De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Katwijk;
ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
gelezen het voorstel van het college;
gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);
besluit(en) vast te stellen de volgende verordening:
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft
genomen;
- b.
commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften;
- c.
wet: Algemene wet bestuursrecht;
- d.
ambtelijk horen: het horen door een ambtenaar namens het
bestuursorgaan zoals bedoeldin artikel 7:5 van de wet;
- e.
leden: vaste leden, alsmede plaatsvervangende leden.
Artikel 2. Inleidende bepaling commissie
- 1.
Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren
tegen besluiten van de raad,het college en de burgemeester.
- 2.
De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn
ingediend tegen besluitenop grond van:
- a.
de gemeentelijk belastingen;
- b.
de Wet waardering onroerende zaken;
- c.
- d.
eventueel andere door het desbetreffende bestuursorgaan
uitgezonderde besluiten.
- 3.
Naast het horen en adviseren omtrent een bezwaar door de commissie kan,
met betrekking tot door de raad, het college of de burgemeester, ieder
voor zover het hun besluiten betreft, bij afzonderlijk besluit daartoe
aangewezen categorieën van bezwaarschriften, het horen ambtelijk
plaatsvinden.
- 4.
In aanvulling op lid 1 is de commissie er voorts ter voorbereiding van
de beslissing op gemaaktebezwaren tegen besluiten van het Dagelijks
Bestuur van Holland Rijnland inzakewoonruimteverdeling uit de gemeente
Katwijk.
Artikel 3. Samenstelling van de commissie
- 1.
De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste drie leden.
- 2.
De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en
ontslagen.
- 3.
Het college benoemt een aantal plaatsvervangende leden.
- 4.
De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.
- 5.
De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van
of werkzaam zijn onderverantwoordelijkheid van het (gemeentelijk)
bestuursorgaan.
Artikel 4. Secretaris
De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen
ambtenaar.
Artikel 5. Zittingsduur
- 1.
De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een
termijn van vier jaar. Het ismogelijk één keer herbenoemd te worden. In
bijzondere omstandigheden kan hiervan wordenafgeweken.
- 2.
De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag
nemen. Zij doendaarvan schriftelijk mededeling aan het college.
- 3.
De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de commissie
blijven hun functievervullen totdat in de opvolging is voorzien.
Artikel 6. Ingediend bezwaarschrift
- 1.
Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst
aangetekend.
- 2.
Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt binnen zeven
werkdagen in handen van de commissie gesteld.
Artikel 7. Bemiddeling
De commissie onderzoekt of de zaak in de minne kan worden geschikt alvorens
de zaak in behandelingwordt genomen. De secretaris verricht daartoe de
nodige handelingen.
Artikel 8. Uitoefening bevoegdheden
De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden
voor de toepassing van dezeverordening uitgeoefend door de voorzitter van de
commissie:
- a.
- b.
artikel 6:6, voor zover het instellen van een termijn aan de
indiener betreft, een termijnwaarbinnen het niet voldoen aan de
vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet kan
wordenhersteld;
- c.
artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft
tijdens de behandeling door decommissie;
Artikel 9. Vooronderzoek
- 1.
De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste
inlichtingen in te winnen ofte laten inwinnen.
- 2.
De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie
bij deskundigen advies ofinlichtingen inwinnen en hen zo nodig
uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien
daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college
vereist.
Artikel 10. Hoorzitting
- 1.
De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting
waarin de belanghebbendenen het verwerend orgaan in de gelegenheid
worden gesteld zich door de commissie te laten horen.
- 2.
De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de
Awb.
- 3.
Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van
het horen, doet hij daarvanmededeling aan de belanghebbenden en het
verwerend orgaan.
Artikel 11. Uitnodiging zitting
- 1.
De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten
minste twee weken voor dezitting schriftelijk uit.
- 2.
Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het
verwerend orgaan onderopgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het
tijdstip van de zitting te wijzigen.
- 3.
De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week
voor het tijdstip van dezitting aan de belanghebbenden en het verwerend
orgaan meegedeeld.
- 4.
De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of
afwijking toe te staan van determijnen die genoemd zijn in het eerste
tot en met het derde lid.
Artikel 12. Quorum
- 1.
De commissie hoort met haar voorzitter en twee leden.
- 2.
Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het
aantal leden, onder wie in elkgeval de voorzitter, of zijn
plaatsvervanger, aanwezig is.
Artikel 13. Niet-deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de
behandeling van een bezwaarschriftindien daarbij hun onpartijdigheid in het
geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.
Artikel 14. Openbaarheid zitting
- 1.
De zitting van de commissie is openbaar.
- 2.
De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie
of een van de aanwezigeleden het nodig oordeelt of indien een
belanghebbende daartoe een verzoek doet.
- 3.
Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig
zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de
zitting plaats achter gesloten deuren.
Artikel 15. Schriftelijke verslaglegging
- 1.
Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 Awb vermeldt de namen van de
aanwezigen en hunhoedanigheid.
- 2.
Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is
gezegd en wat verder terzitting is voorgevallen.
- 3.
Indien de zitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren
plaatsvond, of indienbelanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden
niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord,maakt het verslag hiervan
melding.
- 4.
Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die
aan het verslag kunnenworden gehecht.
- 5.
Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de
commissie.
Artikel 16. Nader onderzoek
- 1.
Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld,
nader onderzoek wenselijkblijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen
beweging of op verlangen van de andere commissieleden ditonderzoek
houden.
- 2.
De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan
de leden van de commissie,het verwerend orgaan en de belanghebbenden
toegezonden.
- 3.
De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden
kunnen binnen een weekna verzending van de nadere informatie aan de
voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een
nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.
- 4.
Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die
betrekking hebben op dehoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige
toepassing.
Artikel 17. Raadkamer en advies
- 1.
De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het
door haar uit te brengenadvies.
- 2.
De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen
advies.
- 3.
Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de
voorzitter.
- 4.
Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien
die minderheid datverlangt.
- 5.
Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen
beslissing op het bezwaarschrift.Daarnaast is de commissie bevoegd
aanvullende aanbevelingen aan het bestuursorgaan te doen.
- 6.
Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie
ondertekend.
Artikel 18. Uitbrengen advies en verdaging
- 1.
Het advies wordt, onder medezending van het verslag, bedoeld in artikel
15 en eventueel door decommissie ontvangen nadere informatie en nader
verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaandat op het
bezwaarschrift dient te beslissen.
- 2.
Een kopie van het advies wordt samen met het verslag als bedoeld in
artikel 15 verzonden aanbezwaarde of diens gemachtigde en eventueel
derde-belanghebbenden.
- 3.
Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn
van 12 weken, genoemd inartikel 7:10, eerste lid, van de Awb ,
ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en
het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig
de beslissing te verdagen.
- 4.
Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de
belanghebbenden een afschrift.
Artikel 19. Jaarverslag
De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan de bestuursorganen verslag uit
van haar werkzaamheden in hetvoorafgaande kalenderjaar.
Artikel 20 Mandaat secretaris
De voorzitter van de commissie kan de secretaris opdragen de aan
eerstgenoemde toegekendebevoegdheden namens hem uit te voeren.
Artikel 21. Intrekken oude regelingen
De Verordening op de behandeling van bezwaarschriften, zoals vastgesteld op
16 december 2010 door deraad wordt ingetrokken.
Artikel 22. Citeertitel en inwerkingtreding
Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening commissie
bezwaarschriften" en treedt inwerking op 1 juli 2013.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 juni 2013
De voorzitter, De griffier,
De burgemeester, De secretaris,