Organisatie | Lelystad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bouwverordening |
Citeertitel | Bouwverordening gemeente Lelystad 2005 na 16e serie wijzigingen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Het historisch overzicht van de regeling is mogelijk niet compleet.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-11-2018 | 01-07-2018 | Inhoudsopgave hoofdstuk 2 paragraaf 5, artikel 1.1 leden 1 en 2, artikel 1.3 leden 1 en 2, artikel 2.1.5 lid 3, artikel 2.4.1, hoofdstuk 2 paragraaf 5, artikel 9.1 lid 1, artikel 12.6 en artikel 12.7 | 30-10-2018 | 180013287 | |
23-03-2017 | 01-01-2016 | 29-11-2018 | artikel 2.5.5, 2.5.7, 9.1, 9.4, 9.5, bijlage 9 | 07-03-2017 | 170000655 |
01-04-2012 | 01-04-2012 | 01-01-2016 | diverse wijzigingen i.v.m. inwerkingtreding Bouwbesluit 2012 en wijziging Woningwet | 03-09-2013 Flevopost, 2-10-2013 | Nr. Z12-249993 |
01-10-2010 | 01-10-2010 | 01-04-2012 | diverse wijzigingen i.v.m. inwerkingtreding Wabo | 05-10-2010 Flevopost, 27-10-2010 | Nr. B10-03824 |
26-11-2009 | 01-10-2010 | diverse wijzigingen | 01-09-2009 Flevopost, 18-11-2009 | Nr. B08-10150 | |
15-02-2007 | 26-11-2009 | diverse wijzigingen | 25-01-2007 Flevopost, 7-2-2007 | Nr. B06-01871 | |
12-10-2005 | 15-02-2007 | - | 08-09-2005 Flevopost, 5-10-2005 | Nr. B05.01073 | |
01-09-1993 | nieuwe regeling | 11-02-1993 Stadsbulletin, 23-7-1993 | No. 56356 |
Hoofdstuk 2 De aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen
Paragraaf 1 Gegevens en bescheiden
Artikel 2.1.1 Aanvraag bouwvergunning (vervallen)
Artikel 2.1.2 In de aanvraag op te nemen gegevens (vervallen)
Artikel 2.1.4 Gegevens met betrekking tot het coördineren van vergunningaanvragen (vervallen)
Artikel 2.1.6 Overige gegevens en bescheiden behorende bij de aanvraag om
Artikel 2.1.7 Bouwregistratie (vervallen)
Artikel 2.1.8 Bijzondere bepalingen omtrent de aanvraag om bouwvergunning woonwagens en standplaatsen (vervallen)
Hoofdstuk 5 Staat van open erven en terreinen, brandveiligheids- installaties, aansluiting op de nutsvoorzieningen en weren van schadelijk en hinderlijk gedierte
Hoofdstuk 7a Kamerverhuurpanden
Artikel 7a.1 Begripsomschrijvingen
Artikel 7a.2 Gebruiksvergunning kamerverhuurpand (vervallen)
Artikel 7a.4 Verbodsbepaling kamers
Artikel 7a.5 Aanvraag gebruiksvergunning kamerverhuur (vervallen)
Artikel 7a.6 In behandeling nemen (vervallen)
Artikel 7a.7 Termijn van beslissing (vervallen)
Artikel 7a.8 Beslissing op de aanvraag (vervallen)
Artikel 7a.9 Geldingsduur van de gebruiksvergunning kamerverhuur (vervallen)
Artikel 7a.10 Intrekken gebruiksvergunning kamerverhuur (vervallen)
Artikel 9.1 De advisering door de welstandscommissie
Artikel 9.2 Samenstelling van de welstandscommissie
Artikel 9.3 Benoeming en zittingsduur (vervallen)
Artikel 9.4 Jaarlijkse verantwoording
Artikel 9.5 Termijn van advisering
Artikel 9.6 Openbaarheid van vergaderen en mondelinge toelichting
Artikel 9.7 Afdoening onder verantwoordelijkheid
Artikel 9.8 Vorm waarin het advies wordt uitgebracht
Artikel 9.9 Uitsluiting van gebieden en categorieën bouwwerken (vervallen)
Hoofdstuk 10 Overige administratieve bepalingen
Artikel 10.1 De aanvraag om woonvergunning (vervallen)
Artikel 10.2 De aanvraag om vergunning tot hergebruik van een ontruimde onbewoonbaar verklaarde woning of woonwagen (vervallen)
Artikel 10.3 Overdragen vergunningen (vervallen)
Artikel 10.4 Overdragen mededeling (vervallen)
Artikel 10.5 Het kenteken voor onbewoonbaar verklaarde woningen en woonwagens alsmede onbruikbaar verklaarde standplaatsen (vervallen)
Artikel 10.6 Herziening en vervanging van aangewezen normen en andere voorschriften
Hoofdstuk 12 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Artikel 12.1 Strafbare feiten (vervallen)
Artikel 12.2 Overgangsbepaling bodemonderzoek (vervallen)
Artikel 12.3 Overgangsbepaling met betrekking tot de staat van open erven en terreinen (vervallen)
Artikel 12.4 Overgangsbepaling (aanvragen om) gebruiksvergunning (vervallen)
Artikel 12.5 Overgangsbepaling sloopmelding (vervallen)
Bijlage 1 Gegevens en bescheiden aanvraag bouwvergunning (vervallen)
Bijlage 2 Gegevens en bescheiden aanvraag gebruiksvergunning (vervallen)
Bijlage 3 Gebruikseisen voor bouwwerken (vervallen)
Bijlage 4 Gebruikseisen voor bouwwerken met uitzondering van de niet-gemeenschappelijke ruimten in woonfuncties (vervallen)
Bijlage 5 Toegestane hoeveelheid brandgevaarlijke stoffen (vervallen)
Bijlage 6 Opslag brandgevaarlijke stoffen (vervallen)
Bijlage 7 Kwaliteitseisen voor buizen en hulpstukken van de buitenriolering op erven en terreinen (bijlage als bedoeld in artikel 2.7.6) (vervallen)
Bijlage 8 Checklist voor de visuele inspectie van woningen en daarmee vergelijkbare bouwwerken op de aanwezigheid van asbest (vervallen)
Bijlage 9 Reglement voor de welstandscommissie
Bijlage 10 Tabel 2.6.1 behorende bij artikel 2.6.1 (brandmeldinstallaties) (vervallen)
Bijlage 11 Tabel 2.6.5 behorende bij artikel 2.6.5 (ontruimingsinstallatie) (vervallen)
Bijlage 12 Tabel 2.6.8 behorende bij artikel 2.6.8 (vluchtrouteaanduiding) (vervallen)
Bijlage 13 Eisen gebruiksvergunning kamerverhuur
Bijlage 14 Gewijzigde kaart bebouwde kom
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
1 In deze verordening wordt verstaan onder:
bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, met inbegrip van een gedeelte daarvan, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;
2 In deze verordening wordt verder verstaan onder:
Artikel 1.2 Termijnen (vervallen)
Artikel 1.3 Indeling van het gebied van de gemeente
1 Voor de toepassing van deze verordening geldt als indeling van de gemeente:
2 Als gebieden, bedoeld in het vorige lid onder a en b, gelden de gebieden die op de bij deze verordening behorende kaart als zodanig zijn aangegeven.
Hoofdstuk 2 De aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen
Paragraaf 1 Gegevens en bescheiden
Artikel 2.1.1 Aanvraag bouwvergunning (vervallen)
Artikel 2.1.2 In de aanvraag op te nemen gegevens (vervallen)
Artikel 2.1.3 Aanvraag bouwvergunning (vervallen)
Artikel 2.1.4 Gegevens met betrekking tot het coördineren van vergunningaanvragen (vervallen)
De plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport als bedoeld in artikel 2.4, onder d van de regeling omgevingsrecht geldt niet indien het bouwen betrekking heeft op een bouwwerk dat naar aard en omvang gelijk is aan een bouwwerk als genoemd in het Besluit omgevingsrecht, artikelen 2 en 3 van bijlage II.. Deze verwijzing geldt niet voor de hoogtebepalingen in het Besluit omgevingsrecht, artikelen 2 en 3 van bijlage II..
Het bevoegd gezag staat een geheel of gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport bedoeld in artikel 2.4, onder d, van de Regeling omgevingsrecht toe, indien voor toepassing van artikel 2.4.1 bij het bevoegd gezag reeds bruikbare recente onderzoeksresultaten beschikbaar zijn.
Het bevoegd gezag kan een gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport als bedoeld in artikel 2.5, onder d van de Regeling omgevingsrecht toestaan voor een bouwwerk met een beperkte instandhoudingstermijn, als bedoeld in artikel 2.23 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 5.16 van het Besluit omgevingsrecht, indien uit het in NEN 5725, uitgave 2009, bedoelde vooronderzoek naar het historisch gebruik en naar de bodemgesteldheid blijkt, dat de locatie onverdacht is dan wel de gerezen verdenkingen een volledig veldonderzoek volgens NEN 5740, uitgave 2009 niet rechtvaardigen.
Artikel 2.1.6 Overige gegevens en bescheiden behorende bij de aanvraag om bouwvergunning (vervallen)
Artikel 2.1.7 Bouwregistratie (vervallen)
Artikel 2.1.8 Bijzondere bepalingen omtrent de aanvraag om bouwvergunning woonwagens en standplaatsen (vervallen)
Paragraaf 2 Behandeling van de aanvraag om bouwvergunning (vervallen)
Paragraaf 3 Welstandstoetsing(vervallen)
Paragraaf 4 Het tegengaan van bouwen op verontreinigde bodem
Artikel 2.4.1 Verbod tot bouwen op verontreinigde bodem
Op een bodem die zodanig is verontreinigd dat schade of gevaar is te verwachten voor
de gezondheid van de gebruikers, mag niet worden gebouwd voor zover dat bouwen
betrekking heeft op een bouwwerk:
2 waarvan het bestaande, niet-wederrechtelijke gebruik niet wordt gehandhaafd.
Artikel 2.4.2 Voorwaarden omgevingsvergunning voor het bouwen
In afwijking van het bepaalde in artikel 2.4.1 en onverminderd het bepaalde in artikel 2.4, onder d, van de regeling omgevingsrecht, kan het bevoegd gezag voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen, in het geval zij op grond van het in de regeling omgevingsrecht bedoelde onderzoeksrapport en/of andere bij hen bekende onderzoeksresultaten dan wel op grond van het overeenkomstig het tweede lid van artikel 39 van de Wet bodembescherming goedgekeurde saneringsplan bedoeld in artikel 39, eerste lid, van die Wet van oordeel zijn, dat de bodem niet geschikt is voor het beoogde doel maar door het stellen van voorwaarden alsnog geschikt kan worden gemaakt.
Paragraaf 5 Voorschriften van stedenbouwkundige aard en bereikbaarheidseisen
Paragraaf 6 Voorschriften inzake brandveiligheidinstallaties en vluchtrouteaanduidingen (vervallen)
Paragraaf 7 Aansluitplicht op de nutsvoorzieningen (vervallen)
Hoofdstuk 3 De melding (vervallen)
Hoofdstuk 4 Plichten tijdens en bij voltooiing van de bouw en bij ingebruikneming van een bouwwerk (vervallen)
Hoofdstuk 5 Staat van open erven en terreinen, brandveiligheids- installaties, aansluiting op de nutsvoorzieningen en het weren van schadelijk en hinderlijk gedierte (vervallen)
Hoofdstuk 6 Brandveilig gebruik (vervallen)
Hoofdstuk 7 Overige gebruiksbepalingen (vervallen)
Hoofdstuk 7a Kamerverhuurpanden
Artikel 7a.1 Begripsomschrijvingen
inspectierapport: een namens burgemeester en wethouders opgesteld rapport waarin staat aangegeven in hoeverre een kamerverhuurpand aan de eisen uit bijlagen 3 en 4 van de verordening voldoet. In het rapport staat zo nodig aangegeven welke voorzieningen getroffen moeten worden om een kamerverhuurpand in overeenstemming te brengen met de eisen in bijlage 13 van de toelichting behorende bij deze de verordening.
Artikel 7a.2 Gebruiksvergunning kamerverhuurpand
Voor het in gebruik nemen van een kamerverhuurpand worden, onverminderd het bepaalde in de hoofdstukken 6 en 7 van deze verordening, eisen vastgesteld, die in het kader van de veiligheid, alsmede de gezondheid, de reinheid en hygiëne van de gebruikers van dat kamerverhuurpand en de omgeving noodzakelijk zijn. Deze gebruikseisen zijn vermeld in bijlage 13 behorende bij deze de verordening.
Artikel 7.a.4 Verbodsbepaling kamers
Het is verboden een kamer te bewonen met of toe te staan dat een kamer wordt bewoond door meer dan één persoon per 12 m2 indien artikel 2.1, lid 1, van bijlage 13 van toepassing is of per 8 m2 indien artikel 2.1, lid 2 onder a, van toepassing is.
Artikel 7a.5 Aanvraag gebruiksvergunning kamerverhuur
Artikel 7a.6 In behandeling nemen
Artikel 7a.7 Termijn van beslissing
Artikel 7a.8 Beslissing op de aanvraag
Artikel 7a.9 Geldingsduur van de gebruiksvergunning kamerverhuur
Artikel 7a.10 Intrekken gebruiksvergunning kamerverhuur
Artikel 7a.11 Verplicht aanwezige bescheiden
Hoofdstuk 8 Omgevingsvergunning voor het slopen (vervallen)
Artikel 9.1 De advisering door de welstandscommissie
1 De welstandscommissie adviseert over de welstandsaspecten van aanvragen voor een omgevingsvergunning voor het bouwen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a jo. artikel 2.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
2De advisering over redelijke eisen van welstand is opgedragen aan de welstandscommissie met uitzondering van de ambtelijke welstandstoets.
3. Het advies wordt gebaseerd op de in de welstandsnota genoemde welstanscriteria.
Artikel 9.2 Samenstelling van de welstandscommissie
Artikel 9.3 Benoeming en zittingsduur
Artikel 9.4 Jaarlijkse verantwoording
Artikel 9.5 Termijn van advisering
Artikel 9.6 Openbaarheid van vergaderen en mondelinge toelichting
De behandeling van bouwplannen door of onder verantwoordelijkheid van de welstandscommissie is openbaar. De agenda voor de vergadering van de welstandscommissie wordt tijdig bekendgemaakt in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze. Indien burgemeester en wethouders - al dan niet op verzoek van de aanvrager - een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.
In het geval dat het bouwplan in de vergadering van de commissie wordt behandeld en een verzoek tot het geven van een toelichting is gedaan, dient de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een uitnodiging te ontvangen voor de vergadering van de commissie, waarin de aanvraag wordt behandeld.
Artikel 9.7 Afdoening onder verantwoordelijkheid
De welstandscommissie kan de advisering over een aanvraag om advies, in afwijking van artikel 9.2, onder verantwoordelijkheid van de commissie overlaten aan een of meerdere daartoe aangewezen leden. Het aangewezen lid of de aangewezen leden adviseren over bouwplannen waarvan volgens hen het oordeel van de welstandscommissie als bekend mag worden verondersteld.
Artikel 9.8 Vorm waarin het advies wordt uitgebracht
1 De welstandscommissie adviseert en motiveert haar advies schriftelijk.
2 Zodra het advies wordt uitgebracht, wordt het door of namens burgemeester en wethouders gevoegd bij de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen.
Artikel 9.9 Uitsluiting van gebieden en categorieën bouwwerken
Hoofdstuk 10 Overige administratieve bepalingen
Artikel 10.1 De aanvraag om woonvergunning (vervallen)
Artikel 10.2 De aanvraag om vergunning tot hergebruik van een ontruimde onbewoonbaar verklaarde woning of woonwagen (vervallen)
Artikel 10.3 Overdragen vergunningen (vervallen)
Artikel 10.4 Overdragen mededeling (vervallen)
Artikel 10.5 Het kenteken voor onbewoonbaar verklaarde woningen en woonwagens alsmede onbruikbaar verklaarde standplaatsen (vervallen)
Artikel 10.6 Herziening en vervanging van aangewezen normen en andere voorschriften
Het bevoegd gezag is bevoegd om rekening te houden met de herziening en vervanging van de NEN-normen, voornormen, praktijkrichtlijnen en andere voorschriften waarnaar in deze verordening – of in de bij deze verordening behorende bijlagen – wordt verwezen, indien de bevoegde instantie de betrokken norm, voornorm, praktijkrichtlijn of het voorschrift heeft herzien of vervangen en die herziening of vervanging heeft gepubliceerd.
Hoofdstuk 11 Handhaving (vervallen)
Hoofdstuk 12 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Artikel 12.2 Overgangsbepaling bodemonderzoek
Artikel 12.3 Overgangsbepaling met betrekking tot de staat van open erven en terreinen
Artikel 12.4 Overgangsbepaling (aanvragen om) gebruiksvergunning (vervallen)
Artikel 12.5 Overgangsbepaling sloopmelding (vervallen)
Artikel 12.6 Algemene overgangsbepalingen
Bijlage 4 Gebruikseisen voor bouwwerken met uitzondering van de niet-gemeenschappelijke ruimten in woonfuncties
Bijlage 7 Kwaliteitseisen voor buizen en hulpstukken van de buitenriolering op erven en terreinen (bijlage als bedoeld in artikel 2.7.6)
Bijlage 8 Checklist voor de visuele inspectie van woningen en daarmee vergelijkbare bouwwerken op de aanwezigheid van asbest
Bijlage 9 Reglement voor de welstandscommissie
De commissie als bedoeld in artikel 9.2 van de Bouwverordening gemeente Lelystad draagt de naam “Welstandscommissie van de gemeente Lelystad”, hierna aangeduid met “de welstandscommissie”.
Artikel 2 Taakomschrijving welstandscommissie
De welstandscommissie brengt gevraagd of ongevraagd en met inachtneming van Hoofdstuk 9 van de Bouwverordening van de gemeente Lelystad schriftelijk advies uit aan het college van de gemeente Lelystad over de toepassing van de voorschriften omtrent welstand zoals bepaald in de Woningwet en de Bouwverordening gemeente Lelystad ten aanzien van:
onderwerpen aangaande de welstand of aangelegenheden, die voor het uiterlijk aanzien en de beleving van de gemeente van belang kunnen zijn of kunnen worden, zoals bij in voorbereiding zijnde bestemmingsplannen, het vaststellen, wijzigen of intrekken van stedenbouwkundige plannen, beeldkwaliteitplannen en andere relevante beleidsstukken.
Artikel 3 Samenstelling van de welstandscommissie
De welstandscommissie bestaat uit vier vaste leden, onder wie de voorzitter en de secretaris. In de commissie hebben altijd deskundigen zitting op het gebied van architectuur, stedenbouw, monumenten en aanverwante gebieden. Bij afwezigheid van één of meer van deze leden worden deze vervangen door de gelijktijdig met de leden aangestelde plaatsvervangers.
Artikel 4 Benoeming en zittingsduur
Voor de benoeming en zittingsduur van de commissieleden wordt verwezen naar artikel 12b van de Woningwet.
Artikel 5 Sollicitatieprocedure
Het werven van een nieuw (plaatsvervangend) lid gebeurt door middel van de daarvoor geldende sollicitatieprocedure dan wel in uitbesteding conform een daartoe strekken besluit van het college.
Artikel 6 Werkwijze en taakverdeling
De adviestaken van de welstandscommissie zijn verdeeld in twee categorieën. Er is sprake van adviestaken door de welstandscommissie als geheel en adviestaken door de secretaris. De secretaris is onder voorwaarden bevoegd plannen goed te keuren of af te keuren, en aan burgemeester en wethouders voor een bepaald gebied of object gemandateerd adviezen uit te brengen. Hij is gebonden aan dezelfde toetsingscriteria als de commissie als geheel.
De vergadering van de welstandscommissie wordt bijgewoond door alle leden van de welstandscommissie, waaronder de voorzitter en de secretaris. Ter ondersteuning van de welstandscommissie zijn vertegenwoordigers van de afdeling Dienstverlening en een stedenbouwkundige aanwezig. De vergadercyclus van de commissie bedraagt twee weken.
De ambtelijke toetsing aan de redelijke eisen van welstand kan door de welstandscommissie worden ondersteund. In die gevallen waarin geen welstandsadvies van de commissie nodig wordt gevonden, maar twijfel ontstaat bij de ambtelijke toetser, kan de betreffende ambtenaar besluiten het dossier alsnog voor te leggen aan de welstandscommissie voor advies.
Artikel 7 De welstandscommissie
Artikel 8 De gemandateerde secretaris
1.De daartoe gemandateerde secretaris beslist zelfstandig over en baseert zijn besluit op bouwplannen waarop de welstandsnota, beeldkwaliteitsplannen en de zgn. ‘sneltoetscriteria’ van toepassing zijn.
Artikel 10 Openbaarheid en mondelinge toelichting
De behandeling door de welstandscommissie van aanvragen voor omgevingsvergunningen is openbaar. De agenda voor de vergadering van de welstandscommissie wordt minimaal 2 werkdagen van te voren bekend gemaakt en ligt ter inzage bij de Publieksbalie in het stadhuis. Indien het college van de gemeente Lelystad –al dan niet op verzoek van de aanvrager- een verzoek doet tot niet-openbaar overleg, dan dient het college o.g.v. artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur daaraan klemmende redenen ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de toelichtingen, beraadslagingen, beoordelingen, adviezen en verslagen.
Akkoord: de commissie is van oordeel dat het plan volgens de van toepassing zijnde welstandscriteria niet in strijd is met redelijke eisen van welstand. Een dergelijk positief advies wordt niet nader gemotiveerd. De welstandscommissie kan in haar advies eventuele collegiale opmerkingen opnemen. Deze opmerkingen moeten worden gekwalificeerd als een vrijblijvend advies;
Niet akkoord: de commissie is van oordeel dat het bouwplan niet voldoet aan redelijke eisen van welstand. Een negatief welstandsadvies wordt met redenen omkleed. De commissie kan in een negatief advies aangeven hoe het desbetreffende plan wel aan de redelijke eisen van welstand kan voldoen, maar is daartoe niet verplicht.
Artikel 13 Niet betrokken zijn bij plan
De leden van de welstandscommissie die als opdrachtgever, ontwerper of anderszins bij een door de welstandscommissie te beoordelen bouwplan betrokken zijn, onthouden zich van elke betrokkenheid bij de beoordeling en verslaglegging daarvan en zijn bij de behandeling, beoordeling, beraadslaging en advisering niet in de vergadering aanwezig.
Artikel 14 Aanvaarden van opdrachten
Leden van de welstandscommissie mogen geen opdrachten aanvaarden tot het verbeteren van een door de welstandscommissie behandeld bouwplan of tot het maken van een nieuw ontwerp hiervan.
De leden van de welstandscommissie en de personen, genoemd in artikel 6, leden 2 en 4 van dit reglement, zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen in de uitoefening van hun functie ter kennis is gekomen, voor zover die verplichting uit de aard der zaak volgt of hen uitdrukkelijk is opgelegd door of namens het college van de gemeente Lelystad.
Als een welstandscommissie van buiten Lelystad een verzoek doet tot het uitbrengen van een second opinion over een bouwplan uit een andere gemeente zal de welstandscommissie haar medewerking hieraan verlenen, tenzij deze commissie van oordeel is dat een zorgvuldige advisering niet mogelijk is. De behandeling van een dergelijk verzoek zal altijd plaatsvinden in de vergadering van de commissie en op dezelfde wijze worden verwerkt als de overige bouwplannen.
Artikel 17 Jaarlijkse verantwoording
In het jaarverslag kunnen aanbevelingen worden gedaan ten aanzien van het gemeentelijk ruimtelijk kwaliteitsbeleid in het algemeen en de aanpassing van de gemeentelijke welstandsnota in het bijzonder.
2.Het jaarverslag wordt namens de welstandscommissie opgesteld door de secretaris.
3. De ambtelijk coördinator welstandsbeleid verstrekt de gegevens ten behoeve van de ambtelijke welstandsadviezen en de welstandssecretaris neemt deze op in het jaarverslag.
De voorzitter van de welstandscommissie voert ten minste eenmaal per jaar overleg met de verantwoordelijke portefeuillehouder over het toegepaste welstandsbeleid.
Artikel 19 Jaarlijkse excursie
De secretaris organiseert jaarlijks een excursie voor de leden van de welstandscommissie en de raad. Tijdens deze excursie worden bouwprojecten bezocht die interessant zijn in het kader van de welstandsadvisering.
Honorering en onkostenvergoeding
Bij niet-uitbesteding genieten de leden en de plaatsvervangende leden van de welstandscommissie voor het bijwonen van vergaderingen en voor overige werkzaamheden die zij als lid van de welstandscommissie op verzoek van of namens het college van de gemeente Lelystad verrichten, een honorering overeenkomstig het uurtarief opgenomen in de door de Bond van Nederlandse Architecten (BNA) opgestelde richtlijnen.
Artikel 21 Inwerkingtreding en citeertitel
Dit reglement treedt na openbare bekendmaking in werking op de eerste van de maand volgend op die van publicatie en kan worden aangehaald als “Reglement voor de welstandscommissie”.
(bijlage als bedoeld in artikel 7a.3 en 7a.4 van de Bouwverordening)
Paragraaf 1 Gegevens en bescheiden aanvraag gebruiksvergunning kamerverhuurpand (artikel 7a.4)
Artikel 1.2 Bij de aanvraag in te dienen bescheiden
1 De in een kamerverhuurpand gelegen kamers moeten een vloeroppervlakte hebben van tenminste 12 m2;
2 Het college verleent ontheffing van het bepaalde in lid 1 indien:
In een kamerverhuurpand moet voor elke vijf bewoners ten minste één afsluitbare toiletruimte aanwezig zijn welke voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit, bestaande bouw.
In een kamerverhuurpand moet voor elke acht bewoners ten minste één afsluitbare badruimte aanwezig zijn welke voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit, bestaande bouw.
1 In een kamerverhuurpand moeten een aanrecht en een opstelplaats voor een kooktoestel aanwezig zijn hetzij in een aparte keukenruimte dan wel in het voor gemeenschappelijk gebruik bestemd vertrek. De opstelplaats dient te voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit, bestaande bouw.
2 Zijn een aanrecht en een opstelplaats voor een kooktoestel in een aparte keukenruimte (verblijfsruimte) gelegen, dan moet deze een vloeroppervlakte hebben van ten minste 5 m2, waarvan de breedte ten minste 1,8 en de hoogte boven die oppervlakte ten minste 2,4 m is.
De vloeroppervlakte van ten minste 5 m2 te rekenen tot en met 4 personen. Voor elke extra bewoner moet de vloeroppervlakte van 5 m2 met ten minste 1 m2 worden vergroot. De eisen van het Bouwbesluit, bestaande bouw, zijn hier van toepassing.
In een kamerverhuurpand moet een voorziening voor warm water aanwezig zijn welke voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit, bestaande bouw.
Daar waar in het Bouwbesluit en/of de Bouwverordening “woning” wordt genoemd “kamerverhuurpand” moet worden gelezen.
1 Een flessengasinstallatie voor verwarming of kookdoeleinden is niet toegestaan. Aanwezigheid van flessengas voor andere doeleinden is eveneens niet toegestaan.
2 Het is uitsluitend toegestaan om een kooktoestel te plaatsen in de aparte keukenruimte dan wel in het voor gemeenschappelijk gebruik bestemd vertrek.
1 De exploitant draagt er zorg voor dat ten minste eenmaal per jaar door een ter zake kundige het nodige onderhoud wordt verricht en een controle wordt gehouden op de reinheid en de goede werking van en zo nodig reparaties worden verricht aan de in het pand aanwezige voorzieningen..
2 De met controle belaste ambtenaren kunnen tijdstippen bepalen en de wijze aangeven waarop een en ander wordt beproefd.