Overheidsorganisatie | Provincie Gelderland |
---|---|
Officiële naam regeling | Regels subsidieverstrekking SmpG Cultuur en Erfgoed 2013 |
Citeertitel | Regels subsidieverstrekking SmpG Cultuur en Erfgoed 2013 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | subsidies, natuur en landschap, cultuur |
Bijlage 1 Aanvraagformulier behorende bij de Regels subsidieverstrekking Cultuur en Erfgoed SmpG 2013, besluit van 4 juni 2013, zaaknummer 2012-020928 is te vinden in Provinciaal Blad van 5 juni 2013: PB2013/106 Bijlage 1: bijlage
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-09-2013 | 01-09-2014 | Wijziging regeling | 10-09-2013 Provinciaal Blad, 2013/173 | zaaknummer 2013-020928 | |
06-06-2013 | 03-06-2013 | 17-09-2013 | Nieuwe regeling | 04-06-2013 Provinciaal Blad, 2013/106 | zaaknummer 2013-020928 |
GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
Gelet op artikel 3.6 van de Subsidieregeling Meerjarenprogramma’s Gelderland 2012 en op de artikelen 1.5 en 2.1 en paragraaf 4.1 van de Algemene subsidieverordening Gelderland 1998;
BESLUITEN
vast te stellen de volgende gewijzigde regeling: Regels subsidieverstrekking SmpG Cultuur en Erfgoed 2013
In deze regeling wordt verstaan onder:
AsG: de Algemene subsidieverordening Gelderland 1998;
SmpG: Subsidieregeling Meerjarenprogramma’s Gelderland 2012;
Gelderland Cultuurprovincie!: Besluit van Provinciale Staten van 7 november 2012 (PS 2012-744);
partner: een rechtspersoon die is aangewezen door Gedeputeerde Staten op grond van artikel 1, onder h, SmpG 2012;
samenwerkingsverband: twee of meer partners die hun individuele aanvragen gezamenlijk indienen en die ook bij de uitvoering van hun programma’s samenwerken;
scoringscriteria: nadere uitwerking van de criteria waarmee de rangschikking van de aanvragen wordt uitgevoerd;
cultureel ondernemerschap: de wijze waarop een partner in zijn aanvraag onderbouwt hoe hij in de periode 2014-2016 de afhankelijkheid van subsidies in zijn bedrijfsvoering en activiteiten zal verminderen;
cofinanciering: een financiele bijdrage van een derde, niet zijnde een subsidie van een bestuursorgaan, of de inzet van eigen middelen;
Erfgoedobject: Een onroerend goed dat wettelijke bescherming geniet op grond van de Monumentenwet 1988 of een gemeentelijke verordening.
1 Subsidie als bedoeld in artikel 5 van de SmpG wordt verstrekt voor activiteiten die uitvoering geven aan de doelstellingen van het programma Gelderland Cultuurprovincie!
2 Een subsidie wordt uitsluitend verstrekt:
voor kosten van eenmalige activiteiten voor zover die kosten rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de tostandkoming van activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt, en
als de begroting van de activiteit met inbegrip van de gevraagde provinciale subsidie sluitend is.
1 Een aanvraag om subsidie wordt ingediend met gebruikmaking van het formulier, opgenomen in bijlage 1.
2 Indien partners samenwerken in een samenwerkingsverband, dienen zij hun aanvraag in via een penvoerder.
3 Uit de aanvraag van partners die tevens een begrotingssubsidie van de provincie ontvangen voor de jaren 2014 tot en met 2016 dient duidelijk te blijken voor welke aanvullende, niet door deze begrotingssubsidie gedekte activiteiten subsidie wordt aangevraagd.
Er wordt geen subsidie verstrekt voor:
verrekenbare of compensabele belastingen, of heffingen;
de omzetbelasting, indien de subsidieontvanger die de kosten heeft gemaakt, omzetbelasting in aftrek kan brengen of gecompenseerd wordt uit het BTWcompensatiefonds als genoemd in artikel 2 van de Wet op het BTWcompensatiefonds;
kosten van rente, bankdiensten, financieringen, gerechtelijke procedures, provinciale leges, boetes en sancties;
kosten gemaakt na 31 december 2016 met uitzondering van accountantskosten zoals bedoeld in artikel 5.3, derde lid, van de AsG;
kosten verbonden aan de oprichting van een privaatrechtelijk rechtspersoon;
niet noodzakelijke of bovenmatige kosten.
Subsidie wordt niet verleend indien:
uit de rangschikking van de aanvraag aan de hand van de scoringscriteria volgt dat de score van de aanvraag minder dan 60 punten bedraagt;
het subsidiebedrag minder zou bedragen dan € 10.000;
de cofinanciering minder bedraagt dan 25%.
Loonkosten zijn subsidiabel zijn en worden berekend door één van de volgende methoden:
Een vast uurtarief van maximaal € 35,--.
Het per medewerker berekend uurloon vermeerderd met een opslag voor indirecte kosten van maximaal 20% van het uurloon met een maximum van € 91,--.
Voorzover het uurloon voor zelfstandigen en Directeur Groot Aandeelhouders of andere personen waarbij het loon niet eenduidig bepaald kan worden subsidiabel is, bedraagt dit maximaal € 35,--
Een aanvraag kan maximaal 100 punten scoren.
Voor het invullen van de themadoelen (inhoud) worden maximaal 70 punten toegekend en voor het cultureel ondernemerschap maximaal 30 punten.
Gedeputeerde Staten plaatsen de aanvragen per thema in een prioriteitsvolgorde.
De prioriteitsvolgorde wordt bepaald op basis van de scores per titel van hoofdstuk 3.
Gedeputeerde Staten verstrekken subsidie in de volgorde van de vastgestelde prioriteit.
1 De subsidieontvanger voert een zodanige administratie dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze is af te leiden:
de aard, inhoud en voortgang van de verrichte werkzaamheden;
het aantal uren dat per persoon is besteed aan activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen;
de specifiek ten behoeve van de activiteiten gemaakte en betaalde kosten.
2 De administratie wordt tot vijf jaar na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling bewaard.
3 Indien subsidieontvangers samenwerken in een samenwerkingsverband, dienen zij hun rapportages in via een penvoerder.
4 De jaarlijkse rapportage als bedoeld in artikel 7 van de SmpG 2012, wordt voor 1 mei van het jaar volgend op het kalenderjaar waarop dit betrekking heeft ingeleverd bij Gedeputeerde Staten.
Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van een programma waarvan de activiteiten voldoen aan de volgende criteria:
Realisatie van een onderscheidend en concurrerend cultuuraanbod ,
Instandhouden én ontwikkelen van kwalitatief hoogwaardig jeugdtheater of
De ondersteuning van talentontwikkeling als kernwaarde.
De subsidie bedraagt maximaal 75 % van de subsidiabele kosten met een maximum van 75.000 euro per partner voor de programmaperiode 2014-2016.
De nadere uitwerking van de criteria als bedoeld in artikel 3.1.1. is opgenomen in bijlage 2 van deze regeling.
Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van een programma waarvan de activiteiten voldoen aan de volgende criteria:
een bijdrage leveren aan het versterken van ondernemerschap in de sectoren beeldende kunst, mode en vormgeving binnen de culturele sector, op een
wijze die anderen tot voorbeeld kunnen zijn;
het verdienvermogen van kunstenaars vergroten zonder afbreuk te doen aan de artistieke authenticiteit;
het versterken van cultureel ondernemerschap in de beeldende kunst, mode en vormgeving door enerzijds het creatieve vermogen in de sector beter te
laten renderen en anderzijds het bewustzijn van de mogelijkheden bij potentiële opdrachtgevers te vergroten.
De subsidie bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten met een maximum van 50.000 euro per partner voor de programmaperiode 2014-2016.
Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van een programma waarvan de activiteiten voldoen aan de volgende criteria:
Verbeterde kennisontwikkeling, mediawijsheid en verbetering van de laaggeletterdheid of
Ruimte voor creatieve ondernemers om nieuwe media, zoals social media en serious gaming in te zetten, zodat cultuur aan andere sectoren verbonden wordt.
De subsidie bedraagt maximaal 75 % van de subsidiabele kosten met een maximum van 40.000 euro per partner voor de programmaperiode 2014-2016.
De nadere uitwerking van de criteria als bedoeld in artikel 3.3.1. is opgenomen in bijlage 2 van deze regeling.
Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van een programma waarvan de activiteiten voldoen aan de volgende criteria:
Festivals die zich kenmerken door een veelbelovend programma en hoge kwaliteit, beeldbepalend zijn door uniek aanbod in Gelderland met (inter)nationale uitstraling, en daarmee
Gelderland op de kaart zetten met artistieke of inhoudelijke kwaliteit en
Verbreding realiseren van het publiek.
De subsidie bedraagt maximaal 75 % van de subsidiabele kosten met een maximum van 60.000 euro per partner voor de programmaperiode 2014-2016.
De nadere uitwerking van de criteria als bedoeld in artikel 3.4.1. is opgenomen in bijlage 2 van deze regeling.
Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van een programma waarvan de activiteiten voldoen aan de volgende criteria:
Bevordering van de deskundigheid van gemeenten op het terrein van de instandhouding van het erfgoed en van de archeologie,
Door samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en onderwijs, maakt jongeren enthousiast voor een carrière in de restauratiebouw,
zorgen voor kwaliteit en continuiteit in het beheer van ons erfgoed of
de toekomstbestendigheid van erfgoed wordt versterkt door innovatie, met name op het terrein van het energiebeheer.
De subsidie bedraagt maximaal 75 % van de subsidiabele kosten met een maximum van 500.000 euro per partner voor de programmaperiode 2014-2016.
De nadere uitwerking van de criteria als bedoeld in artikel 3.5.1. is opgenomen in bijlage 2 van deze regeling.
Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van een programma waarvan de activiteiten voldoen aan de volgende criteria:
Op innovatieve manier het verhaal kunnen blijven vertellen over Gelderse cultureel erfgoed, het verhaal over ons verleden of
Musea vervullen een scharnierfunctie tussen kunst en cultuur uit het verleden en hedendaagse cultuuruitingen.
De subsidie bedraagt maximaal 75 % van de subsidiabele kosten met een maximum van 500.000 euro per partner voor de programmaperiode 2014-2016.
De nadere uitwerking van de criteria als bedoeld in artikel 3.6.1. is opgenomen in bijlage 2 van deze regeling.
Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van een programma waarvan de activiteiten voldoen aan de volgende criteria:
Het inzichtelijk maken van cultuurhistorische waarden van herbestemd erfgoed (industrieel erfgoed of religieus erfgoed) inzichtelijk maken of
Investeren in complexe herbestemmingsopgaves met aandacht voor energietransitie, waarbij industrieel erfgoed prioriteit krijgt.
De subsidie voor bedraagt maximaal 75 % van de subsidiabele kosten met een maximum van 500.000 euro per partner voor de programmaperiode 2014-2016.
Subsidie onder het thema Herbestemming wordt verstrekt voor het laten uitvoeren van een waardenstellend onderzoek.
De subsidie voor bedraagt maximaal 75 % van de subsidiabele kosten met een maximum van 15.000 euro.
Subsidie wordt geweigerd indien:
de activiteiten regulier beheer en onderhoud van gebouwen, bouwwerken of landschapselementen betreffen of
de bouwkundige investeringen niet voldoen aan de op 24 januari 2006 door Gedeputeerde Staten vastgestelde Uitvoeringsvoorschriften Duurzame Instandhouding Cultuurhistorische Waarden (PB 2006/17) en de Lijst met subsidiabele kosten en werkzaamheden ten behoeve van de berekening van de subsidiabele instandhoudingskosten (PB 2006/18).
De nadere uitwerking van de criteria als bedoeld in artikel 3.7.1. is opgenomen in bijlage 2 van deze regeling.
Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van een programma waarvan de activiteiten voldoen aan de volgende criteria:
Inzichtelijk maken erfgoedwaarden van natuur en landschap, cultuurhistorische waarden van buitenplaatsen en buitenplaatsrijke gebieden,
Investeren in de instandhouding en kwaliteit van het erfgoed van natuur en landschap, in de instandhouding en kwaliteit van buitenplaatsen (restauratie, functieverandering, duurzaamheids-bevordering), waarbij het verbinden met kunst- of cultuurelementen positief wordt gewaardeerd of
Versterken van de programmatische samenwerking en afstemming met het netwerk, vergroting van het cultuurhistorisch besef en draagvlak.
De subsidie bedraagt maximaal 75 % van de subsidiabele kosten met een maximum van 500.000 euro per partner voor de programmaperiode 2014-2016.
Subsidie onder het thema Herbestemming wordt verstrekt voor het laten uitvoeren van een waardenstellend onderzoek.
De subsidie voor bedraagt maximaal 75 % van de subsidiabele kosten met een maximum van 15.000 euro.
Subsidie wordt geweigerd indien:
de activiteiten regulier beheer en onderhoud van gebouwen, bouwwerken of landschapselementen betreffen of
de bouwkundige investeringen niet voldoen aan de op 24 januari 2006 door Gedeputeerde Staten vastgestelde Uitvoeringsvoorschriften Duurzame Instandhouding Cultuurhistorische Waarden (PB 2006/17) en de Lijst met subsidiabele kosten en werkzaamheden ten behoeve van de berekening van de subsidiabele instandhoudingskosten (PB 2006/18).
De nadere uitwerking van de criteria als bedoeld in artikel 3.8.1. is opgenomen in bijlage 2 van deze regeling.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regels subsidieverstrekking SmpG Cultuur en Erfgoed 2013.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 3 juni 2013.
Gedeputeerde Staten van Gelderland