Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noord-Holland

Uitvoeringsregeling subsidie Water als Economische Drager, watertoerisme en waterrecreatie, Noord-Holland 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoord-Holland
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingUitvoeringsregeling subsidie Water als Economische Drager, watertoerisme en waterrecreatie, Noord-Holland 2013
CiteertitelUitvoeringsregeling subsidie Water als Economische Drager, watertoerisme en waterrecreatie, Noord-Holland 2013
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpwatersport, openbare voorzieningen, waterrecreatie, toerisme

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervalt op 31 december 2013.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidierverordening Noord-Holland 2011, art. 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-201331-12-2013nieuwe regeling

28-05-2013

Provinciaal blad, 2013, 71

94679-190424

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidie Water als Economische Drager, watertoerisme en waterrecreatie, Noord-Holland 2013

Gedeputeerde staten van Noord-Holland

 

Besluiten vast te stellen:

 

Uitvoeringsregeling subsidie Water als Economische Drager, watertoerisme en waterrecreatie, Noord-Holland 2013.

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    openbare voorziening: voorziening waar iedere waterrecreant gebruik van kan maken en die in relatie staat tot een activiteit op het water;

  • b.

    vaarrecreatie: recreatie op het water waarbij gebruik wordt gemaakt van een vaartuig;

  • c.

    vaarroutenetwerk: het basisrecreatietoervaartnet in Noord-Holland, weergegeven op de Themakaart Structuurvisie: Behoud en Ontwikkeling van groen om de stad en voldoende en gedifferentieerde ruimte voor recreatieve en toeristische voorzieningen, behorende bij de Structuurvisie Noord-Holland 2040. Tot dit vaarroutenetwerk worden in het kader van deze uitvoeringsregeling ook gerekend het Gooimeer en het Noordhollandse deel van het Markermeer-IJmeer, het IJsselmeer, de Waddenzee en de Noordzee.

Artikel 2
  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten bestaande uit fysieke werkzaamheden die leiden tot:

    • a.

      de aanleg en uitbreiding van openbare voorzieningen bij jachthavens;

    • b.

      de aanleg en uitbreiding van aanlegkades, steigers en openbare voorzieningen voor de rivier- en chartervaart;

    • c.

      de aanleg van passantenplaatsen;

    • d.

      de aanleg en uitbreiding van openbare voorzieningen ten behoeve van de surfsport;

    • e.

      de aanleg en uitbreiding van openbare voorzieningen ter ondersteuning van elektrisch varen en sloepen.

  • 2.

    De activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd dient plaats te vinden op een voorziening die is gelegen aan het vaarroutenetwerk.

Artikel 3

Gedeputeerde staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

Artikel 4

Bij subsidies van minder dan €10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

Artikel 5
  • 1.

    Een aanvraag om subsidie wordt niet behandeld indien met de uitvoering is gestart voordat de aanvraag is ontvangen.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

    • a.

      een begroting van de kosten van de activiteit;

    • b.

      een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

    • c.

      een inhoudelijke beschrijving van de activiteit;

    • d.

      een tijdsplanning.

Artikel 6

Het subsidieplafond bedraagt € 3.500.000,-.

Artikel 7
  • 1.

    Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag in de periode van 3 juni 2013 tot en met 26 juli 2013 is ontvangen.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidie die buiten de in het vorig lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen.

  • 3.

    Gedeputeerde staten beslissen binnen 16 weken na het verstrijken van de in het eerste lid genoemde termijn.

Artikel 8

Een subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de financiële realisatie van de activiteit naar het oordeel van gedeputeerde staten niet haalbaar is;

  • b.

    de subsidie wordt aangevraagd voor beheer en onderhoud of vervanging van bestaande voorzieningen;

  • c.

    reeds provinciale subsidie is verstrekt voor dezelfde activiteit.

Artikel 9
  • 1.

    Subsidie wordt niet verstrekt voor:

    • a.

      voorbereidingskosten ten behoeve van de activiteit;

    • b.

      kosten voor projectbegeleiding;

    • c.

      organisatie en proceskosten;

    • d.

      kosten voor de aanvraag van de vereiste vergunningen;

    • e.

      kosten die zien op een parkeervoorziening.

Artikel 10
  • 1.

    De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van €400.000,-.

  • 2.

    Indien toepassing van het eerste lid zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de van toepassing zijnde vrijstellingsverordeningen van de Europese Commissie verstrekt mag worden.

Artikel 11
  • 1.

    Indien het subsidieplafond wordt bereikt worden aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt op een prioriteitenlijst.

  • 2.

    De rangschikking wordt bepaald door het totaal aantal punten dat wordt gehaald op basis van de volgende criteria:

    • a.

      verwachte groei van de directe toeristische recreatieve bestedingen in verhouding tot de totale projectkosten;

    • b.

      de verwachte groei van het aantal directe arbeidsplaatsen ten gevolge van de activiteit;

    • c.

      de plaats van de activiteit in de in de Beleidsvisie Recreatietoervaart Nederland 2008-2013 opgenomen categorieën vaarroutes voor zeil- en motorboten;

    • d.

      de mate waarin regionale betrokkenheid bestaat bij de activiteit;

    • e.

      de mate waarin met de activiteit wordt ingespeeld op trends of innovaties;

    • f.

      de verwachte vergroting van de duurzaamheid van de openbare voorzieningen door het nemen van duurzaamheidsmaatregelen bij de uitvoering van de activiteit.

  • 3.

    Per criterium kunnen ten hoogste 4 punten worden behaald.

  • 4.

    Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag gehonoreerd die het hoogst scoort op criterium a.

Artikel 12

De subsidieontvanger is verplicht om op uiterlijk 1 juni 2014 met de activiteit te beginnen en deze binnen twee jaar na subsidieverlening af te ronden.

Artikel 13
  • 1.

    Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.

  • 2.

    Indien de subsidieontvanger een gemeente, of een openbaar lichaam dat is ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen is, wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid, ingediend.

  • 3.

    Gedeputeerde staten stellen voor de aanvraag als bedoeld in het tweede lid een formulier vast.

  • 4.

    Gedeputeerde staten beslissen binnen 16 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 14
  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst.

  • 2.

    Deze regeling vervalt op 31 december 2013.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie Water als Economische Drager, watertoerisme en waterrecreatie, Noord-Holland 2013.

Haarlem, 28 mei 2013.

Gedeputeerde staten van Noord-Holland,

J.W. Remkes, voorzitter.

G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.