Hoofdstuk 2 instandhoudingsubsidie gemeentelijke monumenten
Artikel 2 Subsidieplafond
1.De gemeenteraad stelt het subsidieplafond voor de verstrekking van genoemde subsidies jaarlijks vast bij de behandeling van de gemeentebegroting.
Artikel 3 Grondslag en werkingssfeer
- 1.
Op grond van deze verordening kan het college van burgemeester en wethouders aan de eigenaar van een monument subsidie verlenen voor instandhouding-werkzaamheden aan hun gemeentelijk monument of rijksmonument, indien er sprake is van een kerkelijk monument of molen.
- 2.
De subsidie wordt berekend op basis van subsidiabele kosten;
- 3.
Vaststelling van de subsidiabele kosten en subsidietoekenning geschiedt door het college van burgemeester en wethouders;
- 4.
In geval van brand- en of stormschade worden de kosten berekend aan de hand van de kosten van de te treffen voorzieningen minus de bij voldoende dekking uit te keren verzekeringspenningen.
- 5.
het college van burgemeester en wethouders kan in het belang van de monumentenzorg en in gevallen waarin deze verordening niet voorziet afwijken van het bepaalde in deze subsidieverordening.
Artikel 4 Indienen subsidieaanvraag
- 1.
De aanvraag om een subsidie wordt, op een door het college van burgemeester en wethouders beschikbaar gesteld formulier, bij het college van burgemeester en wethouders ingediend.
- 2.
Naast het in het eerste lid genoemde formulier dient de aanvraag te bevatten:
- a.
een plan dat een omschrijving bevat van de te verrichten activiteiten;
- b.
een bouwtechnische rapportage inclusief foto’s en eventueel ander documentatiemateriaal op grond waarvan inzicht kan worden verkregen in de staat van de monumentale waarde van het monument;
- c.
tekeningen, die de bestaande en de toekomstige situatie aangeven;
- d.
de naam en het adres van de voor de uitvoering verantwoordelijke persoon/bedrijf;
- e.
een gespecificeerde begroting van de kosten;
- 3.
Indien voor de werkzaamheden een monumentenvergunning op grond van het bepaalde in de Erfgoedverordening Terneuzen 2008 vereist is, kan volstaan worden met enkel een gespecificeerde begroting van de kosten.
- 4.
Het college kan bepalen dat naast de in het tweede lid genoemde bescheiden andere bescheiden worden overgelegd, dan wel stukken die specifiek betrekking hebben op het type monument.
- 5.
Onder de in het tweede lid, onder c. genoemde bouwtechnische rapportage wordt in elk geval verstaan een door de monumentenwacht Zeeland opgesteld rapport.
- 6.
Een aanvraag kan ingediend worden vanaf 1 januari van het jaar waarin de subsidie wordt verstrekt.
Artikel 5 Beoordeling subsidieverzoeken
- 1.
Aanvragen om subsidie worden in volgorde van binnenkomst behandeld met in achtneming van artikel 2 en artikel 3 lid 3 van deze verordening.
- 2.
Bij de beslissing op aanvragen om geldelijke steun houdt het college in elk geval rekening met:
- a.
de monumentale waarde van het object;
- b.
de bouwtechnische- en uiterlijke staat van het monument alsmede het gebruik daarvan, mede in relatie tot zijn omgeving, zulks zo veel mogelijk te staven door een deskundigenrapport.
- 3.
a. Aanvragen om subsidie waarover in verband met het overschrijden van het subsidieplafond niet positief kan worden beschikt, worden door het college van burgemeester en wethouders voor dat betreffende jaar afgewezen;
b.Aanvragen als bedoeld in lid a van dit artikel behoeven niet opnieuw te worden ingediend. Deze worden in het eerst volgend jaar, waarop door de gemeenteraad een subsidieplafond is vastgesteld op de oorspronkelijk ingediende volgorde als eerste in behandeling genomen.
- 4.
Met de uitvoering van de werkzaamheden mag niet worden begonnen voordat op de aanvraag om subsidie door het college van burgemeester en wethouders is beslist. Op verzoek van de eigenaar kan desgewenst, vooruit lopend op de te nemen beslissing omtrent de subsidieverlening door het college van burgemeester en wethouders, met de werkzaamheden worden gestart nadat de subsidiabele restauratiekosten zijn vastgesteld.
Artikel 6 Beslissingstermijn
Het college van burgemeester en wethouders beslist omtrent een volledige aanvraag om subsidie binnen acht weken. Zij kunnen hun beslissing éénmaal voor ten hoogste acht weken verdagen.
Artikel 7 Subsidiabele instandhoudingwerkzaamheden
Als subsidiabele instandhoudingwerkzaamheden kunnen in beginsel in aanmerking komen:
- a.
onderdeel dak: reparatie van dakbedekking, vervangen pannen, herstel dakbeschot, zink of lood;
- b.
onderdeel schoorstenen: reparaties;
- c.
onderdeel goten of hemelwaterafvoeren: herstel en raparaties;
- d.
onderdeel gevels: voegen, pleisteren, metselwerk of natuursteen en vocht bestrijding;
- e.
onderdeel vensters: reparaties en herstel van buitenkozijnen, inclusief luiken en buitendeuren, ramen en besponning;
- f.
onderdeel draagconstructies: partieel herstel van (delen) van houten gebint- en kapconstructies;
- g.
monumentale (interieur) onderdelen, zoals benoemd in de omschrijving van het gemeentelijk monument op de gemeentelijke monumentenlijst;
- h.
rieten daken: aan- en afvoer en verwerken van riet, bindmateriaal, sporen, rietlatten, nokvorsten, kantplanken en steigermateriaal;
- i.
werkzaamheden aan fundering.
Artikel 8 Subsidiabele kosten en subsidiebijdrage
- 1.
Berekening van de subsidie bijdrage vindt plaats op basis van de vastgestelde subsidiabele kosten. De subsidiebijdrage bedraagt 50 % van de vastgestelde subsidiabele kosten met een maximum van 2% van de laatst vastgestelde WOZ waarde van het in de aanvraag vermelde opstal.
- 2.
Voor zover de kosten van voorzieningen op grond van een verzekering worden gedekt of op andere wijze worden vergoed blijven die kosten voor het bepalen van de subsidiabele onderhoudskosten buiten beschouwing.
- 3.
De onder 1 genoemde bijdrage wordt ten hoogste éénmaal per twee jaar beschikbaar gesteld.
- 4.
De subsidie voor kerkelijke monumenten van de in een kalenderjaar gemaakte onderhoudskosten bedraagt 20 % van de door het rijk en/of provincie Zeeland subsidiabel verklaarde onderhoudskosten, met een maximum van € 2.269,00 per object.
- 5.
voor een molen als bedoeld in artikel 1, sub l, bestaat de subsidie 25 % van de subsidiabel verklaarde onderhoudskosten, met een maximum van € 1.702,00. De subsidie voor een molen als bedoeld in artikel 1, sub m, bedraagt dit de helft van dit bedrag. Verder bestaat de subsidie uit een jaarlijkse bijdrage in de exploitatielasten van maximaal € 2.000,00. Subsidiabel zijn de verzekeringskosten alsmede de onderhoudskosten voor zover die niet op grond van andere regelingen subsidiabel zijn. Ook het gedeelte van de onderhoudskosten, die resteren na aftrek van de subsidie, als bedoeld in de eerste volzin, komen voor dit onderdeel in aanmerking.
Artikel 9 Weigeringsgronden
De subsidieaanvraag wordt geweigerd indien:
- 1.
met de uitvoering van de werkzaamheden is begonnen voordat op de aanvraag door burgemeester en wethouders is beslist;
- 2.
Voor de te verrichten werkzaamheden een vergunning op grond van de ‘Monumentenverordening Terneuzen 2008’is vereist en deze is geweigerd;
- 3.
De subsidiabele instandhoudingkosten minder bedragen dan € 500,00
Artikel 10 Subsidieverplichtingen
- 1.
De subsidie voor de instandhoudingwerkzaamheden wordt verleend onder oplegging van de verplichting dat:
- a.
Binnen 26 weken na het besluit tot verlening van subsidie met de werkzaamheden wordt begonnen. In bijzondere situaties kan deze termijn met 13 weken worden verlengd.
- b.
De start van de werkzaamheden tenminste één week van tevoren schriftelijk bij het college van burgemeester en wethouders wordt gemeld;
- c.
De schriftelijke gereedmelding van de werkzaamheden bij het college van burgemeester en wethouders uiterlijk anderhalf jaar na subsidieverlening moet zijn ingediend.
- d.
De ontvanger van de subsidie is gehouden de nodige inspanningen te leveren om het monument in een goede staat (van onderhoud) te houden, bijvoorbeeld door daartoe regulier onderhoud te plegen.
- 2.
Het college van burgemeester en wethouders kan aan de subsidieverlening nog andere verplichting verbinden, onder meer met betrekking tot de verwezenlijking van het doel van de subsidie.
Artikel 11 Definitieve vaststelling en uitbetaling van subsidie
- 1.
De definitieve vaststelling vindt plaats nadat:
- a.
de werkzaamheden op grond waarvan de subsidie is verleend schriftelijk gereed zijn gemeld onder overlegging van de daarop betrekking hebbende afrekening met betalingsbewijzen;
- b.
de onder a. bedoelde werkzaamheden door het college van burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.
- 2.
Indien tijdens controle van de werkzaamheden blijkt dat niet overeenkomstig de monumentenvergunning is gehandeld dan wel is afgeweken van hetgeen de aanvrager eerder schriftelijk te kennen heeft gegeven, kan dit leiden tot verlaging c.q. intrekking van de subsidie.
- 3.
Indien de overgelegde bescheiden niet voldoen, wordt de aanvrager door het college van burgemeester en wethouders gedurende twee weken in de gelegenheid gesteld de ontbrekende gegevens te complementeren. Op basis van de bevindingen stelt het college van burgemeester en wethouders de definitieve subsidietoekenning vast.
- 4.
In het belang van de voortgang van de werkzaamheden kan een voorschot van ten hoogste 60 % van de subsidieverlening beschikbaar worden gesteld. Uitbetaling gebeurt uiterlijk binnen vier weken na het besluit tot vaststelling van het subsidiabele bedrag. De uitvoering van de in de aanvraag vermelde werkzaamheden dienen in dat geval voor minstens hetzelfde percentage te zijn verricht en te zijn goedgekeurd.
- 5.
Uitbetaling geschiedt uitsluitend op een door de aanvrager op te geven bank- of girorekening.
Hoofdstuk 4 Slot- en overgangsbepalingen
Artikel 13 Toezicht
- 1.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen personen.
- 2.
Aan de toezichthouders bedoeld in lid 1 komen slechts de bevoegdheden toe als genoemd in paragraaf 5 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 14 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.
- 2.
Op deze datum reeds verleende subsidies ten behoeve van gemeentelijke monumenten of Rijksmonumenten vallen niet onder deze verordening.
Artikel 15 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als Subsidieverordening cultureel erfgoed Terneuzen 2008