Organisatie | Zevenaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | nr 04.01 Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Zevenaar |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Zevenaar 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Hernieuwd bij gemeentelijke herindeling 2005
Gemeentewet, artikel 212
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-02-2008 | 01-01-2008 | 01-01-2018 | Nieuwe regeling | 30-01-2008 Zevenaar Post, 27 februari 2008 | 08-002 |
01-05-2005 | Nieuwe regeling | 27-04-2005 Zevenaar Post, datum onbekend | 05-034 | ||
27-01-2005 | Nieuwe regeling | 03-01-2005 Zevenaar Post, 19-01-2005 | 05-003 | ||
15-11-2003 | Nieuwe regeling | 29-10-2003 Zevenaar Post, datum onbekend | 03-085 |
De raad van de gemeente Zevenaar;
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 december 2007, nr. 08-002;
Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en
voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Zevenaar.
Titel 1. Inleidende bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van
het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de
gemeente Zevenaar en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
Titel 2. Begroting en verantwoording
1.De raad stelt in ieder geval bij aanvang van de nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor
2.De raad stelt in overleg met het college per programma relevante indicatoren vast voor het
meten van en het afleggen van verantwoording over beoogde maatschappelijke effecten en uit te
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
1.Bij de begroting en de jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de programma’s
onderverdeeld naar de producten.
2.Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe
investeringen per investering het benodigde investeringsbedrag en het jaar van
3.In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde
Artikel 4. Autorisatie begroting, investeringskredieten en begrotingswijzigingen
1.De raad autoriseert met het vaststellen van de financiële positie (de begroting) de totale lasten en
de totale baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien.
2.Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan welke nieuwe investeringen gehonoreerd worden.
Hierbij wordt tevens aangegeven van welke investeringen de raad op een later tijdstip een apart
voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe
investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie
3.Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt
het college een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet
4.Indien het college verwacht dat een geautoriseerd budget of een investeringskrediet dreigt te
worden overschreden c.q. reeds is overschreden, wordt dit door het college bij de eerstvolgende
(tussentijdse)rapportage gemeld.
5.Het college is bevoegd overschrijdingen van de geautoriseerde lasten en baten te dekken uit het
Artikel 5. Tussentijdse rapportage
1.Het college informeert de raad jaarlijks door middel van ten minste één tussentijdse rapportage
over de voortgang van de begroting van de gemeente.
2.De tussentijdse rapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van beleid
en een overzicht van baten en lasten met de bijgestelde raming van:
a) De baten en lasten per programma.
b) Het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen.
c) De (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves.
3.In de tussenrapportage worden afwijkingen op de actuele ramingen van de baten en lasten
Artikel 6. Waardering & afschrijving vaste activa
1.Het college draagt zorg voor een (bijgestelde) nota activerings- en afschrijvingsbeleid. Het college
zendt deze nota ter kennisgeving aan de raad. In de nota zijn nadere regels opgesteld hoe om te
gaan met de waardering & afschrijving van activa.
2.Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief worden in maximaal
die in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk en aanvaard zijn; de afschrijvingstermijnen voor de
verschillende soorten activa worden vastgelegd in de in lid 1 vermelde nota.
5.Activa met economisch nut en een verkrijgingsprijs van minder dan het drempelbedrag, dat is
opgenomen in de in lid 1 vermelde nota, worden niet geactiveerd. Uitzondering hierop zijn
6.Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut kunnen, eventueel
onder aftrek van bijdragen van derden en reserves, ten laste van de exploitatie worden gebracht.
In geval van activering wordt het actief afgeschreven over de verwachte levensduur zoals opgenomen
Artikel 7. Voorziening voor oninbare vorderingen
wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd gebaseerd op het historische percentage
2.Voor de overige vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van
een beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen.
Artikel 8. Reserves en voorzieningen
1.Het college biedt periodiek een (bijgestelde) nota reserves en voorzieningen aan. De raad stelt de
Artikel 9. Kostprijsberekening
1.Voor het bepalen van de kostprijs van producten en diensten van de gemeente Zevenaar wordt
een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de
directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die samenhangen met de door de gemeente
2.Bij de indirecte kosten worden betrokken de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor
rioolrechten, reinigingsrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.
Artikel 10 Vaststelling hoogte belastingen, rechten en heffingen
1.Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor
Artikel 11. Financieringsfunctie
programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen
b.het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals liquiditeitsrisico’s,
renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s;
c.het zo veel mogelijk beperken van de kosten van de leningen en het bereiken van een
voldoende rendement op de uitzettingen;
d.het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de
geldstromen en financiële posities.
2.Het college stelt regels op ter uitvoering van het gestelde onder het eerste lid en legt deze regels
alsmede de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende
informatievoorziening vast in een Financieringsstatuut. Het college zendt het Financieringsstatuut
3.Verstrekken van leningen en garanties en het aangaan van financiële participaties worden
uitsluitend gedaan uit hoofde van de publieke taak. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken
van garanties en het aangaan van financiële participaties bedingt het college indien mogelijk
zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen,
Titel 4. Financieel beheer en interne controle
1.De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
a) Het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente.
b) Het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch
nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden.
c) Het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten
en voor het maken van kostencalculaties.
d) Het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie
van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid.
e) Het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de
doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de
begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving.
f) De controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie
alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de
doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen,
Titel 5. Financiële organisatie
Artikel 17. Financiële organisatie
Het college zorgt voor en legt vast:
a.een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de
b.een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de
eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan
beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;
c.de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de
toegekende budgetten en investeringskredieten;
d.de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende