Overheidsorganisatie | Provincie Zuid-Holland |
---|---|
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Molens Zuid-Holland 2013 (Subsidieregeling Molens Zuid-Holland 2013) |
Citeertitel | Subsidieregeling Molens Zuid-Holland 2013 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | cultuur |
Deze regeling vervalt op 1 juli 2017 met dien verstande dat de regeling van kracht blijft voor subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.
Algemene subsidieverordening Zuid-Holland, art. 3
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2013 | 13-07-2016 | nieuwe regeling | 18-06-2013 Provinciaal Blad, 2013, 107 | Onbekend. |
Gedeputeerde Staten van van de provincie Zuid-Holland:
gelet op
artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;
overwegende dat het wenselijk is het behoud en het draaien van molens te stimuleren;
Besluiten:
Vast te stellen de “Subsidieregeling molens Zuid-Holland 2013”
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;
b. incomplete molen: niet complete molen, op grond van de Monumentenwet 1988 beschermd als ‘incomplete’ molen;
c. instandhouding: werkzaamheden die noodzakelijk zijn om een molen, een incomplete molen of standerdmolen in stand te houden en welke geen restauratie zijn;
d. meerjarig instandhoudingsplan: plan waarin een eigenaar van een molen, incomplete molen of standerdmolen voor een periode van zes jaar de instandhoudingswerkzaamheden omschrijft en de daarmee gepaard gaande kosten aangeeft;
e. molen: op grond van de Monumentenwet 1988 als beschermd monument aangewezen gebouw dat als traditionele molen bestemd is of was om door windkracht te worden aangedreven;
f. molenbiotoop: gebied met een straal van 400 meter vanuit het middelpunt van een molen, incomplete molen of standerdmolen;
g. standerdmolen: de traditionele molens ’t Vliegend Hert te Brielle en de Put te Leiden, bestemd om door windkracht te worden aangedreven.
1. Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor het doen draaien van een molen of standerdmolen.
2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt als projectsubsidie.
3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, leidt tot het draaien van een molen of standerdmolen.
Subsidie als bedoeld in artikel 2 wordt uitsluitend verstrekt aan eigenaren van een molen of standerdmolen.
In afwijking van artikel 26, eerste lid, van de Asv kan een aanvraag voor subsidies, als bedoeld in artikel 2, worden ingediend van 1 januari tot en met de laatste dag van februari van het jaar volgend op het kalenderjaar waarin de activiteiten zijn verricht.
Om voor subsidie, als bedoeld in artikel 2, in aanmerking te komen worden de asomwentelingen geregistreerd door middel van een namens Gedeputeerde Staten aangebracht en verzegeld telapparaat.
De hoogte van de subsidie wordt bepaald door het aantal per kalenderjaar gerealiseerde asomwentelingen volgens de volgende tabel:
0 t/m 59.999: nihil
60.000 t/m 79.999: € 205,00
80.000 t/m 99.999: € 275,00
100.000 t/m 119.999: € 320,00
120.000 t/m 149.999: € 410,00
150.000 t/m 199.999: € 455,00
200.000 t/m 299.999: € 545,00
300.000 en meer: € 580,00
1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.
2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.
3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.
De subsidie wordt direct vastgesteld zonder daaraan voorafgaande verlening.
De subsidieontvanger toont met behulp van het in artikel 6 genoemde telapparaat aan dat de activiteiten zijn verricht.
1. Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor het in stand houden van een molen, incomplete molen of standerdmolen.
2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt als projectsubsidie.
3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, leidt tot instandhouding van een molen, incomplete molen of standerdmolen.
Subsidie als bedoeld in artikel 10 wordt uitsluitend verstrekt aan eigenaren van een molen, incomplete molen of standerdmolen.
In afwijking van artikel 26, eerste lid, van de Asv wordt een aanvraag om subsidie ingediend van 1 september tot en met 30 november in het jaar voorafgaand aan de periode van zes kalenderjaren waarvoor subsidie wordt gevraagd.
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 10 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
a. de eigenaar ontvangt voor het tijdvak waar de aanvraag betrekking op heeft voor een molen of incomplete molen subsidie op grond van het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten 2013;
b. de eigenaar van een standerdmolen beschikt over een zesjarig instandhoudingsplan;
c. de molen, incomplete molen of standerdmolen wordt verzekerd en verzekerd gehouden tegen schade door brand, storm en bliksem;
d. de molen of standerdmolen heeft in de voorafgaande drie kalenderjaren meer dan in totaal 180.000 asomwentelingen gemaakt.
Subsidiabel zijn de kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen die als zodanig zijn aangemerkt in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten die als bijlage bij de Subsidieregeling instandhouding monumenten (Staatscourant 20420) is opgenomen.
1. De hoogte van de subsidie voor een molen of standerdmolen bedraagt ten hoogste € 24.540,00.
2. De hoogte van de subsidie voor incomplete molens bedraagt ten hoogste € 7.980,00.
1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.
2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.
3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.
Een subsidieontvanger die voor twee of meer molens subsidie ontvangt als bedoeld in artikel 10 mag zelf bepalen hoe het totale subsidiebedrag wordt verdeeld over deze molens.
In aanvulling op artikel 18 en 19 van de Asv worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:
a. wijziging van de eigendom van de molen, incomplete molen of standerdmolen wordt aan Gedeputeerde Staten gemeld;
b. de moleneigenaar spant zich actief in om verslechtering van de vrije windvang, en het zicht op de molen, incomplete molen of standerdmolen te voorkomen conform de uitgangspunten voor een goede molenbiotoop zoals die zijn opgenomen in de Verordening Ruimte.
1. De subsidieontvanger kan bij subsidies tot € 25.000,00 desgevraagd met behulp van een activiteitenverslag en beeldmateriaal aantonen dat de activiteiten zijn uitgevoerd.
2. De subsidieontvanger toont bij subsidies van € 25.000,00 tot € 125.000,00 met behulp van een activiteitenverslag en beeldmateriaal aan dat de activiteiten zijn uitgevoerd.
3. Bij een subsidie van € 125.000,00 of meer gaat de aanvraag tot subsidievaststelling vergezeld van een controleverklaring.
1. Het voorschot bedraagt 100% van het verleende bedrag.2. De betaling vindt plaats in zes jaarlijkse termijnen.
De evaluatie van de risicoanalyse als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Asv vindt twee jaar na de inwerkingtreding van deze regeling plaats.
De Subsidieregeling molens Zuid-Holland wordt ingetrokken.
De Subsidieregeling molens Zuid-Holland, zoals die luidde op dag voorafgaande aan de dag van inwerkingtreding van deze regeling, blijft van kracht voor subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.
Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2013.
Deze regeling vervalt op 1 juli 2017 met dien verstande dat de regeling van kracht blijft voor subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling molens Zuid-Holland 2013.
Den Haag, 18 juni 2013
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
J. FRANSSEN, voorzitter
J.A.M. HILGERSOM, secretaris