Organisatie | Terneuzen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening binnentreden ter uitvoering noodverordeningen Terneuzen |
Citeertitel | Verordening binnentreden ter uitvoering noodverordeningen Terneuzen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 147 en 149a
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-05-2004 | Onbekend | 25-03-2004 Zeeuws Vlaams Advertentieblad, 8 april 2004 | Onbekend |
De raad van de gemeente Terneuzen;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.13 februari 2004;
overwegende dat het noodzakelijk kan zijn dat ter uitvoering van een door de burgemeester vastgesteld algemeen verbindend voorschrift tegen de wil van de bewoner in woningen wordt binnengetreden;
Zij die belast zijn met de zorg voor de nakoming van een voorschrift van een door de burgemeester op grond van artikel 176 van de Gemeentewet vastgesteld algemeen verbindend voorschrift, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad d.d. 25 maart 2004.
griffier, mr. A.W. de Feijter
voorzitter, J.A.H. Lonink
Toelichting op de Verordening binnentreden ter uitvoering noodverordeningen Terneuzen.
Op 1 oktober 1994 zijn de Algemene wet op het binnentreden en de Wet tot wijziging van de binnentredingsbepalingen in werking getreden. Daarna is er een onderzoek gehouden naar het gebruik van gemeentelijke noodbevoegdheden. Bij dit onderzoek is geconstateerd dat de artikelen 175 en 176 van de Gemeentewet geen wettelijke grondslag kunnen zijn voor beperking van de privacy (artikel 10 Grondwet) en evenmin bieden deze artikelen de burgemeester geen instrument om inbreuk te maken op het huisrecht (artikel 12 Grondwet). Een noodbevel of een noodverordening op zich kan geen juridische basis vormen om tegen de wil van de bewoner een woning binnen te treden (bijvoorbeeld in het kader van een evacuatiebesluit). In verband hiermede is artikel 149a in de Gemeentewet opgenomen.
Artikel 149a Gemeentewet regelt dat de gemeenteraad in bepaalde gevallen aan personen die belast zijn met het toezicht op de naleving van een verordening de bevoegdheid kan verlenen tot het binnentreden in woningen zonder toestemming van de bewoner.
Deze bevoegdheid wordt op twee manieren begrensd, namelijk:
Indien artikel 149a niet aan de Gemeentewet was toegevoegd, zou ter uitvoering van toezicht en opsporing van met name autonome verordeningen nooit een woning binnengetreden kunnen worden. Dit ligt anders voor de uitvoering van medebewindsverordeningen en bijzondere wetten, omdat in die situatie de bijzondere wet een binnentredingsbevoegdheid in het kader van toezicht en opsporing kan geven.
Toepassing Algemene wet op het binnentreden
De Algemene wet op het binnentreden blijft onverkort van toepassing indien in een concreet geval tot binnentreden wordt overgegaan. Dit betekent onder andere dat:
Een schriftelijke machtiging door een daartoe bevoegd persoon of orgaan moet zijn afgegeven. Dit is voor niet-strafrechtelijke onderwerpen de burgemeester. Daarnaast geldt overigens dat een schriftelijke machtiging niet is vereist, indien ter voorkoming of bestrijding van ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid van personen of goederen terstond in de woning moet worden binnengetreden.
Hierin wordt het mogelijk gemaakt dat in het geval er een noodverordening ex artikel 176 van de Gemeentewet is vastgesteld wordt binnengetreden tegen de wil van een bewoner. Er dient sprake te zijn van een noodverordening, voor een noodbevel geldt deze verordening niet.
Dit artikel is in de verordening opgenomen. Op deze wijze hoeft het besluit tot intrekking van de verordeningen niet apart gepubliceerd te worden omdat daarop de Trw van toepassing is. Nu maakt de intrekking een integraal onderdeel uit van het besluit tot vaststelling.
De inwerkingtreding is bepaald op zes weken na de dag van publicatie. Dit omdat op dit besluit de Trw van toepassing is. Indien geen of niet voldoende verzoeken worden gedaan om een referendum hierover te houden kan het besluit na zes weken in werking treden.