Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrecht

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 7 mei 2013, nr. 80E156C6 tot instelling van de AVP-gebiedscommissie Kromme Rijnstreek ( Instellingsbesluit provincie Utrecht AVP-gebiedscommissie Kromme Rijnstreek).

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrecht
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBesluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 7 mei 2013, nr. 80E156C6 tot instelling van de AVP-gebiedscommissie Kromme Rijnstreek ( Instellingsbesluit provincie Utrecht AVP-gebiedscommissie Kromme Rijnstreek).
CiteertitelInstellingsbesluit provincie Utrecht AVP-gebiedscommissie Kromme Rijnstreek
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpnatuur en landschap, bestuurlijke organisatie, ruimtelijke ordening

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Gelet op het door provinciale staten op 12 december 2011 vastgestelde Kaderdocument Agenda vitaal Platteland 2012-2015.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Provinciewet, art. 82
  2. Wet inrichting lamdelijk gebied, art. 17, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-05-201313-10-2016nieuwe regeling

07-05-2013

Provinciaal blad, 2013,18

80E156C6

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 7 mei 2013, nr. 80E156C6 tot instelling van de AVP-gebiedscommissie Kromme Rijnstreek ( Instellingsbesluit provincie Utrecht AVP-gebiedscommissie Kromme Rijnstreek).

Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 7 mei 2013, nr. 80E156C6 tot instelling van de AVP-gebiedscommissie Kromme Rijnstreek (Instellingsbesluit provincie Utrecht AVP-gebiedscommissie Kromme Rijnstreek).

Gedeputeerde staten van Utrecht;

Gelet op: a. artikel 82 van de Provinciewet en artikel 17, eerste lid, van de Wet inrichting landelijk gebied; b. het door provinciale staten op 12 december 2011 vastgestelde Kaderdocument Agenda Vitaal Platteland 2012-2015;

Besluiten:

Artikel 1 (begripsbepalingen)

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    AVP: de Agenda Vitaal Platteland;

  • b.

    Gebied Kromme Rijnstreek: het gebied Kromme Rijn, als onderdeel van het AVP-gebied Oost, zoals aangegeven in het door provinciale staten op 12 december 2011 vastgestelde Kaderdocument Agenda Vitaal Platteland 2012-2015.

Artikel 2 (AVP-gebiedscommissie Kromme Rijnstreek)

Er is een AVP-gebiedscommissie Kromme Rijnstreek, hierna te noemen de commissie.

Artikel 3 (taken)

De commissie heeft tot taak:

  • a.

    adviseren van gedeputeerde staten op verzoek en uit eigen beweging over de realisatie van het onderdeel “Kromme Rijnstreek” in het door gedeputeerde staten vastgestelde AVP-gebiedsprogramma Gelderse Vallei – Heuvelrug – Kromme Rijn (Utrecht-Oost);

  • b.

    adviseren van gedeputeerde staten op verzoek en uit eigen beweging over de samenhang tussen het onderdeel “Kromme Rijnstreek” in het gebiedsprogramma en ontwikkelingen in het gebied Kromme Rijnstreek en aanvullende ambities van de gebiedspartijen.

Artikel 4 (secretariaat)

  • 1

    De commissie wordt ondersteund door een secretaris.

  • 2

    De secretaris is geen lid van de commissie.

  • 3

    De secretaris wordt benoemd door de voorzitter van de commissie in overeenstemming met de verantwoordelijke portefeuillehouder uit het college van gedeputeerde staten.

Artikel 5 (leden en adviserend leden)

  • 1

    De commissie bestaat uit de volgende leden:

    • a.

      een lid op voorstel van de gemeente Houten;

    • b.

      een lid op voorstel van de gemeente Bunnik;

    • c.

      een lid op voorstel van de gemeente Wijk bij Duurstede;

    • d.

      een lid op voorstel van de gemeente Utrechtse Heuvelrug;

    • e.

      een lid op voorstel van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

    • f.

      een lid op voorstel van het Utrechts Particulier Grondbezit;

    • g.

      een lid op voorstel van LTO Noord;

    • h.

      een lid op voorstel van Het Utrechts Landschap, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en Landschap Erfgoed Utrecht;

    • i.

      een lid op voorstel van de Natuur en Milieufederatie Utrecht;

    • j.

      een lid op voorstel van de in het gebied Kromme Rijnstreek functionerende Agrarische Natuurvereniging;

    • k.

      een lid op voorstel van de Stichting Terecht Anders;

    • l.

      een lid op voorstel van de Plaatselijke Groep Leader Kromme Rijn;

    • m.

      een lid voor de sectoren recreatie en economie, te bepalen door de voorzitter van de commissie.

  • 2

    De commissie kan, indien dit naar het oordeel van de commissie noodzakelijk en gewenst is, de commissie uitbreiden met maximaal twee, door de voorzitter van de commissie te benoemen, extra leden. Indien hiervan gebruik wordt gemaakt, zullen gedeputeerde staten hierover vooraf worden geïnformeerd.

  • 3

    Indien sprake is van subcommissies als bedoeld in artikel 8, kan de voorzitter van desubcommissie door de voorzitter van de commissie worden benoemd als commissielid. Indien hiervan gebruik wordt gemaakt, zullen gedeputeerde staten hierover vooraf worden geïnformeerd.

  • 4

    De commissie kan gebruik maken van, door de voorzitter van de commissie te benoemen, adviserende leden. Als adviserend lid treedt in ieder geval op een ambtelijke vertegenwoordiger van de provincie Utrecht.

Artikel 6 (voorzitter)

  • 1

    De leden, zoals genoemd onder artikel 5, lid 1 sub a t/m e, kiezen uit hun midden een voorzitter, die op basis van een bindende voordracht door het college van gedeputeerde staten zal worden benoemd.

  • 2

    De voorzitter wordt benoemd voor een periode van vier jaar, met de mogelijkheid van herbenoeming voor vier jaar.

Artikel 7 (werkwijze)

  • 1

    Ieder lid heeft één stem. De commissie beslist met meerderheid van stemmen.

  • 2

    Indien de stemmen staken, beslist de voorzitter.

  • 3

    De adviserende leden hebben geen stemrecht.

  • 4

    Voor het overige bepaalt de commissie zelf haar werkwijze.

Artikel 8 (subcommissies)

  • 1

    De commissie kan subcommissies instellen.

  • 2

    De subcommissie bestaat uit leden van de commissie. Daarnaast kan aan anderen gevraagd worden zitting te nemen in een subcommissie als lid. Indien hiervan gebruik wordt gemaakt, zal de verantwoordelijke portefeuillehouder uit het college van gedeputeerde staten hierover vooraf worden geïnformeerd.

  • 3

    De voorzitter van de subcommissie wordt benoemd door de voorzitter van de commissie.

Artikel 9 (vergaderingen/openbaarheid)

  • 1

    De vergaderingen van de commissie zijn openbaar. Op voorstel van de voorzitter of van ten minste drie leden worden de deuren gesloten. Daarna beslist de commissie of de vergadering besloten zal blijven dan wel opnieuw openbaar is.

  • 2

    De commissie kan deskundigen en belanghebbenden in haar vergaderingen uitnodigen.

Artikel 10 (ondersteuning gebiedscommissie)

De commissie wordt in haar werkzaamheden gefaciliteerd door het projectbureau Utrecht-Oost.

Artikel 11 (archief)

De archiefbescheiden van de commissie worden na haar opheffing of, zo de omstandigheden daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder, overgebracht naar het provinciehuis Utrecht.

Artikel 12 (inwerkingtreding)

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van het Provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 13 (citeertitel)

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit provincie Utrecht AVP-gebiedscommissie Kromme Rijnstreek.

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 7 mei 2013.

R.C. ROBBERTSEN, voorzitter. H. GOEDHART, secretaris

Uitgegeven 17 mei 2013 Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen

H. GOEDHART, secretaris  

Toelichting

Algemeen

Op basis van het Onderhandelingsakkoord Decentralisatie natuur tussen rijk en provincies liggen de verantwoordelijkheden voor het landelijk gebied grotendeels bij de provincies. De provincie Utrecht heeft in het Kaderdocument Agenda Vitaal Platteland 2012 – 2015 , vastgesteld door provinciale staten op 12 december 2011, aangegeven hoe ze de komende jaren in nauwe samenwerking met de gebiedspartners uitvoering wil geven aan het Programma Agenda Vitaal Platteland. In dit Kaderdocument is vastgesteld dat er in de provincie drie nieuwe gebiedscommissies komen, die als Adviescommissie krachtens artikel 82 van de Provinciewet worden ingesteld. Dit instellingsbesluit voorziet in de instelling van één van de drie bedoelde commissies.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 3

De commissie heeft primair als taak gedeputeerde staten op verzoek en uit eigen beweging te adviseren over de uitvoering van het integrale gebiedsgericht beleid voor het landelijk gebied, zoals dat is vastgelegd in het onderdeel “Kromme Rijnstreek” in het door gedeputeerde staten vastgestelde AVP-gebiedsprogramma Gelderse Vallei – Heuvelrug – Kromme Rijn (Utrecht-Oost). Daarnaast is het zinvol als de commissie adviseert over de samenhang tussen het gebiedsprogramma en ontwikkelingen in het gebied en aanvullende ambities van de gebiedspartijen. Hierdoor kunnen kansen voor synergie worden benut, kan afstemming worden verbeterd en wordt een integrale aanpak bevorderd. De commissie is een belangrijke partner van de provincie als het gaat om het genereren van draagvlak in de streek voor de realisering van de opgaven van provincie en gebiedspartijen.

Vanuit een formeel adviserende positie, speelt de commissie een belangrijke rol in het voorbereiden en organiseren van de uitvoering van het onderdeel “Kromme Rijnstreek” in het gebiedsprogramma Gelderse Vallei – Heuvelrug – Kromme Rijn (Utrecht-Oost). De commissie doet dit, ondersteund door het programmabureau, onder meer door:

• het waar nodig organiseren van gebiedsprocessen die resulteren in voorstellen aan de provincie over realisatie van de opgaven;

• het voorbereiden van inrichtingsplannen voor deelgebieden die ter vaststelling aan gedeputeerde staten worden aangeboden;

• het begeleiden van de realisatie van inrichtingsplannen;

• het adviseren over grondaankopen, verkopen en ruilingen de benodigd zijn voor de realisatie van het onderdeel “Kromme Rijnstreek” in het gebiedsprogramma Gelderse Vallei – Heuvelrug – Kromme Rijn (Utrecht-Oost);

• het organiseren van grondaankopen, verkopen en ruilingen de benodigd zijn voor de realisatie van het onderdeel “Kromme Rijnstreek” in het gebiedsprogramma Gelderse Vallei – Heuvelrug – Kromme Rijn (Utrecht-Oost);

• het aanjagen van de realisatie van projecten;

• het faciliteren van de uitvoering van projecten.

Artikel 5

Onder het tweede lid is de mogelijkheid opgenomen om maximaal twee extra leden toe te voegen aan de commissie, zonder dat daarvoor het instellingsbesluit gewijzigd hoeft te worden. In de praktijk zal hierover vooraf overleg plaatsvinden tussen commissie en provincie. Onder het derde lid is de mogelijkheid opgenomen om de voorzitter van subcommissies toe te voegen aan de commissie, zonder dat daarvoor het instellingsbesluit gewijzigd hoeft te worden. In de praktijk zal hierover vooraf overleg plaatsvinden tussen commissie en provincie.

Artikel 12

De commissie blijft in stand tot gedeputeerde staten besluiten de commissie op te heffen.