Organisatie | Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Delegatie- en Mandaatbesluit |
Citeertitel | ''Delegatiebesluit Holland Rijnland'' |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | Onbekend. | 18-12-2013 Website Holland Rijnland en Gemeentelijke pagina's deelnemende gemeenten | 05/ 340 | ||
25-06-2013 | Onbekend | 16-03-2005 Website Holland Rijnland en Gemeentelijke pagina's deelnemende gemeenten | 05/ 340 |
Voor zover die bevoegdheden niet reeds zijn toegekend bij de Wet gemeenschappelijke regelingen of bij of krachtens een bijzonder wettelijk voorschrift zijn aan het Dagelijks Bestuur de volgende bevoegdheden gedelegeerd:
De in artikel 1 bedoelde bevoegdheden kunnen slechts worden uitgeoefend, voorzover blijkens de door het Algemeen Bestuur vastgestelde begroting voldoende financiële middelen beschikbaar zijn gesteld en voor zover deze niet zijn uitgeput en voor zover deze bevoegdheden passen binnen door het Algemeen Bestuur vastgestelde beleidskaders.
Aan het Dagelijks Bestuur wordt mandaat verleend om namens het Algemeen Bestuur:
a. te besluiten tot het voeren van rechtsgedingen, het instellen van alle rechtsmiddelen en arbitrage in alle instanties zowel als eisende partij als verwerende partij;
b. verzoeken als bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur welke gericht zijn aan het Algemeen Bestuur af te handelen. Daarbij is het toegestaan om ten aanzien van deze bevoegdheid ondermandaat te verlenen aan de Secretaris;
c. te beslissen op bezwaarschriften gericht aan het Algemeen Bestuur met betrekking tot de Wet openbaarheid van bestuur voor zover het Dagelijks Bestuur niet in mandaat een besluit heeft genomen ten aanzien van het bestreden besluit .
Aan de Secretaris wordt mandaat verleend om namens het Algemeen Bestuur:
a. de ontvangst van brieven gericht aan het Algemeen Bestuur te bevestigen;
b. te besluiten ter uitvoering van de volgende artikelen ingevolge de Algemene wet bestuursrecht:
- artikel 2:3, 6:15 en 7:1a (doorzendplicht);
- 4:5 en 4:6 (ontvankelijkheid c.q. buitenbehandeling laten);
- 4:13 t/m 4:20, 7:10 (beslistermijnen en dwangsom);
- 4:7 en 4:11 (horen afwijzende beschikking);
Aldus besloten in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland op 18 december 2013
de secretaris, de voorzitter,
R.M. van Netten drs. H.J.J. Lenferink
Toelichting Delegatie- en Mandaatbesluit Holland Rijnland
De Wet gemeenschappelijke regelingen spreekt kortweg van overdracht van bevoegdheden aan het bestuur van een openbaar lichaam, waarmee aan de regelingen zelf wordt overgelaten of concrete bestuursbevoegdheden aan het algemeen of het dagelijks bestuur worden toegekend.
Blijkens artikel 30 van de Wet gemeenschappelijke regelingen kunnen bevoegdheden aan het bestuur van het samenwerkingsorgaan zijn overgedragen. Ten aanzien van de bevoegdheden van het bestuur van het samenwerkingsorgaan zijn van overeenkomstige toepassing de regels, in de ruimste zin, welke bij of krachtens de wet zijn gesteld voor de verdeling van de bevoegdheden van de gemeentebesturen over de gemeentelijke bestuursorganen voor de uitoefening van die bevoegdheden, alsmede voor het toezicht daarop. Met dien verstande dat de Gemeentewet in maart 2002 is ‘bevroren’ voor zover het gemeenschappelijke regelingen als die van Holland Rijnland betreft.
Om de bestuurlijke effectiviteit te bevorderen draagt het Algemeen Bestuur Holland Rijnland een aantal van zijn bevoegdheden over aan het Dagelijks bestuur. Benadrukt dient te worden dat dit besluit betrekking heeft op de bevoegdheid om (publiekrechtelijke) besluiten te nemen en dat het regionaal samenwerkingsorgaan een wettelijkeaansprakelijkheidsverzekering heeft.
Op grond van artikel 17 lid 2 van de gemeenschappelijke regeling oefent het dagelijks de aan het algemeen bestuur toekomende bevoegdheden uit, indien en voor zover het algemeen bestuur daartoe besluit en naar de door deze te stellen regels, met uitzondering van:
De uitoefening van de in artikel 1 en artikel 5 van dit Delegatie- en mandaatbesluit genoemde bevoegdheden dienen te worden gemeld aan het Algemeen Bestuur.
In de Algemene wet bestuursrecht is een wettelijke regeling inzake delegatie (afdeling 10.1.2)
opgenomen. Hierin is onder meer aangegeven wat onder delegatie dient te worden verstaan. Voorts is in deze afdeling geregeld dat het bestuursorgaan de gedelegeerde bevoegdheid niet meer zelf kan uitoefenen. Het bestuursorgaan heeft echter de volgende mogelijkheden om toch invloed uit te oefenen op de gedelegeerde bevoegdheid, te weten:
Een besluit dat op grond van gedelegeerde bevoegdheid wordt genomen, vermeldt het delegatiebesluit en de vindplaats daarvan.
Overigens stelt lid 3 van de Wet gemeenschappelijke regelingen ten aanzien van de toekenning van bevoegdheden dat “ Voor zover een verordening van het openbaar lichaam voorziet in hetzelfde onderwerp als een verordening van een deelnemende gemeente, regelt eerst bedoelde verordening de onderlinge verhouding. Zij kan bepalen, dat de verordening der gemeente voor het gehele gebied dan wel voor een gedeelte daarvan geheel of gedeeltelijk ophoudt te gelden.”