Organisatie | Steenbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Steenbergen |
Citeertitel | Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Steenbergen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-04-2013 | 01-04-2014 | nieuwe regeling | 28-03-2013 Steenbergse Bode | BM1300485 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Hoofdstuk 2. Toelating nieuwe leden; benoeming wethouders; fracties
Artikel 6. Onderzoek geloofsbrieven raadsleden; beëdiging
Artikel 7. Onderzoek geloofsbrieven wethouders; beëdiging
Paragraaf 1. Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen
Artikel 13. Ter inzage leggen van de stukken
Artikel 14. Openbare kennisgeving
Paragraaf 2. Orde der vergadering
Artikel 17. Opening vergadering; quorum
Artikel 18. Spreekrecht burgers
Artikel 19. Primus bij hoofdelijke stemming
Artikel 21. Ingekomen stukken en mededelingen
Artikel 23. Aantal spreektermijnen
Artikel 24. Handhaving orde; schorsing
Artikel 26. Deelname aan de beraadslaging door anderen
Paragraaf 3. Procedures bij stemmingen
Artikel 29. Algemene bepalingen over stemming
Artikel 30. Stemming over moties en amendementen
Artikel 31. Stemming over personen
Artikel 32. Herstemming over personen
Artikel 33. Beslissing door het lot
Hoofdstuk 4. Rechten van de leden
Artikel 36. Voorstellen van de orde
Artikel 37. Initiatiefvoorstel
Artikel 40. Schriftelijke vragen
Hoofdstuk 5. Begroting en rekening
Artikel 43. Procedure begroting
Artikel 44. Procedure jaarrekening
Hoofdstuk 6. Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 45. Verslag; verantwoording
Hoofdstuk 7. Besloten vergadering
Artikel 49. Opheffing geheimhouding
Hoofdstuk 8. Toehoorders en pers
Artikel 50. Toehoorders en pers
Artikel 51. Geluid- en beeldregistratie
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
griffier: de griffier als bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;
secretaris: secretaris als bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet;
hamerstuk: een voor de vergadering van de raad geagendeerde ontwerpverordening of ontwerpbeslissing die, op voorspraak van het presidium, wordt opgenomen in een agendapunt met de aanduiding hamerstukken en waarover door de raad tijdens de raadsvergadering niet beraadslaagd maar uitsluitend gestemd kan worden.
Het presidium heeft, naast de taken vermeld in artikel 9, 11, 16, 21, 38 van deze verordening, als taak aanbevelingen te doen aan de raad inzake de organisatie van de werkzaamheden van de raad en de overige bijeenkomsten van de raad en adviseert daarnaast gevraagd of ongevraagd de voorzitter van de raad bij alle aangelegenheden, de werkzaamheden van de raad aangaande.
Hoofdstuk 2. Toelating van nieuwe leden; benoeming wethouders; fracties
Artikel 6. Onderzoek geloofsbrieven raadsleden; beëdiging
Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten leden van de raad op om in de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.
Artikel 7. Onderzoek geloofsbrieven wethouders; beëdiging
Bij elke benoeming van nieuwe wethouders stelt de raad een commissie in bestaande uit drie leden van de raad. De commissie onderzoekt de benoembaarheid van de wethouders. De commissie bestaat uit drie leden van de raad. Bij tussentijdse benoeming van (een) wethouder(s) zal in deze commissie geen raadslid zitting hebben, behorende tot de fractie waaruit de kandidaat wordt voorgedragen. Bij een compleet nieuwe collegebenoeming wordt deze voorwaarde losgelaten.
De commissie handelt overeenkomstig het gestelde in artikel 6 en onderzoekt of de kandidaat voldoet aan de eisen die de Gemeentewet stelt.
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
De voorlopige agenda van en de daarbij behorende stukken — met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken — worden op het Raads Informatie Systeem geplaatst.
Bij aanvang van de vergadering stelt de raad de agenda vast. Op voorstel van een lid van de raad of de voorzitter kan de raad bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren. Bij de vaststelling van de agenda kan een lid van de raad aangeven een hamerstuk als bespreekstuk te willen behandelen.
De wethouders nemen in de raadsvergadering plaats.
Artikel 13. Ter inzage leggen van de stukken
Indien omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, worden deze stukken op het besloten deel van het Raads Informatie Systeem geplaatst.
Artikel 17. Opening vergadering; quorum
Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, met inachtneming van artikel 20 van de Gemeentewet. Nadat de agenda is afgehandeld sluit de voorzitter de vergadering.
Artikel 18. Spreekrecht burgers
Na de opening van de vergadering kunnen aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen, met een maximum van vijf minuten per inspreker. Indien zich meer dan zes sprekers hebben gemeld wordt de totaal beschikbare tijd evenredig over hen verdeeld.
Het woord kan niet gevoerd worden:
indien een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.
De leden, de voorzitter, de wethouders, de griffier en de secretaris hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien de conceptbesluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de aanvang van de vergadering bij de griffier te worden ingediend.
De besluitenlijst bevat in elk geval:
het verloop van elke stemming, met vermelding, bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die tegen stemden en aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben moeten onthouden: bij schriftelijke stemming wordt tevens het aantal blanco en onbehoorlijk ingevulde stembriefjes vermeld;
Artikel 24. Handhaving orde; schorsing
een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Artikel 29. Algemene bepalingen over stemming
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid heeft gestemd. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 31. Stemming over personen
Ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van de Gemeentewet van stemming moet onthouden is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn.
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd.
Artikel 32. Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Hoofdstuk 4. Rechten van de leden
Ieder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Artikel 37. Initiatiefvoorstel
De behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij de raad oordeelt dat het voorstel met het oog op de orde van de vergadering tezamen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden behandeld, het voorstel eerst dient te worden behandeld in een raadscommissie of voor advies naar het college dient te worden gezonden. In het laatste geval bepaalt de raad in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en de wethouders. Bij de behandeling van de ingekomen stukken van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 40. Schriftelijke vragen
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden.
Indien een lid van de raad over een onderwerp inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet verlangt, wordt een verzoek daartoe door tussenkomst van de griffier schriftelijk ingediend bij het college of de burgemeester.
Hoofdstuk 5. Begroting en rekening
Artikel 43. Procedure begroting
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding, het onderzoek, de behandeling en de vaststelling van de begroting volgens een procedure die de raad, op voorstel van het presidium, vaststelt.
Hoofdstuk 6. Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 45. Verslag; verantwoording
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht (om in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken of voor het sluiten van de vergadering) verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Bij een door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de desbetreffende commissie.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 42, zijn van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 7. Besloten vergadering
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raad overeenkomstig artikel 25, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.
Artikel 49. Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.