Organisatie | Brummen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening tot regeling van de Beleidscommissie monumenten 2013 |
Citeertitel | Verordening op de Beleidscommissie monumenten 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Bij de inwerkingtreding van deze verordening wordt de "Verordening tot regeling van de monumentencommissie 2005", vastgesteld d.d. 28 april 2005, ingetrokken
Monumentenwet 1988
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-08-2013 | nieuwe regeling | 27-06-2013 | RB13.0034 |
De gemeenteraad van de gemeente Brummen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 mei 2013, met kenmerk RV13.0036;
gehoord het behandeladvies van het forum Ruimte van 13 juni 2013;
heeft besloten de Verordening tot regeling van de Beleidscommissie monumenten 2013 vast te stellen.
De Beleidscommissie monumenten heeft tot taak burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Monumentenverordening Brummen en het monumentenbeleid, waaronder in ieder geval begrepen:
De secretaris draagt er zorg voor dat ieder lid, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste vier maal 24 uur voor het houden van de vergadering schriftelijk wordt opgeroepen, zoveel als mogelijk met vermelding van de in die vergadering te behandelen onderwerpen. Gelijktijdig worden dag, plaats en uur en agenda voor de vergadering op de in de gemeente gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht en wordt deze agenda aan de pers toegezonden.
De vergaderingen van de commissie vinden in het openbaar plaats. De deuren worden gesloten wanneer de voorzitter of ten minste twee leden dit nodig oordeelt/oordelen. De vergadering beslist vervolgens of zij over één of meerdere punten met gesloten deuren zal vergaderen. In geval van staken van stemmen in dezen beslist de stem van de voorzitter.
Indien de aard van de te behandelen aangelegenheden naar het oordeel van de voorzitter of ten minste twee leden van de commissie zich niet leent voor openbare behandeling, kan een niet openbare vergadering worden uitgeschreven. De commissie beslist omtrent de vraag of de voorgelegde agenda in een besloten vergadering zal worden behandeld, met gesloten deuren. Indien de vraag ontkennend wordt beantwoord, zal op de voorgeschreven wijze een nieuwe, openbare vergadering worden belegd.
Gedurende de openbare vergadering van de commissie kunnen de aanwezige bezoekers desgewenst het woord voeren over op de agenda voorkomende punten.
Zij dienen zich daartoe direct na het openen van de vergadering, na een daartoe strekkende oproep, te melden bij de voorzitter. Het agendapunt waarover men het woord wil voeren, dient daarbij te worden vermeld. Van het voorgaande zijn uitgezonderd de agendapunten ‘opening’ en ‘sluiting’, ‘vaststelling verslag’ en ‘rondvraag voor de leden’.
Bij elk daarvoor in aanmerking komend agendapunt wordt, voordat de beraadslaging daarover wordt geopend, aan de bezoekers die zich daartoe overeenkomstig het eerste lid hebben aangemeld, de gelegenheid gegeven het woord te voeren. De voorzitter bepaalt hiervoor de tijdsduur, waarvan hij vooraf mededeling doet aan de spreker.
De voorzitter kan een spreker die de hem toegemeten tijd overschrijdt, dan wel in zijn betoog zonder enig redelijk doel zaken aan de orde stelt, die de belangen van derden ernstig kunnen schaden, dan wel handelt in strijd met enige strafwettelijke bepaling, een en ander ter beoordeling van de voorzitter, na een voorafgaande waarschuwing het woord ontnemen.
Indien minder dan drie leden c.q. plaatsvervangende leden aanwezig zijn, blijven de punten van de agenda staan voor de eerstvolgende vergadering (ten minste 24 uur later). In deze vergadering mogen ten aanzien van deze agendapunten besluiten worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden, tenzij de voorzitter dit niet redelijk acht.
Het verslag wordt, indien dit redelijkerwijs mogelijk is, in de vergadering van de commissie, die volgt op de vergadering waarop het verslag betrekking heeft, aan de orde gesteld.
Eventuele op- of aanmerkingen van de leden over de tekst van het verslag, die door de commissie als gegrond worden erkend, worden genoemd in het verslag van de vergadering, waarin dit verslag is behandeld.
Artikel 11 Bijzondere gevallen
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslissen burgemeester en wethouders, de commissie gehoord.