Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijmegen

Verordening Duurzaamheidsleningen Gemeente Nijmegen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijmegen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Duurzaamheidsleningen Gemeente Nijmegen
CiteertitelVerordening Duurzaamheidsleningen Gemeente Nijmegen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-05-201325-05-2016Onbekend

17-04-2013

Gemeenteblad 2013-069

Raadsvoorstel nummer 43/2013

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Duurzaamheidsleningen Gemeente Nijmegen

 

 

 

VERORDENING DUURZAAMHEIDSLENINGEN GEMEENTE NIJMEGEN 2013

Artikel 1 Begrippen

Deze verordening verstaat onder:

  • a)

    een aanvraag: een verzoek aan het college om voordracht bij de SVn voor een Duurzaamheidslening;

  • b)

    een aanvrager: een meerderjarige natuurlijke persoon die een aanvraag doet en eigenaar is van een woning die is gelegen in de gemeente Nijmegen;

  • c)

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen;

  • d)

    een Duurzaamheidslening: een gemeentelijke stimuleringslening, die aan aanvrager na voordracht door het college door de SVn kan worden verstrekt ten behoeve van de financiering van de door het college aanvaarde werkelijke kosten van duurzaamheidsmaatregelen, die worden getroffen in de eigen woning;

  • e)

    duurzaamheidsmaatregelen: energiebesparende en duurzame maatregelen en voorzieningen als bedoeld in bijlage 1A of bijlage 1B;

  • f)

    een energieprestatiecertificaat: een certificaat dat na het uitvoeren, plaatsen of aanbrengen van één of meer van de bijlage 1A of bijlage 1B genoemde voorzieningen en maatregelen wordt opgesteld door een gecertificeerd bedrijf en dat voldoet aan BRL 9500-01 voor bestaande woningen;

  • g)

    een EPA-maatwerkadvies: een advies dat voorafgaand aan het uitvoeren, plaatsen of aanbrengen van één of meer van de in bijlage 1A of bijlage 1B genoemde maatregelen en voorzieningen wordt opgesteld door een gecertificeerd bedrijf en dat voldoet aan BRL 9500-01 voor bestaande woningen;

  • h)

    werkelijke kosten de kosten van duurzaamheidsmaatregelen als bedoeld in bijlage 1A of bijlage 1B, eventueel vermeerderd met de kosten van een EPA-maatwerkadvies, de kosten van een energieprestatiecertificaat, bijkomende kosten voor het verkrijgen van de Duurzaamheidsleningen en de kosten van door een deskundig vakbedrijf terzake van deze duurzaamheidsmaatregelen in rekening gebrachte arbeidsuren en verminderd met de van derden ontvangen tegemoetkomingen in deze kosten.

  • i)

    SVn: de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten te Hoevelaken.

  • j)

    beschermd monument of stadsbeeldobject: rijksmonument, gemeentelijk monument of stadsbeeldobject, of een beeldbepalend pand in een rijksbeschermd stadsgezicht, dat als zodanig is opgenomen in het monumentenregister van de gemeente Nijmegen.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze verordening is uitsluitend van toepassing op:

Bestaande woonruimte in de gemeente Nijmegen die geschikt en bestemd is voor permanente bewoning.

Artikel 3 Doelgroep

De subsidie kan slechts worden verleend aan een aanvrager die:

  • a.

    eigenaar of mede-eigenaar is van een woning, anders dan een beschermd monument of stadsbeeldobject, die is gelegen in de gemeente Nijmegen;

  • b.

    eigenaar, mede-eigenaar is van een woning, zijnde beschermd monument of stadsbeeldobject, die is gelegen in de gemeente Nijmegen.

Artikel 4 Budget

Het college stelt het budget vast dat beschikbaar is voor het verstrekken van Duurzaamheidsleningen.

Artikel 5 Duurzaamheidsleningen

Het college kan een aanvrager bij SVn voordragen voor een Duurzaamheidslening ten laste van het in artikel 4 bedoelde budget.

Artikel 6. Lening voor duurzaamheidmaatregelen

  • 1.

    Aan de doelgroep die is genoemd in artikel 3, onder a, wordt slechts een Duurzaamheidslening verleend voor het toepassen van de duurzaamheidsmaatregelen, die zijn genoemd in de lijst in bijlage 1A bij deze regeling

  • 2.

    Aan de doelgroep die is genoemd in artikel 3, onder b, wordt slechts een Duurzaamheidsleningverleend voor het toepassen van de duurzaamheidsmaatregelen, die zijn genoemd in de lijst in bijlage 1B bij deze regeling.

3.Het college kan de in het eerste en tweede lid genoemde lijsten van duurzaamheidsmaatregelen wijzigen.

Artikel 7 De aanvraag

Een aanvraag wordt schriftelijk bij het college ingediend op een door de gemeente beschikbaar gesteld formulier en gaat vergezeld van een opgave van:

  • a.

    eventueel een kopie van de samenvatting van het EPA-maatwerkadvies;

  • b.

    de te treffen duurzaamheidsmaatregelen;

  • c.

    de werkelijke kosten van het treffen van de duurzaamheidsmaatregelen alsmede een deugdelijke financiële onderbouwing van deze opgave (op basis van offertes);

  • d.

    een planning van de uitvoering van de werkzaamheden

  • e.

    een ingevulde checklist.

Artikel 8 Behandeling aanvraag

  • 1.

    Het college bevestigt de ontvangst van de aanvraag binnen twee weken.

  • 2.

    Indien de aanvraag niet alle gegevens bevat die het college voor het nemen van een beoordeling noodzakelijk acht, stelt het college aanvrager in de gelegenheid de aanvraag binnen een termijn van vier weken te completeren.

  • 3.

    Indien de aanvraag niet binnen de aangegeven termijn is gecompleteerd, wordt de aanvraag door het college buiten behandeling gelaten.

  • 4.

    Het college handelt aanvragen in volgorde van binnenkomst af.

  • 5.

    Het college neemt binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag dan wel na het compleet worden van de aanvraag een beslissing.

  • 6.

    Uit overschrijding van de in het vijfde lid bedoelde termijn kan de aanvrager niet afleiden dat zijn aanvraag is of wordt toegewezen.

Artikel 9 Afwijzen aanvraag

Het college wijst een aanvraag af, indien:

  • a.

    het budget niet toereikend is om de aanvraag te honoreren;

  • b.

    de werkelijke kosten minder bedragen dan € 2.500,- of meer dan € 25.000,-;

  • c.

    de aanvraag bij hem wordt ingediend ná het treffen van de duurzaamheidsmaatregelen;

  • d.

    naar zijn oordeel gegronde redenen bestaan aan te nemen dan wel vastgesteld wordt, dat de aanvraag niet voldoet aan de voorwaarden en/of de verordening;

Artikel 10 Voordracht

1.Het college besluit aanvrager bij SVn voor een Duurzaamheidslening voor te dragen indien uit de bij de aanvraag ingediende bescheiden blijkt dat met het treffen van de duurzaamheidsmaatregelen aantoonbaar wordt bijgedragen aan een of meer van de

hiernavolgende doelen:

  • a.

    een beperking van de energievraag, dan wel een vermindering van CO2 uitstoot;

  • b.

    het verhogen van het aandeel duurzame energiebronnen in de energievoorziening van de woning;

    • 2.

      Bovendien kan er alleen sprake zijn van een voordracht als is voldaan aan de regeling en het beschikbare budget niet wordt overschreden:

Artikel 11 Toekenning

  • 1.

    De toekenning van een Duurzaamheidslening geschied onder voorbehoud van een positieve krediettoets van SVn.

  • 2.

    SVn verstrekt en beheert een toegekende Duurzaamheidslening.

Artikel 12 Intrekken toekenning

  • 1.

    Het college trekt een toekenningsbesluit als bedoeld in artikel 11 geheel of gedeeltelijk in als:

    • a.

      Er niet is voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften en/of bepalingen;

    • b.

      De duurzaamheidslening is verstrekt op grond van onjuiste gegevens.

  • 2.

    In geval van overtreding van de voorschriften in deze verordening de eigenaar verschoonbaar is, kan het college besluiten de bovengenoemde sanctie geheel of gedeeltelijk achterwege te laten.

Artikel 13 Voorwaarden SVn

Op Duurzaamheidsleningen van SVn zijn van toepassing de SVn documenten ‘Algemene bepalingen voor geldleningen’ en de ‘Productspecificatie Duurzaamheidslening’ zoals deze documenten aanwezig

zijn in de SVn informatiemap, die deel uitmaakt van de deelnemingsovereenkomst tussen de gemeente Nijmegen en SVn.

Artikel 14 Kenmerken van Duurzaamheidslening

  • 1.

    De hoofdsom van de door het college toegekende Duurzaamheidslening is in beginsel gelijk aan het bedrag van de door het college aanvaarde werkelijke kosten.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt de hoofdsom van de Duurzaamheidslening niet minder dan€ 2.500,- en niet meer dan € 25.000,- (incl. BTW).

3.De looptijd van de lening bedraagt maximaal 15 jaar. Indien de lening lager is dan € 7.500,- dan is de looptijd 10 jaar.

Artikel 15 Bouwkrediet

Duurzaamheidsleningen komen via een bouwkrediet van SVn tot uitbetaling op basis van facturen van door derden uitgevoerde werkzaamheden, dan wel facturen van de aanschaf van zelf uitgevoerde maatregelen.

Artikel 16 Nadere regels

Het college kan voor de uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

Artikel 17 Hardheidsclausule

Indien vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van deze verordening naar het oordeel van het college zou leiden tot een onredelijke beslissing, kan het college afwijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 18 Naamgeving en inwerkingtreding

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Duurzaamheidsleningen Nijmegen 2013’ en treedt in werking op 1 mei 2013.

 

De Burgemeester, drs. H.M.F. Bruls

 

De Griffier,

drs. T. Mientjes

Bijlage 1A + 1B: Energiebesparende maatregelen

Bijlage 1A: energiebesparende maatregelen standaard

Tot de energiebesparende maatregelen worden gerekend:

  • a)

    Kleine windturbine, die geschikt is voor de stedelijke omgeving en de daarbij behorende spanningsomvormer;

  • b)

    Zonnepaneel met fotovoltaïsche zonnecellen en de daarbij behorende spanningsomvormer;

  • c)

    Zonneboiler voor het verwarmen van tapwater met behulp van zonlicht, bestaande uit één of meerdere zonnecollectoren en een warmteopslagvat;

  • d)

    Combi-zonneboiler voor het verwarmen van tapwater en voor ruimteverwarming met behulp van zonlicht, bestaande uit één of meerdere zonnecollectoren en een warmteopslagvat met een al dan niet geïntegreerde CV-brander;

  • e)

    Micro-warmtekrachtsysteem voor het opwekken van elektriciteit en warmte uit aardgas

  • f)

    Brandstofcel CV-ketel;

  • g)

    Warmtepompsysteem voor ruimteverwarming, dat is gekoppeld aan een traditioneel verwarmingsysteem (HR-ketel met radiatoren) of als voeding voor een lage temperatuur verwarmingsysteem (LTV-systeem).

  • h)

    Lage-temperatuur centraal verwarmingsysteem (LTV-systeem) waarvan de ontwerp aanvoertemperatuur (T-aanvoer) maximaal 55° C bedraagt;

  • i)

    Pelletkachel;

  • j)

    Pelletketel;

  • k)

    Installatietechnische aanpassingen om warmte uit douchewater terug te winnen;

  • l)

    Installatie voor het terugwinnen van warmte uit ruimteventilatielucht, inclusief het daarbij behorende kanaalwerk en de luchtbehandelingskast.

  • m)

    Vloerisolatie met een isolatiewaarde (Rd-waarde) van minimaal 2,5 m2.K/W;

  • n)

    Gevelisolatie met een isolatiewaarde (Rd-waarde) van minimaal 2,5 m2.K/W;

  • o)

    Spouwmuurisolatie in een bestaande spouw;;

  • p)

    Dakisolatie met een isolatiewaarde (Rd-waarde) van minimaal 2,5 m2.K/W;

  • q)

    HR ++ glas (Ugl-waarde die kleiner is dan 1,3 W/m2.K);

  • r)

    hotfill set voor (af)wasmachine

  • s)

    Ramen, buitendeuren en kozijnen ten behoeve van isolerende beglazing (zoals genoemd onder punt q). (Indien van hout, dan voorzien van FSC keurmerk. Indien de ramen en/of buitendeuren draaiende delen hebben, dan moeten deze een thermische onderbreking hebben.)

  • t)

    Energie Prestatie Advies (Maatwerkadvies) uitgevoerd door een BRL 9500 gecertificeerd bedrijf.

  • u)

    Energiemonitoringsysteem, dat inzicht geeft in het electriciteitsverbruik en/of electriciteitsopbrengst van de woning.

  • v)

    Vegetatiedak.

Bijlage 1B energiebesparende maatregelen voor een beschermd monumenten of stadsbeeldobject

Let op: Aanpassingen van een woning met een beschermde status vereist maatwerk. Neem voordat u een subsidieaanvraag indient altijd eerst contact op met bureau Archeologie en Monumenten om te bespreken welke maatregelen in uw woning wel of niet mogelijk zijn. Ook informeren zij u over de benodigde vergunningen. Bel 14 024 of mail naar archeologie.monumenten@nijmegen.nl

Eventuele energiebesparende maatregelen voor bestaande woningen met beschermde status (rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten, stadsbeeldobjecten en beeldbepalende panden in rijksbeschermd stadsgezicht) zijn:

  • a)

    Kleine windturbine, die geschikt is voor de stedelijke omgeving en de daarbij behorende spanningsomvormer. De windturbine mag niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Andere locaties zijn afhankelijk van de monumentale waarde van het pand.

  • b)

    Zonnepaneel met fotovoltaïsche zonnecellen en de daarbij behorende spanningsomvormer.De zonnepaneel mag niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg en zijn niet toegestaan op daken met bijzondere dakbedekking. Andere locaties zijn afhankelijk van de monumentale waarde van het pand.

  • c)

    Zonneboiler voor het verwarmen van tapwater met behulp van zonlicht, bestaande uit één of meerdere zonnecollectoren en een warmteopslagvat. De zonneboiler mag niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg en zijn niet toegestaan op daken met bijzondere dakbedekking. Andere locaties zijn afhankelijk van de monumentale waarde van het pand.

  • d)

    Combi-zonneboiler voor het verwarmen van tapwater en voor ruimteverwarming met behulp van zonlicht, bestaande uit één of meerdere zonnecollectoren en eenwarmteopslagvat met een al dan niet geïntegreerde CV-brander. De zonneboiler mag niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg en zijn niet toegestaan op daken met bijzondere dakbedekking.Andere locaties zijn afhankelijk van de monumentale waarde van het pand.

  • e)

    Micro-warmtekrachtsysteem voor het opwekken van elektriciteit en warmte uit aardgas

  • f)

    Brandstofcel CV-ketel;

  • g)

    Warmtepompsysteem voor ruimteverwarming, dat is gekoppeld aan een traditioneel verwarmingsysteem (HR-ketel met radiatoren) of als voeding voor een lage temperatuur verwarmingsysteem (LTV-systeem).

  • h)

    Lage-temperatuur centraal verwarmingsysteem (LTV-systeem) waarvan de ontwerp aanvoertemperatuur (T-aanvoer) maximaal 55° C bedraagt;

  • i)

    Pelletkachel;

  • j)

    Pelletketel;

  • k)

    Installatietechnische aanpassingen om warmte uit douchewater terug te winnen;

  • l)

    Installatie voor het terugwinnen van warmte uit ruimteventilatielucht, inclusief het daarbij behorende kanaalwerk en de luchtbehandelingskast.

  • m)

    Vloerisolatie;

  • n)

    Gevelisolatie

  • o)

    Dakisolatie;

  • p)

    Isolerende beglazing (bij voorkeur monumentenisolatieglas);

  • q)

    Ramen, buitendeuren en kozijnen ten behoeve van isolerende beglazing. Indien van hout, dan voorzien van FSC keurmerk. Indien de ramen en/of buitendeuren draaiende delen hebben, dan moeten deze een thermische onderbreking hebben. Ramen, buitendeuren en kozijnen mogen alleen worden vervangen als hiervoor een technische noodzaak is.

  • r)

    hotfill set voor (af)wasmachine;

  • s)

    Energie Prestatie Advies (Maatwerkadvies) uitgevoerd door een bedrijf, dat gespecialiseerd is in het verduurzamen van monumenten.

  • t)

    Energiemonitoringsysteem, dat inzicht geeft in het stroomverbruik en/of stroomopbrengst van de woning.