Organisatie | Noord-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Regeling persoonlijk ontwikkelbudget Noord-Holland 2013 . |
Citeertitel | Regeling persoonlijk ontwikkelbudget Noord-Holland 2013 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | opleidingen, trainingen, studies, loopbaan |
Geen
CAO
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-06-2013 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 04-06-2013 Provinciaal blad, 2013, 76 | 196866-196871 |
De toetsingscommissie POB rapporteert jaarlijks aan de algemeen directeur en aan het Georganiseerd Overleg over:
Aanvragen voor opleidingen, trainingen of studies die zijn ingediend vóór de datum van inwerkingtreding van deze regeling worden behandeld overeenkomstig de Overeenkomst Persoonlijk Ontwikkelbudget 2008-2013.
Haarlem, 4 juni 2013.
Gedeputeerde staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.
Tussen de vakbonden en de provincies is in 2008 een akkoord bereikt over de besteding van decentrale arbeidsvoorwaardengelden voor de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2012. Dit akkoord is in 2012 verlengd tot en met 31 december 2013. In de cao is afgesproken dat voor iedere provinciale ambtenaar die is aangesteld in vaste dienst een persoonlijk ontwikkelbudget beschikbaar is, dat aangewend kan worden voor loopbaanontwikkeling en verbreding van inzetbaarheid. Deze regeling strekt tot uitvoering van de cao afspraak. In de regeling is niets opgenomen over de geldigheidsduur. Het is niet uitgesloten dat de cao afspraken worden voortgezet.
De regeling geldt voor alle provincieambtenaren met een aanstelling voor onbepaalde tijd. De gedachte achter het persoonlijk ontwikkelbudget is dat de ambtenaar zelf verantwoordelijk is voor zijn loopbaan en voor verbreding van zijn inzetbaarheid. Het initiatief voor het inzetten van het persoonlijk ontwikkelbudget ligt dan ook bij de ambtenaar. Binnen de grenzen van de regeling kan hij op eigen initiatief een opleiding, training of studie uitkiezen en hiervoor een aanvraag indienen ten laste van het persoonlijk ontwikkelbudget. Daarbij is gekozen voor een fiscaal toetsingskader. Het persoonlijk ontwikkelbudget wordt onbelast verstrekt. Daar gelden bepaalde fiscale criteria voor die in artikel 3 van de regeling zijn opgenomen. Deze criteria zijn ontleend aan de Wet op de loonbelasting. Alleen als in het concrete geval voldaan wordt aan die criteria kan de opleiding, training of studie belastingvrij worden vergoed. Dit maakt maximale benutting van het budget voor de bovengenoemde doeleinden (loopbaanontwikkeling, verbreding inzetbaarheid) mogelijk. Daarnaast is er een catalogus met opleidingen, trainingen of studies die zonder meer vergoed worden vanuit het persoonlijk ontwikkelbudget.
Een onafhankelijke Toetsingscommissie POB moet toezien op een juiste toepassing van de regeling. De Toetsingscommissie adviseert aan gedeputeerde staten over aanvragen voor opleidingen, trainingen en studies die niet in de POB catalogus zijn opgenomen. De adviezen van de Toetsingscommissie POB wegen zwaar. Gedeputeerde staten zullen daar alleen in uitzonderlijke gevallen gemotiveerd van afwijken. Tegen een beslissing van gedeputeerde staten kan een bezwaarschrift worden ingediend.
In het jaar waarin de ambtenaar in vaste dienst wordt aangesteld ontstaat de aanspraak op een bedrag dat is vastgesteld aan de hand van een vast percentage van de totale loonsom van de provincie.
Er is een POB catalogus met opleidingen, trainingen en studies vastgesteld die zonder meer voor vergoeding vanuit het persoonlijk ontwikkelbudget in aanmerking komen (mits dat persoonlijk ontwikkelbudget toereikend is). Deze POB-catalogus staat op www.hetontwikkelplein.nl. Voor opleidingen, trainingen en studies die niet in deze catalogus zijn opgenomen (de zogenaamde ‘vrije aanvragen’) geldt dat zij alleen voor vergoeding in aanmerking komen als voldaan wordt aan bepaalde criteria, die zijn ontleend aan de Wet op de loonbelasting. Deze fiscale criteria maken mogelijk dat het gehele budget benut kan worden omdat er geen loonheffingen over afgedragen hoeven te worden. De Toetsingscommissie POB toetst een aanvraag aan deze criteria. Daarbij zijn de concrete omstandigheden van de aanvrager relevant: de plannen om met de opleiding of studie een beroep te gaan vervullen moeten concreet en realistisch zijn. Eerdere pob-aanvragen kunnen daarbij worden betrokken. Als het gaat om professionele vaardigheden ten behoeve van de huidige functie zal meewegen of deze vaardigheden daadwerkelijk van belang zijn voor de huidige functie.
In uitzonderingsgevallen kunnen gedeputeerde staten besluiten een bijdrage vanuit het persoonlijk ontwikkelbudget bruto te verstrekken (onder inhouding van loonheffingen). Dat kan alleen in die gevallen waarin een aanvraag niet (geheel) voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 3, tweede dan wel derde lid, terwijl gedeputeerde staten van mening zijn dat de desbetreffende opleiding, training of studie toch van belang is in verband met verdere verbreding of ontwikkeling van de desbetreffende ambtenaar.
Functiegerichte opleidingen dienen primair uit het reguliere opleidingsbudget te worden gefinancierd. Als afspraken gemaakt zijn in het werkplan over een bepaalde opleiding of vaardigheidstraining (met het oog op competentieontwikkeling) wordt die opleiding of vaardigheidstraining in beginsel niet vanuit het persoonlijk ontwikkelbudget vergoed. Daar is het reguliere opleidingsbudget dat de manager ter beschikking staat voor bedoeld. De manager heeft geen enkele zeggenschap over het persoonlijk ontwikkelbudget. Wel over randvoorwaarden als bijvoorbeeld reistijd, reiskosten, verlof (in uitzonderingsgevallen).
De Toetsingscommissie POB brengt een gemotiveerd advies uit aan gedeputeerde staten over vrije aanvragen. Een negatief advies kan alleen nadat de aanvrager zijn aanvraag heeft toegelicht. Het advies van de Toetsingscommissie weegt zwaar, alleen in uitzonderlijke gevallen zullen gedeputeerde staten daarvan afwijken. Gedeputeerde staten zijn en blijven echter in alle gevallen verantwoordelijk voor de uiteindelijke beslissing en zullen een afwijking van het advies van de Toetsingscommissie dan ook zorgvuldig moeten motiveren.
Voor de totstandkoming van deze regeling werden aanvragen afgehandeld volgens de Overeenkomst Persoonlijk Ontwikkelbudget 2008-2013; deze overeenkomst was niet op alle onderdelen even duidelijk. De criteria waaraan vrije aanvragen werden getoetst zijn in deze regeling niet aangescherpt, slechts verduidelijkt. Verder is de procedure zorgvuldiger ingericht.
Opleidingen, trainingen en studies die vanuit het persoonlijk ontwikkelbudget worden vergoed vinden plaats in eigen tijd van de ambtenaar. Hij zal daarvoor derhalve verlof moeten opnemen in overleg met zijn manager. Reiskosten worden in beginsel niet vergoed. Een uitzondering geldt voor die gevallen waarin de reis zelf integraal onderdeel uitmaakt van de opleiding, training of studie. Dit zal niet snel het geval zijn. Te denken valt aan een studiereis waarbij bijvoorbeeld verschillende projecten, bedrijven, locaties worden bezocht.
Verplichtingen ten laste van het persoonlijk ontwikkelbudget kunnen tot en met 31 december 2013 worden aangegaan. Dit betekent dat aanvragen op tijd ingediend moeten worden, rekening houdend met het feit dat de Toetsingscommissie POB soms enkele weken tijd nodig zal hebben en vervolgens ook gedeputeerde staten nog een beslissing zullen moeten nemen.
Er geldt geen terugbetalingsverplichting voor ambtenaren die ontslag nemen. Op het moment dat het dienstverband bij de provincie eindigt, vervalt de aanspraak op het budget. Dit betekent concreet dat de desbetreffende opleiding, training of studie op dat moment moet zijn afgerond. Als tijdens de opleiding, training of studie het dienstverband eindigt, zal met de desbetreffende ambtenaar een regeling worden getroffen.