Organisatie | Goes |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling Samenwerking de Bevelanden |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling Samenwerking De Bevelanden |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Dit is een gemeenschappelijke regeling van de gemeenten Borsele, Goes, Kapelle, Noord-Beveland en Reimerswaal.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-10-2016 | 12-04-2019 | Wijziging | 26-05-2016 | Onbekend. | |
04-07-2013 | 14-10-2016 | Onbekend | 21-05-2013 Bevelandse Bode | Onbekend |
De colleges van de gemeenten Borsele, Goes, Kapelle, Noord-Beveland en Reimerswaal, ieder voor zover zij bevoegd zijn;
overwegende dat bij eensluidend besluit van de colleges van 21 mei 2013 is aangegaan de gemeenschappelijke regeling Samenwerking De Bevelanden;
dat vervolgens de colleges bij eensluidend besluit van 27 januari 2015 de taken en bevoegdheden voor de in de regeling aangegeven taakvelden hebben overgedragen aan het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Samenwerking De Bevelanden;
dat de Wet gemeenschappelijke regeling per 1 januari 2015 is gewijzigd en dat als gevolg daarvan de geldende regeling moet worden aangepast;
dat van die wijziging gebruik wordt gemaakt om het op 27 januari 2015 vastgestelde delegatiebesluit in de regeling op te nemen;
toestemming als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen hebben verleend voor het wijzigen van deze gemeenschappelijke regeling door de onderscheiden colleges;
gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Archiefwet;
vast te stellen de navolgende (gewijzigde) gemeenschappelijke regeling:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Daar waar in deze regeling artikelen en bepalingen van enige wet of andere regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, dienen in die artikelen in plaats van ‘de gemeente’, ‘de raad’, ‘het college’ en ‘de burgemeester’ te worden gelezen onderscheidenlijk: ‘het openbaar lichaam’, ‘het algemeen bestuur’, ‘het dagelijks bestuur’ en ‘de voorzitter’.
Hoofdstuk 2 Belang, taken en bevoegdheden
De regeling bevordert een duurzame, robuuste samenwerking met flexibiliteit binnen geldende marges door het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de gemeenten, het vergroten van het gemeenschappelijke kennisniveau en het inspelen op dwingende, bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen die op termijn de bestuurskracht van de individuele gemeenten sterk zullen beïnvloeden, met het doel: het vergroten van de bestuurskracht, met behoud van de huidige bestuurlijke schaal, door bundeling van ambtelijke expertise op operationeel, tactisch en/of strategisch niveau met als resultaat: verhoogde kwaliteit, continuïteit en efficiëntie.
Artikel 5 Taakvelden, taken en bevoegdheden
Ter uitvoering van de in het eerste lid genoemde taakvelden worden de navolgende taken enbevoegdheden overgedragen aan het dagelijks bestuur van de regeling.
A.1 Uitvoering taken en bevoegdheden
Tot de uitvoering van de taken en bevoegdheden op het gebied van ICT behoren:
B Taakveld informatievoorziening
B.1. Uitvoering taken en bevoegdheden
Tot de uitvoering van de taken en bevoegdheden op het gebied van informatievoorziening behoren:
C Taakvelden P&O en salarisadministratie
C.1. Uitvoering taken en bevoegdheden
Tot de uitvoering van de taken en bevoegdheden op het gebied van P&O en salarisadministratie behoort het voorbereiden van de besluitvorming, daaronder begrepen het gevraagd en ongevraagd adviseren, alsmede het bieden van (facilitaire) ondersteuning bij de uitvoering van de genomen besluiten.
C.2. Behoud verantwoordelijkheden en bevoegdheden
De gemeenten behouden hun verantwoordelijkheden en bevoegdheden ten aanzien van rechtspositionele besluiten, organisatiewijzigingen en/of ontwikkelingen van de gemeentelijke organisatie. De regeling kan een deelnemende gemeente desgewenst daarin ondersteunen en/of faciliteren.
D Taakveld werk, inkomen en zorg (WIZ)
Ter uitvoering van het taakveld WIZ dragen de colleges alle uitvoerende taken en bevoegdheden, die bij of krachtens de hierna te noemen wetten, alsmede de daarop gebaseerde algemene maatregelen van bestuur en uitvoeringsregelingen, aan de colleges zijn toegekend, over aan het dagelijks bestuur van de regeling:
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004);
Wet Inburgering (Wi);
Regeling gehandicaptenparkeerkaart (Regeling gpk), op grond van artikel 49 Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW).
Ter uitvoering van het taakveld WIZ dragen de colleges de navolgende uitvoerende taken en bevoegdheden, die bij of krachtens de hierna te noemen wetten, alsmede de daarop gebaseerde algemene maatregelen van bestuur en uitvoeringsregelingen, aan de colleges zijn toegekend, over aan het dagelijks bestuur van de regeling:
verstrekkingen in het kader van art. 1.13 van de Wet kinderopvang (Wko);
het afgeven van een verklaring als bedoeld in artikel 285 eerste lid, onder f, en tweede lid van de Faillissementswet (Fw) in het kader van de Schuldsaneringsregeling natuurlijke personen;
de toekenning van maatwerkvoorzieningen in het kader van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie ingevolge de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015);
uitvoering van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet Suwi), voor zover dat betrekking heeft op het taakveld van WIZ.
Aan het dagelijks bestuur van de GR wordt de uitvoering opgedragen van het door de deelnemende gemeenten vastgestelde Minimabeleid, waaronder voor de gemeenten Goes, Kapelle, Borsele en Reimerswaal de uitvoering van de Verordening Declaratiefonds.
D.3. Samenwerking met andere partijen
Het dagelijks bestuur van de GR adviseert het bestuur van de deelnemende gemeenten in ieder geval ten aanzien van de gemeenschappelijke regeling de Betho in het kader van de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en Participatiewet.
D.5. Algemene voorzieningen Wmo
Het dagelijks bestuur van de GR signaleert en adviseert gevraagd en ongevraagd de colleges ten aanzien van algemene voorzieningen op het gebied van participatie en zelfredzaamheid in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
Het dagelijks bestuur van de GR kan algemene voorzieningen op het gebied van participatie en zelfredzaamheid in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 met een bovengemeentelijk karakter initiëren in samenwerking met de colleges.
D.6. Vertegenwoordiging in overleg
Het dagelijks bestuur van de GR vertegenwoordigt binnen haar bevoegdheden de colleges in alle met bovengenoemde taken samenhangende overlegstructuren.
Het dagelijks bestuur van de GR onderhoudt de relatie met de cliëntenraad als vertegenwoordigend orgaan van de cliënten van de deelnemende gemeenten.
Aan de in lid 1 genoemde taakvelden kunnen bij eensluidende besluiten door de colleges taakvelden aan de regeling worden toegevoegd. Artikel 1, tweede lid, van de wet is op die besluiten van toepassing.
Artikel 6 Bezwaarschriftencommissie
Het algemeen bestuur is bevoegd tot het instellen van een commissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht.
Het algemeen bestuur is bevoegd tot het vaststellen van een regeling over de behandeling van klachten als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht.
Hoofdstuk 3 Het algemeen bestuur
Artikel 9 Bevoegdheden van het algemeen bestuur
De volgende bevoegdheden van het algemeen bestuur zijn niet overdraagbaar:
het vaststellen van de Financiële verordening en de Controleverordening;
het vaststellen van een regeling tot instelling van een commissie ex artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht, en een regeling voor de behandeling van klachten als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;
Het algemeen bestuur vergadert zo vaak als hij daartoe heeft besloten, maar minimaal twee keer per jaar en verder zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht of ten minste twee leden van het algemeen bestuur dit verzoeken (onder schriftelijke opgave van de te behandelen onderwerpen). In het laatste geval vindt de vergadering binnen twee weken plaats.
Tegelijkertijd met de oproep brengt de voorzitter dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende voorstellen, met uitzondering van de in artikel 25, tweede lid, van de Gemeentewet, genoemde stukken waaromtrent geheimhouding is opgelegd, worden tegelijkertijd met de oproep en op een bij de openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd.
Uit de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing het bepaalde in artikel 20 (quorum voor opening van vergadering), artikel 22 (onschendbaarheid, verschoningsrecht), artikel 26 (handhaving orde vergadering), artikel 28 (niet-deelname aan de stemming), artikel 29 (quorum voor geldige stemming), artikel 30 (tot stand komen besluit), artikel 31 (geheime stembriefjes), artikel 32 (overige stemmingen) en artikel 33 (ambtelijke bijstand leden van het algemeen bestuur).
Artikel 11 Besloten vergadering
Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur over de geheimhouding van de inhoud van stukken is het bepaalde in artikel 23, leden 1 tot en met 4, van de wet van toepassing.
Hoofdstuk 7 Inlichtingen en verantwoording
Artikel 18 Informatieverstrekking door het algemeen en dagelijks bestuur
Het algemeen en het dagelijks bestuur verstrekken aan de colleges en aan de raden van de gemeenten alle inlichtingen die door een of meer colleges of raden dan wel een of meerdere leden van die raden worden verlangd. Die inlichtingen wordt in dat geval ook verstrekt aan de overige colleges en raden.
Artikel 19 Informatieverstrekking door individuele leden van het algemeen bestuur
Een lid of een plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur kan door het college door wie hij is benoemd worden ontslagen, indien dit lid niet meer het vertrouwen van het college bezit. Op het ontslagbesluit is artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Hoofdstuk 9 Het beleidsplan en het beleidsverslag
Artikel 23 Beleidsplan en beleidsverslag
Het ontwerp van het meerjarenbeleidsplan wordt voor een ieder, samen met de ontwerpbegroting, ter inzage gelegd en tegen betaling van de kosten algemeen verkrijgbaar gesteld. Het bepaalde in artikel 190, leden 2 en 3, van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
De raden van de gemeenten kunnen binnen acht weken na toezending van het ontwerp van het meerjarenbeleidsplan het dagelijks bestuur hun zienswijze aangeven. Het dagelijks bestuur voegt de zienswijzen, waarin de gevoelens van de raden zijn vervat, bij het ontwerp van het meerjarenbeleidsplan zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
Het algemeen bestuur stelt op basis van het meerjarenbeleidsplan het bedrijfsplan van de regeling vast. Als de raad van een gemeente ten aanzien van een bepaald onderwerp een eigen beleid wenst uit te voeren dat afwijkt van het gemeenschappelijke beleid, wordt ook het afwijkende beleidsstandpunt van deze gemeente in het bedrijfsplan opgenomen en door de regeling uitgevoerd. Op de financiële gevolgen hiervan is artikel 25, derde lid, van toepassing.
Hoofdstuk 10 Financiële bepalingen
Artikel 24 Begrotingsprocedure
Het dagelijks bestuur zendt jaarlijks vóór 15 april de ontwerpbegroting van de regeling voor het komende kalenderjaar, samen met een memorie van toelichting en de financiële beleidsuitgangspunten voor de komende jaren (meerjarenraming), toe aan de raden van de gemeenten. Het bepaalde in artikel 190, eerste lid, van de Gemeentewet is van toepassing.
De ontwerpbegroting wordt door de gemeenten voor een ieder ter inzage gelegd en tegen betaling van de kosten algemeen verkrijgbaar gesteld. Het bepaalde in artikel 190, leden 2 en 3, van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
De raden van de gemeenten kunnen binnen acht weken na ontvangst van de ontwerpbegroting het dagelijks bestuur hun zienswijze aangeven. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin de zienswijze van de raden zijn vervat, bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
Het bestuur geeft de deelnemende gemeenten de gelegenheid om wensen en bedenkingen in te geven over begrotingswijzigingen. Een begrotingswijziging blijft achterwege voor uitgaven die binnen de eigen begroting kunnen worden opgevangen en/of die geen structurele gevolgen hebben voor de begroting van het volgende jaar en/of volgende jaren.
Artikel 25 Bijdragen van de gemeenten
Indien aan het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling blijkt dat een deelnemer weigert deze uitgaven op de begroting te zetten, doet het algemeen bestuur onverwijld aan gedeputeerde staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 198 en 199 van de Provinciewet.
Het dagelijks bestuur legt jaarlijks vóór 15 april aan het algemeen bestuur verantwoording af over het afgelopen kalenderjaar, onder overlegging van de opgestelde jaarstukken, het jaarverslag met de daarbij behorende bescheiden en een berekening van de door de gemeenten te betalen bijdragen, samen met het rapport van de met de controles belaste accountant.
Het dagelijks bestuur is belast met de zorg en het toezicht op de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden, overeenkomstig een door het algemeen bestuur, met inachtneming van artikel 40 van de Archiefwet vast te stellen regeling.
Voor de bewaring van de op grond van artikel 12 van de Archiefwet 1995 over te brengen archiefbescheiden wijst het algemeen bestuur een archiefbewaarplaats aan.
Hoofdstuk 12 Toetreding, uittreding, wijziging, geschillen en opheffing
Artikel 29 Toetreding, uittreding
Ingaande de inwerkingtreding van de regeling, is uittreding door deelnemers gedurende een periode van vijf kalenderjaren niet mogelijk. Na het verstrijken van deze periode is uittreding te allen tijde mogelijk, mits daarvan conform het vierde lid, met een opzegtermijn van tenminste één kalenderjaar, van tevoren schriftelijk aankondiging is gedaan en wordt voldaan aan de daaraan door het algemeen bestuur te stellen voorwaarden.
Voor de vaststelling van de financiële gevolgen als bedoeld in het zevende lid wordt door de regeling en de uittredende gemeente gezamenlijk advies gevraagd aan een onafhankelijke externe deskundige. Het advies van deze deskundige is voor partijen bindend. De kosten voor het inschakelen van de deskundige zijn voor rekening van de uittredende gemeente.
Voorstellen uitgaande van één of meer gemeenten worden toegezonden aan het algemeen bestuur, dat het voorstel met zijn beschouwingen binnen acht weken aan de colleges van de gemeenten doet toekomen, waarna deze gemeenten en het algemeen bestuur verder handelen conform het bepaalde in het vorige lid van dit artikel.
Voordat over een geschil als bedoeld in artikel 28 van de wet de beslissing van gedeputeerde staten wordt ingeroepen, legt het algemeen bestuur het geschil voor aan een geschillencommissie.
Artikel 32 Ontbinding en liquidatie
De regeling kan worden ontbonden, op voorstel van het algemeen bestuur, gelezen artikel 9 van de wet, bij een daartoe strekkend besluit van de colleges van tenminste tweederde van de gemeenten.
Ingeval van een besluit tot ontbinding van de regeling, als bedoeld in het vorige lid, stelt het algemeen bestuur daarvoor een liquidatieplan op ter vereffening van het vermogen van de regeling. Een zodanig besluit wordt met een tweederde meerderheid genomen, nadat de raden van de gemeenten in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen.
Het besluit tot ontbinding of tot wijziging van de regeling wordt direct gezonden aan de gemeenten en gedeputeerde staten, mede met het oog op de vereiste goedkeuring door gedeputeerde staten van de wijziging van de regeling conform de artikelen 26, 27, 36 en 37 van de wet en naar het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel van het ressort waaronder de regeling valt.
De gemeenten dragen zorg voor inschrijving in het register, als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de wet.
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borsele d.d.,
, burgemeester.
, secretaris.
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goes d.d.,
, burgemeester.
, secretaris.
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kapelle d.d.,
, burgemeester.
, secretaris.
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noord-Beveland d.d.,
, burgemeester.
, secretaris.
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Reimerswaal d.d.,
, burgemeester.
, secretaris.