Organisatie | Dronten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening langdurigheidstoeslag 2013 |
Citeertitel | Verordening langdurighiedstoeslag 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 36 Wet werk en bijstand
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2013 | 01-01-2015 | Onbekend | 30-05-2013 Gemeentebald 2013, nr. 23 | B13.0000513 |
De raad van de gemeente Dronten,
gelezen het voorstel van het college van 9 april 2013, No B13.000513;
gelet op de artikel 36 van de Wet werk en bijstand;
gezien het advies van de raadscommissie van mei 2013;
overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van langdurigheidstoeslag aan personen van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd bij verordening te regelen;
vast te stellen de volgende Verordening langdurigheidstoeslag 2013
Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag de belanghebbende die gedurende een onafgebroken periode van 36 maanden aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan de voor hem geldende bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet.
Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
De doelstelling van langdurigheidstoeslag is op aanvraag financiële ondersteuning bieden wanneer men langdurig op een laag inkomen is aangewezen en geen uitzicht heeft op inkomensverbetering.
Om in aanmerking te komen voor langdurigheidstoeslag moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan. De belanghebbende moet
Het is aan de gemeenteraad opgedragen om in een verordening te bepalen wat onder ‘langdurig een laag inkomen’ moet worden verstaan. Bovendien kan uit de parlementaire wetsgeschiedenis worden afgeleid dat die verordeningplicht ook geldt voor het ‘geen uitzicht hebben op inkomensverbetering’.
Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de WWB, Awb of de Gemeentewet niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de betreffende wetten, ook de Verordening moet worden gewijzigd.
In artikel 4 van de WWB staan de doelgroepen “alleenstaande ouder”, “alleenstaande” en “gezin” voor de WWB gedefinieerd. Voor de langdurigheidstoeslag haken wij aan op deze doelgroepen.
Echter, het begrip “gezin” overlapt met het begrip “alleenstaande ouder” en is daardoor onbruikbaar in deze verordening. Er is voor het begrip “gehuwden” gekozen, dat ook gebruikt worden bij bepaling van de hoogte van de bijstandsnorm, artikel 21 van de WWB.
Het begrip “traject naar betaalde arbeid” is toegevoegd omdat daarmee de wettelijke voorwaarde van artikel 36, lid 1 nader wordt ingekaderd.
Lid 1. In dit lid wordt beschreven wat de gemeente Dronten verstaat onder “langdurig een laag inkomen hebben”.
Langdurig: De referteperiode was vóór 2009 vijf jaar. Veel gemeenten vonden deze periode te lang, waarop de wetgeving aangepast is en de keuze aan de gemeente is gelaten. De gemeente Dronten heeft in 2009 gekozen voor drie jaar. Dit is een periode waarvoor ook door het Nibud is aangegeven dat daarna de reserverings-mogelijkheden minimaal worden.
Gemeenten zijn vrij om een eigen maximale inkomensgrens te hanteren. De raad van Dronten heeft in 2009 voor 100% van de bijstandsnorm gekozen.
Lid 2. In dit lid wordt de wettelijke voorwaarde van artikel 36, lid 1 “geen uitzicht op inkomensverbetering” nader ingekaderd. Onder “een traject naar betaalde arbeid” verstaan we een met de belanghebbende overeengekomen, dan wel door het college aan belanghebbende opgelegd, geheel van activiteiten gericht op het binnen 12 maanden verkrijgen van betaalde arbeid. Cliënten die een eenjarig traject naar betaalde arbeid volgen hebben in beginsel uitzicht op inkomensverbetering.
LET OP! Er kan sprake zijn van bijzondere omstandigheden waardoor in redelijkheid niet kan worden gesteld dat sprake is van uitzicht op inkomensverbetering.
Daarbij kan gedacht worden aan:
Wanneer een cliënt vrijwilligerswerk doet, betekent dit niet dat deze cliënt uitgesloten wordt van de langdurigheidstoeslag. Voor deze cliënt moet bekeken worden in hoeverre deze cliënt uitzicht heeft op inkomensverbetering binnen 12 maanden. Bij afwijzing van de aanvraag, is motivering van het besluit van groot belang.
Ook wanneer een cliënt verminderd belastbaar is en enkel mogelijkheden heeft voor een deeltijdbaan, betekent dit niet per definitie dat deze cliënt uitgesloten wordt van de langdurigheidstoeslag. Ook hierbij, is motivering bij afwijzing van groot belang.
Lid 3. Met dit lid wordt studenten uitgesloten van de langdurigheidstoeslag, omdat zij per definitie een arbeidsmarktperspectief en zich op inkomensverbetering hebben. Om te voorkomen dat iemand met een avondstudie wordt uitgesloten, wordt gekeken naar de WTOS en WSF2000.
Artikel 3. Hoogte van de toeslag
In dit lid wordt de hoogte van de toeslag geregeld. Er wordt uitgegaan van een percentage van de, voor de belanghebbende, geldende bijstandsnorm. Hierdoor hoeft het bedrag van de langdurigheidstoeslag niet jaarlijks aangepast te worden als de normbedragen gewijzigd worden.
Artikel 4. Onvoorziene gevallen
Vaak treedt de verordening in werking één dag na de bekendmaking. De bekendmaking moet in een gemeenteblad plaatsvinden. Echter, gelet op de vergaderdatum, zal de inwerkingtreding begin juni 2013, maar na 1 juni 2013 zijn. Om verwarring te voorkomen, kiezen we voor de specifieke datum van 1 juli 2013.