Artikel 1: Begripsomschrijvingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
- a.
boom: een houtige opgaande plant met één of meerdere stammen
- b.
beschermde boom/bomen: een boom die is vermeld op de kaart
“beschermd groen” en
opgenomen op de lijst/register van beschermde bomen
- c.
monumentale boom: beschermde boom met een leeftijd van minimaal 60
jaar.
- d.
potentieel monumentale boom: beschermde boom met een leeftijd tot 60
jaar
- e.
boomgroep: minimaal 3 beschermde bomen op geringe afstand van
elkaar
- f.
structuurbomen: een verzameling beschermde bomen die samen een, al
dan niet
onderbroken, lijn of andere verbindingsstructuur vormen door het
gebied.
- g.
boomzone: een begrensd gebied van beschermde bomen met een
specifieke
waarde of kwaliteit dat een samenhangend geheel vormt.
- h.
kaart “beschermd groen” topografische kaart met daarop aangegeven
boomzones,
structuurbomen, boomgroepen of (potentieel) monumentale bomen,
met bijbehorende lijst/register. Indien er een verschil is tussen
de
kaart en de lijst/het register dan is de kaart doorslaggevend.
- i.
vellen: rooien; kappen; verplanten; het snoeien van meer dan 20
procent
van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen;
het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die
de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van de beschermde
boom ten gevolge kunnen hebben.
j.dunnen: een velling die uitsluitend als een verzorgingsmaatregel ter
bevordering van de groei van de overblijvende bomen beschouwd
moet worden
- k.
boomwaarde: de monetaire waarde van een beschermde boom zoals
getaxeerd
volgens de meest recente richtlijnen van Nederlandse Vereniging
van Taxateurs van Bomen.
- l.
bomen effect analyse: een standaard beoordeling van de gevolgen van
voorgenomen
activiteiten rond een beschermde boom, op basis van landelijke
richtlijnen van de Bomenstichting.
m.bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van
de Wet
algemene bepalingen omgevingsrecht.
n.vergunning: vergunning als bedoeld in hoofdstuk 2 van de Wet algemene
bepalingen omgevingsrecht.
Artikel 2: Kaart “beschermd groen”
- 1.
Het bevoegd gezag stelt een kaart “beschermd groen” en register met
daarop beschermde bomen vast. De kaart met bijbehorende lijst/ register
wordt elke vijf jaar herzien. De kaart en het bijbehorende
lijst/register bevat een samenhangend geheel van:
- ·
- ·
- ·
boomgroep of (potentieel) monumentale boom
- 2.
De kaart bevat de volgende gegevens:
- ·
eenduidige inmeting van de beschermde boom/bomen
- ·
indeling naar categorieën beschermde boom/bomen (boomzone
(vlak), structuurboom (lijn), boomgroep/ (potentieel)
monumentale boom (punt));
- ·
- 3.
Het bijbehorend register van beschermde boom/bomen bevat minimaal de
volgende gegevens:
- ·
redengevende beschrijving;
- ·
- ·
- ·
- ·
- ·
- 4.
Het bevoegd gezag stelt een bijdrageregeling vast voor een
tegemoetkoming in de kosten die noodzakelijk zijn voor het duurzaam in
stand houden van een beschermde boom.
Artikel 3: Kapverbod
- 1.
Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag een beschermde
boom/bomen te vellen of te doen vellen.
- 2.
Het in eerste lid gestelde verbod geldt niet voor een beschermde boom
die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of krachtens een
aanschrijving van het bevoegd gezag.
- 3.
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet indien er, ter behoud
van de structuur, bomen behorende tot de structuurbomen gedund worden.
Artikel 4: Aanvraag vergunning
- 1.
De vergunning moet schriftelijk en gemotiveerd worden aangevraagd, door
of namens degene, die krachtens zakelijk recht of door degene die
krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de
beschermde boom/bomen te beschikken.
- 2.
In geval waarbij vanwege zwaarwegend maatschappelijk belang vergunning
aangevraagd wordt, maakt een bomeneffectanalyse (BEA) onderdeel uit van
de aanvraag. Deze analyse is opgesteld door een onafhankelijke en
gecertificeerde boomdeskundige.
Artikel 5: Criteria
- 1.
Het bevoegd gezag kan de vergunning weigeren of onder voorschriften
verlenen.
- 2.
Een vergunning voor het vellen van een beschermde boom wordt
verleend indien:
- a.
een maatschappelijk belang dat zwaar opweegt tegen duurzaam
behoud van de beschermde boom en;
- b.
alternatieven uitputtend zijn onderzocht of
- c.
naar boomdeskundige maatstaven instandhouding niet langer
verantwoord is ter voorkoming van letsel of schade;
- d.
het kwijnende bomen binnen de structuurbomen betreft.
- 3.
Het bevoegd gezag kan toestemming geven tot direct vellen indien
sprak is van grote
gevaarzetting of vergelijkbaar spoedeisend belang.
Artikel 6: Beleidsregels
Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze regeling nadere
beleidsregels vaststellen.
Artikel 7: Herplant-/instandhoudingplicht
- 1.
Indien een beschermde boom of deel daarvan waarop het verbod tot vellen
van toepassing is, zonder vergunning van het bevoegd gezag is geveld,
dan wel op andere wijze teniet is gegaan, zal het bevoegd gezag aan de
zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de beschermde boom bevond
dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van
voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten
overeenkomstig de door hen te geven aanwijzing binnen een door hen te
stellen termijn.
- 2.
Indien niet ter plaatse kan worden herplant wordt een financiële
bijdrage gestort in het gemeentelijk herplantfonds.
- 3.
Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan wordt
telkens bepaald binnen welke termijn na de herplant en op welke wijze
niet aangeslagen herplant moet worden vervangen.
- 4.
Indien een beschermde boom waarop het verbod tot vellen van toepassing
is in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het bevoegd gezag aan
de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de beschermde boom
bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van
voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen of vergunning
verlenen om:
- ·
overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te
stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt
weggenomen en
- ·
een bomeneffectanalyse (BEA) op te stellen en aan te bieden aan het
bevoegd gezag
- 5.
Degene aan wie een voorschrift of een verplichting als bedoeld in dit
artikel is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is verplicht daaraan
te voldoen.
Artikel 8: Schadevergoeding
Het bevoegd gezag beslist op een verzoek om schadevergoeding bij weigering
van een vergunning tot vellen op grond van artikel 17 van de Boswet.
Artikel 9: Afstand tot erfgrenslijn
De afstand als bedoeld in artikel 5:42 Burgerlijk wetboek wordt vastgesteld
op nihil uitsluitend voor gemeentelijke bomen, heggen en heesters.
Artikel 10: Bestrijding van boomziekten
1.Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het
oordeel van het bevoegd gezag gevaar opleveren van verspreiding van een
boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals
insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het bevoegd gezag
is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen
termijn:
- a.
- b.
conform richtlijnen van de gemeente de gevelde boom direct zodanig de
behandelen dat verspreiding van de boomziekte wordt voorkomen.
- 2.
Het is verboden gevelde bomen of delen daarvan voorhanden of in
voorraad te hebben of te vervoeren, indien het een boomsoort
betreft die de desbetreffende boomziekte kan verspreiden.
- 3.
Het bevoegd gezag kan vergunning verlenen van het onder het
tweede lid van dit artikel gestelde verbod.
- 4.
Het niet voldoen aan de in het eerste lid bedoelde aanschrijving
biedt een basis voor de toepassing van bestuursdwang, waarbij de
noodzakelijke werkzaamheden, voor risico en voor rekening van
aangeschrevene, door of namens de gemeente kunnen worden
verricht.
Artikel 11: Bescherming publieke bomen
- 1.
Het is verboden om bomen die publiek eigendom zijn:
- ·
te beschadigen, te bekladden of te beplakken;
- ·
te snoeien, behoudens door het bevoegde gezag opgedragen
boomverzorgende taken.
- 2.
Het is verboden om een of meer voorwerpen in of aan een openbare
houtopstand aan te
brengen of anderszins te bevestigen, behoudens vergunning van het
bevoegd gezag.
Artikel 12: Strafbepaling
- 1.
Degene aan wie een voorschrift als bedoeld in artikel 7, artikel 9,
artikel 12 is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is gehouden
dienovereenkomstig te handelen.
- 2.
Hij die handelt in strijd met artikel 3, eerste lid, dan wel een
voorschrift onderscheidenlijk een verplichting als bedoeld in het vorige
lid niet na komt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee
maanden of een geldboete van de tweede categorie. Tevens kan een
rechterlijke veroordeling op grond van dit artikel openbaar gemaakt
worden. Bij de strafmaatbepaling kan rekening worden gehouden met de
boomwaarde.
- 3.
Degene, die handelt in strijd met het voorschrift als bedoeld in artikel
11 of in artikel 12 wordt bestraft met een hechtenis van ten hoogste
twee maanden of een boete van de tweede categorie.
Artikel 13: Slotbepaling
- 1.
Deze verordening kan worden aangehaald als: Bomenverordening
2010.
- 2.
Zij treedt in werking met ingang van de dag na de dag van
bekendmaking. Op datzelfde tijdstip vervalt de voorgaande, in
december 2009 vastgestelde, Bomenverordening 2010.
- 3.
De vergunningsaanvragen die zijn ingediend voor de in artikel lid 2
van dit artikel genoemde datum van inwerkingtreding, vallen onder de
vergunning die van kracht was voorafgaand aan deze verordening.
- 4.
In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, treft het bevoegd
gezag de nodige voorzieningen en/of neemt zij de nodige
beslissingen, één en ander mede in overleg met de
belanghebbende.
Artikel 17 Boswet
Indien de gebruiker of eigenaar van een houtopstand tengevolge van een
krachtens provinciale
of gemeentelijke verordening genomen besluit, houdende een verbod tot
vellen
van een houtopstand of een weigering tot ontheffing van een verbod tot
vellen van een
houtopstand, schade lijdt, welke redelijkerwijs niet of niet geheel voor
zijn rekening behoort
te blijven, kennen de in de provinciale, onderscheidenlijk de gemeentelijke
verordening
aangewezen organen hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen
schadevergoeding
uit de provinciale, onderscheidenlijk de gemeentekas toe.