Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tubbergen

Verordening inburgering gemeente Tubbergen 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTubbergen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening inburgering gemeente Tubbergen 2013
CiteertitelVerordening inburgering gemeente Tubbergen 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet inburgering, artt. 8, 19, vijfde en zesde lid, 23, derde lid, 24e, 24f en 35
  2. Wet van 13 september 2012 tot wijziging van de Wet inburgering, art. X
  3. Gemeentewet, artt. 149 en 156
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-07-201301-01-2013Nieuwe regeling

01-07-2013

Gemeenteblad 2013, 23

20A

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening inburgering gemeente Tubbergen 2013

De raad van de gemeente Tubbergen,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 juni 2013, nr. 20A;

overwegende:

  • -

    dat de raad bij verordening regels dient vast te stellen over de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen, alsmede over inburgeringsvoorzieningen en taalkennisvoorzieningen en over rechten en plichten vanwege een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening; en

  • -

    dat de raad bij verordening het bedrag dient vast te stellen van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd;

  • -

    dat de als gevolg van de wijziging van de Wet inburgering met ingang van 1 januari 2013, de taken van gemeenten op het terrein van inburgering op termijn beëindigd zullen worden;

  • -

    dat gedurende een overgangsperiode gemeenten nog een aantal taken op het terrein van inburgering zullen uitoefenen;

gelet op het advies van de commissie Samenleving en Bestuur van 17 juni 2013;

gelet op de artikelen 8, 19, vijfde en zesde lid, 23, derde lid, 24e, 24f en 35 van de Wet inburgering, zoals deze luidde op 31 december 2012 en artikel X van de wet van 13 september 2012 tot wijziging van de Wet inburgering (2012, 430) en de artikelen 149 en 156 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de:

Verordening inburgering gemeente Tubbergen 2013

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

1.In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

de wet:

de Wet inburgering;

b.

het college:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tubbergen;

c.

de wetswijziging:

de wet van 13 september 2012 tot wijziging van de Wet inburgering en enkele andere wetten in verband met de sterking van de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige (Stb. 2012, 430);

d.

Inburgeringsplichtige:

persoon, bedoeld in artikel X, 2e tot en met 5e lid van de Wetswijziging.

2.De begripsomschrijvingen in de wet, de wetswijziging en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

Artikel 2. De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen

  • 1.

    Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen.

  • 2.

    Het college maakt bij de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen in ieder geval gebruik van de volgende middelen:

    • a.

      Foldermateriaal; gemeentelijke website en gemeentepagina;

    • b.

      Individuele klantcontacten;

    • c.

      Informatieverstrekking door derden.

  • 3.

    Het college beoordeelt tenminste eens in de drie jaren de doeltreffendheid en doelmatigheid van de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen en rapporteert daarover aan de raad.

Hoofdstuk 2. Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

Artikel 3. Inburgeringsaanbod

Voor zover zij uiterlijk op 31 december 2012 inburgeringsplichtig zijn geworden, biedt het college:

  • a.

    aan houders van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening aan;

  • b.

    aan geestelijke bedienaren als bedoeld in artikel 1, onderdeel g van de wet een inburgeringsvoorziening aan, voor zover zij geen oudkomer zijn als bedoeld in artikel 1, onderdeel c van de wet.

Artikel 4. De samenstelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

  • 1.

    Het college stemt de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening aan de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 onder a, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.

  • 2.

    Indien de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 onder a een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd.

  • 3.

    Aan de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 onder a biedt het college maatschappelijke begeleiding aan.

  • 4.

    Een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening kan, naast datgene dat in de wet is geregeld, een of meer van de volgende onderdelen bevatten:

    • -

      het aanbieden van trajectbegeleiding;

    • -

      het houden van voortgangsgesprekken.

Artikel 5. De inning van de eigen bijdrage

  • 1.

    De eigen bijdrage bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in 3 jaarlijkse termijnen betaald.

  • 2.

    Het college legt in de beschikking tot toekenning van een inburgeringsvoorziening of de taalkennisvoorziening de termijnen van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekend met de algemene bijstand wordt dat in de beschikking vastgelegd.

  • 3.

    De eigen bijdrage bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt door het college vergoed aan de inburgeraar, waarvan het inkomen minder bedraagt dan 120% van de voor hem/haar geldende bijstandsnorm, bij het behalen van het inburgeringsdiploma binnen de termijn van 3 jaren na datum beschikking vaststelling handhavingstermijnen, inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening.

Artikel 6. Opleggen van verplichtingen

Het college kan een inburgeringsplichtige één of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

  • a.

    het deelnemen aan de aangeboden inburgeringscursus of taalkennisvoorziening c.q. onafhankelijke diagnosestelling;

  • b.

    het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;

  • c.

    het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

  • d.

    voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een, door het college te bepalen, tijdstip;

  • e.

    het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan;

  • f.

    het meewerken aan een onderzoek wanneer door persoonlijke omstandigheden de inburgeringsplichtige niet in staat is deel te nemen aan het inburgeringstraject en/of inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II.

Hoofdstuk 3. Het aanbod van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

Artikel 7. De procedure van het doen van een aanbod

  • 1.

    Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet schriftelijk. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

  • 2.

    In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan de inburgeringsvoorziening worden verbonden.

  • 3.

    De inburgeringsplichtige bedoel in artikel 3 aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen twee weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt.

  • 4.

    Als de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen vier weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot vaststelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening overeenkomstig het gedane aanbod.

  • 5.

    Als de inburgeraar het aanbod weigert is hij zelf verantwoordelijk voor zijn voorbereiding op het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II. Het college zal binnen 3 weken na weigering een handhavingsbeschikking versturen waarmee de termijn aanvangt waarbinnen de inburgeringsplichtige het inburgeringsexamen moet hebben behaald.

Artikel 8. De inhoud van de beschikking

Het besluit tot toekenning van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening bevat in ieder geval:

  • a.

    een beschrijving van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening;

  • b.

    de duur van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening;

  • c.

    de datum waarop het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet zijn behaald;

  • d.

    de termijnen en wijze van betaling van de eigen bijdrage;

  • e.

    een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;

  • f.

    de mogelijkheid van sancties.

Hoofdstuk 4. De bestuurlijke boete

Artikel 9. De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen

  • 1.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 125,00 indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtige is, geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet.

  • 2.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 250,00 indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening.

  • 3.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 250,00 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet, verlengde termijn het inburgeringsexamen.

Artikel 10. Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding

  • 1.

    De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 10, eerste lid, bedraagt ten hoogste € 250 indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 2.

    De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 10, tweede lid, bedraagt ten hoogste € 500 indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 3.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

  • 4.

    De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 1.000 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na haar bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2013.

  • 2.

    De Verordening Wet Inburgering Tubbergen 2009 wordt ingetrokken.

Artikel 12. Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening inburgering gemeente Tubbergen 2013

Aldus besloten in de openbare vergadering van 1 juli 2013

de griffier, de voorzitter,

H.J.M.J. van Limbeek-ter Haar, mr. M.K.M. Stegers