Organisatie | Ooststellingwerf |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bezoldigingsverordening gemeente Ooststellingwerf |
Citeertitel | Bezoldigingverordening gemeente Ooststellingwerf 2012 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Ooststellingwerf, art. 3:1
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-06-2013 | 01-01-2012 | 01-01-2018 | nieuwe regeling | 18-12-2012 Nieuwe Ooststellingwerver, 19-06-2013 | College, 18-12-2012 |
Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.
Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van hetsalaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.
De salarissen van de ambtenaren wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage II of bijlage IIa van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Ooststellingwerf, met inachtneming van de "Spelregels beloningsbeleid Ooststellingwerf 1981" of indien voor zijn betrekking een vast bedrag geldt, dit bedrag opgenomen in de bij de verordening behorende bijlage.
Indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders daartoe termen aanwezig zijn, kan er op grond van artikel 3:1:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Ooststellingwerf bepaald worden dat er een salarisanciënniteit boven het minimumbedrag van de op zijn functieniveau betrekking hebbende salarisschaal wordt toegekend.
Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Ooststellingwerf, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.
Een verhindering wegens ziekte als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Ooststellingwerf zal niet van invloed zijn op het tijdstip van toekenning van periodieke salarisverhogingen.
Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet beeft bereikt, kan op grond van en beoordeling een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven bet maximumsalaris, worden toegekend op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking.
Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt:
voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder b, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Ooststellingwerf, bet salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op bet eersthogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat bet verschil tussen bet nieuwe salaris en et oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van bet verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en bet naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien bet salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.
Hoofdstuk III. Instrumenten van flexibele beloning
Aan een groep ambtenaren die een uitstekende collectieve prestatie hebben geleverd, kan een groepsgratificatie worden toegekend.
Persoonlijke toelage voor bijzondere persoonlijke eigenschappen
Aan een ambtenaar, die naar het oordeel van burgemeester en wethouders bijzondere persoonlijke eigenschappen bezit, welke voor de vervulling van zijn functie van belang zijn kan, hetzij bij eerste aanstelling, hetzij daarna, een vaste of tijdelijke toelage worden verleend boven het maximum salaris van de schaal waarin zijn functie is gerangschikt, danwel boven het salaris, dat aan zijn functie als vast bedrag of bedrag "ten hoogste" is verbonden.
Hoofdstuk IV. Overige toelagen en vergoedingen
De ambtenaar die reizen maakt in het belang van de dienst ontvangt daarvoor en vergoeding overeen-komstig artikel 2, eerste lid van de Reisregeling Binnenland (Reisbesluit binnenland Stbl. 1993, 144). Eerdere inhoudelijke genomen besluiten omtrent de vergoeding voor dienstreizen blijven onverkort van kracht.
De ambtenaar de in het bezit is van een geldig EHBO-diploma en door of namens burgemeester en wethouders is aangewezen in voorkomende gevallen - naast zijn normale werkzaamheden - EHBO-diensten te verrichten ontvangt een toelage vastgesteld door het ministerie van Binnenlandse Zaken en welke per 1 april 1993 wordt verhoogd overeenkomstig de door het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden vastgestelde of vast te stellen salarismaatregelen.
De ambtenaar die door of namens burgemeester en wethouders is aangewezen als bedrijfshulpverlener ontvangt daarvoor een vergoeding, conform de hoogte van de EHBO-toelage. Het hoofd Bedrijfshulpverlening ontvangt een dubbele toelage. De ambtenaar die door of namens burgemeester en wethouders is aangewezen als overheidshulpverlener ontvangt daarvoor een vergoeding, conform het advies vastgesteld op 6 mei 1996, welke wordt verhoogd overeenkomstig de door het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden vastgestelde of vast te stellen salarismaatregelen.
De ambtenaar die is aangewezen als plaatsvervangend systeembeheer ontvangt een toelage van het gemiddelde van twee opeenvolgende periodieken in schaal 8. De hoogte van de toelage is vastgesteld per 1 juli 1991 en wordt verhoogd overeenkomstig de door het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden vastgestelde of vast te stellen salarismaatregelen.
Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:1:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Ooststellingwerf.
Aan de ambtenaar, anders dan afdelingsleidinggevende, managementteamlid of gemeentesecretaris, voor wie de werktijden zijn vastgesteld conform in artikel 3:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Ooststellingwerf, wordt een toe lage toegekend op grond van artikel 3:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Ooststellingwerf.
De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur en wel: 20 % voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6.00 en 8.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur; 40 % voor de uren op zaterdag en op Goede Vrijdag en Bevrijdingsdag tussen 6.00 en 22.00 uur; 40 % voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 0.00 en 6.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur; 65 % voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Ooststellingwerf, met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris horende bij het maximum van schaal 6.
Aan de ambtenaar die buiten de werktijdenregeling als bedoeld in artikel 4:1 en 4:2 CAR-UWO ingevolgeeen schriftelijke aanwijzing op grond van een rooster verplicht is zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar enbeschikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten wordt een vergoeding toegekend.
De vergoeding zoals bedoeld in het eerste lid bedraagt 16 % van het uurloon van de betreffende ambtenaar voor zover deze uren vallen op zon- en feestdagen en 10 % van het uurloon voor alle overige dagen. De vergoeding wordt in de vorm van een maandelijkse toelage uitbetaald (zie toelichting voor de berekeningswijze).
Voor de ambtenaar die buiten de werktijdenregeling als bedoeld in artikel 4:1 en 4:2 CAR-UWO ingevolge een schriftelijke aanwijzing op grond van een rooster verplicht is zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten wordt een vergoeding toegekend.
Hoofdstuk V. Overige bepalingen
Burgemeester en wethouders worden gemachtigd op de in deze verordening genoemde bedragen wijzigingen toe te passen tot dezelfde percentages, waarmee de gemeentelijke salarissen na 1 januari 2002 in verband met salarismaatregelen en met de algemene bewegingen in het loon- en salarisniveau (de zogenaamde trendmatige bewegingen) worden herzien.
Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.
Deze verordening treedt in werking op en kan worden aangehaald als de 'Bezoldigingverordening gemeente Ooststellingwerf 2012.
De Verordening regelende de bezoldiging van de ambtenaren in dienst van de gemeente Ooststellingwerf, zoals vastgesteld en zoals sindsdien gewijzigd, wordt ingetrokken.
Toelichting Bezoldigingsverordening
Deze bezoldigingsverordening is een gemoderniseerde versie van de laatst vastgestelde bezoldigingsverordening. De verordening is geactualiseerd en een aantal bestaande regelingen zijn nu ondergebracht in de nieuwe bezoldigingsverordening. Voor het actualiseren is gebruik gemaakt van de gemoderniseerde voorbeeld-verordening van de VNG (kenmerk ARZ/806284, 13 november 1998) In de nieuwe bezoldigingsverordening is uitgegaan van bestaand beleid. Daar waar op grond van ervaring en werkwijze in de praktijk kleine aanpassingen zijn ingevoerd, wordt dit in de toelichting van het betreffende artikel aangegeven. Op lokaal niveau kan worden bepaald aan wie de beslissingsbevoegdheid voor bijvoorbeeld het toepassen van een toelage en/of beloningsinstrument is gemandateerd. Sinds de derde tranche van de Awb is delegatie van het college aan ambtenaren niet meer mogelijk. Indien gewenst is dat een bepaalde beslissingsbevoegdheid wordt gemandateerd, dan dient dit in de mandaatregeling van de gemeente Ooststellingwerf te worden opgenomen. 2 Hoofdstukgewijs
Bij onderdeel a wordt verwezen naar artikel 2:5:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Ooststellingwerf. Het begrip bezoldiging (onderdeel f) wordt eenvoudigheidshalve verwezen naar artikel 3:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Ooststellingwerf. Hierin wordt bezoldiging gedefinieerd als: het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar toegekende emolumenten en toelagen - niet zijn onkostenvergoedingen - als omschreven in het eerste lid van de bedoelde regeling (dus als omschreven in de lokale bezoldigingsverordening), alsmede het bedrag van de functioneringstoelage en waarnemingstoelage. Op grond van deze bezoldiging vallen alle toelagen van de hoofdstukken II en III, onder het begrip bezoldiging. Dan blijven nog over de gratificatie, de groepsgratificatie en de overwerkvergoeding, die een incidenteel karakter dragen. Deze vallen niet onder het begrip bezoldiging.
Er is bewust gekozen om te verwijzen naar bijlagen II en IIa van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente en niet naar bijlagen toegevoegd aan de Bezoldigingsverordening. Het voordeel is dat als de bijlagen II en IIa wijzigen, dit automatisch wordt meegenomen voor de Bezoldigingsverordening.
In het eerste lid wordt wat betreft de toepassing van bijlagen II en IIa eenvoudigheidshalve verwezen naar artikel 3:1, derde tot en met vijfde lid, van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente.
In de artikelen 7 en 8 zijn de bepalingen betreffende jeugdsalarissen geschrapt als gevolg van het afschaffen van de jeugdsalarissen met ingang van 1 januari 1999.
Het vierde lid gaat in op de uitloopperiodieken in de schalen 1 tot en met 5 in de oude salarisstructuur.
Op grond van artikel 7:22:4 dient op lokaal niveau voor ziekte in relatie tot periodieke salarisverhogingen een regeling getroffen te worden. Voor de inhoud van de regeling is aangesloten bij de 'oude' tekst die voorheen opgenomen was in de CAR/UWO.
In artikel 8, 10 en 11 wordt respectievelijk geregeld: periodieke verhoging, extra periodieke verhoging en het onthouden van een periodieke verhoging. Het toekennen van een extra periodieke verhoging of geen periodieke verhoging is gebaseerd op een beoordeling. In lid 1 van artikel 10 en 11 is dit in de tekst opgenomen. Aan de toekenning van een standaard periodieke verhoging, artikel 8 is geen beoordeling gekoppeld.
In artikel 12 worden de bevorderingssystematiek geregeld. Het eerste lid onder b geeft de aanvullende regels voor de nieuwe salarisstructuur weer ( zie ook LOGA-brief van 20 december 1005, nummer Lbr. 95/259). Binnen de nieuwe salarisstructuur wordt de ambtenaar, bij overgang naar een hogere schaal, ingeschaald op het naast hogere bedrag in de nieuwe schaal. Echter, in het geval dat het verschil tussen dit naast hogere bedrag en het oude salaris minder bedraagt dan 75% van het salarisverschil tussen het bedrag dat de ambtenaar aan salaris zou hebben ontvangen indien hij niet zou zijn overgegaan naar de nieuwe schaal, maar in zijn oude schaal een periodieke verhoging zou hebben gekregen, en het bedrag van zijn oude salaris, wordt de ambtenaar in de nieuwe schaal ingeschaald op het bedrag dat direct volgt op het naast hogere bedrag.
Op grond van artikel 7:22:3 dient op lokaal niveau voor de vaststelling van het refertetijdvak een regeling getroffen te worden. Voor de inhoud van de regeling is aangesloten bij de 'oude' tekst die voorheen opgenomen was in de CAR/UWO.
III Instrumenten van flexibele beloning
In artikel 14 t/m 17 worden de volgende instrumenten van flexibele beloning geregeld: gratificatie, groepsgratificatie en persoonlijke toelage voor bijzondere persoonlijke eigenschappen en arbeidsmarkttoelage. Al deze instrumenten hebben als kenmerk dat hiermee op flexibele wijze kan worden gedifferentieerd in beloning. De flexibiliteit zit in het (tijdelijke) karakter van deze instrumenten.
Deze artikelen zijn nieuw in de bezoldigingsverordening, echter het toekennen van (groeps)gratificaties wordt al jaren toegepast. Twee maal per jaar vindt er een zogenaamde gratificatieronde plaats. Leidinggevenden maken de voorstellen. Deze worden uiteindelijk besproken in het Management team. De hoogte van de groepsgratificatie is afhankelijk van omstandigheden. Er kan voor gekozen worden de hoogte per persoon te maximaliseren, door dit in een tweede lid toe te voegen. De toegekende gratificatie is een netto bedrag. De bedragen moeten daarom gebruteerd worden.
De persoonlijke toelage voor bijzondere persoonlijke eigenschappen is artikel 9 uit de oude bezoldigingsverordening.
Dit artikel is nieuw in de bezoldigingsverordening, echter het toekennen van een arbeidsmarkttoelage is in het verleden wel toegepast. Nieuw is dat er een termijn van drie jaar wordt genoemd in het tweede lid.. Op grond van het tweede lid moet om de drie jaar worden vastgesteld of de arbeidstoelage nog wel van toepassing is. Dit voorkomt dat de toelage een vaste toelage wordt, waaraan de ambtenaar rechten gaat ontlenen.
Dit artikel biedt de mogelijkheid om nadere regels te stellen voor de toepassing en de hoogte van de beloningsinstrumenten. Momenteel wordt in het kader van het organisatie ontwikkelingstraject gewerkt aan beleid omtrent flexibele beloning en/of beloningsdifferentiatie. Dus de ruimte die dit artikel biedt moet wel blijven bestaan.
Dit artikel regelt dat bij beëindiging van (een van ) de instrumenten van flexibele beloning geen afbouwregeling wordt toegepast. De gedachte hierachter is dat als de ambtenaar niet meer goed functioneert, de extra beloning zonder meer komt te vervallen. IV Overige toelagen en vergoedingen.
De grondslag van dit artikel ligt in artikel 15:1:22 van de CAR/UWO. In onze gemeente is het Besluit van 1 maart 1993, houdende vaststelling van het Reisbesluit binnenland voor het burgerlijk rijkspersoneel (Reisbesluit binnenland, Stbl. 1993, 144), van overeenkomstige toepassing verklaard, nadat er binnen de overheid per 1 april 1993 een decentralisatie heeft plaatsgevonden.
Op lokaal niveau is afgesproken dat het verstandig is een aantal gediplomeerde EHBO-ers in huis te hebben, alhoewel dat geen verplichting vanuit de Arbo-wet is. Een aantal ambtenaren is hiervoor aangewezen. Zij ontvangen een EHBO-vergoeding en de kosten van de herhalingslessen worden door de werkgever vergoed.
Op 1 januari 1994 is het Besluit Bedrijfshulpverlening Arbeidsomstandigheden in werking getreden. Als gevolg daarvan zijn per 1 mei 1996 een aantal ambtenaren aangewezen als bedrijfshulpverleners en vijf ambtenaren als overheidshulpverleners. De overheidshulpverleners zijn bij calamiteiten de eerste aanspreekpunten in de organisatie en zij begeleiden de bedrijfshulpverleners. Ze ontvangen hiervoor een vastgestelde vergoeding, welke aangepast wordt aan de salarismaatregelen. De bedrijfshulpverleners hebben een assisterende rol en zij ontvangen een vergoeding welke gelijk is aan de EHBO-toelage. Het hoofd Bedrijfshulpverlening ontvangt een dubbele toelage. Dit is besloten door de directie bij besluit van 24 augustus 2010.
Dit artikel is artikel 10 van de voorgaande bezoldigingsverordening. De hoogte van de vergoeding is gebaseerd op een advies van 11 juni 1991, behandeld in het college van B&W d.d. 13 augustus 1991.
In de artikelen 24 t/m 28 worden respectievelijk geregeld: waarnemingstoelage, overwerkvergoeding, toelage onregelmatige dienst, bereikbaarheid en piket en toelage bezwarende werkomstandigheden. Deze toelagen/vergoedingen hebben - met uitzondering van de toelage bezwarende werkomstandigheden een grondslag in de CAR en/of UWO.
Een overwerkvergoeding wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:2:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Ooststellingwerf. De ambtenaar moet van zijn leidinggevende opdracht krijgen over te werken. De leidinggevende moet hiervoor toestemming vragen aan het Managementteam. Afdelingsleidinggevenden en iedereen die bezoldigd wordt in schaal 11 of hoger ontvangen geen overwerkvergoeding.
In het laatste lid van artikel 26 wordt de basis gelegd voor het treffen van aanvullende of afwijkende regelingen. Gedacht kan worden aan de situatie dat er in de functiebeschrijving en waardering reeds rekening is gehouden met bepaalde componenten.
Er zijn verschillende vormen van bereikbaarheid en beschikbaarheid. De consignatievergoeding van de buitendienst is in een aparte bijlage geregeld. In artikel 27 wordt in artikel 1 t/m 3 de bereikbaarheid- en beschikbaarheidsvergoeding (zoals bijvoorbeeld bij crisisbeheersing in de veiligheidsregio) gergeld.
Voorbeeldberekening voor veiligheidsexperts:
365 dagen waarop piket: 782,40 uur/6 experts = per functionaris 782.40:6 = 130 uur
130 uur: 52 weken x 100% = 6,9% van het basissalaris
€ (schaal 9, trede 11) x 6,9% = € (bruto/jaar) + 36% (werkgeverslasten).
Over de piketvergoeding wordt vakantiegeld betaald.
Over de piketvergoeding wordt geen eindejaarsuitkering betaald.
Het achtste lid maakt het mogelijk om een aparte vergoeding toe te kennen aan ambtenaren die buiten werktijden telefonisch kunnen worden opgeroepen, maar niet verplicht zijn om ook daadwerkelijk bereikbaar te zijn.
In het verleden is door het college van burgemeester en wethouders in een regeling vastgesteld hoe omgegaan moet worden met bezwarende werkomstandigheden. Deze regeling is als bijlage B bij de bezoldigingsverordening opgenomen.
In dit artikel wordt de afbouwtoelage voor het wegvallen of verminderen van de toelage onregelmatige dienst, consignatievergoeding en de toelage bezwarende werkomstandigheden geregeld. Er is juist voor gekozen om bij deze toelagen een afbouwtoelage toe te kennen, omdat deze toelagen sterk zijn gerelateerd aan de uitoefening van bepaalde functies en het wegvallen of verminderen de betreffende ambtenaar (ervan uitgaande dat het buiten zijn toedoen gebeurt) onevenredig veel schade berokkent. Er is gekozen voor een aflopende afbouwtoelage in plaats van een garantieregeling, om er voor te zorgen dat er geen sprake is van een eindeloze compensatie.