Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Mill en Sint Hubert

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Mill en Sint Hubert
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges 2010
CiteertitelLegesverordening 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

In de tekst is de verordening tot 1e wijziging van de legesverodening 2010 verwerkt.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Artikel 229 Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201101-01-2012Eerste wijziging

16-12-2010

Onbekend

Onbekend
28-12-2009Onbekend

10-12-2009

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010

Besluit behorende bij het voorstel tot vaststelling en aanpassing van de belastingtarieven voor het belastingjaar 2011.

De raad van de gemeente Mill en Sint Hubert;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 9 november 2010;

gehoord de commissie Samenlevingszaken en Bestuur van 30 november 2010;

gelet op de artikelen 156, tweede lid, aanhef en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

BESLUIT

vast te stellen de:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1. Leges worden niet geheven voor stukken, inlichtingen of nasporingen waarvan de kosteloze afgifte, verstrekking of verrichting bij enig wettelijk voorschrift aan de gemeentebesturen is opgelegd.

  • 2. Leges worden voorts niet geheven voor:

    • a.

      diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

    • b.

      diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9 , eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

  • 1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4. (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);

    • 5.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 6.

      onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 7.

      hoofdstuk 14 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De bepalingen die op grond van deze verordening worden gewijzigd blijven van toepassing op belastbare feiten:

    a. die zich voor de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan;

    b. waarop de Wet ruimtelijke ordening of de Woningwet zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht nog moeten worden toegepast.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de gewijzigde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges in die periode plaatsvindt.

  • 3. Deze verordening treddt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 4. De datum van de ingang van de heffing is 1 januari 2011.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 3. In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid, treedt titel 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel in werking op het tijdstip waarop de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Staatsblad 2008, 496) en de Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Kamerstukken 31953) in werking treden. De datum waarop dit tijdstip valt is tevens de datum van ingang van de heffing voor die titel.

  • 4. In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid, treedt titel 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel in werking op 28 december 2009, welke datum tevens de datum van ingang van de heffing voor die titel is.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2010.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Mill en Sint Hubert in zijn openbare vergadering van 16 december 2010.

De raad voornoemd,

De Griffier, De Voorzitter,

Mw. S de Best-Boere mr. J.Th.C.M. Verheijen

Artikelsgewijze toelichting op de wijzigingen in de legesverordening 2010

Artikel 1 tot en met 3

Deze zijn ten opzichte van de vorige verordening niet gewijzigd.

Artikel 4 Vrijstellingen

Toegevoegd is een vrijstellingsbepaling (onderdeel b) dat ziet op het oprichten, het veranderen of veranderen van de werking of het in werking hebben van een (milieu-)inrichting of mijnbouwwerk (artikel 2.1, eerste lid, onderdeel e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Hiervoor kunnen geen leges worden geheven op grond van artikel 2.9, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Dit is dus een wettelijke vrijstelling, die wij voor een goed begrip hebben opgenomen in de legesverordening. Ook als u deze niet is opgenomen in de legesverordening, geldt deze vrijstelling. Zoals bekend zijn de milieuleges met ingang van 1 januari 1998 wettelijk onmogelijk geworden (artikel 15.34a Wet milieubeheer en artikel 86a Wet bodembescherming). Dat is in de Wabo doorgetrokken. Gemeenten zijn en worden gecompenseerd via het gemeentefonds. Andere wettelijk geregelde vrijstellingen hebben wij niet meer opgenomen.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

Toegevoegd is ‘maatstaven van heffing en’ in de titel en de tekst.

Artikel 6 Wijze van heffing

Ongewijzigd.

Artikel 7 Termijnen van betaling

Ongewijzigd.

Artikel 8 Kwijtschelding

Ongewijzigd.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Dit artikel is nieuw en houdt verband met hoofdstuk 4 van titel 2 van de tarieventabel. Hierin is opgenomen dat aanspraak bestaat op vermindering van leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning als de aanvraag op meer dan vijf activiteiten betrekking heeft. De vermindering of teruggaaf kan ambtshalve worden toegepast (artikel 65 AWR) – direct bij het berekenen van de leges – of op aanvraag (artikel 242 Gemeentewet).

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Dit is een nieuw artikel. Het college is, onder strikte voorwaarden, bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Ongewijzigd

Artikel 12 Overgangsrecht

Dit artikel is ook nieuw. Op grond van de Aanwijzingen voor de decentrale regelgeving moeten intrekking van de oude verordening, overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel in afzonderlijke artikelen geregeld worden. Wij hebben de oude verordening niet ingetrokken.

De Aanwijzingen voor de decentrale regelgeving bepalen dat een regeling niet kan worden ingetrokken als een deel daarvan nog van toepassing moet blijven. Dat kan wel als de bepalingen die van toepassing moeten blijven worden opgenomen in de nieuwe verordening. Hoofdstuk 5, Bouwgerelateerde leges, van de tarieventabel van de bestaande legesverordening moet nog van toepassing blijven op feiten waarop de pre-Wabo-bepalingen nog van toepassing zijn.

Dit kan zich blijkens de Invoeringswet Wabo voordoen bij eerste en tweede fasebouwvergunningen (artikel 1.3 van paragraaf 1.2 van hoofdstuk 1 van de Invoeringswet Wabo).

Omdat hoofdstuk 5 van de bestaande tarieventabel een zeer omvangrijk hoofdstuk is, hebben wij ervoor gekozen om deze niet in de nieuwe legesverordening op te nemen. Wij laten met artikel 12 alle bepalingen uit de bestaande verordening vervallen, met uitzondering dus van hoofdstuk 5. De vervallen bepalingen blijven wel van toepassing op de belastbare feiten die zich voor de inwerkingtreding van de (bepalingen in de) nieuwe verordening hebben voorgedaan. Achtereenvolgens bevat artikel 12 het overgangsrecht dat verband houdt met de inwerkingtreding van:

  • -

    de jaarlijkse aanpassing van de legestarieven (1 januari 2010) (eerste lid);

  • -

    de Europese Dienstenrichtlijn (EDR), die 28 december 2009 in onze regelgeving moet zijn geïmplementeerd (tweede lid);

  • -

    de Wabo (nog niet bekend, maar waarschijnlijk 1 januari 2010) (derde lid)

In het derde lid is geregeld dat de beoogde verhoging van de legestarieven met 2 % en het nieuwe bouwlegesregiem ter verbetering van de kostendekking ook na 1 januari 2010 tot de inwerkingtreding van de Wabo toch kan worden toegepast.

Omdat voor 2010 een nieuwe legesverordening wordt vastgesteld, hebben wij het vijfde lid opgenomen. Hierdoor blijft de bestaande uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen die het college heeft vastgesteld ook onder de nieuwe legesverordening van kracht.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Door de splitsing overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel is in artikel 13 alleen de inwerkingtreding en de datum van ingang van de heffing geregeld. Het eerste en tweede lid betreffen de reguliere legesaanpassingen. Het derde lid betreft de Wabo-aanpassingen. Het vierde lid ziet op de aanpassingen als gevolg van de Europese Dienstenrichtlijn (EDR). De EDR is op 28 december 2006 in werking getreden en moet uiterlijk 28 december 2009 in de nationale wetgeving zijn geïmplementeerd.

Artikel 14 Citeertitel

Het laatste lid van de gebruikelijke inwerkingtredingsbepaling hebben wij nu in een afzonderlijk artikel vormgegeven.