Organisatie | Noord-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling Asbest eraf, zonnepanelen erop Noord-Holland. |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling Asbest eraf, zonnepanelen erop Noord-Holland. |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | asbest, asbestdaken, asbestverwijdering, zonnepanelen |
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2014;
Onderdeel F1 werkt terug tot en met 1 juli 2013;
Deze regeling vervalt met ingang van 31 oktober 2015.
Algemene Subsidieverordening Noord-Holland 2011, art. 2
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2014 | 01-07-2014 | art.1, art. 2, art. 5, art. 6, art. 7, art. 8, art. 11, art. 13, | 10-06-2013 Provinciaal blad, 2014, 63 | 90143-369537 | |
01-07-2013 | 01-07-2014 | nieuwe regeling | 04-06-2013 Provinciaal blad, 2013, 78 | 90143-195381 |
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor het verwijderen en afvoeren van asbestdaken.
Artikel 6 Vereisten subsidieaanvraag
Een subsidieaanvraag voldoet in ieder geval aan de volgende vereisten:
Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats op basis van de hoogte van het aangevraagde subsidiebedrag, waarbij een lager aangevraagd subsidiebedrag voorgaat op een hoger aangevraagd subsidiebedrag.
Artikel 11 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger heeft ten minste de volgende verplichtingen:
Artikel 12 Prestatieverantwoording
De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan op de in de beschikking opgenomen wijze.
Haarlem, 4 juni 2013.
Gedeputeerde staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.
Toelichting bij ‘Uitvoeringsregeling Asbest eraf, zonnepanelen erop Noord-Holland’
In oktober 2012 is een convenant gesloten tussen de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de gezamenlijke provincies waarin is overeengekomen dat in de periode 2012-2014 door provincies, met rijksmiddelen, een regeling wordt opgesteld en uitgevoerd om het verwijderen van asbestdaken en afvoeren van asbest bij agrarische ondernemers te subsidiëren in die gevallen waar ook zonnepanelen op de nieuwe daken worden geplaatst. Iedere provincie stelt in de Uitvoeringsregeling of een apart besluit een subsidieplafond vast afgeleid van bovenstaande verdeling.
Het Asbestverwijderingsbesluit bevat specifieke voorschriften voor inventarisatie en verwijdering van asbest, waaronder het vereiste van certificering voor asbestverwijdering en asbestinventarisatie. Het Asbestverwijderingsbesluit valt onder de reikwijdte van de Dienstenwet en is genotificeerd.
Vereisten aan de agrarische onderneming zijn opgenomen in artikel 5 waarin alle toetsingscriteria voor de subsidie zijn opgenomen.
Een aanvrager kan slechts één keer subsidie aanvragen in een provincie op grond van deze regeling. Wel kan een aanvrager tegelijk voor meerdere daken of bouwblokken op dezelfde bedrijfslocatie subsidie vragen, mits hij voor de verwijdering van ieder asbestdak aan de vereisten voldoet.
Niet wordt uitgesloten dat de aanvrager op grond van andere regelingen subsidie ontvangt voor dezelfde subsidiabele activiteit danwel voor het plaatsen van zonnepanelen. Deze regeling beperkt derhalve niet de toegang tot bijvoorbeeld de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+) of de fiscale mogelijkheden middels de MIA (Milieu Investeringsaftrek) en Vamil (willekeurige afschrijving milieu-investeringen).
De asbest mag niet reeds verwijderd en afgevoerd zijn voordat de aanvraag om subsidie wordt ingediend. De voorfase waarin offertes worden gevraagd en overeenkomsten ten behoeve van de uitvoering tot stand komen, dient wel doorlopen te zijn voordat subsidie kan worden aangevraagd. Anders kan immers niet worden aangetoond dat aan de subsidievereisten wordt voldaan.
In dit artikel, noch elders in de verordening, zijn vereisten opgenomen ten aanzien van deminimissteun. Deze vereisten uit de betreffende verordening gelden rechtstreeks en vormen rechtstreeks onderdeel van het toetsingskader. In het aanvraagformulier worden derhalve wel gegevens gevraagd om aan deze vereisten te kunnen toetsen:
De belangrijkste criteria daarvan zijn de volgende:
Bij de beoordeling van de deminimissteun wordt in principe van het maximaal verleende steunbedrag uitgegaan. Het moment van de feitelijke uitbetaling is daarbij niet van belang.
De bedrijfsomvang wordt bepaald op basis van de totale standaardopbrengst (SO) van het bedrijf. De standaardopbrengst wordt vastgesteld middels de gegevens die bij de Landbouwtelling 2012 zijn opgegeven.
Het kan voorkomen dat de aanvragende agrarische onderneming zelf geen eigenaar is van een bedrijfsgebouw maar deze gebruikt via een pachtconstructie. In deze situatie kan er subsidie worden aangevraagd door de agrarische onderneming met een instemmingsverklaring van de eigenaar van het bedrijfsgebouw, mits de agrarische onderneming de kosten voor het project draagt.
Het gaat om de sanering van het ‘buitenasbest’, oftewel de daken, goten en buitenbeplating van schuren en loodsen. Verwijdering van afdichting met asbesthoudend materiaal van bijvoorbeeld tuinbouwkassen (zoals voegkit) valt buiten de reikwijdte van deze regeling. Het gaat om asbestverwijdering van de buitenkant van het gebouw, maar geen asbest afkomstig van de inrichting van een gebouw.
Met het stellen van een minimumoppervlakte is direct een drempelbedrag ingebouwd voor subsidieverstrekking. In de meeste gevallen ligt dit drempelbedrag hoger of gelijk aan het in de Algemene subsidieverordening gestelde drempelbedrag als weigeringsgrond.
Voorafgaand aan de aanvraag dient de aanvrager een asbestinventarisatie te laten verrichten. Het rapport van deze asbestinventarisatie overlegt de aanvrager bij zijn aanvraag.
De eis van certificering past binnen de dienstenrichtlijn. Het Asbestverwijderingsbesluit 2005 waarop de certificering is gebaseerd, is genotificeerd.
Het plaatsen van zonnepanelen is onderdeel van de toetsing. Dit betekent dat de aanvrager moet kunnen aantonen waar, wanneer en hoe deze worden geplaatst. Hiertoe dient de aanvrager een getekende offerte bij de aanvraag te overleggen.
Deze regeling voorziet niet in het subsidiëren van de aanschaf en plaatsing van zonnepanelen.
Net als bij alle elektrische apparaten staat ook het vermogen van zonnepanelen uitgedrukt in Watt. De productie van elektriciteit is niet gelijkmatig doordat de hoeveelheid zonlicht steeds verandert. Daarom is bij zonnepanelen het maximale vermogen onder ideale omstandigheden aangegeven: Watt-piek (Wp). De te plaatsen zonnepanelen dienen ten minste een productiecapaciteit van 15.000Wattpiek te hebben (15 kWp).
Voor het verwijderen en afvoeren van asbest gelden op grond van het Bouwbesluit 2012 en het Asbestverwijderingsbesluit 2005 diverse procedurevoorschriften waaraan de aanvrager dient te voldoen. Ook voor het plaatsen van zonnepanelen gelden procedurevoorschriften zoals een vergunning voor het plaatsen van zonnepanelen indien het gebouw een monument is.
Om aan te tonen dat de activiteit uitgevoerd gaat worden en aan de vereisten kan worden voldaan, dienen dergelijke vergunningen reeds te zijn aangevraagd en verkregen danwel meldingen te zijn gedaan voordat een aanvraag om een subsidie wordt ingediend.
Zodra het Landelijk Asbestvolgsysteem in werking is, wordt via het Landelijk Asbestvolgsysteem gemonitord of het verwijderen van asbest op de juiste manier is uitgevoerd. Hiervoor dient gedeputeerde staten vooraf toestemming te krijgen tot inzicht.
Artikel 6 Vereisten subsidieaanvraag
Het uitgangspunt van dit artikel is dat subsidie wordt aangevraagd door middel van een speciaal daartoe door gedeputeerde staten ter beschikking gesteld aanvraagformulier. Het aanvraagformulier dient het ordelijke verloop van de behandeling van de aanvragen.
De verplichtingen uit het convenant dienen uiterlijk op 31 december 2014 gereed te zijn. Omdat de uitvoering van het convenant pas gereed is na controle en rapportage van de verplichtingen, dienen de saneringen eerder te zijn afgerond. In artikel 11 van het convenant is dit bepaald op 31 oktober 2014. Om te zorgen dat de ontvanger voldoende tijd heeft om de activiteit te realiseren, is het subsidieplafond en hiermee mogelijk tot het indienen van aanvragen afgebakend tot 1 september 2014.
De subsidie wordt berekend over het aantal vierkante meters dak dat asbest bevat. Het betreft nadrukkelijk niet het aantal vierkante meters asbest dat gestort wordt. Bij de bepaling van de hoeveelheid vierkante meters asbest van het dak wordt als leidraad genomen het aantal vierkante meters asbestdak zoals genoemd in het asbestinventarisatierapport.
Ten behoeve van de eenvoud van de regeling is gekozen voor een behandeling op volgorde van binnenkomst. Hierdoor kan direct bij ontvangst van volledige aanvragen worden gestart met de behandeling en subsidieverstrekking.
Op grond van artikel 4:5 Awb bestaat de mogelijkheid dat onvolledige aanvragen meetellen voor het subsidieplafond. Derhalve is in het tweede lid bepaald dat een aanvraag pas meetelt als deze volledig is.