Organisatie | Limburg |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Nadere subsidieregels ter bevordering van de economie en concurrentiekracht 2013 e.v. |
Citeertitel | Nadere subsidieregels ter bevordering van de economie en concurrentiekracht 2013 e.v. |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | sociaal-economische zaken , subsidies |
Geen
Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg, Algemene wet bestuursrecht
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-05-2016 | 18-01-2021 | art. 2,5,8,9,10,11,12,13,14,15,16,17,18,19,20,21, | 26-04-2016 | onbekend | |
18-07-2014 | 18-05-2016 | art. 1, a, b, c, d, e | 08-07-2014 Provinciaal Blad, 2014, 67 | onbekend | |
21-06-2013 | 18-07-2014 | nieuwe regeling | 18-06-2013 Provinciaal Blad, 2013, 42 | onbekend |
HOOFDSTUK 2 VOORWAARDEN/CRITERIA PROJECTEN TER BEVORDERING INSTROOM 45PLUSSERS
Gedeputeerde Staten kunnen subsidies verstrekken voor functioneel en in tijd samenhangende en begrensde resultaatgerichte activiteiten in het kader van het economisch beleid, specifiek gericht op instroom van 45plussers.
Artikel 4 Algemene subsidiecriteria
Een aanvraag om een subsidie wordt getoetst aan de volgende algemene beoordelingscriteria:
Ad a. de kwaliteit van het projectvoorstel De kwaliteit van het projectvoorstel wordt getoetst aan factoren die de haalbaarheid van het project bepalen, zoals een solide financieel-economische, organisatorische, juridische en bestuurlijke basis. Dit houdt in dat de indiener in staat moet zijn om het project daadwerkelijk uit te voeren dan wel uit te laten voeren. Tevens wordt verwacht dat er een duidelijk perspectief op continuïteit van het project bestaat na afronding van (de looptijd van) het project, zowel inhoudelijk als financieel. In het activiteitenplan moet dit worden beargumenteerd op basis van bewezen praktijken en/of commitment van de banenverstrekker(s). De eis van continuïteit geldt niet voor zogenoemde “pilotprojecten” waarbij het gaat om het creëren van nieuwe banen met een experimenteel karakter, waarbij in redelijkheid niet vooraf kan worden vastgesteld of continuering haalbaar is. Dit laatste staat ter beoordeling van Gedeputeerde Staten. In het activiteitenplan wordt aangegeven waar de subsidiegelden aan besteed worden en hoe in de financiering zal worden voorzien na de gesubsidieerde periode.
Ad b. Samenwerking met partners Voor subsidie komt in aanmerking de aanvrager die samen met een of meerdere partners een actieve rol speelt in de verwezenlijking van het te subsidiëren project.
Artikel 5 Specifieke subsidiecriteria
Naast de in artikel 4 genoemde algemene criteria wordt een aanvraag om een projectsubsidie ook getoetst aan de volgende specifieke beoordelingscriteria:
In aanvulling op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg, gelden de volgende weigeringsgronden:
HOOFDSTUK 3 VOORWAARDEN/CRITERIA PROJECTEN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2
Gedeputeerde Staten kunnen subsidies verstrekken voor functioneel en in tijd samenhangende en begrensde resultaatgerichte activiteiten in het kader van het economisch beleid.
Artikel 11 Algemene beoordelingscriteria
Een aanvraag om een subsidie wordt getoetst aan de volgende algemene beoordelingscriteria.
Ad a. de kwaliteit van het projectvoorstel De kwaliteit van het projectvoorstel wordt getoetst aan factoren die de haalbaarheid van het project bepalen, zoals een solide financieel-economische, organisatorische, juridische, bestuurlijke en planologische basis. Dit houdt in dat de indiener in staat moet zijn om het project daadwerkelijk uit te voeren dan wel uit te laten voeren. Tevens wordt verwacht dat er een duidelijk perspectief op continuïteit van het project bestaat na afronding van (de looptijd van) het project, zowel inhoudelijk als financieel. Het perspectief op continuïteit kan onder meer blijken uit een kansrijke aanvraag voor een bijdrage uit Europese en/of nationale middelen. De eis van continuïteit geldt niet voor zogenoemde “pilotprojecten” met een experimenteel karakter, waarbij in redelijkheid niet vooraf kan worden vastgesteld of continuering haalbaar is. Dit laatste staat ter beoordeling van Gedeputeerde Staten. In het activiteitenplan wordt aangegeven waar de subsidiegelden aan besteed worden en hoe in de financiering zal worden voorzien na de gesubsidieerde periode. Ad b. Samenwerking met partners Voor subsidie komt in aanmerking de aanvrager die samen met een of meerdere partners een actieve rol speelt in de verwezenlijking van het te subsidiëren project. Ad c. Innovatie Het project moet innovatief zijn of het project moet innovatie stimuleren. Dit betekent dat het project moet leiden tot vernieuwing hetgeen zich vertaalt in nieuwe producten, diensten, processen of organisatievormen. Innoveren is mensenwerk en vergt niet alleen de ontwikkeling van technologie. Innovatie is ook afhankelijk van factoren als management, logistiek en marketing, zeker in de dienstensector. De innovatie moet niet alleen nieuw zijn voor de aanvrager, maar ook voor de Limburgse markt/sector waarop (de dienst of product van) de aanvrager zich richt.
Ad d. Stuwend Alleen projecten die stuwend zijn, komen voor subsidiëring in aanmerking. Stuwend betekent dat het project naast een bijdrage aan de activiteiten van de aanvrager zelf ook in aanzienlijke mate moet bijdragen aan de economische ontwikkeling van andere organisaties in de provincie Limburg (multipliereffect). Niet in aanmerking voor subsidie komen organisaties en/of projecten met een lokaal karakter, tenzij in de in de bijlage opgenomen subsidiekaders uitdrukkelijk anders is bepaald.
Artikel 12 Specifieke subsidiecriteria
Naast de in artikel 11 genoemde algemene criteria wordt een aanvraag om een projectsubsidie ook getoetst aan de volgende specifieke beoordelingscriteria: Projecten komen voor subsidie in aanmerking:
Indien en voor zover ze naar het oordeel van Gedeputeerde Staten passen in, en een wezenlijke bijdrage leveren aan de realisatie van één of meer van de, door Provinciale Staten vastgestelde en door Gedeputeerde Staten nader uitgewerkte Programma-en meerjarenbegroting en de productenraming. Deze beleidskaders kunnen (op onderdelen) worden bijgesteld dan wel verder worden uitgewerkt in specifieke economische beleidsnota’s (ambitiedocumenten) voor de betreffende deelterreinen. Daarbij geldt als uitgangspunt dat het beleid van toepassing is dat geldt op het moment van indiening van de subsidieaanvraag, tenzij het eventueel nadien gewijzigde beleid gunstiger is voor de subsidieaanvrager; en
HOOFDSTUK 4 AANVRAAGPROCEDURE PROJECTEN VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2 EN 3
De aanvraag moet een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend standaard aanvraagformulier bevatten en moet zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven in het formulier en moet worden verzonden naar het op het formulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, afdeling Vergunningen en Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht).
De volgende bijlagen dienen in ieder geval aan het aanvraagformulier te worden toegevoegd:
Voor subsidiebesluiten die zijn genomen vóór de inwerkingtreding van de “Nadere subsidieregels ter bevordering van de economie en concurrentiekracht 2013 e.v.” blijven de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg en de daarop gebaseerde “Nadere subsidieregels ter bevordering van de economie en de concurrentiekracht 2012 e.v.” van toepassing, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.
Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 26 april 2016 Gedeputeerde Staten voornoemd
de voorzitter, dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens
secretaris dhr. Mr. A.C.J.M. de Kroon
Toelichting bij “Nadere subsidieregels ter bevordering van de economie en concurrentiekracht 2013 e.v.”
Het economisch beleidsveld kenmerkt zich door een grote dynamiek. Dit vereist dat steeds snel wordt ingespeeld op veranderende omstandigheden. Om die reden is dan ook gekozen voor een op zichzelf minder concreet uitgewerkte regeling. Dat betekent dat steeds naast de regeling in ogenschouw moet worden genomen wat het geldende beleidskader op enig moment inhoudt, om een oordeel te kunnen vormen of een project daadwerkelijk voor subsidie in aanmerking kan komen. Zowel de doelgroep, doelstelling als de inhoudelijke criteria kunnen op bepaalde deelterreinen van het economisch beleid wisselend van aard zijn, al naar gelang de behoeften van het moment. De geldende beleidskaders wordt gepubliceerd op www.limburg.nl/subsidies. De juridische grondslag voor subsidieverstrekking wordt dan ook steeds gevormd door de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg in combinatie met deze Nadere subsidieregels en de daaraan ten grondslag liggende beleidskaders. Vanwege de complexiteit van het beleidsterrein verdient het sterk aanbeveling vóór het indienen van de subsidieaanvraag in overleg te treden met medewerkers van het cluster Economie en Innovatie teneinde te komen tot een goed onderbouwde en volledige aanvraag.