Organisatie | Waterland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beheersverordening 'Galgeriet' |
Citeertitel | Regels van de beheersverordening "Galgeriet" |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Bedrijvenlijst lijst met kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten |
De Beheersverordening Galgeriet heeft betrekking op het bedrijventerrein Galgeriet en enkele kleine aangrenzende gebieden, waaronder het meest zuidwestelijke deel van recreatiegebied Hemmeland. De beheersverordening betreft een actualisatie van de bestaande juridisch-planologische regelingen van bestemmingsplan Galgeriet 1972 en nabije omgeving, mede gebaseerd op verleende bouwvergunningen die in afwijking van het bestemmingsplan zijn verleend. Bestaande rechten in het plangebied worden met deze beheersverordening opnieuw vastgelegd.
De digitale beheersverordening is ook via de landelijke website, www.ruimtelijkeplannen.nl, beschikbaar. De digitale beheersverordening zoals deze staat op de landelijke website is authentiek en rechtsgeldig boven de analoge versie.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-06-2013 | Nieuwe regeling | 23-05-2013 Elektronisch gemeenteblad, 2013-24 | 105-60 |
I. De `Beheersverordening Galgeriet' (GML-bestand: NL.IMR0.0852.BV0Galgeriet2013-va01) met bijbehorende regels en bijlagen vast te stellen, waarbij voor de locatie van de geometrische planobjecten
gebruik is gemaakt van een ondergrond die is ontleend aan de GBKN en is opgeslagen onder de bestandsnaam o_ NL. IMR0.0852.BV0Galgeriet2013-va01.
II. De volledige verbeelding op papier van 'Beheersverordening Galgeriet' vast te stellen.
de beheersverordening 'Galgeriet' van de gemeente Waterland,
het gebied waarop de beheersverordening 'Galgeriet' van de gemeente Waterland van toepassing is, bestaande uit de geometrisch bepaalde objecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0852.BVOGalgeriet2013-va01 met de bijbehorende regels en bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
bouwwerk geen gebouw zijnde. Een ander bouwwerk met dak wordt aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
het bieden van de, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte (maximaal 30% van de oppervlakte van de woning), mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt binnen een bewoonde woning in ten hoogste 2 kamers aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel productiegebonden detailhandel plaatsvindt.
een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, inclusief opslag- en administratie ruimten en dergelijke.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bedrijfsvoering noodzakelijk is.
een functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw ten behoeve van het wonen.
feitelijk (duurzaam) aanwezig op het moment van inwerkingtreding van de beheersverordening.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
een vrijstaand gebouw dat functioneel en architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw waar het bij hoort. Een bijgebouw bij een woning is ondergeschikt aan de woonfunctie, bijvoorbeeld een garage of berging. Een bijgebouw wordt aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de begane grond of een verdieping van een gebouw waarbij per bouwlaag over 100% van het vloeroppervlak een plafondhoogte van ten minste 2,40 meter aanwezig c.q. mogelijk is. Een volledig onder het peil gelegen ruimte wordt hieronder niet begrepen.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een woonfunctie (hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken).
een horecabedrijf, waarin uitsluitend alcoholvrije dranken en eventueel kleine eetwaren worden verstrekt voor gebruik ter plaatse en waar softdrugs worden verstrekt voor gebruik ter plaatse of gebruik elders.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.29 cultuurhistorische waarden:
waarden ontstaan door het gebruik (van bepaalde gronden) in de loop van de geschiedenis door de mens.
werkzaamheden die bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden.
een al dan niet bebouwd perceel of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw waarbij het bestemmingsplan die inrichting niet verbiedt.
bouwwerk ten behoeve van de afbakening van een erf of terrein.
een gebouw ten behoeve van de stalling c.q. berging van vervoermiddelen.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.35 geluidzoneringsplichtige inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging, in een bestemmingsplan of beheersverordening een geluidzone moet worden vastgesteld.
een gebouw dat, gelet op de bestemming, zowel ruimtelijk als functioneel als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat uitsluitend of in hoofdzaak dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch of naar aard gelijk te stellen gebied.
1.40 kleinschalig toeristisch overnachten:
het bieden van kortstondige overnachtingsmogelijkheden in een gedeelte van de woning en/of bijbehorende bouwwerken. Een zelfstandige recreatieve verblijfsruimte in een gebouw wordt hier ook onder verstaan.
1.41 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten:
de in Bijlage 2 genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door haar beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend.
een open constructie, geen overkapping zijnde, aan een gevel, die al dan niet constructief deel uitmaakt van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk.
langdurige, intensieve niet georganiseerde zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak door één of meer leden uit diens directe dan wel sociale omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de zorgverlening wordt uitgeoefend in een afhankelijke woonruimte bij een (bedrijfs)woning.
een door de feitelijke terreininrichting aanwezig verschil tussen het beloop van lijnen in het veld en een aangegeven bestemmings- of bouwgrens.
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, bemalingsinstallaties, gemalen, telefooncellen, bluswatervoorzieningen en zendmasten.
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand, niet bedoeld een luifel. Een overkapping wordt aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk
1.49 productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, geteeld, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen wordt verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, of een naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar.
openbaar toegankelijke voorziening bestaande uit een of meer speeltoestellen en daarmee vergelijkbare bouwwerken, met de daarbij behorende voorzieningen.
langs een wegzijde met een regelmatige of nagenoeg regelmatige ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing: de evenwijdige aan de as van de weg gelegen bouwgrens, welke, zoveel mogelijk aansluitend aan de ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing, een zoveel mogelijk gelijkmatig beloop van de rooilijn overeenkomstig de richting van de weg geeft;
een geometrisch bepaald vlak (besluitvlak of besluitsubvlak), waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge deze verordening regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik e/of het bebouwen van deze gronden.
een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerk c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen.
alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.
het houden van verblijf, het huren en tevens (laten) bewonen van kamers of het gehuisvest zijn in een woning, evenwel met uitzondering van woonvormen met een maatschappelijk karakter met intensieve begeleiding, met dien verstande dat kamerverhuur in een pand beperkt is en blijft tot maximaal vier personen.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
een gebouw, dat één woning omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
het Normaal Amsterdams Peil (NAP) minus 1,54 meter.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.3 de gezamenlijke brutovloeroppervlakte:
tussen de binnenwerkse gevelvlakken en scheidingsmuren van alle ruimten die bij het meten worden betrokken.
2.4 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.5 de hoogte van een windturbine
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine;
2.6 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of) het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.7 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
bij toepassing van het bepaalde in de beheersverordening ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of besluitvlakken, worden afwijkingen ten gevolge van meetverschillen buiten beschouwing gelaten, mits dat meetverschil, mede gelet op de aard en omvang van hiervoor toegelaten of toe te laten (bouw)werken of werkzaamheden, als van zeer beperkte betekenis moet worden aangemerkt;
De voor ''Bedrijf' aangewezen gronden zijn bedoeld voor:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen medegebruiksvorm(en) zijn de daarop betrekking hebbende regels mede van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 15.1.1.
Op de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
3.2.2 Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de beheersverordening wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken:
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bedoeld voor:
gebouwen en overkappingen ten behoeve van bedrijven of bedrijfsactiviteiten met een bedrijfsgebonden kantoor die zijn genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2, alsmede naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijven of bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen medegebruiksvorm(en) zijn de daarop betrekking hebbende regels mede van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 15.1.1.
Op de voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
4.2.2 Gebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
4.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld en de milieusituatie, worden afgeweken van het bepaalde in 4.2.2, onder g in die zin dat de goothoogte van een gebouw wordt vergroot tot ten hoogste 7,70 meter.
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de beheersverordening wordt in ieder geval verstaan het gebruik:
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeers- en parkeersituatie en de milieusituatie, worden afgeweken van:
het bepaalde in 4.4, onder a in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2, mits:
het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1 onder categorie 1, 2, 3.1 en 3.2, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 1 onder een hogere categorie dan 3.2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben;
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bedoeld voor:
h.bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen medegebruiksvorm(en) zijn de daarop betrekking hebbende regels mede van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 15.1.1.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Artikel 6 Recreatie - Jachthaven
De voor 'Recreatie - Jachthaven' aangewezen gronden zijn bedoeld voor:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen medegebruiksvorm(en) zijn de daarop betrekking hebbende regels mede van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 15.1.1.
6.2.1 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
6.2.2 Bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken
Voor het bouwen van de in 6.1.1, onder b genoemde bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Afwijken minimale dakhelling
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in
6.2.2, onder b in die zin dat een gebouw of een overkapping plat wordt afgedekt, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de beheersverordening wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken:
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een beroepsuitoefening aan huis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bedrijfswoning zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke brutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken;
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
6.5.1 Kleinschalig toeristisch overnachten
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 6.4, onder d en f in die zin dat ten hoogste 50% van de brutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 100 m² wordt gebruikt voor het bieden van een kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid, mits:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 6.4, onder f in die zin dat afhankelijke woonruimte in de zin van mantelzorg wordt toegestaan in een bijbehorend bouwwerk, mits:
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bedoeld voor:
g.bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen medegebruiksvorm(en) zijn de daarop betrekking hebbende regels mede van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 15.1.1.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
7.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Artikel 8 Waarde - Archeologie 2
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende gebruiksvorm(en), mede bedoeld voor het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische waarden.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen medegebruiksvorm(en) zijn de daarop betrekking hebbende regels mede van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 15.1.1.
8.2.1 Omgevingsvergunning voor het bouwen
Voor bouwwerken waarbij grondroerende werkzaamheden over een oppervlakte groter dan 100 m² en dieper dan 0,35 meter onder het maaiveld plaatsvinden moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, zijn aangetoond dat:
8.2.2 Voorwaarden omgevingsvergunning voor het bouwen
Indien blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.3.1 Vergunningplichtige werken en werkzaamheden
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde besluitvlakken een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in 8.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in 8.3.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, mits:
8.3.4 Voorwaarden omgevingsvergunning
Indien blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden kunnen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning:
Artikel 9 Waarde - Archeologie 4
De voor 'waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende medegebruiksvorm(en), mede bedoeld voor het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische waarden.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen medegebruiksvorm(en) zijn de daarop betrekking hebbende regels mede van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 15.1.1.
9.2.1 Omgevingsvergunning voor het bouwen
Voor bouwwerken waarbij grondroerende werkzaamheden over een oppervlakte groter dan 2.500 m² en dieper dan 0,40 meter onder het maaiveld plaatsvinden moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, zijn aangetoond dat:
9.2.2 Voorwaarden omgevingsvergunning voor het bouwen
Indien blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
9.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
9.3.1 Vergunningplichtige werken en werkzaamheden
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde besluitvlakken een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in 9.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in 9.3.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, mits:
9.3.4 Voorwaarden omgevingsvergunning
Indien blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden kunnen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning:
Artikel 10 Waterstaat - Waterkering
10.1 Omschrijving gebruiksvorm
De voor 'Waterstaat-Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende medegebruiksvorm(en), mede bedoeld voor het behoud, het herstel en het beheer van de waterstaatsdoeleinden en de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden.
10.2.1 Gebouwen, overkappingen en andere bouwwerken
In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse aangewezen medegebruiksvorm(en) worden op of in deze gronden geen gebouwen, overkappingen en andere bouwwerken gebouwd, anders dan ten behoeve van de medegebruiksvorm(en).
10.2.2 Gebouwen en overkappingen
Op of in deze gronden worden geen gebouwen en overkappingen gebouwd.
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt, dat de bouwhoogte ten hoogste 5,00 meter bedraagt.
10.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 10.2.2 in die zin dat de in de andere daar voorkomende besluitvlak(ken) genoemde gebouwen, overkappingen of andere bouwwerken, worden gebouwd, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en het beheer van de waterstaatsdoeleinden en de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden.
10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, en van werkzaamheden
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde besluitvlakken een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in 10.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De omgevingsvergunning wordt slechts verleend mits de waterkering en/of de landschappelijk en/of cultuurhistorische en ruimtelijke waarden niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 11 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 12 Algemene bouwregels
Het is verboden enig terrein of perceel zodanig te bebouwen, dat daardoor op een aangrenzend terrein, bouwvlak of perceel een toestand zou ontstaan, die aldaar niet meer met de regels van deze beheersverordening zou overeenstemmen, of voor zover er reeds aldaar een afwijking van de regels bestaat, zodanig te bebouwen, dat deze afwijking zou worden vergroot.
12.2 Overschrijding vlakgrenzen
De vlakgrenzen, zijnde grenzen bouwvlakgrenzen, mogen in afwijking van de ter plaatse van toepassing zijnde gebiedsregels worden overschreden door:
12.3 Toegelaten bouwwerken met afwijkende maten
a. Voor een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening overeenkomstig een daarvoor verleende vergunning aanwezig is, in uitvoering is of gebouwd kan worden en dat ingevolgde de gebiedsregels is toegelaten, maar waarvan de afstands-, hoogte-, inhouds- en/of oppervlaktematen afwijken van de maatvoeringsbepalingen in de bouwregels van de betreffende besluitvlakken, geldt dat:
b. in geval van herbouw is het onder a. bepaalde uitsluitend van toepassing indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.
Artikel 13 Algemene gebruiksregels
Het is verboden de gronden en bouwwerken in deze beheersverordening te gebruiken en/of te laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven gebruiksvorm(en).
Onder gebruiken in strijd met de beheersverordening wordt, tenzij in de afzonderlijke gebiedsregels anders is geregeld, in ieder geval verstaan het (laten) gebruiken van de gronden en/of bouwwerken:
13.3 Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de in hoofdstuk 2 per artikel beschreven gebruiksregels, in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt ten behoeve van een kleinschalig toeristische overnachtingsmogelijkheid, mits:
Artikel 14 Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan, mits hierdoor geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, een omgevingsvergunning verlenen voor:
overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde besluitvlakgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken, dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein, mits deze overschrijdingen niet meer bedraagt dan 3 meter en het bouwvlak met niet meer dan 10% wordt vergroot.
Het bepaalde in 14.1.1 geldt niet, wanneer al op grond van de regels in hoofdstuk 2 van deze beheersverording een andere afwijking is of kan worden verleend.
15.1.1 Voorrang medegebruiksvormen
In het geval van strijdigheid van belangen tussen een gebruiksvorm en een medegebruiksvorm gaat het belang van de medegebruiksvorm voor.
15.1.2 Onderlinge relatie medegebruiksvormen
Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de medegebruiksvormen, geldt:
15.2 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9, lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels