Organisatie | Baarle-Nassau |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Wegsleepverordening gemeente Baarle-Nassau 2013 |
Citeertitel | Wegsleepverordening gemeente Baarle-Nassau 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Op het moment van het inwerkingtreden van deze verordening wordt de “Wegsleepverordening gemeente Baarle-Nassau”, vastgesteld bij raadsbesluit van 14 april 2005, ingetrokken.
Besluit overbrengings- en bewaringskosten voertuigen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-06-2013 | Nieuwe regeling | 16-05-2013 Ons Weekblad, 21-06-2013 | 22-06-2013 |
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 maart 2013,
gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 173, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen;
overwegende dat het wenselijk is om in voorkomende gevallen op de weg staande voertuigen te kunnen verwijderen, over te brengen en in bewaring te stellen;
Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten
Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voorzover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.
Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen
Er wordt onderscheid gemaakt in de kosten van het uitrijden, loos uitrijden, verplaatsen, laden, lossen, overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats, volledige berging, onvolledige berging, het bewaren en de personele kosten. De kosten worden op de bezitter/houder van het te slepen of gesleepte voertuig verhaald.
Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat
Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 130, vierde lid, 164, zevende lid, en 174, eerste lid van de wet, zijn artikel 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn mede de door het college aangewezen personen belast.