Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Epe

Beleidsregel ernstige overlast vanuit woningen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEpe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel ernstige overlast vanuit woningen
CiteertitelBeleidsregel ernstige overlast vanuit woningen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpopenbare orde en veiligheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet art. 174a en Opiumwet art. 13b

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-07-2013Onbekend

26-04-2013

Veluws Nieuws, 02-07-2013

2013-13496

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel ernstige overlast vanuit woningen

 

 

 

Beleidsregel ernstige overlast vanuit woningen

 

  • 1.

    Onderdeel van de Kadernota Integrale Veiligheid 2010-2013

  • 2.

    Doelstelling: Minder Overlast

 

 

Partners

Tactus Verslavingszorg

Iriszorg

Leger Des Heils

GGnet

Koppel

Vérian

Politie

OM

 

Triada

 

Gemeente Epe

 

 

 

Aanleiding 

De aanleiding voor deze beleidsregel is gelegen in de doelstelling uit de meerjaren Kadernota Integrale Veiligheid 2010-2013 om overlast terug te dringen. Dit begint met het terugdringen van signalen van situaties in buurten waarbij de leefbaarheid wordt aangetast. Men spreekt dan al snel van overlast. Het begrip ‘overlast’ is echter lastig omdat de meningen over wat het inhoudt, verdeeld zijn. Dit wordt concreet bij onenigheid en onbegrip tussen bewoners over welke leefwijze acceptabel is of niet. Gelukkig is het aanspreken van bewoners en huiseigenaren door professionals en het inzetten van buurtbemiddeling in de meeste gevallen afdoende om gedragingen aan te passen en onbegrip tussen bewoners onderling te verhelpen.

 

Er zijn echter ook situaties die niet ad hoc en in een normale verstandhouding met professionals en bewoners opgelost kunnen worden. Situaties van ernstige overlast zijn hier een voorbeeld van. Ernstige overlast kenmerkt zich door een structureel en intimiderend karakter. Veroorzakers van deze overlast zijn absoluut niet meer gevoelig voor bemiddelingspogingen en politieoptreden. Dit leidt dan ook tot onmachtgevoelens van zowel buurtbewoners als professionals. Deze onmacht wordt uiteindelijk gecommuniceerd richting de gemeente omdat alleen een bestuursrechterlijke aanpak nog perspectief biedt. Maar de bestuursrechterlijke instrumenten om overlast te beëindigen zijn dusdanig ingrijpend dat ze alleen als ultimum remedium toegepast mogen worden. Het heeft dus eerder zin om een beleidsregel te formuleren waarbij ernstige overlast zo vroeg mogelijk gesignaleerd wordt om vervolgens met gemeente, politie, corporaties en hulpverleningsinstellingen effectief op te treden. Pas als dat geen resultaat heeft, staat de weg naar het toepassen van artikel 174a Gemeentewet volledig open. Dit is dan het sluitstuk in de ketenaanpak zoals geformuleerd in de Kadernota Integrale Veiligheid 2010-2013.

 

Door middel van deze beleidsregel willen we een tweedelige aanpak realiseren. In de eerste plaats een preventieve aanpak en in de tweede plaats een repressieve aanpak. Kanttekening bij de repressieve aanpak is dat het succes ervan valt of staat met een goede dossiervorming zoals deze vanaf het begin van de preventieve aanpak moet worden gestart.

 

De aanpak voorziet in een oplopende keten: namelijk een keten van preventie tot repressie en nazorg waarbij hulpverleningsinstellingen, gemeentelijke diensten, corporaties en politie elkaar tijdig informeren inzake ernstige overlast of situaties die daartoe kunnen leiden. Voor de deelnemende partners komen er dus geen nieuwe taken bij. Er wordt zoveel mogelijk aangesloten op de bestaande samenwerkingsvormen. Alleen in zeldzame gevallen waarbij alle inspanningen tot niets leiden, kan een Team Ernstige Overlast bijeen geroepen worden om het probleem bovenop de reguliere kaders in gezamenlijkheid op te lossen. Dit Team Ernstige Overlast is tevens een voorwaarde om in het kader van artikel 174a Gemeentewet repressief te kunnen optreden.

 

Aansluiting op de bestaande samenwerkingsvormen houdt in dat die beleidsregel een sluitstuk vormt op de aanpak binnen de convenantstructuur Leefbaar en Veilig. Aangezien de hierbij betrokken partners reeds een convenant hebben gesloten met de gemeente Epe ter bevordering van leefbaarheid en veiligheid is het niet noodzakelijk een apart convenant af te sluiten. De beleidsregel zal als aanhangsel worden toegevoegd aan het Handboek Samenwerkingsstructuur Leefbaar en Veilig.

Dit betekent niet dat de aanpak begrensd wordt tot woonruimte waarvan de woningcorporatie Triada de eigenaar is. Woningbezitters uit de particuliere en/of vrije sector in Epe: Rebo Vastgoed Management, Rebo Kruithof Beheer B.V. en Mooiland Vitalis (voorheen Vitalis) worden op de hoogte gebracht van deze werkwijze zodat bij geconstateerde ernstige overlast vanuit panden die zij in bezit hebben ook conform wordt gehandeld. Evenzo wordt ten aanzien van particuliere huizenbezitters en huurders conform opgetreden.

 

(!) De aanpak volgens beleidsregel beoogt ook een groeidocument te zijn. Op dit moment is wetgeving in de maak die de bevoegdheden van de burgemeester op het gebied van overlast en verloedering wil uitbreiden. Als hier meer over bekend is, kunnen nieuwe maatregelen worden opgenomen en/of bestaande maatregelen worden geschrapt of gewijzigd.

 

 

1 Doel Beleidsregel Ernstige overlast vanuit panden

 

1.1 Doelen

De doelstelling van deze beleidsregel is gericht op de gebruikers (gebruikersniveau) van de woning, de eigenaar van een pand (pandniveau) en de omwonenden (buurtniveau). De beleidsregel wordt uitsluitend gehanteerd bij situaties van ernstige overlast of een dreiging daartoe.

 

Gebruikersniveau:

- voorkomen dat overlastsituaties in panden escaleren tot ernstige overlast;

- Voorkomen dat veroorzakers van ernstige overlast op straat terecht komen;

- Voorkomen dat mensen in panden terecht komen waar al sprake is van overlast;

 

Pandniveau:

- Huiseigenaren/Verhuurders op laten treden als goed verhuurder en ze bewegen tot dossiervorming/aangifte over en van misstanden in hun pand;

(Dit wordt ook gedaan met verhuurders uit de particuliere sector. Ook dan wordt bij melding van overlast contact opgenomen met de verhuurder.)

- Huiseigenaren aanpakken die niet welwillend zijn met de gemeente samen te werken om overlast en onveiligheid te voorkomen/bestrijden. Dit door middel van artikel 174a Gemeentewet eventueel in combinatie met artikel 13B Opiumwet;

- In geval van huiseigenaren die niet onwelwillend zijn, maar die niet de mogelijkheid hebben om overlast en onveiligheid te voorkomen/bestrijden, wordt dit rechtstreeks aan de bewoners (huurders) gecommuniceerd.

 

Buurtniveau:

- Via communicatie vanuit de gemeente de inspanningen richting de buurt communiceren

- Via (de voorloper van) het Team Ernstige Overlast de gevoelens/klachten gebundeld richting de MDT structuur overbrengen.

 

Subdoelen:

- Zorgen voor een goede informatie-uitwisseling tussen partners;

- Een Team Ernstige Overlast instellen dat ieder moment bij elkaar geroepen kan worden in gevallen van ernstige overlast;

- Cliënten met psychosociale problemen of verslavingen bewegen tot opname op basis van vrijwilligheid (door Team Ernstige Overlast);

- Dwangmaatregelen toepassen op cliënten Sociale Dienst/Stadsbank voorafgaand aan stopzetting van directe huuroverschrijving aan de eigenaar; Als het Triada betreft dan altijd met voorkennis van Triada (dus overleg plegen)

- Cliënten laten aansluiten bij vormen van begeleid wonen.

  

2 Het begrip ‘ernstige overlast’

 

Voordat verder gegaan wordt met het uitwerken van oplossingen wordt eerst het begrip ‘ernstige overlast’ gedefinieerd en geoperationaliseerd.

 

Onder ernstige overlast wordt verstaan:

Gedragingen in of bij een woning of een bij die woning behorend erf, die langdurig/structureel van aard zijn en die de openbare orde rond de woning of het erf verstoren, dan wel de veiligheid of gezondheid van medebewoners en omwonenden in gedrang brengen.

 

Deze gedragingen kennen onder andere de volgende uitingsvormen:

- Fysieke agressie, ‘door het lint gaan’

- Verbale agressie

- Intimidatie (kan ook non verbaal zijn)

- Vernielingen aan en/of in de betreffende woning met als gevolg verloedering en keer op keer brandveiligheidsvoorzieningen die niet aan de gestelde wet- en regelgeving voldoen

- Geluidsoverlast

- Dronkenschap

- Ruzies

- Overlast als gevolg van psychosociale problematiek of verslaving

- Mishandeling

- Toename parkeerdruk/ foutparkeren als gevolg van klussen aan auto’s en/of autohandel

- Vervuiling & Ongedierte

- Drugsgebruik / drugshandel / hennepteelt

 

  Onder structureel wordt in dit verband verstaan:

- Eén of meerdere burgers, die gedurende langere tijd hinder ondervinden van andermans gedrag en dat als intimiderend en onveilig ervaren; (toelichting: de agressie kan zich ook wenden tegen één gezin. Voorbeeld: weggepest homostel in Amsterdam en Utrecht))

- Beschermende maatregelen tegen de oorzaken van gevaarlijke situaties niet worden genomen of herhaaldelijk worden tenietgedaan

(Voorbeeld: personen die brandveiligheidsvoorzieningen stelselmatig vernielen of stelen waardoor de veiligheid van medebewoners en omwonenden in gevaar komt.);

- De overlast ondanks alle inspanningen van hulpverlening, gemeente, justitie en overige partners niet afneemt

 

Bovengenoemde zaken kunnen zich afspelen in de woonruimte (Onder woonruimte wordt in dit verband verstaan: een gebouwde onroerende zaak voor zover deze als zelfstandige dan wel niet zelfstandige woning (is onzelfstandige woonruimte) is verhuurd, dan wel een woonwagen of een standplaats, alsmede de onroerende aanhorigheden.)zelf maar toch een ernstige uitstraling hebben naar omwonenden.

 

In meer ernstige gevallen kunnen bovengenoemde zaken zich direct richten tegen omwonenden waardoor er sprake is van een ‘dringender’ situatie. Hoe het ook zij, in beide gevallen is ingrijpen door een Team Ernstige Overlast en - afhankelijk van het succes daarvan - op basis van artikel 174a gemeentewet gewenst.

 

 

3 Problemen & Oorzaken in de huidige aanpak van overlast

 

3.1 Gebrek aan overzicht bij ernstige overlast

Informatiestromen omtrent overlast zijn soms verbrokkeld. Het zicht op ontwikkelingen kan hierdoor worden gemist. Preventief ingrijpen kan dus niet. Er wordt pas opgetreden als de situatie ‘onacceptabel’ is.

 

ad 1

Er bestaan verschillende meldpunten : meldpunt OGGZ (OGGZ gaat over mensen die hulp nodig hebben maar zelf niet in staat zijn deze hulp in te schakelen. Bijvoorbeeld gevallen van verwaarlozing, overlast, psychische aandoeningen en verslaving en dergelijke. Via het meldpunt OGGZ kunnen buurtbewoners hun zorg of klacht uitspreken waarna met de betrokken organisaties actie wordt ondernomen), meldpunt woningcorporatie Triada, preventieve woonbegeleiding, Service Meldpunt gemeente. Naast deze meldpunten komen telefonische meldingen en/of schriftelijke meldingen binnen bij de Politie, Servicemeldpunt Openbare Ruimte of de ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid. Tevens bestaat de mogelijkheid van Buurtbemiddeling voor huurders van Triada.

 

3.2 Openbare Orde en Veiligheid als (ongewenst) sluitstuk

Bij overlastsituaties die ‘onacceptabel’ dreigen te worden, wordt naar ad-hoc oplossingen gezocht. Burgers hebben dan een hoog verwachtingspatroon van gemeente en politie. Maar om effectief op te treden is het gewenst dat de gemeente vanaf het begin zicht heeft op die panden in de gemeente die potentieel het risico in zich dragen tot overlastpand uit te groeien. Nu is de praktijk veelal zo dat de gemeente ingeschakeld wordt als het al te laat is. Dit wordt voorkomen door deze aanpak te incorporeren in de MDT structuur. Bij dreigende escalatie is er op dit moment geen centraal dossier voorhanden om effectief op te treden. Dit is aan de inwoners van Epe moeilijk te verkopen.

 

ad 2

De ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid wordt gezien als iemand die probleemoplossend werkt.

Echter, één van de belangrijkste taken van de AOV-er  is om interne en externe partners te bewegen het veiligheidsaspect reeds bij de planvorming mee te nemen. Ook bij bouwaanvragen kunnen er aanvragen zijn waarbij al op voorhand gezegd kan worden: deze aanvragen dragen een potentieel risico in zich. Er kan in dit verband gedacht worden aan: kamerverhuurbedrijven, particulieren die een huis beginnen om bijvoorbeeld veelplegers op te vangen etc. Andere preventieve opties zijn het aangaan van gesprekken met pandeigenaren als zich overlastsituaties voordoen.

 

3.3 Overlastveroorzakers inwonend bij particulieren en bekend bij de hulpverlening

Uit signalen die de gemeente, woningcorporatie of politie ontvangt blijkt dat ernstige overlast vaak veroorzaakt wordt door personen met psychosociale problemen. Het is niet bekend of deze personen door hun problematisch gedrag in de particuliere sector terecht zijn gekomen (vanwege uithuisplaatsingen). De personen zijn vaak wel bekend bij verslavingszorg, sociale dienst en maatschappelijk werk instellingen e.a. Particuliere verhuurders zijn bereid deze mensen onderdak te bieden, maar bereiden zich veelal niet voor op overlastsituaties.

 

4 Werkwijze Team Ernstige Overlast Ernstige Overlast 

 

4.1 Wanneer wordt het Team Ernstige Overlast bij elkaar geroepen?

De meest voorkomende aanpak van ernstige overlast begint met de signalering van overlast in het voorstadium van ernstig. Deze signalen horen terecht te komen in de samenwerkingsstructuur Leefbaar en Veilig. Het meest aangewezen MDT hiervoor is het MDT 24+. Aanpak van overlast kan dan gradueel verlopen:

  • 1.

    behandeling casus in MDT verband na melding aan voorzitter MDT 24+;

  • 2.

    specifiekere aanpak vereist (bijv. als gevolg van langdurigheid, complexiteit, meerdere MDTs bij betrokken) hetgeen leidt tot opstarten caseteam

  • 3.

    aanpak caseteam leidt evenmin tot bevredigende uitkomst: bijeen roepen Team Ernstige Overlast.

 

Informatie die vrijkomt over overlastgevende panden wordt door coördinator Samenlevingsstructuur Leefbaarheid en Veiligheid (SLV) doorgegeven aan en beoordeeld door de AOV-er, politie en burgemeester. Informatielijn wordt op deze manier gewaarborgd.

 

N.B.

Wanneer blijkt dat maatregelen vereist zijn op het gebied van Openbare Orde en Veiligheid die buiten de MDT structuur vallen, wordt de aanpak buiten het werkgebied van het Team Ernstige Overlast gehouden en komt te berusten bij de AOV-er, politie en eventuele andere partners eventueel ook in samenwerking met NOG Veiligerhuis.

 

Indien er signalen zijn van ‘ernstige overlast’ vraagt de MDT voorzitter om de GGD een gezondheidsonderzoek te laten verrichten naar de bewoners van de betreffende woonruimte en naar de omstandigheden in en om de woonruimte.

 

Als het advies gereed is, wordt het Team Ernstige Overlast bij elkaar geroepen. Of een partij wel of niet wordt opgeroepen is afhankelijk van de problematiek of de woonsituatie.

 

4.2 Wat wordt er besproken in het Team Ernstige Overlast vergadering?

In een Team Ernstige Overlastvergadering worden de personen besproken die in een pand wonen van waaruit ernstige overlast wordt veroorzaakt. Partijen aan tafel leggen hun relaties met de genoemde personen alsmede alle relevante informatie op tafel. Zo wordt een totaalbeeld gevormd. Uiteindelijk leggen partijen aan elkaar voor welke maatregelen zij kunnen nemen en binnen welke termijn. Het overleg leidt dus tot een integrale aanpak en maatwerk per persoon. Tijdens het overleg komt ook aan bod wat de consequenties zijn als de voorgestelde aanpak (al of niet door toedoen van cliënt zelf) faalt.

 

4. 3 Maatregelen Team Ernstige Overlast bij ernstige overlast of een dreiging daartoe

 

Organisaties

Maatregelen (opties)

Team SHV/WMO/ Bewindvoering / Stadsbank

- Het toepassen van drang (voor zover juridisch mogelijk)

- Het meehelpen zoeken naar ander onderdak (kan ook crisisopvang zijn) (als er een sluiting aan zit te komen)

- Het stopzetten van het direct overmaken van huur aan de verhuurder (als na verschillende waarschuwingen de overlast niet is gestopt)

Communicatie

- Communiceert de gezamenlijke aanpak en resultaten naar externen (geanonimiseerd)

Leger Des Heils

 

- Neemt de regie in het traject Preventieve Woonbegeleiding

- Behandelt verzoeken van particuliere verhuurders in het kader van het Vierde Huis

,,

 

- Huurders van andere verhuurinstellingen (particulieren of institutionele beleggers) kunnen met Het Vierde Huis afspraken maken in het kader van het Laatste Kansbeleid. Dit zal dan een regeling worden die losstaat van de afspraken met de Stedendriehoek.

,,

- Ambulante begeleiding

 

Tactus

Iriszorg

RIWIS

Corporatie Triada

- Bemoeizorg

- Casemanagement

- Dagopvang

- Omnizorg (dag- en nachtopvang)

- Zie Tactus; vervangende huisvesting

- Stellen woonruimte ter beschikking aan personen die in behandeling zijn of de behandeling net hebben beëindigd.

- Opstapwoningen

- Huurcontract voor bepaalde tijd met verplichting tot hulpverlening

Vérian

- Thuiszorg

- Algemeen maatschappelijk werk

- Schoolmaatschappelijk werk (primair en voortgezet onderwijs)

- Psycho Sociale Hulpverlening: i.h.b. bij maatschappelijke onrust. Dan kan ook relatie met GHOR ontstaan in het kader van aanpak conform draaiboek PSHOR.

Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)

- Ondersteuning bij opvoeding van kinderen (tot 18)

- Ondersteuning bij opgroeien van jong volwassenen (18-23)

GGD

- Brengt op aanvraag van gemeente&politie gezondheidsadvies uit over de aanpak van personen die ernstige overlast veroorzaken

GGNet

- Advisering over de (on)mogelijkheden m.b.t. BOPZ en RM.

Veelplegeraanpak

 

- Indien overlastveroorzakers tot de categorie ‘veelplegers’ behoren kunnen deze ook als zodanig aangepakt worden. De Instelling voor Stelselmatige Daders (ISD) is een maatregel bedoeld voor zeer actieve veelplegers. Het biedt de mogelijkheid personen maximaal 2 jaar vast te houden.

 

4.4 Communicatie

N.B. Dit geldt alleen in geval van aanpak binnen de samenlevingsstructuur Leefbaarheid en Veiligheid. Aanpak onder coördinatie van de AOV-er wordt niet gecommuniceerd!

 

- Voorzitter betreffende MDT zorgt voor een advies van de GGD over de overlastveroorzakende personen uit een bepaald pand;

- Voorzitter MDT initieert eerste vergadering voor het Team Ernstige Overlast (als het advies gereed is), de voorzitter van het Team Ernstige Overlast de daaropvolgende vergaderingen;

- Coördinator SLV volgt de voortgang van het overleg;

- Voorzitter Team Ernstige Overlast is aanspreekpunt voor de hulpverlening en andersom.

- Coördinator SLV evalueert alleen het proces en heeft interne doorzettingsmacht;

- Publieksvoorlichting communiceert door AOV-er gefilterde informatie richting bewoners (indien van toepassing;

- Er wordt gewerkt volgens bijgevoegd Convenant (zie bijlage 2)

- Voor interne diensten gemeente geldt: zij starten de aanpak na een akkoord van de burgemeester. Dit akkoord wordt gecommuniceerd door de AOV-er die de burgemeester informeert over aanpak Team Ernstige Overlast

- Als de overlast is verminderd/gestopt communiceert voorzitter caseteam dit aan de partners en de coördinator SLV. Deze communiceert het vervolgens aan de AOV-er en deze op haar beurt aan de burgemeester.

 

 

5  Voorgestelde aanpak volgens de veiligheidsketen.

 

5.1 Proactie

(ruimtelijke ordening, afdeling Strategie en Ontwikkeling)

Bij (particuliere) bouwaanvragen voor het starten van opvang/begeleiding van ex-verslaafden of andere doelgroepen kunnen medewerkers van de afdeling S&O deze informatie doorgeven aan de  coördinator SLV. Het risico voor overlast kan dan al in een vroegtijdig stadium worden gecommuniceerd richting de eigenaar.

 

5.2 Preventie

(Coördinator veelplegers)

Wanneer personen uit detentie komen, gaat er een melding naar de gemeente. Dit vanwege de gemeentelijke verantwoordelijkheid te voorzien in basisfaciliteiten die nodig zijn voor wonen, uitkering en werk. Bij het contact tussen gemeente en klant zal het adres kenbaar gemaakt moeten worden. Indien personen zich huisvesten in particuliere panden moeten er drie zaken gebeuren

1) Als het een pand betreft waar zich moeilijke klanten bevinden, kan een klant geadviseerd worden zich op een andere plaats in te schrijven.

2) Voornoemde advisering is vrijblijvend. Gaat de inschrijving gewoon door, dan kan de coördinator veelplegers het pand doorgeven aan de coördinator SLV.

3) De coördinator. geeft het pand door aan de voorzitter van het MDT 24+ (zie eerder hoofdstuk 4 voor werkwijze Team ernstige Overlast).

 

(Leger des Heils, Preventieve woonbegeleiding)

Preventieve Woonbegeleiding kenmerkt zich door een actief ‘eropaf’ beleid. Problemen worden in kaart gebracht, waarna doorverwijzing en passende hulpverlening plaatsvindt. De duur van de hulpverlening varieert tussen de 6 weken en de 6 maanden. Dit betreft vooral situaties met betalingsproblemen en geen overlastsituaties. Wel is sprake van een meervoudige problematiek.

 

(Triada)

De corporatie verkoopt bij mutatie regelmatig woningen. De omgeving weet dan niet dat deze woningen particulier bezit zijn en klagen vervolgens bij de corporatie. Triada kan doorverwijzen naar de politie en bij vermoeden van ernstige overlast het MDT en tevens de AOV-er van de gemeente informeren.

 

(Wijkagent)

Indien de wijkagent informatie heeft over zogenaamde huisjesmelkers of bestaande probleempanden waar een nieuwe eigenaar komt, kan deze informatie op een worden gezet. Met de nieuwe eigenaar worden dan direct gesprekken gepland (als zich overlast voordoet of daartoe een dreiging bestaat) om te komen tot afspraken waardoor de overlast beëindigd wordt.

 

5.3 Preparatie

(Alle partners)

In de aanpak van overlast vormt Dossiervorming het kernwoord. De schakel preparatie vormt de overgang naar een repressieve aanpak waarbij concreet maatregelen tegen bewoners of pandeigenaren genomen worden. Als overlast het karakter van ‘ernstig’ (zie Hoofdstuk 2 Definitie) dreigt aan te nemen kan het Team Ernstige Overlast - indien nodig na overleg met de burgemeester - besluiten een pand aan te pakken. Om dit goed te kunnen doen is dossiervorming van groot belang. De voorzitter van het MDT waarin de casus voor het eerst aan de orde is zal een verzoek uitdoen aan alle partners om informatie aan te leveren (daarna wordt deze rol overgenomen door de voorzitter van het Team Ernstige Overlast). Deze informatie kan bestaan uit: GBA gegevens, politierapportages, klachten etc. Het Team Openbare Orde en Veiligheid kan periodiek vragen deze informatie verder aan te vullen.

 

5.4 Repressie & Nazorg

(Het onderdeel nazorg is automatisch onderdeel van de werkwijze zoals die omschreven staat in hoofdstuk 5 en 6)

 

(Team Ernstige Overlast)

Repressie doet vermoeden dat er harde maatregelen genomen worden tegen personen. In dit geval is niets minder waar dan dat. Er zal in overleg met betrokkenen geprobeerd worden om overlastveroorzakende personen te behoeden voor uithuisplaatsingen. Hiervoor moet een Team Ernstige Overlast ernstige overlast worden opgericht. Dit Team Ernstige Overlast moet kleinschalig zijn en korte klappen kunnen maken. Voorbeelden van maatregelen die een Team Ernstige Overlast kan nemen zijn:

 

- Personen die een relatie hebben met de Sociale Dienst of Stadsbank overreden een agressieregulatietraining of andere soorten maatregelen te nemen om te voorkomen dat er gekort wordt op uitkeringen en/of huur niet meer direct aan verhuurders wordt overgemaakt

- Instanties kunnen personen die bekend zijn bij de hulpverlening adviseren met spoed opgenomen te worden

- Andere woonruimte. (Andere woonruimte wordt niet overwogen wanneer het verhuizing naar een woning binnen de gemeente Epe of binnen het werkgebied van de verhuurder betreft.  Dit is conform gemaakte werkafspraken tussen Triada en de gemeente die weer onderdeel vormen van prestatieafspraken.)

 

(Rechtelijke Machtiging)

Als er sprake is van een dringende situatie (Het verschil tussen een dringende en een acute situatie is dat het bij een dringende situatie het als het ware ‘broeit’ op een bepaalde plek. Bij een acute situatie geldt de spoedeisende BOPZ-procedure.), zal GGNet het Team Ernstige Overlast adviseren en informeren over de (on)mogelijkheden met betrekking tot de Rechtelijke Machtiging.

 

Meer info in hoofdstuk 4 Werkwijze Team Ernstige Overlast

 

( Artikel 174a Gemeentewet+artikel 13b Opiumwet )

Artikel 174a (Zie bijlage 1 voor wettekst artikel 174a gemeentewet.) is een ultimum remedium. De burgemeester kan alleen van zijn bevoegdheid tot sluiting gebruikmaken als andere middelen ontoereikend zijn en de bestuurlijke maatregel daarmee niet in strijd is met de eisen van subsidiariteit. Om niet in strijd te komen met de subsidiariteiteis wordt gewerkt volgens de stappen van de veiligheidsketen. Pas als de maatregelen van het Team Ernstige Overlast ook niet werken of in een pand opnieuw overlast ontstaat, wordt artikel 174a gemeentewet toegepast.

 

 

Meer info in hoofdstuk 6 Werkwijze artikel 174a gemeentewet

Schematisch overzicht van de aanpak

Zie 2012-40860.

 

6 Uitwerking stappenplan artikel 174a Gemeentewet

Uitgangspunten bij het gebruik van artikel 174a Gemeentewet

 

- Artikel 174a (Zie bijlage 1 voor wettekst artikel 174a gemeentewet) is een ultimum remedium. De burgemeester kan alleen van zijn bevoegdheid tot sluiting gebruikmaken als andere middelen ontoereikend zijn en de bestuurlijke maatregel daarmee niet in strijd is met de eisen van subsidiariteit.

 

- Bij de aanpak van ernstige overlast kunnen voorbereidingen voor een bestuurlijk handhavingtraject gelijk oplopen met andere interventiemogelijkheden, zoals: civielrechtelijke of strafrechtelijke handhaving, dan wel een bemiddeling- of zorgtraject.

 

- Bestuurlijke handhaving wordt afgestemd met strafrechtelijke handhaving en met eventuele civielrechtelijke procedures om tot beëindiging van een huurovereenkomst te komen. Als een pand van eigenaar wisselt, hoeft dat geen beletsel te vormen om de procedure in het kader van artikel 174a gemeentewet voort te zetten. Een nieuwe eigenaar zal dan worden aangeschreven en de gelegenheid krijgen de overlast te beëindigen.

 

Stap 1 Meldingen overlast en start officiële dossiervorming

Meldingen zijn binnengekomen volgens het informatieschema. Op het moment dat een pand wordt aangemerkt als een casus Ernstige Overlast, verzamelt de casemanager zoveel mogelijk informatie van partners. De informatie moet duidelijkheid geven op de volgende vragen:

 

  • 1.

    Wat is de feitelijke aard van de overlast?

  • 2.

    Hoe concreet zijn de klachten en meldingen? : wie klaagt op welk moment, en waarover

  • 3.

    Zijn de klachten voldoende gedocumenteerd? (politiemutaties, politierapportages, brieven van omwonenden, getuigenverklaringen)

  • 4.

    Wat hebben instanties zelf al ondernomen om de overlast te beëindigen?

  • 5.

    Betreft het overlast waarbij een derde partij (bijvoorbeeld een hulpverleningsinstelling) de regierol op zich moet nemen?

  • 6.

    Wie is de eigenaar, formele huurder en/of gebruiker van het pand?

  • 7.

    Wat zijn de gegevens m.b.t. bewoners?

  • 8.

    Wat is de relatie klacht – criminaliteit?

 

Indien er in bovenstaande punten onduidelijkheden zijn, kan aan partners gevraagd worden aanvullende informatie te leveren. Dit eerste dossier dient als een nulmeting. Het is belangrijk dat partners en bewoners gewoon doorgaan met melden/registeren zoals ze dat eerder ook deden omdat het anders lijkt alsof een situatie is verbeterd terwijl dit niet het geval is. Het dossier wordt gedeeld met de AOv-er.

 

Stap 2 Verificatie

Als de klachten voldoende feitelijke en concreet zijn voor casemanager én AOV-er, wordt derden gevraagd te verifiëren:

 

- De politie observeert in betreffende omgeving van het pand, treedt ook repressief op om zo feitelijke constateringen met rapportages te onderbouwen;

- De politie wordt om een advies gevraagd met het oog op openbare orde en veiligheid, ter verificatie van klachten en meldingen;

- Een beoordeling van de situatie door een zorginstelling, het maatschappelijk werk of Tactus (al naar gelang de aard van de situatie)

- Een casusoverleg met het Team Ernstige Overlast waarin de bevindingen en adviezen integraal worden vastgelegd.

 

Stap 3 Waarschuwing / Team Ernstige Overlast maatregelen

Indien er werkelijk sprake is van ernstige overlast, informeert de ambtenaar AOV-er de burgemeester. De burgemeester waarschuwt per brief de veroorzaker (s) en de eigenaar/verhuurder van de overlast. In de brief geeft de burgemeester aan waaruit de overlast bestaat, dat de overlast moet worden beëindigd en wat de gevolgen zijn als dit niet gebeurt.

 

- De huurder wordt uitgenodigd op het gemeentehuis. De geconstateerde feiten worden besproken.

- Er worden afspraken gemaakt om de overlast te beëindigen en wat de eventuele consequenties zijn bij voortzetting. Er wordt verwezen naar de in dit stappenplan weergegeven en vastgestelde afspraken en maatregelen. Deze afspraken worden aangetekend verzonden of persoonlijk afgegeven. Hierbij is het belangrijk dat de termijn die in de waarschuwing staat vermeld, van kracht blijft.

- Terwijl de waarschuwingstermijn van kracht is, heeft het Team Ernstige Overlast de tijd om maatregelen te nemen. (4-6 maanden) Voorbeeld: als er sprake is van psychiatrische patiënten en/of verslaafden zal met hulpverleningsinstellingen getracht worden overlastgevende personen op te nemen. ( Indien reeds in MDT verband dossieropbouw is gedaan, heeft het Team Ernstige Overlast minder tijd nodig om tot maatregelen over te gaan.)

- De termijn die in de waarschuwing staat vermeld, is afhankelijk van wat partijen al hebben ondernomen en varieert tussen de 4 en 6 maanden. (Indien reeds in MDT verband is gewaarschuwd, kan de termijn bekort worden.)

 

Stap 4 Voornemen tot sluiten en hoorzitting

Als het overlastgevend gedrag gedurende de afgesproken periode na de bestuurlijke waarschuwing blijft aanhouden en alle interventiemogelijkheden zijn uitgeput of niet van toepassing, dan kan de burgemeester overgaan tot het daadwerkelijk toepassen van zijn sluitingsbevoegdheid. De eigenaar/verhuurder wordt schriftelijk in kennis gesteld van het voornemen tot sluiten op basis van artikel 174a.

 

Belangrijk:

 

- Een bevel tot sluiting van een pand is een besluit in de zin van artikel 1:3 Awb. Alle belanghebbenden wordt op grond van artikel 4:8 Awb een termijn gegeven waarbinnen zij hun zienswijze op het voornemen tot sluiting kenbaar kunnen maken. Belanghebbenden zijn naast de eigenaar van het pand, verhuurders, huurders of gebruikers van de woning en omwonenden.

 

- Zienswijzen kunnen schriftelijk en mondeling worden ingebracht.

 

Stap 5 Van sluiting naar opening

Wanneer het horen van belanghebbenden geen resultaat heeft, kan de burgemeester overgaan tot sluiting van het pand op grond van artikel 174a gemeentewet. Het sluitingsbevel wordt op schrift gesteld en verzonden. In het bevel tot sluiting moeten de volgende elementen worden opgenomen:

1. De grondslag (artikel 174a Gemeentewet);

2. Welk pand wordt gesloten;

3. Waarom tot sluiting wordt overgegaan (subsidiariteit, proportionaliteit);

4. De termijn van de sluiting;

5. De begunstigingstermijn;

6. Welke dwangmiddelen zullen worden toegepast;

7. Dat tegen het besluit bezwaar en beroep mogelijk is.

 

De kosten van sluiting kunnen ingevolge AWB 521 en artikel 125 gemeentewet geheel op de belanghebbende worden verhaald. In de dwangbeschikking moet hiervan melding worden gemaakt.

 

5.1 Sluitingstermijn: 

De duur van de sluiting wordt, volgens vaste jurisprudentie, bepaald aan de hand van de ernst van de overlast en de periode die nodig is om het 'ongewenste (bezoekers)patroon' te doorbreken. De kans op herhaling moet zo klein mogelijk zijn. Gezien de ingrijpendheid van de maatregel moet de sluitingsperiode bij woningen zo beperkt mogelijk worden gehouden. Wanneer de sluitingstermijn te kort blijkt kan de burgemeester de sluiting verlengen.

 

5.2 Begunstigingstermijn:

In lid 4 van artikel 174a gemeentewet is opgenomen dat aan de belanghebbenden vooraf de gelegenheid moet worden geboden zelf maatregelen te treffen om aan de verstoring van de openbare orde een einde te maken. De vrijwillige maatregelen die de belanghebbende zou moeten treffen kunnen in het sluitingsbevel worden opgenomen en dienen als eindresultaat de sluiting van het pand te hebben. Deze begunstigingstermijn moet gehanteerd worden en varieert in de praktijk van 48 uur tot twee weken (Rb Maastricht 17 juli 2001). Het evaluatieonderzoek van SGBO naar de toepassing van artikel 174a signaleert twee verschillende opvattingen over de invulling van het begrip begunstigingstermijn. Deze kan worden gezien als de termijn waarbinnen de betrokkene maatregelen kan nemen om de verstoring van de openbare orde te beëindigen. Als dat daadwerkelijk gebeurt, is het mogelijk dat het sluitingsbevel niet geëffectueerd wordt.

Een andere visie is dat de begunstigingstermijn de laatste mogelijkheid vormt voor de verhuurder om vrijwillig het pand te ontruimen. De sluiting gaat door, maar de toepassing van bestuursdwang kan daarbij zo worden voorkomen.

 

5.3 Feitelijke sluiting:

Na afloop van de begunstigingstermijn gaat de gemeente over tot de daadwerkelijke sluiting. Dit kan op verschillende manieren worden bereikt. In sommige gevallen is het ophangen van een bekendmaking op de toegangsdeur met de mededeling, dat het pand is gesloten, voldoende. In andere gevallen is het noodzakelijk het pand (deuren en ramen) daadwerkelijk dicht te timmeren en eventueel te verzegelen. Het verbreken van het zegel levert een strafbaar feit op grond van artikel 199 Wetboek van Strafrecht op.

 

Bij de uitvoering van de sluiting zijn naast een medewerker van de gemeente ook de politie en een aannemer aanwezig. Verder kunnen medewerkers van het energiebedrijf, de GGD en eventueel een medewerker van een verslavingszorginstelling, de dienst bouw- en woningtoezicht aanwezig zijn. Het pand wordt ontruimd, indien nodig ontsmet, de nutsvoorzieningen worden afgesloten en de deuren en ramen worden dichtgetimmerd. Op de deur wordt een sluitingsbevel aangebracht.

Indien het een woning van Triada betreft wordt vooraf overleg gepleegd met Triada. In dat overleg wordt onder meer bepaald of het wenselijk is dat Triada bij de sluiting vertegenwoordigd is en of uitvoerende maatregelen door Triada worden getroffen (dit om onnodige schade aan het pand te voorkomen).

 

5.4 Verplichte registratie:

Met het inwerking treden van de wet Victor is een bepaling toegevoegd aan artikel 174a Gemeentewet. Sluiting van een pand op grond van dit artikel moet zo spoedig mogelijk worden ingeschreven in de openbare registers. De te volgen procedure is dezelfde als die voor alle inschrijvingen in openbare registers (Kadasterwet, artikel 8 en verder). Opmerkelijk is dat artikel 3:24 BW niet van toepassing is. In dit artikel is de bescherming van de koper tegen onvolledige registers geregeld. Opmerkelijk is tevens dat, ook als geen gebruik wordt gemaakt van het instrumentarium van de wet Victor, sluitingen op grond van 174a Gemeentewet toch moeten worden ingeschreven. In artikel 7:231, lid 2 BW is bepaald dat een huurovereenkomst ontbonden kan worden, wanneer een pand gesloten is geweest op grond van artikel 174a Gemeentewet.

 

5.5 Gedeeltelijke sluiting:

In de wettekst van artikel 174a Gemeentewet is voorzien in een algehele sluiting van de woning. Het evaluatieonderzoek van SGBO geeft aan dat het in sommige gevallen moeilijk is vast te stellen of alle bewoners van een pand bij de overlast betrokken zijn. Bij kamerverhuurpanden wordt in een aantal gemeenten soms noodgedwongen overgegaan tot gedeeltelijke sluiting van afzonderlijke kamers of een gedeelte van het pand. De rest van het pand blijft dan voor bewoning toegankelijk. Bij aanhoudende overlast wordt het pand ten dele dan wel in zijn geheel gesloten. Deze sluitingspraktijk is nog niet door de rechter getoetst.

 

5.6 Vervangende woonruimte:

Het kan voorkomen dat bewoners die niet met de overlastgevende situatie in en rond het pand te maken hebben, getroffen worden door een sluitingsbevel op grond van artikel 174a. Uit jurisprudentie met betrekking tot artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (ERVM) blijkt dat in dit geval aan de 'onschuldige' bewoner passende vervangende woonruimte moet worden aangeboden. In een aantal gemeenten wordt bemiddeld bij het vinden van vervangende woonruimte. Ook in twee andere uitspraken komt dit aan de orde (Rb Roermond, 5 december 2000 en Rb Rotterdam, 15 juni 1999).

Indien dit aan de orde is, wordt dat tijdens de casebehandeling geconstateerd en wordt maatwerk geleverd.

 

5.7 Heropening:

Na afloop van de sluitingstermijn vindt overleg plaats tussen de gemeente en de eigenaar/verhuurder van het pand. Als onvoldoende waarborgen kunnen worden gegeven dat de ordeverstoring na beëindiging van de sluiting zich niet opnieuw zal voordoen, kan de burgemeester op grond van artikel 174a lid 3 de sluiting verlengen. De betrokkenen worden bij de verlenging opnieuw gehoord en de Awb is weer van toepassing. Wanneer na heropening van een pand de overlast opnieuw plaatsheeft, wordt zo mogelijk opnieuw een sluitingsbevel uitgevaardigd.

 

5.8 Opheffing van de sluiting: 

De burgemeester heeft ook de bevoegdheid een sluiting op te heffen. Wanneer belanghebbenden van een gesloten pand kunnen aantonen dat zij voldoende maatregelen hebben getroffen waardoor aannemelijk wordt gemaakt dat na opening van het (drugs)pand geen overlast meer zal worden veroorzaakt, kan de burgemeester besluiten de sluiting op te heffen.

 

7 Uitzonderingen in de aanpak vanwege artikel 13b Opiumwet

(Zie bijlage 1 wetteksten artikel 174a gemeentewet en artikel 13b Opiumwet)

 

In het voorgaande hoofdstuk is het stappenplan voor toepassing van artikel 174a gemeentewet beschreven. Dossiervorming om overlast aan te tonen neemt daar een centrale plaats in.

 

- Het grote verschil met artikel 13b Opiumwet is dat overlast niet bewezen hoeft te worden. Wanneer er signalen zijn van handel in drugs in panden van waaruit ernstige overlast komt, wordt direct overgestapt op het stappenplan volgens Artikel 13b.

 

Het stappenplan voor Artikel 13b Opiumwet is als volgt:

 

Stap 1 Voorbereiding

De politie kan aan de hand van een melding (bijvoorbeeld via Meld Misdaad Anoniem), een klacht van derden of eigen onderzoek illegale drugshandel vanuit een woning of lokaal constateren. De feitelijke constatering van de verkoop, levering of verstrekking van drugs, of het aantreffen van daartoe aanwezige drugs is voldoende om op grond van artikel 13b Opiumwet bestuurlijk op te treden. De politie meldt in een rapport of P.V. de meldingen en constateringen aan de burgemeester en aan het OM. De overtreding moet voldoende concreet zijn en de plaats, tijd en omstandigheden moet worden vermeld. De informatieverstrekking vanuit de politie aan de bezitter van corporatiewoningen of particuliere woningen dient soepel te verlopen om privaatrechtelijk handelen door laatstgenoemde mogelijk te maken.

 

Het OM kan op basis van de politiemelding overgaan tot vervolging conform Richtlijn voor strafvordering Opiumwet, sofdrugs en aanwijzing Opiumwet.

 De gemeente verzamelt en bundelt deze informatie, eventueel samen met waarschuwingsbrieven aan bewoners of exploitant. Op grond van deze feiten kan de burgemeester uiteindelijk overgaan tot sluiting.

 

Van omwonenden die bang zijn voor represailles kunnen de verklaringen worden geanonimiseerd. Op basis van meldingen via Meld Misdaad Anoniem kan de politie een onderzoek verrichten. De melding zelf vormt geen bewijs.

 

Stap 2 Waarschuwing en vooroverleg (aanvulling t.o.v. stap 3 ho ofdstuk 6 )

Indien het een woning is van Triada, dan vindt overleg plaats over het vervolgtraject, dat uiteraard gericht is op beëindiging van de “overlast”.

Indien er werkelijk sprake is van ernstige overlast, informeert de ambtenaar AOV-er de burgemeester. De burgemeester waarschuwt per brief de veroorzaker (s) en de eigenaar/verhuurder van de overlast. In de brief geeft de burgemeester aan waaruit de overlast bestaat, dat de overlast moet worden beëindigd en wat de gevolgen zijn als dit niet gebeurt.

 

- De huurder wordt uitgenodigd op het gemeentehuis. Bij het gesprek is een vertegenwoordiger van de politie aanwezig. De geconstateerde feiten - worden besproken.

- Er worden afspraken gemaakt om de overlast te beëindigen en wat de eventuele consequenties zijn bij voortzetting. Er wordt verwezen naar de in dit stappenplan weergegeven en vastgestelde afspraken en maatregelen. Deze afspraken worden aangetekend verzonden of persoonlijk afgegeven. Hierbij is het belangrijk dat de termijn die in de waarschuwing staat vermeld, van kracht blijft.

- Terwijl de waarschuwingstermijn van kracht is, heeft het Team Ernstige Overlast de tijd om maatregelen te nemen (4-6 maanden)

(Zie bijlage 1 wetteksten artikel 174a gemeentewet en artikel 13b Opiumwet) Voorbeeld: als er sprake is van psychiatrische patiënten en/of verslaafden zal met hulpverleningsinstellingen getracht worden overlastgevende personen op te nemen.

- De termijn die in de waarschuwing staat vermeld, is afhankelijk van wat partijen al hebben ondernomen en varieert tussen de 4 en 6 maanden.

 

(!) Jurisprudentie laat zien dat de burgemeester bij handel in harddrugs vanuit lokalen zonder waarschuwing kan overgaan tot het toepassen van bestuursdwang. Snel handelen is namelijk vaak een vereiste in sommige situaties.

 

Stap 3 Belangenafweging en vervolgstappen (aanvulling t.o.v. stap 3 hoofdstuk 6)

Leidt het vooroverleg niet tot beëindiging van de illegale drugshandel binnen de vastgestelde periode, dan kan de burgemeester overgaan tot het opleggen van een last onder dwangsom of het tijdelijk sluiten van een woning of een lokaal.

 

Stap 4 Last onder dwangsom of andere vorm van bestuursdwang

Als het vooroverleg met de overtreders niet leidt tot beëindiging van de illegale drugshandel binnen de vastgestelde periode, kan de burgemeester overgaan tot het opleggen van een volgende maatregel uit het lokale handhavingarrangement. De burgemeester kan een last onder dwangsom opleggen of een andere vorm van bestuursdwang toepassen. Bij een last onder dwangsom krijg de overtreder de gelegenheid de overtreding binnen een vastgestelde periode te beëindigen. De burgemeester heeft hierbij als stok achter de deur een boete die hij oplegt wanneer de situatie niet verandert.

 

De burgemeester kan ook besluiten tot het tijdelijk sluiten van een woning of een lokaal. De burgemeester moet voor het nemen van dit sluitingsbevel de gevolgen van zijn/haar besluit afzetten tegen de gevolgen die dit met zich meebrengt voor de overtreder.

 

Stap 5 Motivering sluitingsbevel

De burgemeester kan een aantal factoren betrekken bij het besluit tot (tijdelijke) sluiting.

- de duur van de sluiting is afhankelijk van de bestemming van het pand: gaat het om een (huur)woning of een lokaal?

- De duur van sluiting kan afhankelijk zijn van de zwaarte van de overtreding. Het gaat hierbij om de hoeveelheid en het soort drugs.

- De duur van de sluiting zal afhankelijk van de mate van herhaling en de duur van de overtreding.

 

Stap 6 Kosten

De kosten die bij een sluiting van een pand worden gemaakt kunnen de overtreder redelijkerwijs in het geheel of gedeeltelijk worden toegerekend. In de dwangbeschikking moet hiervan melding worden gemaakt.

 

Stap 7 Heropening

Na afloop van de sluitingstermijn vindt overleg plaats tussen de gemeente en de eigenaar/verhuurder van het pand. De betrokkenen worden bij de verlenging opnieuw gehoord. Wanneer na heropening van een pand de drugshandel opnieuw plaatsvindt, wordt opnieuw een sluitingsbevel uitgevaardigd.

 

 

 

Bijlage 1 Wettekst artikel 174a gemeentewet en artikel 13b Opiumwet

 

Artikel 174a Gemeentewet

Wettekst:

  • 1.

    1. De burgemeester kan besluiten een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te sluiten, indien door gedragingen in de woning of het lokaal of op het erf de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf wordt verstoord.

  • 2.

    2. De in het eerste lid genoemde bevoegdheid komt de burgemeester eveneens toe in geval van ernstige vrees voor verstoring van de openbare orde op de grond dat de rechthebbende op de woning, het lokaal of het erf eerder een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf op een zodanige wijze heeft gebruikt of doen gebruiken dat die woning, dat lokaal of dat erf op grond van het eerste lid is gesloten, en er aanwijzingen zijn dat betrokkene de woning, het lokaal of het erf ten aanzien waarvan hij rechthebbende is eveneens op een zodanige wijze zal gebruiken of doen gebruiken.

  • 3.

    3. De burgemeester bepaalt in het besluit de duur van de sluiting. In geval van ernstige vrees voor herhaling van de verstoring van de openbare orde kan hij besluiten de duur van de sluiting tot een door hem te bepalen tijdstip te verlengen.

  • 4.

    4. Bij de bekendmaking van het besluit worden belanghebbenden in de gelegenheid gesteld binnen een te stellen termijn maatregelen te treffen waardoor de verstoring van de openbare orde wordt beëindigd. De eerste volzin is niet van toepassing, indien voorafgaande bekendmaking in spoedeisende gevallen niet mogelijk is.

  • 5.

    5. De burgemeester doet zo spoedig mogelijk een besluit als bedoeld in het eerste lid inschrijven in de openbare registers, bedoeld in artikel 16 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 24 van dat boek is niet van toepassing.

  • 6.

    6. De artikelen 5:25 tot en met 5:28 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 13b Opiumwet

 

Wettekst:

 

1) De burgemeester is bevoegd tot toepassing van bestuursdwang indien in woningen of lokalen dan wel in of bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst 1 of 2 wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.

 

2) Het eerste lid is niet van toepassing indien woningen, lokalen of erven als bedoeld in het eerste lid, gebruikt worden ter uitoefening van de artsenijbereidkunt, de geneeskunst, de tandheelkunst of de diergeneeskunde door onderscheidenlijk apothekers, artsen, tandartsen of dierenartsen

 

 

Bijlage 2: GEGEVENSSET Team Ernstige Overlast

 

Personalia

Achternaam

 

Voorvoegsel

 

Voornamen

 

Roepnaam

 

Bijnaam / Alias

 

Woonplaats

 

Straat

 

Geboortedatum

 

Geboorteland

 

Nationaliteit

 

Spreektaal

 

Geslacht

 

Status

in vrijheid/detentie/zorgtraject/enz..

Politieregio

 

 

Risico-factoren

signalering risicofactoren;

- heeft geen werk

- geen vaste woonplaats/zwerfgedrag

- omgang cirminele kennissen

- middelengebruik

- meldingen/waarnemingen/aangiftes

- anders, namelijk..

 

 

Datum

Omschrijving

Opties:

- Huisvesting

- Werk

- Inkomen/uitkering

Conclusie/advies

 

Klachten overlast/

onveiligheid

 

 

 

 

 

Overig

 

 

Corporaties

Datum

Omschrijving

klachten/incidenten

Conclusie/advies

Ref.nr./Naam

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Beleidsregel

Actiepuntenlijst

 

 

 

 

Datum

Omschrijving

Door

Besluitenlijst

 

 

 

 

Datum

Omschrijving

Door

Lijst contactpersonen

 

 

 

 

 

 

Naam

Instantie

Telefoonnummer