Organisatie | Den Helder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive WWB |
Citeertitel | Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive WWB |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 17, eerste lid en artikel 8 WWB
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-01-2013 | 01-01-2013 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 17-12-2012 Stadsnieuws 2013, 3 | RB12.0221 |
Hoofdstuk 2 Bescherming beslagvrije voet bij verrekening wegens recidive
Aldus besloten in de raadsvergadering
van 17 december 2012.
Koen Schuiling, voorzitter
mr. drs. M. Huisman, griffier
Op 1 januari 2013 treedt de “Wet aanscherping Handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving” in werking, waarbij een bestuurlijke boete wordt opgelegd bij schending van de inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 17, eerste lid WWB.
Bij recidive wil de wetgever een hogere bestuurlijke boete opleggen, in beginsel 150% van het benadelingsbedrag. Daarnaast wil de wetgever de bestuurlijke boete bij recidive volledig verrekenen met de (toekomstige) uitkering en daarbij de beslagvrije voet tijdelijk buiten werking stellen totdat de boete is afbetaald.
In artikel 8 van de WWB is daartoe expliciet bepaald dat de gemeenteraad bij verordening deze uitoefening van de bevoegdheid vastlegt.
In dit artikel is een aantal begrippen nader omschreven. Deze omschrijvingen behoeven geen nadere toelichting. Ter verduidelijking wordt hierbij nog wel opgemerkt dat op grond van artikel 18a, vijfde lid, van de WWB sprake is van recidive wanneer binnen vijf jaar na het opleggen van een bestuurlijke boete of strafrechterlijke sanctie opnieuw niet voldaan wordt aan de verplichtingen van artikel 17, eerste lid, van de WWB of artikel 30c, tweede en derde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.
Wanneer er een onvoorwaardelijke gevangenisstraf is opgelegd, is het bovengenoemde tijdvak geen vijf maar tien jaar (artikel 18a, zesde lid, WWB).
Artikel 2 Verrekenen zonder in achtneming beslagvrije voet
Een recidiveboete wordt, wanneer belanghebbende een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand ontvangt, gedurende drie maanden verrekend met deze uitkering zonder dat daarbij rekening gehouden wordt met de beslagvrije voet. Dit betekent dat de gehele uitkering aangewend wordt om de recidiveboete te voldoen. Het uitgangspunt hierbij is dat fraude niet mag lonen. In deze situatie is sprake van een herhaaldelijke schending van de inlichtingenplicht waardoor te veel of ten onrechte bijstand is verstrekt en de gemeente dus herhaaldelijk is benadeeld.
In dit kader wordt nog opgemerkt dat met de tweede nota van wijziging (33 207) de bepalingen over de verrekening van de bestuurlijke boete bij recidive aangevuld is de Wet aanscherping Handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving met een nieuw lid op grond waarvan een deel van de uitkering wordt vrijgelaten in verband met zorgkosten en woonkosten en de kosten van kinderen.
Voor de WWB is een dergelijke voorziening NIET noodzakelijk geacht, omdat bij een volledige verrekening van de bijstandsuitkering de zorgtoeslag, de huurtoeslag en kindgebonden budget behouden blijven.
Voor andere uitkeringen geldt voor de verrekening van de bestuurlijke boete een termijn van vijf jaar. Vanwege de minimum bestaansvoorziening is deze termijn in de WWB vastgesteld op ten hoogste drie maanden.
Artikel 3 Verrekenen met in achtneming beslagvrije voet
Op grond van dit artikel kan het college in individuele gevallen op grond van dringende redenen, in afwijking van artikel 2, besluiten om de recidiveboete te verrekenen met een lopende bijstandsuitkering met in achtneming van de beslagvrije voet.
Een voorbeeld van dringende redenen kan zijn wanneer een gezin met één of meerdere minderjarige kinderen door een verrekening van de recidiveboete zonder in achtneming van de beslagvrije voet een zodanige huurachterstand oploopt welke zou leiden tot een huisuitzetting.
Bij het verrekenen van de recidiveboete moet in alle gevallen de omstandigheden van de persoon of gezin onderzocht worden. Daarbij dient een afweging gemaakt te worden tussen de individuele omstandigheden ten opzichte van het feit dat er sprake is een herhaaldelijke schending van de inlichtingenplicht waardoor de gemeente is benadeeld.
Het enkele feit dat een persoon of gezin door de verrekening zonder in achtneming van de beslagvrije voet geen middelen heeft om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te kunnen voorzien, wordt niet aangemerkt als dringende reden.
Artikel 4 Eerder opgelegde bestuurlijke boetes
De bevoegdheid om te verrekenen met de beslagvrije voet is ook van toepassing op eerder opgelegde bestuurlijke boetes voor zover op het moment van verrekening van de recidiveboete die eerdere boetes nog niet zijn voldaan (artikel 60b, derde lid, WWB).
In dit artikel is geregeld dat de bepalingen in deze verordening ook van toepassing zijn op de nog openstaande boetes, wanneer het college deze boetes gaat verrekenen.