen overeenkomstig artikel 40. Het dagelijks bestuur zendt deze stukken tegelijkertijd aan de raden van de deelnemende gemeenten.
Het algemeen bestuur zendt de rekening binnen 2 weken na de vaststelling, onder overlegging van de eventuele beschouwingen van de raden van de deelnemende gemeenten en zijn oordeel daarover alsmede een afschrift van het verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid der rekening van de deskundige, bedoeld in artikel 31, lid 3, sub d, aan Gedeputeerde Staten in.
Het besluit tot vaststelling van de rekening, strekt, voorzover het de daarin opgenomen ontvangsten en uitgaven betreft, het dagelijks bestuur en het rekenplichtig personeel van het werkvoorzieningschap tot ontlasting, behoudens later in rechte gebleken valsheid in bewijsstukken of andere onregelmatigheden.
Het nadelig exploitatiesaldo van het werkvoorzieningschap over een jaar, na aftrek van rijkssubsidie en de kosten van tewerkstelling van niet voor rijkssubsidie ingevolge de wet in aanmerking komende geplaatsten bedoeld in artikel 29, lid 2, wordt over de deelnemende gemeenten en niet-deelnemende gemeenten verdeeld naar rato van de loonkosten of aantallen mandagen - naar keuze door het dagelijks bestuur te bepalen - der uit die gemeenten oorspronkelijk afkomstige werknemers. Extreme kosten samenhangend met het plaatsen van personen uit niet-deelnemende gemeenten, kunnen in rekening worden gebracht bij die gemeente.
Ten aanzien van de kosten, voortvloeiende uit de plaatsing van de in artikel 29, lid 2, bedoelde personen, zal bij elke plaatsing worden bepaald door welke instantie of gemeente en tot welke bedragen wordt bijgedragen. De in dit lid bedoelde kosten worden vastgesteld naar regelen, door het dagelijks bestuur te bepalen.
Het algemeen bestuur bepaalt het aandeel van elke gemeente in het saldo van de liquidatierekening en houdt daarbij rekening met het bedrag, dat door iedere deelnemende gemeente gedurende de laatste drie jaren in de kosten van het werkvoorzieningsschap is bijgedragen. Ten aanzien van de liquidatierekening is het bepaalde in artikel 36 van overeenkomstige toepassing.
Binnen vier weken wordt aan de gemeenteraden van de vaststelling van de liquidatierekening mededeling gedaan. Tegelijk wordt een verslag van de liquidatie en een opgave van het bedrag, dat elke gemeente uit het eindsaldo zal ontvangen c.q. in het eindsaldo zal bijdragen, toegezonden. De afrekening hiervan vindt plaats binnen 3 maanden na ontvangst van deze stukken door de gemeentebesturen.
Op het door het werkvoorzieningschap aangestelde personeel dat op 25 augustus 2005 reeds in dienst was van het werkvoorzieningschap, is de rechtspositieregeling van de gemeente Haarlem van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de bevoegdheden die in de rechtspositieregeling van de gemeente Haarlem toekomen aan de raad en aan het college van burgemeester en wethouders, worden uitgeoefend door het algemeen bestuur respectievelijk het dagelijks bestuur.