Organisatie | Raalte |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Raalte 2013 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Raalte 2013 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
wijziging art. 16
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-03-2014 | 01-01-2014 | 01-01-2015 | wijziging regeling | 14-01-2014 | 4282 |
01-01-2013 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 11-12-2012 | 1162 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In dit Besluit wordt verstaan onder:
a. Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning.
b. Verordening: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Raalte 2012
c. Besluit maatschappelijke ondersteuning: het besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Raalte dat jaarlijks wordt vastgesteld en waarin bedragen zijn opgenomen.
d. Beleidsregels: Beleidsregels individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Raalte 2012.
e. AWBZ: Algemene wet bijzondere ziektekosten (Stb, 1992, 392).
f. Eigen bijdrage/eigen aandeel WMO: een door het college van burgemeester en wethouders op te leggen bijdrage die wordt vastgesteld en geïnd via het Centraal Administratie Kantoor
g. Normale kosten: kosten die iedereen al betaalt voor een voorziening, in vergelijking met voorzieningen in de Wmo.
h. Meerkosten; kosten van een mogelijk krachtens de wet te verlenen voorziening, voor zover dit deel van de kosten uitgaat boven voor die persoon als algemeen gebruikelijke te beschouwen kosten van een dergelijke voorziening.
i. Instandhoudingskosten: alle kosten die betrekking hebben op het in stand houden van de voorziening(en).
j. hulp bij het huishouden, categorie 1 (Hbh 1): huishoudelijke werkzaamheden, bijvoorbeeld: stof afnemen, afwassen, opruimen, ramen zemen, sanitair schoonmaken, verzorgen was, bed opmaken, verzorgen planten en huisdieren, doen van boodschappen, het bereiden van maaltijden etc.
k. hulp bij het huishouden, categorie 2 (Hbh2): de werkzaamheden van Hbh 1 plus de organisatie van de huishouding als gevolg van chronische ziekte of beperkingen en / of het verzorgen en opvangen van jonge kinderen in verband met de uitval van de primaire verzorger(s) en afwezigheid van informele zorg.
l. Persoongebonden budget (PGB): een geldbedrag waarmee de aanvrager één of meer aan hem te verlenen voorzieningen kan verwerven en waarop de regels van de verordening en het besluit van toepassing zijn.
m. Budgethouder:een persoon aan wie ingevolge de verordening een persoonsgebonden budget is toegekend en die aan het college verantwoording over de besteding van het persoonsgebonden budget verschuldigd is.
n. Financiële tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de kosten van een voorziening.
o. Normbedrag: forfaitaire of gemaximeerde vergoeding;
p. Peiljaar: het jaar waarin het inkomen wordt vastgesteld;
q. Gehuwden: Waar in de Besluit gesproken wordt over gehuwden wordt ook bedoeld ongehuwd samenwonenden en/of geregistreerd partnerschap.
Hoofdstuk 2 Kosten voor rekening aanvrager, eigen bijdrage of eigen aandeel en berekening maximale periode
Indien de aanvrager een duurdere voorziening wil dan de goedkoopst compenserende komt het meerdere voor rekening van de aanvrager.
In uitzondering op lid 1 en 2 is geen eigen aandeel of eigen bijdrage verschuldigd voor rolstoel voorzieningen, voor collectief vervoer, voor woningaanpassingen in gemeenschappelijke ruimten, voor tijdelijke huisvesting en voor kinderen jonger dan 18 jaar. Ook als sprake is van zorg met verblijf of verblijf in vrouwenopvang is geen eigen bijdrage/eigen aandeel van toepassing.
De eigen bijdrage of het eigen aandeel over een periode van 4 weken is gelijk aan de wettelijke ‘maximale periodebijdrage in die periode, tenzij deze hoger is dan de ‘kosten van de voorziening per 4 weken’ in die periode. In dat geval is de eigen bijdrage of het eigen aandeel gelijk aan de ‘kosten van de voorziening per 4 weken’.
Wanneer meerdere Wmo-voorzieningen verstrekt worden en/of wanneer er ook voor AWBZ-zorg een eigen bijdrage opgelegd wordt, geldt het anticumulatie beginsel. Het anticumulatie beginsel bepaalt dat de cliënt per 4 weken nooit meer betaalt dan de voor zijn situatie berekende ‘maximale periode bijdrage, ongeacht de totale kosten van alle voorzieningen (van AWBZ-zorg en/of Wmo).
Bij de bepaling van de hoogte van de ‘maximale periode bijdrage’ in een bepaald jaar, wordt rekening gehouden met het verzamelinkomen van de aanvrager en dat van zijn eventuele partner uit het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het jaar waarin aan een persoon maatschappelijke ondersteuning is verleend. Onder verzamelinkomen wordt in dit besluit verstaan: het inkomen zoals bedoeld in artikel 4.2 lid 1 en lid 2 van het (landelijk) Besluit maatschappelijke ondersteuning. De gegevens over het verzamelinkomen worden ingewonnen bij de belastingdienst.
De wettelijk bepaalde ‘maximale periodebijdrage’ is voor ongehuwde personen jonger dan 65 jaar € 18,60, per 4 weken, met dien verstande dat indien zijn verzamelinkomen meer bedraagt dan € 23.208,00 het bedrag van € 18.60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn verzamelinkomen en € 23.208,00.
De wettelijk bepaalde ‘maximale periodebijdrage’ is voor ongehuwde personen van 65 jaar of ouder € 18,60 per 4 weken, met dien verstande dat indien zijn verzamelinkomen meer bedraagt dan € 16.257,00 het bedrag van € 18,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn verzamelinkomen en € 16.257,00.
De wettelijk bepaalde ‘maximale periodebijdrage’ is voor gehuwde personen, indien een van beiden jonger is dan 65 jaar € 26,60 per 4 weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke verzamelinkomen meer bedraagt dan € 28.733,00, het bedrag van € 26,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15 van het verschil tussen hun gezamenlijke verzamelinkomen en € 28.733,00.
De wettelijk bepaalde ‘maximale periodebijdrage’ is voor gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn € 26,60 per 4 weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke verzamelinkomen meer bedraagt dan € 22.676,00 het bedrag van € 26,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen hun gezamenlijke verzamelinkomen en € 22.676,00.
Hoofdstuk 3 Duur oplegging eigen bijdrage of eigen aandeel en vaststelling ‘Kosten van de voorziening per 4 weken’
Het college meldt een aanvrager in een beschikking tot verstrekking van een voorziening gedurende welke periode een eigen bijdrage en/of eigen aandeel verschuldigd is. Daarbij wordt, met uitzondering van artikel 8, aangegeven hoe hoog het bedrag van de ‘kosten van de voorziening per 4 weken’ is.
Voor huishoudelijke hulp in natura wordt een eigen bijdrage opgelegd zolang de huishoudelijke hulp wordt verstrekt. De ‘kosten van de voorziening per 4 weken’ worden als volgt vastgesteld. Het aantal uren ontvangen zorg in die 4 weken, vermenigvuldigd met het gemiddelde uurtarief. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in een afzonderlijk tarief voor zorg in de vorm van Hbh 1, en voor zorg in de vorm van Hbh2 afhankelijk van de gestelde indicatie.
Voor huishoudelijke hulp in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt een eigen bijdrage opgelegd zolang het periodieke persoonsgebonden budget wordt verstrekt. De ‘Kosten van de voorziening per 4 weken’ worden als volgt vastgesteld: de hoogte van het periodieke persoonsgebonden budget omgerekend naar het bedrag per periode van 4 weken.In deze tarieven is tevens begrepen eventueel te betalen werkgeverslasten en de te maken kosten voor ondersteuning bij het beheer van het PGB en indien van toepassing te maken kosten voor het bijhouden van een werkgeversadministratie.
Voor voorzieningen die verstrekt worden in de vorm van een periodieke financiële tegemoetkoming wordt een eigen aandeel opgelegd zolang de tegemoetkoming verstrekt wordt. De ‘kosten van de voorziening per 4 weken’ worden als volgt vastgesteld: hoogte van de periodieke financiële tegemoetkoming omgerekend naar het bedrag per periode van 4 weken.
Voor voorzieningen die verstrekt worden in de vorm van een eenmalige financiële tegemoetkoming wordt een eigen aandeel opgelegd gedurende 39 periodes van 4 weken (3 jaar). De ‘kosten van de voorziening per 4 weken’ worden als volgt vastgesteld: de hoogte van de financiële tegemoetkoming gedeeld door 39 periodes van 4 weken.
Voor voorzieningen in bruikleen wordt een eigen bijdrage opgelegd zolang de voorziening gebruikt wordt. De ‘kosten van de voorziening per 4 weken’ worden als volgt vastgesteld: de prijs (aanschaf, accessoires, onderhoud) voor de voorziening gedeeld door de levensduur van de voorziening, omgerekend naar een bedrag per 4 weken. Zie bijlage 1 m.b.t. bepaling maximale periode van eigen bijdrage/eigen aandeel.
Indien gekozen wordt voor een eenmalig persoonsgebonden budget in plaats van een voorziening in bruikleen, wordt een eigen bijdrage opgelegd gedurende een periode die overeenkomst met de gemiddelde levensduur van de voorzieningensoort waarvoor het persoonsgebonden budget wordt verstrekt. De ‘kosten van de voorziening per 4 weken’ worden als volgt vastgesteld: het eenmalige persoonsgebonden budget bedrag gedeeld door het aantal periodes van 4 weken waarover de eigen bijdrage verschuldigd is.
Indien gekozen wordt voor een eenmalig persoonsgebonden budget in plaats van een voorziening is eigendom, wordt een eigen bijdrage opgelegd gedurende 39 periodes van 4 weken (3 jaar). De ‘kosten van de voorziening per 4 weken’ worden als volgt vastgesteld: het eenmalige persoonsgebonden budget bedrag gedeeld door 39 periodes van 4 weken. Tenzij het een voorziening betreft die valt onder artikel 10.2.
Hoofdstuk 4 Nadere regels over het persoonsgebonden budget
De budgethouder is verplicht om gedurende de gebruiksduur de aangeschafte voorziening voldoende te laten onderhouden en, voor zover van toepassing, toereikend te verzekeren. In geval van een scootmobiel of elektrische rolstoel is de persoon verplicht een WA verzekering af te sluiten gedurende gebruiksduur van het hulpmiddel.
Bij verstrekking van het persoonsgebonden budget is de budgethouder verplicht in ieder geval de volgende stukken op verzoek te verstrekken:
• Een gesloten zorgovereenkomst tussen budgethouder en zorgverlener • Betalingsbewijzen van de verrichte betalingen • Of, indien wettelijk noodzakelijk, een overzicht van de salarisadministratie met bewijsstukken.
Bij overige individuele voorzieningen:
• de factuur van de aangeschafte of onderhouden voorziening; • een betalingsbewijs van de aangeschafte of onderhouden voorziening
Indien aanvrager een overeenkomst heeft gesloten met een servicebureau PGB dient dit service bureau de volgende zaken voor aanvrager te regelen:
• Loonadministratie • Verzekering voor de loonbetaling bij vervanging bij ziekte • Werkgeversaansprakelijkheidsverzekering • Controle en financiële verantwoording naar de gemeente • Actieve bemiddeling en vervanging bij ziekte en vakanties • Verzorgen van de vier wekelijkse declaraties naar de gemeente van het PGB op basis van de werkelijk gewerkte uren, conform het gemeentelijk format. • Aanleveren van de werkelijk gewerkte uren aan het CAK voor berekening van de eigen bijdrage voor cliënt.
Ingeval het gebruik van de voorziening welke met een persoonsgebonden budget is aangeschaft, is beëindigd en de gebruiksduur van de voorziening niet geheel is verstreken, is de budgethouder verplicht de voorziening te retourneren dan wel de restwaarde, onder verrekening van eventueel ingebrachte eigen middelen, aan de gemeente te vergoeden.
Bij de vaststelling van het persoonsgebonden budget wordt rekening gehouden met afschrijvingstermijnen die naar geldende maatschappelijke normen voor de verstrekte voorziening gebruikelijk zijn. Mocht na die tijd blijken dat de voorziening nog in goede staat verkeert, dan wordt de gebruiksduur verlengd en is geen eigen bijdrage meer verschuldigd.
Hoofdstuk 5 Persoonsgebonden budget Huishoudelijke hulp
Voor de inkoop van hulp bij het huishouden wordt per jaar een bedrag beschikbaar gesteld gebaseerd op het werkelijk aantal geïndiceerde uren Hulp bij huishouding (Hbh). Hierbij wordt onderscheidt gemaakt in een afzonderlijk tarief voor zorg in de vorm van Hbh 1, € 17,74 per uur en voor zorg in de vorm van Hbh 2, € 21,00 per uur.
Hoofdstuk 7 Vervoersvoorzieningen
Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt als volgt vastgesteld:
Op basis van de tegenwaarde van de prijs van de adequate en goedkoopste voorziening inclusief eventuele verzekering, onderhoud en reparatie zoals die door de gemeente aan de leveranciers wordt betaald.
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2012
De secretaris, de burgemeester
Overzicht individuele Wmo-voorzieningen
Voor hulp bij het huishouden geldt al een eigen bijdrage.
Vervoersvoorzieningen Periode bijdrage
Collectieve vervoersvoorziening
Individuele vervoersvoorzieningen
Autoaanpassing 7 jaar (91 perioden van 4 weken)
Scootmobiel 7 jaar (91 perioden van 4 weken)
Financiële tegemoetkoming autokostenvergoeding geen eigen bijdrage
Financiële tegemoetkoming taxikostenvergoeding geen eigen bijdrage
Financiële tegemoetkoming rolstoeltaxivergoeding geen eigen bijdrage
Aangepaste fiets 5 jaar (65 perioden van 4 weken)
Kosten verzekering, onderhoud, keuring en reparatie geen eigen bijdrage
Rolstoelen geen eigen bijdrage
Financiële tegemoetkoming sportrolstoel geen eigen bijdrage
Financiële tegemoetkoming verhuis- en inrichtingskosten geen eigen bijdrage
Financiële tegemoetkoming voor vrijmaken aangepaste woning geen eigen bijdrage
Financiële tegemoetkoming voor woningsanering geen eigen bijdrage
Bouwkundige en woontechnische woonvoorzieningen
Toegankelijke maken 3 jaar (39 perioden van 4 weken)
Drempels verwijderen 3 jaar (39 perioden van 4 weken)
Deuren verbreden 3 jaar (39 perioden van 4 weken)
Aanbrengen deuropeners 3 jaar (39 perioden van 4 weken)
Plaatsen van een douchezitje 3 jaar (39 perioden van 4 weken)
Uitbouw slaapkamer en natte cel begane grond 3 jaar (39 perioden van 4 weken)
Vergroten slaapkamer i.v.m. rolstoelgebruik 3 jaar (39 perioden van 4 weken)
Aanpassing keuken 3 jaar (39 perioden van 4 weken)
Aanpassing natte cel 3 jaar (39 perioden van 4 weken)
Aanpassing toilet 3 jaar (39 perioden van 4 weken)
Aanpassing bergingsruimte i.v.m. stalling 3 jaar (39 perioden van 4 weken)
Bezoekbaar maken woning 3 jaar (39 perioden van 4 weken)
Uitraasruimte 3 jaar (39 perioden van 4 weken)
Niet bouwkundige en niet-woontechnische woonvoorzieningen
Toiletstoel (in eigendom) 1 jaar (13 perioden van 4 weken)
Douchestoel (in eigendom) 1 jaar (13 perioden van 4 weken)
Badplank (in eigendom) 1 jaar (13 perioden van 4 weken)
Douchebrancard 7 jaar (78 perioden van 4 weken)
Badlift 7 jaar (91 perioden van 4 weken)