Organisatie | Mill en Sint Hubert |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010 |
Citeertitel | Legesverordening 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
In de tekst zijn de verordeningen tot 1e, 2e , 3e en 4e wijziging van de Legesverordening 2010 verwerkt.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 09-03-2014 | Vierde wijziging | 12-12-2013 onbekend | Onbekend | |
01-01-2011 | 01-01-2012 | Eerste wijziging | 16-12-2010 Onbekend | Onbekend | |
28-12-2009 | Onbekend | 10-12-2009 Onbekend | Onbekend |
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010
Besluit behorende bij het voorstel tot vaststelling en aanpassing van de belastingtarieven voor het belastingjaar 2013.
De raad van de gemeente Mill en Sint Hubert;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12 november 2013;
gehoord de commissie Samenlevingszaken en Bestuur van 3 december 2013;
gelet op artikel 229,eerste lid aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb. 2011,440)
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor
a. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
b. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.
Leges worden voorts niet geheven voor:
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
De bepalingen die op grond van deze verordening worden gewijzigd blijven van toepassing op belastbare feiten:
a. die zich voor de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan;
b. waarop de Wet ruimtelijke ordening of de Woningwet zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht nog moeten worden toegepast.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de gewijzigde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges in die periode plaatsvindt.
In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid, treedt titel 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel in werking op het tijdstip waarop de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Staatsblad 2008, 496) en de Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Kamerstukken 31953) in werking treden. De datum waarop dit tijdstip valt is tevens de datum van ingang van de heffing voor die titel.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Mill en Sint Hubert in zijn openbare vergadering van 12 december 2013.
De raad voornoemd,
De Griffier, De Voorzitter,
Artikelsgewijze toelichting op de wijzigingen in de legesverordening 2010
Toegevoegd is een vrijstellingsbepaling (onderdeel b) dat ziet op het oprichten, het veranderen of veranderen van de werking of het in werking hebben van een (milieu-)inrichting of mijnbouwwerk (artikel 2.1, eerste lid, onderdeel e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Hiervoor kunnen geen leges worden geheven op grond van artikel 2.9, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Dit is dus een wettelijke vrijstelling, die wij voor een goed begrip hebben opgenomen in de legesverordening. Ook als u deze niet is opgenomen in de legesverordening, geldt deze vrijstelling. Zoals bekend zijn de milieuleges met ingang van 1 januari 1998 wettelijk onmogelijk geworden (artikel 15.34a Wet milieubeheer en artikel 86a Wet bodembescherming). Dat is in de Wabo doorgetrokken. Gemeenten zijn en worden gecompenseerd via het gemeentefonds. Andere wettelijk geregelde vrijstellingen hebben wij niet meer opgenomen.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
Toegevoegd is ‘maatstaven van heffing en’ in de titel en de tekst.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Dit artikel is nieuw en houdt verband met hoofdstuk 4 van titel 2 van de tarieventabel. Hierin is opgenomen dat aanspraak bestaat op vermindering van leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning als de aanvraag op meer dan vijf activiteiten betrekking heeft. De vermindering of teruggaaf kan ambtshalve worden toegepast (artikel 65 AWR) – direct bij het berekenen van de leges – of op aanvraag (artikel 242 Gemeentewet).
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Dit is een nieuw artikel. Het college is, onder strikte voorwaarden, bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar.
Dit artikel is ook nieuw. Op grond van de Aanwijzingen voor de decentrale regelgeving moeten intrekking van de oude verordening, overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel in afzonderlijke artikelen geregeld worden. Wij hebben de oude verordening niet ingetrokken.
De Aanwijzingen voor de decentrale regelgeving bepalen dat een regeling niet kan worden ingetrokken als een deel daarvan nog van toepassing moet blijven. Dat kan wel als de bepalingen die van toepassing moeten blijven worden opgenomen in de nieuwe verordening. Hoofdstuk 5, Bouwgerelateerde leges, van de tarieventabel van de bestaande legesverordening moet nog van toepassing blijven op feiten waarop de pre-Wabo-bepalingen nog van toepassing zijn.
Dit kan zich blijkens de Invoeringswet Wabo voordoen bij eerste en tweede fasebouwvergunningen (artikel 1.3 van paragraaf 1.2 van hoofdstuk 1 van de Invoeringswet Wabo).
Omdat hoofdstuk 5 van de bestaande tarieventabel een zeer omvangrijk hoofdstuk is, hebben wij ervoor gekozen om deze niet in de nieuwe legesverordening op te nemen. Wij laten met artikel 12 alle bepalingen uit de bestaande verordening vervallen, met uitzondering dus van hoofdstuk 5. De vervallen bepalingen blijven wel van toepassing op de belastbare feiten die zich voor de inwerkingtreding van de (bepalingen in de) nieuwe verordening hebben voorgedaan. Achtereenvolgens bevat artikel 12 het overgangsrecht dat verband houdt met de inwerkingtreding van:
In het derde lid is geregeld dat de beoogde verhoging van de legestarieven met 2 % en het nieuwe bouwlegesregiem ter verbetering van de kostendekking ook na 1 januari 2010 tot de inwerkingtreding van de Wabo toch kan worden toegepast.
Omdat voor 2010 een nieuwe legesverordening wordt vastgesteld, hebben wij het vijfde lid opgenomen. Hierdoor blijft de bestaande uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen die het college heeft vastgesteld ook onder de nieuwe legesverordening van kracht.
Door de splitsing overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel is in artikel 13 alleen de inwerkingtreding en de datum van ingang van de heffing geregeld. Het eerste en tweede lid betreffen de reguliere legesaanpassingen. Het derde lid betreft de Wabo-aanpassingen. Het vierde lid ziet op de aanpassingen als gevolg van de Europese Dienstenrichtlijn (EDR). De EDR is op 28 december 2006 in werking getreden en moet uiterlijk 28 december 2009 in de nationale wetgeving zijn geïmplementeerd.
Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens | ||||
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning | ||||
Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project | ||||