Organisatie | Best |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regeling subsidieverstrekking vrijwilligersorganisaties Wmo |
Citeertitel | Nadere regeling subsidieverstrekking vrijwilligersorganisaties Wmo |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | subsidie |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-06-2013 | 22-08-2015 | nieuwe regeling | 03-06-2013 Groeiend Best, 2013-06-11 | Onbekend |
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
a.Subsidie per kalenderjaar:deze subsidievorm is bedoeld voor activiteiten met een structureel karakter en kan jaarlijks of voor meerdere jaren worden verleend.
b.Subsidie voor een bepaalde activiteit: deze subsidievorm is bedoeld voor eenmalige projecten of activiteiten.
1.Ontwikkeling en ontplooiing jeugdigen
Er wordt beoogd dat Bestse jeugdigen zich in Best optimaal kunnen ontwikkelen en ontplooien.
Er wordt beoogd dat inwoners voldoende toegerust zijn om zelfstandig hun eigen leven vorm en inhoud te geven. Eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht staan daarbij voorop.
3.Maatschappelijke participatie
Er wordt beoogd dat inwoners actief deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Hierbij geldt dat inwoners in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn om aan maatschappelijke activiteiten mee te doen, de taal te leren, werk te zoeken, te bewegen en te recreëren.
Er wordt beoogd dat inwoners van Best zich actief in zetten voor elkaar en voor hun sociale omgeving.
5.Sociale samenhang en leefbaarheid.
Er wordt beoogd dat bewoners hun leefomgeving als leefbaar, prettig en veilig ervaren en zich hier mede verantwoordelijk voor voelen.
De aanvrager is een rechtspersoon of rechtspersoon in oprichting zonder winstoogmerk die functioneert op basis van vrijwillige inzet.
Artikel 4. De te subsidiëren activiteiten
1.Subsidie kan worden verleend voor:
a. Ontwikkeling en ontplooiing jeugdigen
b. Zelfredzaamheid volwassenen
Activiteiten die de zelfredzaamheid en/of de eigen kracht van inwoners kunnen versterken en daarmee ook de inzet van professionele zorg/hulpmiddelen/diensten kunnen verminderen.
c. Maatschappelijke participatie
Activiteiten die eraan bijdragen dat ook inwoners die niet op eigen kracht kunnen participeren, bijvoorbeeld om financiële redenen of door een beperking, toch mee kunnen doen.
Activiteiten die overbelasting van mantelzorgers kunnen voorkomen.
e. Sociale samenhang en leefbaarheid
Activiteiten die er aan bijdragen dat inwoners hun leefomgeving als prettig, veilig en leefbaar
ervaren en zich hiervoor mede verantwoordelijk voelen.
Artikel 6. Subsidieplafond/verdeling van de subsidie
Indien het bedrag waarvoor op basis van deze nadere regels een subsidie per kalenderjaar zou moeten worden verleend aan degenen die daartoe tijdig een aanvraag voor hebben ingediend die aan de vereisten voldoet groter is dan het op grond van het eerste lid vastgestelde plafond voor subsidies per kalenderjaar, worden de betreffende subsidies naar evenredigheid verminderd.
Indien het bedrag waarvoor op basis van deze nadere regels een subsidie voor een bepaalde activiteit zou moeten worden verleend aan degenen die daartoe tijdig een aanvraag hebben ingediend die aan de vereisten voldoet groter is dan het op grond van het eerste lid vastgestelde subsidieplafond voor bepaalde activiteiten, wordt op de aanvragen beslist op volgorde waarop ze binnenkomen.
Ons uitgangspunt is dat subsidie wordt verleend voor activiteiten. Daarbij gaat het om de vraag of de activiteiten voldoende bijdragen aan de beleidsdoelen die zijn vastgesteld en de gewenste maatschappelijke effecten. Dit noemen we doeltreffendheid. Welke doelen we nastreven en wat we daarbij van organisaties verwachten hebben we beschreven in artikel 2, 4 en 5.
Een belangrijke voorwaarde voor subsidie is dat de activiteit doelmatig is. Daarbij gaat het om de vraag of het subsidiebedrag aanvaardbaar is ten opzichte van wat daarmee bereikt wordt en of de budgetten efficiënt worden ingezet. We verwachten dat organisaties een inzichtelijke en logische kostprijsopbouw van de activiteiten leveren.
Bij de subsidieverlening doen we een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en organisaties. Subsidie wordt alleen verleend als financiering door de gemeente noodzakelijk is en de overige mogelijkheden voor het verkrijgen van inkomsten voldoende zijn benut. Subsidieverlening vormt zo het sluitstuk. We verwachten van organisaties dat zij hun draagkracht maximaal benutten door zich voldoende in te spannen om inkomsten te werven uit deelnemersbijdragen, contributie, entreeprijzen, fondsen, donaties, sponsoring, et cetera. Het eigen vermogen, maar ook bijvoorbeeld middelen die via gelieerde organisaties beschikbaar kunnen worden gemaakt, maken deel uit van de beoordeling van de aanvraag. De wijze waarop het eigen vermogen wordt meegewogen is afhankelijk van individuele omstandigheden.
Van organisaties wordt verwacht dat zij hun aanbod regelmatig evalueren zodat het blijft voldoen aan de behoefte van de doelgroep en aansluit bij de doelen van de gemeente. Ook is het belangrijk dat organisaties oog houden voor veranderingen in de vraag in de samenleving. Nieuwe innovatieve projecten die een vliegwiel vormen naar concrete verbeteringen in de samenleving kunnen ter stimulering worden ondersteund met een eenmalige subsidie.
De activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend staan over het algemeen niet op zichzelf. Zij zijn onderdeel van een sociale structuur, de buurt, cultuur, sport, welzijnswerk etc. We verwachten dat de activiteiten bijdragen aan meer betrokkenheid van inwoners bij de samenleving. Van organisaties wordt gevraagd om open te staan voor andere organisaties met dezelfde doelen of voor initiatieven in de buurt en zo mogelijk verbindingen te leggen. Samenwerking schept kansen voor nieuwe initiatieven en verlaagt de drempels om deel te nemen aan activiteiten.
De gemeente hecht sterk aan een toegankelijk aanbod van activiteiten en voorzieningen. Hierbij gaat het om de vraag hoe open een organisatie is naar de samenleving en de buurt. We verwachten dat organisaties de interactie zoeken met de buurt en voldoende bekendheid geven aan de activiteiten. Daarbij is het van belang dat organisaties open staan voor inwoners met een beperking en kwetsbare groepen. Het uitgangspunt is dat deze groepen inwoners zo veel mogelijk in staat worden gesteld om deel te nemen aan het reguliere aanbod van activiteiten en voorzieningen.
Deze regeling treedt in werking op 12 juni 2013 en is van toepassing op aanvragen om subsidie voor de uitvoering van activiteiten vanaf 1 januari 2014.