Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tynaarlo

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTynaarlo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2010
CiteertitelVerordening toeristenbelasting 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet artikel 229

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201001-01-2011Onbekend

25-11-2008

Oostermoer 3 december 2009

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Raadsbesluit nr.

Betreft: Verordening toeristenbelasting 2010

De raad van de gemeente Tynaarlo;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2008;

gelet op het bepaalde in artikel 224 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2010

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven met maximaal acht slaapplaatsen, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens, stacaravans of groepsaccommodaties, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en

    soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel

    gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet-commercieel verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan,

    niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd

    zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

  • d.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.

  • e.

    groepsaccommodatie: woningen en andere verblijven met meer dan 8 slaapplaatsen, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie en recreatieve doeleinden.

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-commercieel verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam ‘toeristenbelasting’ een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

1door degene, die:

a als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;

b verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij ter zake van het verblijf in of het ter beschikking houden van die woning forensenbelasting is verschuldigd;

  • 2

    waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting;

  • 3

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijft houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

Artikel 6 Vaststelling van de maatstaf van heffing

  • 1.

    Het aantal personen dat heeft overnacht alsmede het aantal malen dat is overnacht, wordt met betrekking tot vakantieonderkomens, niet-commercieel verhuurde ruimten en mobiele kampeeronderkomens op niet vaste standplaatsen en groepsaccommodaties bepaald op basis van het nachtverblijfregister van de belastingplichtige.

  • 2.

    Ingeval de belastingplichtige niet beschikt over een geautomatiseerd nachtverblijfregister, kan door de gemeente een bij te houden nachtverblijfregister worden verstrekt.

Artikel 7 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1

    Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen bepaald op 3.

  • 2

    Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen welke geschikt zijn voor gebruik of slechts gebruikt mogen worden gedurende een periode van:

    ten hoogste negen maanden bepaald op 45;

    meer dan negen doch ten hoogste twaalf maanden bepaald op 60;

Artikel 8 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 7 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 7 berekende aantal.

Artikel 9 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting € 0,85.

Artikel 10 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 11 Wijze van heffing

De belasting wordt door middel van aanslag geheven.

Artikel 12 Aanslaggrens

Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen.

Artikel 13 Termijnen van betaling

  • 1

    De voorlopige aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, de tweede een maand later en de derde drie maanden later.

  • 2

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de definitieve aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 3

    Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgesteld met de vaststelling van de aanslag.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de gestelde termijnen.

    Artikel 14 Kwijtschelding van belasting

    Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 15 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 16 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 17 Inwerkingtreding citeertitel

  • 1

    De “Verordening toeristenbelasting 2009” van de gemeente Tynaarlo, vastgesteld bij raadsbesluit van 27 november 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 3

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4

    Deze verordening wordt aangehaald als ”Verordening toeristenbelasting 2010”.

Vries, 25 november 2008

De raad voornoemd,

F.van Zuilen, voorzitter

J.L. de Jong, griffier