Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Best

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Best 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBest
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Best 2013
CiteertitelVerordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Best 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, artikel 147 eerste lid
  2. Werk werk en bijstand, artikel 8, eerste lid, onderdeel i, en artikel 60b
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-06-201301-01-2015Nieuwe regeling

27-05-2013

Groeiend best, 2013-06-04

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Best 2013

De raad van de gemeente Best;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 april 2013, nr.INT13-1796;

gelet op artikel 147 eerste lid van de gemeentewet en artikel 8, eerste lid, onderdeel i, en artikel 60b van de Wet werk en bijstand;

 

besluit

 

vast te stellen de

 

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Best 2013

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    WWB: Wet werk en bijstand;

  • -

    Het college: het college van burgmeester en wethouders van de gemeente Best;

  • -

    De raad: de gemeenteraad van de gemeente Best;

  • -

    Beslagvrije voet: beslagvrije voet als bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475evan het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;

- Recidiveboete: bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a, vijfde lid, van de Wet werk en bijstand;

-Verrekenen:verrekening als bedoeld in artikel 60, vierde lid, van de Wet werk en bijstand.

Hoofdstuk 2

Artikel 2. Verrekenen

  • 1.

    De recidiveboete wordt 3 maanden verrekend zonder inachtneming van de beslagvrije voet.

  • 2.

    In afwijking van het voorgaande lid kunnen burgemeester en wethouders:

    • ·

      de recidiveboete met inachtneming van de beslagvrije voet verrekenen of;

    • ·

      de recidiveboete voor een kortere termijn zonder inachtneming van de beslagvrije voet verrekenen of;

    • ·

      de recidiveboete verrekenen met inachtneming van een hogere beslagvrije voet.

De in de vorige volzin genoemde mogelijkheden kunnen slechts worden toegepast, indien er sprake is van dringende redenen, die leiden tot een situatie van kennelijk onredelijke en onbillijke aard.

Artikel 3. Eerder opgelegde bestuurlijke boetes

Artikelen 2 is van overeenkomstige toepassing op de verrekening van de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, van de Wet werk en bijstand, indien en voor zover deze boete nog niet is betaald op het moment van verrekening van de recidiveboete.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 4. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Artikel 5. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Best 2013.

 

Aldus besloten in de raad van Best

in zijn vergadering van 27 mei 2013

De griffier, De voorzitter,

M.J.H.J. Baijens drs. A.G.T. van Aert

Toelichting Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive

Algemeen deel

Op 1 januari 2013 is de ‘Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving’ in werking getreden. Voor de Wet werk en bijstand (WWB) introduceert deze wet de bestuurlijke boete bij een schending van de inlichtingenplicht.

Het college van burgemeester en wethouders (verder college) is verplicht de bestuurlijke boete met de lopende uitkering te verrekenen. In beginsel moet bij deze verrekening de bescherming van de beslagvrije voet in acht genomen worden. Is echter sprake van een bestuurlijke boete wegens recidive, dan kan het college besluiten gedurende maximaal drie maanden met de beslagvrije voet te verrekenen.

De WWB verplicht de gemeenteraad in een verordening nadere regels te stellen over de bevoegdheid de beslagvrije voet tijdelijk buiten werking te stellen bij verrekening van de recidiveboete. Gemeenten krijgen daarmee de ruimte een afweging te maken van situaties of omstandigheden waarin het buiten werking stellen van de beslagvrije voet niet proportioneel wordt geacht. De nieuwe bevoegdheid kan op veel verschillende manieren worden ingevuld.

De gemeente Best kiest ervoor om geen algemene categorieën aan te wijzen waarbij de beslagvrije voet tijdens verrekening van de recidiveboete wel van toepassing is. Het gaat immers om een boete bij recidive: de belanghebbende heeft voor de tweede maal zijn inlichtingenplicht geschonden, voor een aanzienlijk benadelingbedrag, waarbij volledige verrekening proportioneel wordt geacht.

In de verordening wordt wel aangegeven dat er van verrekening met de beslagvrije voet wordt afgezien, als er sprake is van dringende redenen die leiden tot een situatie van onredelijke en onbillijke aard. Door een individuele beoordeling te maken rondom de verrekening, houdt het college rekening met de omstandigheden in de individuele situatie. Door dit maatwerk is er balans tussen de aanscherping van de handhaving, en de zorgplicht van de gemeente.

De bevoegdheid van de gemeenteraad strekt zich slechts uit over het al dan niet in acht nemen van de beslagvrije voet bij verrekening van de recidiveboete. Terugvordering van ten onrechte verstrekte uitkering als gevolg van een schending van de inlichtingenplicht, wordt een wettelijke verplichting. Bij verrekening van de terugvordering dient echter altijd rekening gehouden te worden met de beslagvrije voet.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begrippen

In deze bepaling zijn een aantal begrippen nader omschreven. De meeste behoeven geen nadere toelichting.

Verrekenen De WWB kent een ruimer begrip van verrekenen dan het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Voor de duidelijkheid is daarom een aparte begripsbepaling opgenomen in de verordening.

Artikel 2. Verrekenen met inachtneming beslagvrije voet

In principe wordt 3 maanden verrekend zonder inachtneming van de beslagvrije voet. Hoewel het hier gaat om een herhaaldelijke schending van de inlichtingenplicht, zijn echter situaties denkbaar waarin volledige verrekening met de beslagvrije voet niet aanvaardbaar wordt geacht. Het gaat daarbij altijd om individuele omstandigheden waaraan het college zal moeten toetsen.

Van dringende redenen die leiden tot een situatie van onredelijke en onbillijke aard is niet snel sprake. Het gaat slechts om incidentele gevallen, waarbij de behoeftige omstandigheden waarin de belanghebbende en diens gezinsleden verkeren op geen enkele andere wijze te verhelpen zijn. Er is dus geen sprake van dringende redenen als de belanghebbende beschikt over voldoende middelen om de periode te overbruggen. Hierbij kan het ook gaan om bezit dat ten gelde kan worden gemaakt. Het enkele feit dat het belanghebbende door de verrekening aan middelen ontbreekt om in het bestaan te voorzien, is op zich geen voldoende voorwaarde om te kunnen spreken van dringende redenen. Dit is pas het geval als er iets bijzonders en uitzonderlijks aan de hand is, en er, na afweging van alle relevante omstandigheden, onaanvaardbare sociale en/of financiële consequenties zijn. Door lid 2 wordt de mogelijkheid tot maatwerk in speciale individuele situaties geboden.

Artikel 3. Eerder opgelegde bestuurlijke boetes

In artikel 60b, derde lid, van de WWB is bepaald dat de bevoegdheid om te verrekenen met de beslagvrije voet ook van toepassing is op eerder opgelegde bestuurlijke boetes voor zover op het moment van verrekening van de recidiveboete, die eerdere boetes nog niet zijn betaald. Mocht het college die eerdere, nog openstaande boetes gaan verrekenen, dan regelt artikel 3 dat de bepalingen in deze verordening van overeenkomstige toepassing zijn.

Artikel 4. Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 5. Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.