Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Súdwest-Fryslân

Verordening op de heffing en invordering van Lijkbezorgingsrechten 2013

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSúdwest-Fryslân
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van Lijkbezorgingsrechten 2013
CiteertitelVerordening lijkbezorgingsrechten 2013
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpVerordening op de heffing en invordering van Lijkbezorgingsrechten 2013

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-01-2014nieuwe regeling.

13-12-2012

Ta jo tjinst

geen.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van Lijkbezorgingsrechten 2013

De raad van de gemeente Súdwest-Fryslan;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 oktober 2012;

 

gelet op;

 

overwegende dat de tarieven voor lijkbezorging richting kostendekkendheid moeten worden gebracht;

 

b e s l u i t:

vast te stellen de "Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2013"

 

vast te stellen de

Verordening lijkbezorgingsrechten 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

1. begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats

2. eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  a. het doen begraven en begraven houden van lijken;

  b. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  c. het doen verstrooien van as;

3. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

4. tweediep graf: een graf waarin een overledene boven een andere kan worden begraven;

5. familiegraf: een graf waarin een overledene boven een andere kan worden begraven. Ten opzichte van een tweediep graf is een familiegraf groter en mag er een liggende steen geplaatst worden;

6. eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

  a. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  b. het doen verstrooien van as;

7. algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder

8. gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

9. urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

10. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

11. urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

12. verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt

13. verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien.

14. columbarium: een urnengalerij met urnennissen;

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

1. het lichten van een lijk op rechtelijk gezag;

2. het begraven van een lijk van een levenloos of pasgeboren kind, dat tegelijk met de bij of kort na de bevalling overleden moeder in dezelfde grafruimte wordt begraven.

 

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

     

  • 2

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

     

Artikel 6 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1

    De onderhoudsrechten, bedoeld in de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

     

  • 2

    Andere rechten, anders dan onderhoudsrechten bedoeld in de tarieventabel, worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

     

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1

    De onderhoudsrechten, bedoeld in de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar.

     

  • 2

    Andere rechten, anders dan onderhoudsrechten bedoeld in de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

     

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.

     

  • 2

    In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,00 en minder is dan € 5.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen worden betaald in acht gelijke maandelijkse termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

     

  • 3

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de lijkbezorgingsrechten.

Artikel 12 Overgangsrecht

De ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2012’ van 15 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Nieuw Artikel

  • 1

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

     

  • 2

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 3

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening lijkbezorgingsrechten 2013.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 december 2012

 

drs. H.H. Apotheker,

voorzitter.

 

G.W. Stegenga,

wnd. griffier.

Tarieventabel 1  

behorende bij de ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2013’.

Hoofdstuk 1 Algemene begraafplaats te Bolsward

 

 

 

(2,20 m x 0,80 m) wordt geheven:

 

 

a.   voor een periode van 20 jaar

€ 986,00

 

b.   voor een periode van 30 jaar

€ 1.340,00

 

c.  voor de verlenging met 10 jaar

€ 493,00

2.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een kindergraf 

 

 

(1.10 m x 0.60 m) wordt geheven:

 

 

a.   voor een periode van 20 jaar

€ 493,00

 

b.  voor een periode van 30 jaar

€ 667,00

 

c.  voor een verlenging met 10 jaar

€ 243,00

3.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf 

 

 

(1.10 m x 0.60 m) wordt geheven:

 

 

a.  voor een periode van 5 jaar

€ 133,00

 

b.  voor een periode van 10 jaar

€ 266,00

 

c.  voor een periode van 20 jaar

€ 493,00

 

d.  voor een periode van 30 jaar

€ 667,00

 

e.  voor een verlenging met 5 jaar

€133,00

4.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnennis 

 

 

in de urnenmuur wordt geheven:

 

 

a.  voor een periode van 5 jaar

€ 197,00

 

b.  voor een periode van 10 jaar

€ 359,00

 

c.  voor een periode van 20 jaar

€ 638,00

 

d.  voor een periode van 30 jaar

€ 1.155,00

 

e.  voor een verlenging met 5 jaar

€ 197,00

 

 

 

a.  voor enkeldiepe graven

€ 800,00

 

b.  voor dubbeldiepe graven

€ 1.207,00

2.

Voor het begraven van een lijk in een kindergraf wordt geheven:

 

 

a.  voor enkeldiepe graven

€ 400,00

 

b.  voor dubbeldiepe graven

€ 597,00

3.

Voor het opgraven van een lijk wordt geheven:

 

 

a.  uit een volwassengraf

€ 800,00

 

b.  uit een kindergraf

€ 400,00

4.

Voor het herbegraven wordt geheven in het zelfde:

 

 

a.  volwassengraf

€ 400,00

 

b.  kindergraf

€ 197,00

5.

Voor het herbegraven wordt geheven in een ander:

 

 

a.  volwassengraf

€ 800,00

 

b.  kindergraf

€ 400,00

6.

Voor het bijzetten van een lijk in een grafkelder wordt geheven 

€ 533,00

7.

Voor het begraven, opgraven of herbegraven van een urn wordt geheven 

€ 145,00

8.

Voor het bijzetten of terugplaatsen van een urn in de urnenmuur wordt geheven  

€ 110,00

9.

Voor het verstrooien van as wordt per urn geheven 

€ 133,00

10.

Voor een door de gemeente te verstrekken urnengedenkplaat wordt geheven

€ 145,00

11.

Voor het verwijderen van een gedenkteken op verzoek van de rechthebbende, waarbij het recht op het graf niet aan de gemeente wordt overgedragen, wordt geheven:

€ 336,00

 

 

2.

Voor het stichten van een urnenkelder voor elke grafruimte of gedeelte daarvan wordt geheven

€ 226,00

3.

Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in artikel 18 van de Beheersverordening algemene begraafplaats Bolsward, (plaatsen van een zerk, kruis of ander gedenkteken wordt geheven:

€ 29,00

 

 

1.

Voor het overschrijven van het uitsluitend recht als bedoeld in het 1e hoofdstuk op naam van een ander in het daartoe bestemde register,  wordt een recht per graf of urnennis geheven van

€ 52,00

2.

Indien meerdere rechten tegelijk op dezelfde persoon worden overgeschreven wordt voor deze rechten per graf of urnennis geheven

€ 11,00

 

Hoofdstuk 2 Algemene begraafplaatsen te Workum, Skarl, Molkwerum, Koudum, Hindeloopen (oud), Hindeloopen (nieuw) en Stavoren

 

Artikel 5 Algemeen

 

begraven houden wordt geheven:

 

 

a.  voor een enkele grafruimte voor een periode van 20 jaar

€ 1.330,00 

 

b.  voor een enkele grafruimte voor een periode van 30 jaar

€ 1.775,00 

 

c.  voor een enkele grafruimte voor een periode van 40 jaar

€ 2.219,00 

2.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen plaatsen 

 

 

en geplaatst houden van urnen in een urnennis wordt geheven:

 

 

a.  voor een periode van 20 jaar

€ 695,00 

 

b.  voor een periode van 30 jaar

€ 1.137,00 

 

c.  voor een periode van 40 jaar

€ 1.581,00 

3.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen plaatsen 

 

 

en geplaatst houden van urnen in een urnengraf wordt geheven

 

 

a.  voor een periode van 20 jaar

€ 889,00 

 

b.  voor een periode van 30 jaar

€ 1.330,00 

 

c.  voor een periode van 40 jaar

€ 1.775,00 

4.

Voor het verlengen van de periode wordt een recht geheven gelijk aan de verlening van het uitsluitend recht voor eenzelfde periode.  

 

 

 

2.

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar wordt geheven:

€ 166,00 

3.

Voor het begraven van een lijk van een kind van één jaar doch beneden 12 jaar wordt geheven:

€ 332,00 

 

Artikel 7 Inrichten van een grafkelder, een gemetseld of betonnen graf

Voor het inrichten van een grafkelder, een gemetseld of betonnen graf, wordt naast het recht verschuldigd op grond van het bepaalde in artikel 6, een recht geheven van € 2.220,00 

 

 

1.

in een urnennis 

€ 166,00 

2.

in een urnengraf 

€ 166,00 

3.

in een eigen graf 

€ 332,00 

 

 

1.

Voor het inschrijven en overboeken van eigen graven in een daartoe bestemd register wordt geheven: 

€ 5,00 

2.

Voor het inschrijven en overboeken van eigen urnen-graven in een daartoe bestemd register wordt geheven:

€ 5,00 

3.

Voor het inschrijven en overboeken van urnennissen in een daartoe bestemd register wordt geheven:

€ 5,00 

 

 

1.

Voor het op verzoek van de rechthebbende ruimen van een eigen graf wordt een recht geheven van:

€ 1.775,00 

2.

Voor het op verzoek van de rechthebbende verwijderen van een asbus uit een eigen graf, urnennis of urnengraf wordt een recht geheven van

€ 443,00 

 

Hoofdstuk 3 Gemeentelijke begraafplaats te Sneek

 

 

1.

De volgende rechten worden geheven voor het verkrijgen van het uitsluitend recht:

 

 

 

 

a. voor het stichten van een grafkelder, voor één-diep begraven bestemd, gemetseld of uit beton vervaardigd graf of voor het stichten van een urnengraf

€ 203,00

 

 

 

b. voor het stichten van een grafkelder, voor twee-diep begraven bestemd, gemetseld of uit beton vervaardigd graf

€ 415,00 

 

 

 

c. tot het begraven in een graf voor de aangegeven tijdsduur;

 

 

 

 

Deel begraafplaats

Soort graf

20 jaar

30 jaar   

 

Oude gedeelte

Eigen graf, twee-diep

€ 534,00

€ 806,00

 

Nieuwe gedeelte

Eigen graf, twee-diep

€ 534,00

€ 806,00

 

Nieuwe gedeelte

Familiegraf

€ 798,00

€ 1.202,00

 

Nieuwe gedeelte

Kindergraf 0-7 jaar

€ 266,00      

€ 401,00 

 

Nieuwe gedeelte

Kindergraf 7-12 jaar

€ 400,00

€ 604,00   

 

Nieuwe gedeelte

Urnengraf

€ 266,00

€ 401,00 

 

d.  om een asbus of urn gedurende een periode van 10 jaar te plaatsen in het columbarium

 

 

 

 

e. voor het gebruik van een urnenkelder bedraagt voor:

 

 

 

 

- de periode van 20 jaar:

€   96,00 

 

 

 

- de periode van 30 jaar

€ 143,00

 

 

 

f. voor het aanbrengen en het hebben van een gedenkplaatje aan de columbarium voor:

 

 

 

 

- de periode van 10 jaar

€ 123,00

 

 

 

- de periode van 20 jaar

€ 248,00

 

 

2.

Voor elke verlenging van de in lid 1 onder c., d. en e. genoemde rechten worden de volgende rechten geheven:

 

 

 

 

a. van het uitsluitend recht tot het begraven met 10 jaar:

 

 

 

 

Deel begraafplaats

Soort graf

 

 

 

Oude gedeelte

Eigen graf, twee-diep

€ 279,00 

 

 

Nieuwe gedeelte

Eigen graf, twee-diep

€ 279,00 

 

 

Nieuwe gedeelte

Familiegraf

€ 418,00 

 

 

Nieuwe gedeelte

Kindergraf 0-7 jaar

€ 137,00  

 

 

Nieuwe gedeelte

Kindergraf 7-12 jaar

€ 206,00 

 

 

Nieuwe gedeelte

Urnengraf

€ 137,00 

 

 

b. van het uitsluitend recht tot het plaatsen van een asbus of urn in het columbarium met 10 jaar:

€ 492,00 

 

 

 

c. voor elke verlenging van het recht voor het gebruik van een urnenkelder met 10 jaar:

€   48,00

 

 

 

 

 

1.

a. voor het begraven worden de volgende rechten geheven:

 

 

Eigen en algemeen graf

€ 806,00 

 

Familiegraf

€ 806,00 

 

Kindergraf  0 -  7 jr

€ 401,00 

 

Kindergraf  7 -12 jr

€ 604,00 

 

b. voor het begraven in een graf waarin een grafkelder is gesticht wordt 80% van de in dit lid, onder a, genoemde recht geheven.

 

 

c. voor het plaatsen van bussen of urnen met as van gecremeerde overledenen in een graf of in een urnengraf op de urnentuin wordt 50% van de in dit lid, onder a, genoemde recht geheven.

 

 

d. voor het plaatsen van een asbus of urn in het columbarium wordt een bedrag geheven van

€   72,00 

2.

De in het 1e lid genoemde rechten worden met 50% verhoogd indien het begraven c.q. plaatsen geschiedt buiten de in artikel 11, lid 1 van de beheersverordening op de gemeentelijke begraafplaats aangegeven tijden. Op verzoek wordt van deze verhoging door het college van burgemeester en wethouders teruggaaf verleend indien de afwijking van de normale tijden niet aan de aanvrager of aan de verzorger van de begrafenis kan worden verweten.

 

3.

Voor het begraven van het lichaam van een doodgeboren of pasgeboren kind, dat tegelijk met de bij of kort na de bevalling overleden moeder in hetzelfde graf wordt begraven, wordt geen recht geheven.

 

4.

Voor het begraven van de lichamen van een doodgeboren of kort na de geboorte overleden tweeling enz. wordt mits zij tegelijk in hetzelfde graf worden begraven, eenmaal het recht geheven.

 

5.

Voor de navolgende diensten worden de daarachter vermelde rechten geheven:

 

 

a. 1. voor het opnemen van een overledene, 

 € 1.009,00 

 

2. voor het opnemen van een urn met as van een gecremeerde overledene uit een graf,

€ 401,00 

 

b. 1. voor het opnemen en herbegraven van een overledene, 

€ 1.817,00 

 

2. voor het opnemen en in een ander graf herplaatsen van een urn met as van een gecremeerde overledene, 

€ 806,00

 

c. voor het verstrooien van de as van een gecremeerde overledene op het daartoe aangewezen verstrooiingsplaats,

€   69,00 

6.

De rechten genoemd in lid 1, onder a., b. en c. en de rechten genoemd in lid 5, onder a en b, bedragen:

 

 

- wanneer het betreft kinderen beneden de leeftijd van 7 jaar, 

50% 

 

van de in die leden genoemde bedragen en

 

 

- wanneer het betreft kinderen van 7 tot en met 12 jaar, 

75%

 

van de in die leden genoemde bedragen,

 

 

indien de begraving of de plaatsing van de urn plaatsvindt in een ander graf dan in een kindergraf.

 

 

 

 

1.

Voor het algemeen onderhoud van de begraafplaats inclusief het onderhoud van het graf  wordt een jaarlijks recht geheven van:

 

 

a. voor een eigen graf

€   61,00

 

b. voor een familiegraf

€   96,00

 

c. voor een kindergraf 

€   34,00

 

d.  voor een graf op het urnentuin 

€   34,00

2.

De in het lid 1 genoemde rechten kunnen bij vooruitbetaling worden voldaan door betaling ineens van 20 of 30 maal het jaarlijks te betalen recht.

 

3.

De jaarlijks verschuldigde rechten, in deze rubriek bedoeld, worden berekend per kalenderjaar gedurende welk de gemeente met onderhoud is belast.

 

4.

Onder onderhoud van gedenktekens wordt voor de toepassing van deze rubriek niet verstaan herstelling of vernieuwing daarvan. 

 

 

 

1.

Voor een inschrijving en een overboeking in het register van uitgegeven graven en inschrijving in het register van uitgegeven plaatsen in het columbarium wordt een recht geheven van

€ 8,00

2.

Het in lid 1 van deze rubriek bedoelde recht is niet verschuldigd bij overboekingen op naam van de achtergebleven weduwe of weduwnaar.

 

3.

Voor het verstrekken van een nieuw bewijs van eigendom op een graf of een ruimte in het columbarium, bij het verloren gaan van het origineel, wordt een recht geheven van

€ 8,00

 

 Hoofdstuk 4 Algemene begraafplaatsen te IJlst en Ypecolsga

 

 

1.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf :

 

 

a.  voor een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven:

 

 

b.  voor een periode van 20 jaar: 

€ 422,00

2.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf:

 

 

a.  voor een persoon van 0-12 jaar wordt geheven:

 

 

b.  voor een periode van 20 jaar: 

€ 313,00

3.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven:

 

 

a.  voor een periode van 20 jaar

€ 210,00

4.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht voor het stichten van een grafkelder, een gemetseld of uit beton vervaardigd graf per grafruimte of gedeelte daarvan, vermeerderd met het recht als bedoeld in lid 1 en 2.

€ 290,00

5.

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in lid 1 t/m 4 met:

 

 

a.  5 jaar wordt een recht geheven van: 

€  103,00

 

b.  10 jaar wordt een recht geheven van: 

€ 208,00    

 

 

1.

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven

€ 463,00

2.

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar wordt geheven

€ 152,00

3.

Voor het begraven van een lijk van een kind van 1 jaar of ouder, maar jonger dan 12 jaar wordt geheven

€ 308,00

4.

Voor het bijzetten van een asbus of urn in een eigen graf wordt geheven

€ 152,00

 

 

1.

Voor het plaatsen van een gedenkteken op een grafruimte, wordt geheven per grafruimte:

 

 

a.  voor een gedenkteken met een oppervlakte van 1 m² of meer

€ 78,00

 

b.  voor een gedenkteken met een oppervlakte van 0,25 m² tot 1 m²

€ 63,00

 

c.  voor een gedenkteken met een oppervlakte van minder dan 0 ,25 m²

€ 45,00

 

d.  voor andere gedenktekenen niet vallende onder die vermeld in onderdeel a t/m c

€ 28,00

2.

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de voorwerpen, zoals bedoeld in lid 1, onderdelen a t/m c wordt geheven per jaar:

 

 

a.  voor een gedenkteken met een oppervlakte van 1 m² of meer

€ 72,00

 

b.  voor een gedenkteken met een oppervlakte van 0,25 m² tot  1m²

€ 48,00

 

c.  voor een gedenkteken met een oppervlakte van minder dan 0,25 m²

€ 25,00

3.

De rechten als bedoeld in lid 2 kunnen worden afgekocht voor ten hoogste het tijdvak waarvoor de graven zijn uitgegeven.

 

 

Voor 10 jaar door voldoening van: 

 

 

a.  voor een gedenkteken met een oppervlakte van 1 m² of meer

€ 517,00

 

b.  voor een gedenkteken met een oppervlakte van 0,25 m² tot 1 m²

€ 484,00

 

c.  voor een gedenkteken met een oppervlakte van minder dan 0,25 m²

€ 385,00

4.

De rechten als bedoeld in lid 2 kunnen worden afgekocht voor ten hoogste het tijdvak waarvoor de graven zijn uitgegeven. Voor 20 jaar door voldoening van:

 

 

a.  voor een gedenkteken met een oppervlakte van 1 m² of meer

€ 1.040,00

 

b.  voor een gedenkteken met een oppervlakte van 0,25 m² tot 1 m²

€ 968,00

 

c.  voor een gedenkteken met een oppervlakte van minder dan 0,25 m² 

€ 764,00

5.

De rechten als bedoeld in lid 2 kunnen worden afgekocht voor ten hoogste het tijdvak waarvoor de graven zijn uitgegeven.

 

 

Voor 30 jaar door voldoening van: 

 

 

a.  voor een gedenkteken met een oppervlakte van 1 m² of meer

€ 1.561,00

 

b.  voor een gedenkteken met een oppervlakte van 0,25 m² tot 1 m²

€ 1.454,00

 

c.  voor een gedenkteken met een oppervlakte van minder dan 0,25 m²

€ 1.153,00

 

 

1.

Voor het opgraven van een lijk wordt geheven 

€ 217,00

2.

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven een recht als bedoeld in artikel 16

 

3.

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven:

 

 

a.  uit een eigen graf

€ 217,00

 

b.  uit een eigen urnengraf

€ 217,00

 

c.  bij het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven een recht als bedoeld in artikel 16

 

 

 

1.

Ter bestrijding van de algemene kosten van onderhoud en instandhouding van de begraafplaats wordt, behalve de rechten als bedoeld in de artikelen 15 t/m 18 van de rechthebbende op graven een jaarlijks recht per grafruimte geheven van

€ 29,00

2.

Het recht bedoeld in lid 1 kan in eens worden voldaan voor ten hoogste het tijdvak waarvoor de graven zijn uitgegeven of bij verlenging worden uitgegeven. Het recht per grafruimte wordt dan bepaald op het product van en het aantal kalenderjaren voor het tijdvak als terzake met belastingplichtige is overeengekomen.

€ 29,00

 

 

1.

Voor het luiden van de klok wordt geheven per half uur of een gedeelte daarvan

€ 59,00

2.

Voor het gebruik van een baar, zinktoestel en bijbehorende materialen wordt geheven

€ 70,00

 

Behorende bij het raadsbesluit van 13 december 2012

De plv. griffier