Organisatie | Raalte |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut gemeente Raalte |
Citeertitel | Treasurystatuut gemeente Raalte |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
redactionele wijziging in de artikelen 15 en 16: de benaming 'eenheidmanager ondersteuning' is gewijzigd in 'eenheidmanager dienstverlening'.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2013 | redactionele wijziging | 25-06-2013 Weekblad voor Salland | 2817 | ||
27-12-2012 | nieuwe regeling | 18-12-2012 Weekblad voor Salland, 27-12-2012 | 1212 |
In dit statuut wordt verstaan onder:
Administratieve organisatie: Het complex van organisatorische maatregelen dat gericht is op het tot stand brengen en in stand houden van de informatieverzorging in en omtrent de organisatie. De informatieverzorging dient effectief, efficiënt en betrouwbaar te zijn.
Beheer van vermogenswaarden: Het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het geheel van degemeentelijke middelen en rechten.
Certificate of deposit: Verhandelbare schuldbekentenis met een looptijd korter dan twee jaar, uitgegeven door een niet-kredietinstelling.
Commercial paper: Verhandelbare schuldbekentenis met een looptijd korter dan twee jaar, uitgegeven door een niet-kredietinstelling.
Deposito: Niet-verhandelbare belegging bij een bank, waarbij een bedrag voor een vaste periode tegen een vast rentepercentage wordt weggezet.
Derivaten: Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals lening of obligaties zijn. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren.
Financiering: Het aantrekken van middelen voor de dekking van financieringsbehoefte voor minimaal 1 jaar.
Gemeentefinanciering: De financieringsfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De financieringsfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren en crediteurenbeheer.
Geldstromenbeheer: Omvat al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer).
Intern liquiditeitsrisico beheer: Het beheersen van de risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor als gevolg daarvan de financieringskosten hoger kunnen uitvallen.
Kasgeldlimiet: Een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar.
Koersrisicobeheer: Het beheersen van de risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.
Kredietrisicobeheer: Ook wel debiteurenrisicobeheer genoemd. Is het beheersen van de risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid op een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit.
Liquiditeitenbeheer: Het beheren van de kaspositie door het uitzetten of aantrekken van middelen voor een periode tot één jaar.
Liquiditeitenplanning: De liquiditeitenplanning is gericht op het toekomstig beheer. Een liquiditeitenplanning kan de geld- en kapitaalmarktactiviteiten ondersteunen doordat deze inzicht geeft in tijdstip, omvang en periode waarvoor financieringsmiddelen moeten worden aangetrokken. Voorwaarde voor een actieve liquiditeitenplanning is een goed inzicht in het toekomstig liquiditeitenverloop.
Liquiditeitspositie: De mate waarin op korte termijn aan de opeisbare verplichtingen kan worden voldaan.
Medium Term Note (MTN): Verhandelbare schuldbekentenis aan toonder, met een minimumlooptijd van twee jaar en een minimumomvang van nominaal € 453.780. Maakt onderdeel uit van een medium term note programma en wordt veelal uitgegeven door een bank.
Rating: De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier (kwaliteitsoordeel voor banken enz.).
Renterisicobeheer: Het beheersen van de risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat in de toekomst de rentelasten van het vreemd vermogen hoger respectievelijk dat de rente-opbrengsten van activa lager zullen zijn dan een bestuurlijk wenselijk geacht niveau, c.q. het in de meerjarenraming en begroting geraamd niveau.
Renterisiconorm: Een bij aanvang van het jaar op basis van de Wet fido gefixeerd percentage van het totaal van het begrotingstotaal van de gemeente dat bij herfinanciering niet mag worden overschreden.
Rentetypische looptijd: Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de leningenvoorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare constante rentevergoeding (wet fido, artikel 1, lid c).
Rentevisie: Toekomstverwachting over de rente-ontwikkeling, uitgaande van een aantal rentebepalende factoren, op basis waarvan een financierings- en beleggingsbeleid wordt gevoerd.
Risicoprofiel: Geeft aan in welke mate een organisatie risico’s loopt.
Saldobeheer: Omvat het beheer de dagelijkse saldi.
Solvabiliteitsratio: Een verhoudingsgetal dat als hulpmiddel kan dienen bij het verkrijgen van inzicht in de solvabiliteit van een organisatie/land.
Uitzetting: Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer.
Valutarisicobeheer: Het beheersen van risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat op een bepaald moment de waarde van de vreemde valutastromen, uitgedrukt in eigen valuta, afwijkt van hetgeen verwacht werd op het beslissingsmoment.
Vermogenswaarde: Het geheel van de in geld uitgedrukte waarde van de bezittingen aan goederen en vorderingen (activa en passiva).
Artikel 2 Doelstellingen van de treasuryfunctie
De treasuryfunctie van de gemeente dient tot:
1. Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;
2. Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s;
3. Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;
4. Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut;
5. Waarborgen dat de taken en verantwoordelijkheden op dit onderdeel duidelijk worden geregeld.
Artikel 3 Uitgangspunten risicobeheer
Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
1. De gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend verstrekken aan door het college goedgekeurde derde partijen, waarbij vooraf advies van financieel adviseur wordt ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij;
2. De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut;
De gemeente beperkt de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van treasury, door daarbij uitsluitend de volgende producten te hanteren: rekening courant, spaarrekening, daggeld, deposito’s, commercial paper (CP), certificates of deposit (CD), obligaties, medium term notes (MTN) en garantieproducten.
Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van treasury gelden de volgende uitgangspunten:
1. Nederlandse overheden en andere publiekrechtelijke lichamen met een solvabiliteitsratio van 0%;
2. Financiële instellingen met ten minste een AA rating voor lange termijn en een P-2 en/of A2 rating voor korte termijn;
3. Ratings dienen afgegeven te ziin door twee van de volgende erkende ratingbureaus: Moody’s, Standard & Poors of Fitch IBCA;
4. Financiële instellingen dienen in landen met minimaal een AA rating gevestigd te zijn en onder Nederlands of ander EER- toezicht te vallen, bijvoorbeeld De Nederlandsche Bank en/of de Verzekeringskamer;
Hoofdstuk 3 Gemeentefinanciering
Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
1. Financieringen worden enkel aangetrokken voor de uitoefening van de publieke taak;
2. Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken teneinde het renteresultaat te optimaliseren;
3. Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn: onderhandse leningen, commercial paper (CP) en medium term notes (MTN);
4. De gemeente vraagt een schriftelijke en/of telefonische offerte op bij minimaal drie instellingen voordat een financiering wordt aangetrokken. Contractueel is de gemeente Raalte verplicht een offerte op te vragen bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG);
5. Collegiale financiering tussen gemeenten/provincies onderling is mogelijk.
Artikel 10 Langlopende uitzettingen
Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
1. Uitzettingen worden uitsluitend gedaan onder de in artikel 4,5 en 6 genoemde voorwaarden;
2. De gemeente vraagt een schriftelijke en/of telefonische offerte op bij minimaal drie instellingen voordat een langlopende uitzetting wordt gedaan. Contractueel is de gemeente Raalte verplicht een offerte op te vragen bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG);
De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:
1. Huisbankrelaties en hun bancaire condities worden ten minste ééns in de vier jaar beoordeeld;
2. Bankrelaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te voldoen aan de eisen die zijn gesteld in artikel 6;
3. Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen.
Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te beperken wordt:
1. Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen;
2. Het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.
Artikel 13 Saldo- en liquiditeitenbeheer
Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:
1. De gemeente streeft naar concentratie van de overtollige liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit bij de bank met de gunstigste condities;
2. Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken. Hierbij wordt – conform artikel 4 lid 1 - de kasgeldlimiet niet overschreden;
3. Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen en kredietlimiet op rekening courant;
4. Toegestane instrumenten bij het uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar zijn rekening-courant, daggeld, deposito’s en spaarrekeningen;
5. Bij het extern uitzetten van gelden korter dan één jaar zijn slechts de in artikel 6 genoemde tegenpartijen toegestaan;
6. De gemeente vraagt schriftelijk en/of telefonisch offertes op bij minimaal drie instellingen voordat middelen worden aangetrokken of uitgezet met een looptijd korter dan één jaar.
Hoofdstuk 5 Administratieve organisatie en interne controle
Artikel 14 Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle
In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle.
1. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd;
2. Bevoegdheden zijn via delegatie en mandaat uitgebreider schriftelijk vastgelegd;
3. Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:
a. iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (het vier-ogen-principe);
b. de uitvoering en controle geschiedt door afzonderlijke functionarissen;
c. de uitvoering en registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen.
4. Tegenpartijen wordt opdracht gegeven de bevestigingen van iedere transactie te versturen naar de financiële administratie zonder tussenkomst van de personen die bevoegd zijn tot het sluiten van de transacties;
5. De transacties worden onmiddellijk geregistreerd door de functionaris die de transactie heeft afgesloten en elk half jaar gecontroleerd door de functionaris die belast is met de interne controle;
6. De administratieve organisatie en interne controle waarborgen dat:
a. de uitvoering rechtmatig en doelmatig is;
b. de treasuryactiviteiten adequaat kunnen worden uitgevoerd en bijgestuurd;
c. de juistheid, tijdigheid en volledigheid van de informatie verzekerd zijn.
Artikel 15 Verantwoordelijkheden
in onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering.
(1) Dit vraagt vooraf een geodkeuring van de portefeuillehouder Financiën en voor de ondertekening een collegebesluit.
(2) Vooraf wordt advies ingewonnen bij de financieel adviseur over de financiële postitie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij.
Artikel 17 Informatievoorziening
Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen: