Organisatie | Onderbanken |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de kwijtschelding gemeentelijke belastingen |
Citeertitel | Kwijtscheldingsverordening 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Kwijtscheldingsverordening 2012.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 13-01-2014 | nieuwe regeling | 09-11-2012 | Onbekend |
Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding
Bij de invordering van de volgende belastingen wordt geen kwijtschelding verleend voor:
Artikel 2 Verruimde kwijtschelding
1. Bij de invordering van belastingen genoemd in leden 1.1 en 1.2 wordt in afwijking van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan vastgesteld:
a. voor personen jonger dan 65 jaar op 100 percent van de toepasselijke bijstandsnorm;
b. voor personen van 65 jaar en ouder op 100 percent van de toepasselijke netto AOW-bedragen:
a. bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt kwijtschelding verleend voor:
100 procent van het belastingbedrag als bedoeld in hoofdstuk 1, eerste lid van de tarieventabel behorende bij de vigerende “Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing” (belasting per perceel);
b. van de belastingbedragen gebaseerd op de belastingtarieven als bedoeld in hoofdstuk 1, leden 2 t/m 3 (belasting per lediging) van de tarieventabel
behorende bij de vigerende “Verordening op de heffing en de invofval-
stoffenheffing”, wordt per belastingjaar kwijtschelding verleend tot een
Artikel 3 Bepaling netto-besteedbare inkomen
Bij het bepalen van het netto-besteedbare inkomen wordt rekening gehouden met de nettokosten voor kinderopvang volgens artikel 28, lid 3 van de uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.
Artikel 4 Kwijtschelding in geval van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent
Met betrekking tot een natuurlijke persoon die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent die een verzoek om kwijtschelding indient, is in plaats van de afdelingen 3 en 4 van hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 van overeenkomstige toepassing de afdeling 2 van
hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, ten aanzien van de in artikel 2 genoemde belastingen en heffingen die geen (geheel of gedeeltelijk) verband houden met de uitoefening van dat bedrijf of beroep.