Organisatie | Reimerswaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Toeslagenverordening WWB gemeente Reimerswaal 2013 |
Citeertitel | Toeslagenverordening WWB gemeente Reimerswaal 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
artikel 8 lid 1 onderdeel c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2013 | 01-07-2015 | nieuwe regeling | 23-04-2013 Reimerswaal Informatie | 13.000581 |
De raad van de gemeente Reimerswaal ;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders gemeente Reimerswaal, met
overneming van de daarin vermelde motieven;
gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;
De Toeslagenverordening WWB gemeente Reimerswaal 2013.
en in te trekken per 1 mei 2013 de Toeslagenverordening WWB en WIJ 2011 gemeente Reimerswaal.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
b. het college: het college van burgemeester en wethouders van Reimerswaal.
c. de raad: de gemeenteraad van Reimerswaal.
d. de gehuwdennorm: norm als bedoeld in artikel 21 onderdeel c WWB.
e. woning: een woning zoals bedoeld in artikel 1 onderdeel j Wet op de huurtoeslag, alsmede een woonwagen of woonschip, zoals bedoeld in artikel 3 lid 6 WWB;
I. indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs zoals bedoeld in artikel 1 onderdeel d Wet op de huurtoeslag;
II. indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de woning verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud.
Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen van de norm
Artikel 3 Toeslag alleenstaande (ouder)
De toeslag, zoals bedoeld in artikel 25 WWB, bedraagt:
a. 20 procent van de gehuwdennorm voor een belanghebbende in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft.
b. 10 procent van de gehuwdennorm voor belanghebbende die met één andere zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft.
c. 0 procent van de gehuwdennorm voor belanghebbende die met twee of meer anderen zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft.
Voor toepassing van dit artikel kunnen de noodzakelijke kosten van het bestaan in ieder geval niet geheel of gedeeltelijk worden gedeeld met een thuisinwonend kind van 18 jaar en ouder, wiens inkomen niet meer bedraagt dan het normbedrag voor de kosten van levensonderhoud voor hoger onderwijs, genoemd in artikel 3.18 van de Wet studiefinanciering 2000.
Hoofdstuk 3 Criteria voor het verlagen van de norm
Artikel 4 Verlagen norm gehuwden
Voor toepassing van dit artikel kunnen de noodzakelijke kosten van het bestaan in ieder geval niet geheel of gedeeltelijk worden gedeeld met een thuisinwonend kind van 18 jaar en ouder, wiens inkomen niet meer bedraagt dan het normbedrag voor de kosten van levensonderhoud voor hoger onderwijs, genoemd in artikel 3.18 van de Wet studiefinanciering 2000.
Artikel 5 Verlagen algemene bijstand wegens ontbreken woonkosten
De verlaging in verband met de woonsituatie zoals bedoeld in artikel 27 WWB bedraagt:
1. 20 procent van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen woonkosten zijn verbonden;
2. 10 procent van de gehuwdennorm indien geen woning wordt bewoond;
3. 10 procent van de gehuwdennorm indien de kosten worden gedeeld met een derde die niet het hoofdverblijf in de woning heeft.
Artikel 7 Anti-cumulatiebepaling
De toepassing van de artikelen 3 tot en met 6 van deze verordening geschiedt zodanig dat de toepasselijke bijstandsnorm ten minste bedraagt:
a. 50 procent van de gehuwdennorm voor een alleenstaande;
b. 70 procent van de gehuwdennorm voor een alleenstaande ouder;
Artikel 9 Inwerkingtreding en overgangsregeling
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 mei 2013, onder intrekking van de verordening Toeslagen WWB en WIJ 2011.
Voor de belanghebbende die op de datum waarop deze verordening in werking treedt een hogere toeslag ontvangt of op wiens norm een lagere korting wordt toegepast dan de toeslag of verlaging die op grond van deze gewijzigde verordening zou gelden, wordt de huidige toeslag of verlaging nog gedurende drie maanden voortgezet, tenzij een wijziging in de omstandigheden een eerdere aanpassing mogelijk maakt.