Organisatie | Ameland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beheersverordening Strandweg Nes |
Citeertitel | Beheersverordening Strandweg Nes |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Beheersverordening Strandweg Nes |
De hoofddoelstelling van de beheersverordening is het bieden van een actueel planologisch kader waarbij het bestaande gebruik en de bestaande bouwwerken het uitgangspunt zijn. De digitale beheersverordening is ook via de landelijke website, www.ruimtelijkeplannen.nl, beschikbaar. De digitale beheersverordening zoals deze staat op de landelijke website is authentiek en rechtsgeldig boven de analoge versie. Op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening vervalt het bestemmingsplan voor het gebied waarop de beheersverordening betrekking heeft.
Gehele verordening inclusief bijlagen en toelichting is te vinden via de volgende link: http://www.ruimtelijkeplannen.nl/web-roo/roo/bestemmingsplannen?planidn=NL.IMRO.0060.130203-VG01
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-07-2013 | Nieuwe regeling | 24-06-2013 | RB10d-6-13 | ||
04-07-2013 | Nieuwe regeling | 24-06-2013 | RB10d-6-13 |
Artikel 2 Bouw- en gebruiksregels
Artikel 4 Ecologische Hoofdstructuur
HOOFDSTUK 2 OVERGANGS- EN SLOTREGELS
Artikel 5 Overgangsrecht gebruik
Artikel 6 Overgangsrecht bouwen
Gehele verordening inclusief bijlagen en toelichting is te vinden via de volgende link: http://www.ruimtelijkeplannen.nl/web-roo/roo/bestemmingsplannen?planidn=NL.IMRO.0060.130203-VG01
In deze regels wordt verstaan onder:
de beheersverordening Strandweg Nes van de gemeente Ameland;
het gebied waarop deze verordening van toepassing is, vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0060.130203-VG01 met bijbehorende bestanden;
het (al dan niet aanwezige) gebruik van de gronden en bouwwerken zoals toegestaan conform:
a. een in werking getreden bestemmings- of wijzigingsplan;
b. een omgevingsvergunning voor het gebruik;
1.4 bestaande legale bouwwerken:
bouwwerken die op het tijdstip van de vaststelling van de verordening:
a. aanwezig zijn én bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn gebouwd;
b. nog kunnen worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Artikel 2 Bouw- en gebruiksregels
In het verordeningsgebied gelden de volgende regels:
a. ten aanzien van het gebruik, het bouwen en het uitvoeren van werken en werkzaamheden geldt de regeling zoals opgenomen in Bijlage 1 Voorschriften Strandweg Nes, en de daarbij behorende kaart, zoals opgenomen in Bijlage 2 Strandweg Nes Kaart - met inachtneming van het bepaalde in lid b;
b. in afwijking van het bepaalde in lid a, is de regeling in Bijlage 1 Voorschriften Strandweg Nes voor zover het betreft de in de artikelen genoemde leden 'Nadere eisen' en 'Wijzigingsbevoegdheid', alsmede de artikelen, 'Overgangsbepalingen', 'Strafbepaling' en 'Slotbepaling' niet van toepassing;
c. in aanvulling op het bepaalde in lid a geldt, voor zover het bestaande legale gebruik (bouwen en gebruik) afwijkt van hetgeen in artikel 2 Bouw- en gebruiksregels is geregeld, het volgende:
1. de in het verordeningsgebied gelegen gronden en bestaande legale bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande legale gebruik;
2. bestaande legale bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen en op dezelfde locatie;
d. daar waar in Bijlage 1 Voorschriften Strandweg Nes 'aanlegvergunningen' staat, wordt gelezen: 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden';
e. daar waar in Bijlage 1 Voorschriften Strandweg Nes 'vrijstelling verlenen' staat, wordt gelezen: 'afwijken';
f. daar waar in Bijlage 1 Voorschriften Strandweg Nes 'vrijstelling' of 'vrijstellingsbevoegdheid' staat, wordt gelezen: 'afwijking'.
Ter plaatse van het besluitvlak 'Archeologie' gelden de volgende regels.
3.1.1 Omgevingsvergunning voor het bouwen
Voor nieuwe en de uitbreiding van bestaande bouwwerken met een oppervlakte groter dan 500 m² en dieper dan -0,30 m, moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin:
a. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en
b. in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
3.1.2 Voorwaarden omgevingsvergunning voor het bouwen
Indien uit het in lid 3.1.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
b. de verplichting tot het doen van opgravingen;
c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan de bij de vergunning te stellen kwalificaties.
3.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen, een omgevingsvergunning vereist:
a. het ontgronden, afgraven (waaronder het graven van watergangen en waterpartijen), egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
b. het uitvoeren van overige grond bewerkingen;
c. het verwijderen en/of aanbrengen van bomen en diepwortelende beplanting;
d. het aanleggen van ondergrondse energie-, transport- en of communicatieleidingen.
3.2.2 Uitzondering vergunningsplicht
Het bepaalde in lid 3.2.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
a. het normale onderhoud betreffen;
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
c. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen worden uitgevoerd, mits verricht door een daartoe bevoegde instantie;
d. niet dieper gaan dan 0,30 m beneden het maaiveld en een kleinere oppervlakte dan 500 m² beslaan.
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
Een omgevingsvergunning kan pas worden verleend indien door de aanvrager een rapport is overgelegd waarin:
a. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en
b. in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
Alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend moet er ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies worden ingewonnen bij een ter zake deskundige.
3.2.6 Voorwaarden omgevingsvergunning
Indien uit het in lid 3.2.4 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning:
a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
b. de verplichting tot het doen van opgravingen;
c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan de bij de vergunning te stellen kwalificaties.
Artikel 4 Ecologische Hoofdstructuur
Ter plaatse van het besluitvlak 'Ecologische Hoofdstructuur' gelden de volgende regels.
Er mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken ten dienste van de functie, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 2 m mag bedragen en dat de regels, opgenomen in artikel 2 Bouw- en gebruiksregels onverminderd van toepassing zijn, tenzij dit strijdig is met de belangen van Ecologische Hoofdstructuur.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
a. het opslaan van mest en/of andere landbouwproducten;
b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden;
c. het omzetten van gras- en/of schraalland ten behoeve van een ander agrarisch gebruik;
d. het ploegen en frezen van gronden;
e. het gebruik van gebouwen ten behoeve van bewoning;
f. het gebruik van de stranden als parkeerterrein ten behoeve van het gebruik van de strandpaviljoens;
g. de opslag van goederen ten behoeve van de strandpaviljoens buiten de gebouwen;
h. het nalaten en/of het plegen van onderhoud en ingrepen, die de veiligheid van de zeekering in gevaar brengen;
i. het gebruik van de gronden voor exploratieboringen en/of seismologisch onderzoek.
4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
a. het ontgronden, af- en/of vergraven, egaliseren en/of ophogen van gronden;
b. het verwijderen van bomen en/of houtgewas, alsmede de verwijdering van bodem- en oevervegetaties;
c. het dempen, graven, verdiepen en/of verbreden van plassen, sloten en/of andere watergangen en/of -partijen;
d. het aanleggen, verharden en/of verbreden van wegen en paden;
e. het aanbrengen van drainage;
f. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het extensief dagrecreatief medegebruik en/of het educatief medegebruik;
g. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.
Het bepaalde in lid 4.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
a. het normale onderhoud en/of het normale natuurbeheer betreffen;
b. passen binnen een beheersplan ex artikel 19a en/of artikel 19b van de Natuurbeschermingswet 1998.
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke, de natuurlijke waarden.
HOOFDSTUK 2 OVERGANGS- EN SLOTREGELS
Artikel 5 Overgangsrecht gebruik
a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
b. Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met de beheersverordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
d. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan of de voorheen geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan of de verordening.
Artikel 6 Overgangsrecht bouwen
a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
c. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan of de daarvoor geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan of de verordening.
Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking van het raadsbesluit.
Deze verordening wordt aangehaald als: beheersverordening Strandweg Nes.