Organisatie | Bergen (NH) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels verhaal WWB gemeente Bergen 2013 |
Citeertitel | Beleidsregels verhaal WWB gemeente Bergen 2013 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet werk en bijstand, artt. 61 t/m 62i
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-07-2013 | 27-02-2014 | nieuwe regeling | 21-05-2013 Gemeentekrant, 3 juli 2013 | Onbekend |
Het college van de gemeente Bergen;
gelezen het voorstel van de afdeling Ontwikkeling d.d. 14 mei 2013;
gelet op het bepaalde in de gemeentewet en de artikelen 61 tot en met 62 i van de Wet werk en bijstand (WWB);
Beleidsregels verhaal WWB van de gemeente Bergen
Het college van de gemeente Bergen maakt gebruik van de bevoegdheid tot: Het verhalen van bijstand zoals neergelegd in de artikelen 61 tot en met 62i van de WWB.
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Verhaal van bijstand
Het college maakt gebruik van de bevoegdheid tot het verhalen van kosten van bijstand:
tot de grens van de onderhoudsplicht als bedoeld in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek: op degene die bij het ontbreken van gezinsverband zijn onderhoudsplicht jegens zijn echtgenoot, of minderjarig kind niet of niet behoorlijk nakomt en op het minderjarige kind dat zijn onderhoudsplicht jegens zijn ouders niet of niet behoorlijk nakomt;
op degene aan wie de persoon die bijstand ontvangt of heeft ontvangen een schenking heeft gedaan voor zover bij het besluit op de bijstandsaanvraag met de geschonken middelen rekening zou zijn gehouden indien de schenking niet had plaatsgevonden, tenzij gelet op alle omstandigheden aannemelijk is dat de schenker ten tijde van de schenking de noodzaak van bijstandsverlening redelijkerwijs niet heeft kunnen voorzien;
Een overeenkomst waarbij echtgenoten of gewezen echtgenoten hebben bepaald dat na echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, de een tegenover de ander in het geheel niet of slechts tot een bepaald bedrag tot een uitkering tot diens levensonderhoud zal zijn gehouden, al dan niet met het beding bedoeld in artikel 1:159 van het BW, staat niet in de weg aan verhaal op een van de partijen en laat de vaststelling van het te verhalen bedrag onverlet.
Artikel 3. Beperking van toepassing van verhaal geschiedt op 3 gronden
Indien de duur van het huwelijk niet meer bedraagt dan vijf jaren en uit dit huwelijk geen kinderen zijn geboren, eindigt de verplichting tot levensonderhoud van rechtswege na het verstrijken van een termijn die gelijk is aan de duur van het huwelijk en die aanvangt op de datum van inschrijving van de echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand.
HOOFDSTUK 3 GEHEEL OF GEDEELTELIJK AFZIEN VAN EEN VERHAALSBESLUIT
In afwijking van artikel 1 kan het college, op verzoek van degene op wie verhaald wordt, besluiten gedeeltelijk af te zien van verhaal van kosten van bijstand voor zover het betreft verschuldigde verhaalsbedragen die op het moment van het besluit opeisbaar zijn, indien:
redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingen van de overige schuldeisers zonder een zodanig besluit niet tot stand zal komen. De schuldenregeling moet tot stand worden gebracht door een erkend schuldhulpverleningsbureau. Het verzoek tot kwijtschelding moet namens de onderhoudsplichtige door dit bureau worden gedaan.
Bij de beoordeling van het bestaan van het verhaalsrecht als bedoeld in artikel 1, lid 1 onder a, b en c en de omvang van het te verhalen bedrag wordt rekening gehouden met de maatstaven die gelden en de omstandigheden die van belang zijn in het geval dat de rechter dient te beslissen over de vraag of en, zo ja, tot welk bedrag een uitkering tot levensonderhoud na echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed zou moeten worden toegekend.
Degene op wie wordt verhaald kan binnen de termijn waarbinnen betaling moet plaatsvinden tegen het besluit tot verhaal in verzet komen door een verzoekschrift aan de rechtbank. Het verzet kan niet gegrond zijn op de bewering dat de uitkering tot onderhoud ten onrechte is opgelegd of onjuist is vastgesteld.
Indien tijdig verzet is gedaan wordt de invordering pas voortgezet zodra het verzet isingetrokken of ongegrond verklaard.
Een besluit tot verhaal op grond van artikel 1 wordt door het college aan degene op wie verhaal wordt gezocht medegedeeld. Het besluit vermeldt de ingangsdatum, het bedrag of de bedragen waarvan, evenals de termijn of termijnen waarbinnen, betaling wordt verlangd conform de regels van de Algemene wet bestuursrecht (titel 4.4).
Bij verhaal op de nalatenschap kan de mededeling worden gericht tot de langstlevende echtgenoot of een der erfgenamen die geacht kan worden bij de afwikkeling van de nalatenschap te zijn betrokken.
Indien de belanghebbende niet uit eigen beweging bereid is de verlangde gelden aan de gemeente te betalen dan wel niet of niet tijdig tot betaling daarvan overgaat, besluit het college tot verhaal in rechte middels het indienen van een verzoekschrift bij de rechtbank (artikel 62g, tweede lid van de WWB en 62h eerste tot en met derde lid van de WWB).
Tenminste één keer per 36 maanden – of, indien nodig eerder – verricht het college onderzoek naar de draagkracht voor het voldoen van een verhaalsbijdrage. Indien gewijzigde omstandigheden daartoe aanleiding geven wordt als gevolg van dit onderzoek de betalingsverplichting gewijzigd vastgesteld. Er wordt niet overgegaan tot het gewijzigd vaststellen van een betalingsverplichting indien de draagkracht niet meer blijkt te zijn vermeerderd ten opzichte van het vorige onderzoek dan met € 50,-- per maand of blijkt te zijn verminderd dan met een bedrag van minimaal € 5,-- per maand.
Indien de belanghebbende niet bereid blijkt de door de rechter vastgestelde bijdrage voor levensonderhoud of de op verzoek van de gemeente vastgestelde bijdrage te voldoen dan wordt die uitspraak tenuitvoergelegd door middel van het afgeven van een dwangbevel conform artikel 62i WWB (schakelbepaling). De bekendmaking van het dwangbevel geschiedt door middel van toezending per post.
Indien moet worden overgegaan tot beslaglegging als bedoeld in artikel 14, dan wordt de vordering verhoogd met incassokosten en de wettelijke rente. Voor de berekening van de hoogte van deze kosten wordt gebruik gemaakt van het besluit buitengerechtelijke kosten, houdende nadere regels inzake buitengerechtelijke kosten bij tenuitvoerlegging van dwangbevelen.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van Bergen op 21 mei 2013
de secretaris, de burgemeester,
drs. W. Bierman drs. H. Hafkamp
Het betreft hier beleidsregels om vast te stellen dat de gemeente gebruik maakt van de in de wet genoemde mogelijkheid kosten van de uitkering te verhalen.
Artikel 1. Verhaal van uitkering
In lid 1 onder a. en b. worden de verhaalsmogelijkheden op de (ex)echtgenoot (en daarmee gelijkgesteld de geregistreerd partner) bedoeld t.a.v. zijn onderhoudsplicht jegens zijn (ex) echtgenoot en/of minderjarige kinderen.
Artikel 3. Beperking van toepassing van verhaal geschiedt op 2 gronden
Hierbij wordt benadrukt dat de uitkering uitsluitend wordt verhaald in de in artikel 1 vastgelegde gevallen.
Om kosten van bijstand na echtscheiding ten behoeve van de ex-echtgenoot te kunnen verhalen op de andere ex-echtgenoot, moet er sprake zijn van een causaal verband tussen de echtscheiding en de bijstandsbehoefte. Bij de duurzaam gescheiden levende echtgenoot is dat niet aan de orde, omdat er sprake is van onderhoudsplicht op grond van het nog bestaande huwelijk. De bijstandsbehoefte hoeft, anders gezegd, als de partners nog gehuwd zijn maar duurzaam gescheiden leven, niet rechtstreeks voort te vloeien uit het verbroken gezinsverband. Als een van de duurzaam gescheiden echtgenoten bijvoorbeeld afhankelijk wordt van de bijstand omdat hij de maximale WW-termijn heeft doorlopen, kan niet worden gezegd dat er een verband is tussen de verlating en de bijstandsafhankelijkheid. Omdat de echtelieden echter nog steeds zijn gehuwd, staat het ontbreken van de causaliteit niet aan verhaal in de weg. Niettemin zou het ontbreken van een dergelijk causaal verband wel een reden kunnen zijn om van de bevoegdheid de bijstand te verhalen geen gebruik te maken.
Artikel 4. Afzien van het nemen van een verhaalsbesluit
Op grond van een eerdere circulaire (Uitvoeringsaspecten van de nieuwe verhaalswetgeving, SZW 30 september 1992) kan een kruimelbedrag worden gehanteerd. Aanleiding kan bestaan de in die
circulaire genoemde bedragen, gegeven de bevoegdheid verhaal toe te passen, opnieuw en logisch te normeren. Verwezen wordt ook naar de voorbeeldbedragen genoemd in de toelichting op artikel 13.
In het tweede lid wordt bepaald dat van verhaal wordt afgezien indien het verhaalsbedrag lager is dan €600,-.
Kwijtschelding wegens schuldenproblematiek
Wanneer een vordering door middel van een verhaalsbesluit is vastgelegd dan kan er in een later stadium reden zijn om deze vordering (gedeeltelijk) kwijt te schelden. In dit artikel worden de voorwaarden aangegeven waaronder een vordering wordt kwijtgescholden als er sprake is van een schuldregeling.
Artikel 8. Beoordeling onderhoudsplicht
Het betreft hier de uitvoering van de zogeheten trema-normen. Dit zijn de normen die door de rechtbank worden gehanteerd bij de vaststelling van de alimentatie die voorzien in zowel een zgn. netto- als een brutoberekening.
Artikel 13. Onderzoek naar draagkracht
Het hier genoemde bedrag kan worden herleid uit de onder de toelichting bij artikel 4 genoemde bedrag van € 50,- per maand. Op grond van praktische redenen wordt voorgesteld een beperkter bedrag op te nemen bij verlaging van de draagkracht. Op verzoek van belanghebbende bestaat de mogelijkheid om herziening te vragen.
De tarieven voor buitengerechtelijke kosten (van 25 juni 2009) worden conform het rapport “Voorwerk II” in rekening gebracht. In dit rapport heeft de werkgroep van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak uitspraken gedaan over de buitengerechtelijke kosten, en hier tarieven aan gekoppeld.
Artikel 17. Aflossing achterstand verschuldigde verhaalsbijdrage
Voor het berekenen van de aflossingscapaciteit wordt verwezen naar de beleidsregels terugvordering.
Bij de berekening van een aflossingsruimte wordt met alle schulden rekening gehouden. Dit in tegenstelling tot de berekening van de draagkracht waar niet met alle schulden rekening wordt