Organisatie | Leiden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Deelverordening cultuursubsidies 2013 |
Citeertitel | Deelverordening cultuursubsidies 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De wijziging bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-01-2016 | art. 2, 3, hoofdstuk 4 | 17-12-2015 | RV 15.0130 | ||
13-06-2013 | 22-01-2016 | Nieuwe regeling | 30-05-2013 Stadskrant, 12 juni 2013 | RV 13.0040 |
In deze deelverordening wordt verstaan onder:
culturele projecten en evenementen: tijdelijke en kortlopende activiteiten die primair een cultureel doelbeogen. Hieronder ressorteren o.a. tentoonstellingen, festivals, theater- en muziekproducties, projecten op het gebied van beeldende kunst, theater, muziek, dans, literatuur, vormgeving en architectuur;
makers: diegenen die zich bezighouden met het primaire (scheppende) proces om tot een product in een van de kunstdisciplines te komen. Het betreffen originele producties die in Leiden gemaakt worden of betrekking op Leiden hebben. Onder makers vallen in ieder geval beeldend kunstenaars, theatermakers, muziekmakers, filmers en schrijvers.
Deze deelverordening is van toepassing op door het college te verstrekken subsidies met betrekking tot culturele projecten en evenementen, culturele uitingen van makers en publicaties. Uitzondering hierop vormen reguliere amateurkunstactiviteiten, welke onder de Deelverordening Amateurkunst Subsidies ressorteren alsmede de in de begroting opgenomen reguliere culturele activiteiten.
Artikel 3. Jaarlijks subsidiebudget
Binnen 10 weken na indiening van een subsidieverzoek dan wel nasluiting van de indieningstermijn voor subsidieaanvragen, doet het college van zijn besluit betreffende de verlening van de subsidie schriftelijke mededeling aan de aanvrager.Uitzondering hierop vormen de op jaarbasis verstrekte subsidies, waarbij voor 31 december voorafgaande aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, wordt beschikt.
Artikel 5. Verantwoording en vaststelling subsidies boven € 5.000,-
Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 5.000,-, dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling in bij het college. Voor de op jaarbasis verstrekte subsidie dient de subsidieontvanger uiterlijk op 1 mei over het voorgaande kalenderjaar een aanvraag tot vaststelling van het subsidie in bij het college.
Hoofdstuk 2 - Culturele projecten en evenementen
Artikel 6. Subsidie culturele projecten en evenementen
Het college kan subsidie verstrekken voor culturele projecten en evenementen voor zover deze binnen Leiden plaatsvinden en een tijdelijk karakter hebben.
Artikel 7. Jaarlijks subsidiebudget
Het beschikbare budget voor culturele projecten en evenementen wordt via twee tranches c.q. indieningstermijnen (zie ook artikel 8) verdeeld over de subsidieaanvragen die aan de in artikel 10 van deze deelverordening genoemde criteria voldoen. Voor de eerste tranche is maximaal 75% van het budget beschikbaar, voor de tweede tranche minimaal 25%.
Naarmate naar het oordeel van het college meer aan de criteria wordt voldaan, is de kans groter dat een aangevraagde subsidie (al dan niet gedeeltelijk) wordt toegekend. Indien bij honorering van alle aanvragen het beschikbare budget wordt overschreden,is de mate waarin naar het oordeel van het college aan een of meerdere criteria wordt voldaan, bepalend voor prioriteitstelling en de hoogte van de subsidietoekenning.
Hoofdstuk 3 - Leids makers stipendium
Artikel 12. Leids makers stipendium
Het college kan voor maximaal drie achtereenvolgende jaren het Leids makers stipendium verstrekken aan culturele uitingen van makers die bij voorkeur in Leiden gevestigd zijn en voor zover deze uitingen binnen Leiden plaatsvinden. Voor volgende periodes van maximaal drie achtereenvolgende jaren kan opnieuw subsidie in het kader van deze regeling worden toegekend.
Artikel 13. Jaarlijks subsidiebudget
Het beschikbare budget voor makers wordt via één indieningstermijn verdeeld over de subsidieaanvragen die aan de in artikel 16 van deze deelverordening genoemde criteria voldoen.
Naarmate naar het oordeel van het college meer aan de criteria wordt voldaan, is de kans groter dat een aangevraagde subsidie (al dan niet gedeeltelijk) wordt toegekend. Indien bij honorering van alle aanvragen het beschikbare budget wordt overschreden, is de mate waarin naar het oordeel van het college aan een of meerdere criteria wordt voldaan, bepalend voor prioriteitstelling en de hoogte van de subsidietoekenning.
Artikel 23. Subsidie publicaties
Het college kan het financieel tekort in de kosten van het zonder winstoogmerk (doen) uitgeven en/of vervaardigen van een publicatie, film, dvd, cd of andere beeld- en/of geluidsdrager (hierna te noemen: uitgave) betreffende de Leidse cultuur(historie) subsidiëren.
Deze deelverordening vervangt de deelverordening Kunst- en Cultuursubsidies, met de onderdelen bijzondere projecten, presentatie- en publicatiesubsidies alsmede de deelverordening Evenementen.
Artikel 7 en 8. Jaarlijks subsidiebudget en indieningstermijn
Om subsidieaanvragen met elkaar te kunnen vergelijken is het noodzakelijk dat ingediende aanvragen worden verzameld tot een vast moment, waarna een integrale afweging van de aanvragen kan plaatsvinden. Daarbij dient te worden voorkomen dat de periode tussen de subsidieaanvraag en de subsidieverlening te lang is. Enerzijds dient een aanvrager tijdig voor de datum van een voorgenomen activiteit zekerheid te hebben betreffende de toekenning danwel afwijzing van de subsidie. Anderzijds moet worden voorkomen dat de aanvragers reeds zeer vroegtijdig hun plannen voor een komende periode gereed dienen te hebben. Derhalve is voorzien in twee - deels overlappende – tranches.
Aanvragen voor de eerste tranche (de eerste acht maanden van het jaar) dienen voor 1 november daaraan voorafgaande te worden ingediend. Aanvragen voor de tweede tranche (de laatste zes maanden van het jaar) dienen voor 1 mei daaraan voorafgaande te worden ingediend. Voor de maanden juni en juli kan dus per 1 november of per 1 mei een aanvraag worden ingediend.
Aangezien het overgrote deel van de culturele activiteiten gedurende de eerste acht maanden van het jaar plaatsvinden, is gekozen voor een budgetverdeling in de verhouding 75:25.
Artikel 10 en 16. Criteria voor de toekenning van subsidies voor culturele projecten en evenementen en voor het Leids Makers Stipendium
a.Draagt bij aan profiel van Leiden Stad van Ontdekkingen, en de pijlers kennis en cultuur
Het profiel van Leiden is beschreven in de stadsvisie Leiden, Stad van Ontdekkingen.
Verbinding van het project met kennis en de historische binnenstad vormt een belangrijk element in een subsidieaanvraag.
Kwaliteit blijkt allereerst uit de programmering, de organisatie, de uitstraling en aankleding van de activiteit. Verder is de artistieke kwaliteit van belang, waarbij geldt dat deze bij de ene activiteit een grotere rol kan spelen dan bij de andere. Het gaat bij artistieke kwaliteit om zaken als schoonheid hebben, vakmanschap tonen, diepgang hebben, oorspronkelijk zijn en/of een andere invalshoek bieden. Voor die gevallen waarin onduidelijk is of er sprake is van kwaliteit, vraagt het college eventueel advies aan deskundigen uit het veld.
c.Is van toegevoegde waarde voor het brede & diverse cultuuraanbod
Een breed cultuuraanbod is verspreid over verschillende disciplines en heeft voor diverse doelgroepen iets te bieden. Voor nieuwe projecten geldt dat zij een toegevoegde waarde moeten hebben ten opzichte van het huidige aanbod. Zij dragen bij aan de diversiteit van het aanbod. Niet twee keer hetzelfde (in dat geval kan worden gekeken naar samenwerking/bundeling). Ook onderscheidend zijn t.o.v. projecten in andere steden kan een toegevoegde waarde zijn, zeker nu de concurrentie tussen steden voor verblijf of wonen steeds meer toeneemt.
d. Draagt bij aan vernieuwing van het aanbod
Leiden heeft een cultuuraanbod dat vrij traditioneel is. Innovatie en experiment moeten ruimte krijgen in Leiden, Stad van Ontdekkingen. Meer spannende programmering, meer ontdekkingen in het culturele aanbod, meer onderscheidende programmering en meer ruimte voor makers en festivals.
e.Vertoont cultureel ondernemerschap
Onder cultureel ondernemerschap wordt verstaan: het bedrijf op orde hebben, een goede marketing verzorgen, innoverend vermogen, eigen verdienvermogen, een zogenoemde ‘stakeholders’-benadering (directe betrokkenheid van de klant bij het product) en een gezamenlijke propositie maken voor andere sectoren en voor mogelijke financiers. Aandacht voor het aanboren van externe financieringsmogelijkheden als mecenaten, fondsenwerving en crowdfunding.
f. Werkt samen met anderen binnen en buiten de eigen sector
Projecten moeten meer waarde hebben voor de stad. En andersom, de stad heeft meer waarde voor deze projecten en evenementen. Meer samenwerking, meer synergie. Tussen evenementen en ondernemers in de binnenstad of met andere evenementen. Of binnen de cultuursector in Leiden, die een steeds sterkere partner wordt in de stad. Of met aanverwante sectoren als onderwijs, horeca en toerisme.
g. Genereert economische spin-off
De projecten hebben uitstraling op de Leidse economie. Bijvoorbeeld door een meervoudig bezoekmotief te bevorderen, aan het evenement gerelateerde activiteiten te organiseren in de stad of arrangementen te ontwikkelen waarbij actief ingezet wordt op een meerdaags verblijf.
h. Heeft een groot en breed publieksbereik
Een gesubsidieerde activiteit heeft niet alleen voor de organisatoren of makers meerwaarde, maar vooral voor bezoekers of deelnemers. Rekening houdend met de soort activiteit, wordt een breed bereik bij de gesubsidieerde activiteiten nagestreefd. Zo zal een evenement doorgaans veel publiek kunnen genereren, en kan een vernieuwend concept in het begin nog met beperkte publieke belangstelling te maken hebben.
Regionaal en nationaal bereik moet zo veel mogelijk nagestreefd worden, medei.v.m. de economische spin-off. (Boven)regionale of nationale evenementen genereren veel positieve publiciteit voor Leiden en helpen daardoor mee de ambities van Leiden te realiseren.
i. Is zichtbaar en draagt bij aan de levendigheid van de stad;
Cultuur moet meer zichtbaar in de stad zijn door activiteiten in de openbare ruimte, binnen of buiten, op culturele en historische locaties. Culturele organisaties programmeren niet alleen binnen de muren van hun gebouw, maar ook meer daarbuiten.
j. Heeft speciale aandacht voor jongeren, studenten en expats (bereik, deelname)
Deze groepen zijn belangrijk voor ons stadsprofiel om te hebben en te behouden voor onze stad. (De promotie van) het aanbod in Leiden moet vaker meertalig zijn.
k. Draagt bij aan (de ontwikkeling van) het Cultuurkwartier.
Het Cultuurkwartier moet zich ontwikkelen tot een verblijfsvriendelijke, bruisende en duidelijk culturele omgeving. Een ontmoetingsplek met veel activiteit en dynamiek, levendigheid en kunstzinnigheid. Waar op alle momenten van de dag iets te doen is. Met cultuur in de gebouwen, maar ook buiten op straat.
Artikel 11 en artikel 17. Weigeringsgronden, sub f
Voorkomen moet worden dat de gemeente Leiden verkeerde verwachtingen wekt door subsidieverlening. Het ontbreken van noodzakelijk vergunningen en ontheffingen zal dan ook tot weigering dan wel intrekking van de subsidie leiden.
Artikel 11. Weigeringsgronden, sub g
De onder artikel 11.g genoemde weigeringsgrond is opgenomen omdat deze deelverordening zich richt op tijdelijke en niet reguliere projecten. Indien drie jaar achtereen eenzelfde project subsidie heeft ontvangen, dan is subsidieverstrekking op basis van deze deelverordening niet meer mogelijk. Wel kan het college besluiten het project meer structureel financieel te ondersteunen. In dat geval zal besloten worden een budget voor deze activiteit in de begroting te bestemmen.
Artikel 12. Leids makers stipendium
Het gaat om makers die zich bezighouden met het primaire (scheppende) proces om tot een product in een van de kunstdisciplines te komen. Het betreffen originele producties die in Leiden gemaakt worden of betrekking op Leiden hebben.
Met het stipendium wil Leiden bijdragen aan het productieklimaat, de ontwikkeling van talenten en een broedplaats voor makers bieden. Culturele talenten maken voor en eventueel met inwoners van Leiden producties. Makers worden met deze bijdrage in de gelegenheid gesteld zich artistiek en zakelijk verder te ontwikkelen.
Artikel 13. Jaarlijks subsidiebudget
Makers kunnen een subsidieverlening ontvangen voor maximaal drie jaar. Daartoe dient hun jaarlijkse subsidieaanvraag voorzien te zijn van onder andere een lange termijn visie van minimaal drie jaar.
In het lange termijn ontwikkelingsplan geeft de subsidieaanvrager aan welke plannen er voor de komende jaren ten aanzien van de doorontwikkeling bestaan. Het geeft een beschrijving van ambities en de condities die noodzakelijk zijn om deze ambities te realiseren. Waar wil men over drie à vijf jaar staan. Aan welke inhoudelijke ontwikkelingen werkt men. Hoe is de talentontwikkeling vorm gegeven. Tevens kan men in het ontwikkelingsplan aangeven op welke aanpassingen wordt ingezet met betrekking tot samenwerking, financiering, bereik, etc.
Met dit artikel sluiten we aan op het reglement inschrijving, wachtlijst en ateliertoewijzing d.d. 1 september 2011.