Organisatie | Leiden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de burgemeester van de gemeente Leiden houdende regels omtrent gebiedsontzeggingen Algemene beleidsregel en mandaatbesluit Burgemeester inzake gebiedsontzeggingen 2013 |
Citeertitel | Algemene beleidsregel en mandaatbesluit Burgemeester inzake gebiedsontzeggingen 2013 |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | gebiedsontzegging |
De datum van bekendmaking is niet te achterhalen.
De datum van inwerkingtreding is bij benadering ingevuld.
Deze regeling is vervangen door de Algemene beleidsregel inzake gebiedsontzeggingen 2018.
APV 2009
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-05-2013 | 01-01-2013 | 19-10-2018 | nieuwe regeling | 21-05-2013 Stadskrant | BB/13.046 |
I. Artikel 2:2 Algemene plaatselijke verordening 2009 Leiden
Ingevolge artikel 2:2 Algemene plaatselijke verordening Leiden 2009 (Apv) is het degene aan wie dit door of namens de Burgemeester in het belang van deopenbare orde ofzedelijkheid schriftelijk vooraf bekend is gemaakt verboden zich anders dan in een openbaar middel van vervoer te bevinden op of aan de doorde Burgemeester aangewezen wegen en plaatsen gedurende de uren daarbij genoemd. Dit verbod geldt gedurende de in de bekendmaking genoemde periode.
Bij het opleggen van gebiedsontzeggingen wordt een onderscheid gemaakt tussen lichte en zware feiten. Lichte feiten hebben een (relatief) geringere impact op de openbare orde dan zware feiten. Voor zware feiten geldt dan ook een langere gebiedsontzegging.
In deze algemene beleidsregel wordt aangegeven hoe de Burgemeester (of een doorof namens hem gemandateerde ambtenaar) van deze bevoegdheid gebruik zal maken.
II. Voorwaarden voor oplegging individuele gebiedsontzeggingen
Voordat wordt overgegaan tot het opleggen van een gebiedsontzegging dient een persoon nadat hij zich voor de eerste keer schuldig heeft gemaakt aan een gedraging zoals hierna genoemd onder paragraaf III een schriftelijke waarschuwing teontvangen. In deze waarschuwing wordt het beleid ten aanzien van het opleggen van gebiedsontzeggingen kenbaar gemaakt. Een waarschuwing wordt slechts één keer uitgereikt.
Indien de betrokkene kan aantonen dat hij een zwaarwegend belang heeft omzich in het gebied op tehouden, wordt het gebied waarop de ontzegging van toepassing is door middel van een aan tegeven looproute aangepast. Doorgaans zal het daarbij gaan om de toegang tot belangrijke primaire voorzieningen als het woonhuis, reguliere werk, familie, arts, advocaat, zorginstelling of hulpverleningsinstantie van betrokkene.
In afwijking dan wel aanvulling van het bepaalde onder 4. zal onder andere bijoplegging van een gebiedsontzegging specifiek voor het gebied Papegaaisbolwerk e.o. ook eerst – indien aan de orde en indien mogelijk – de zorg(vraag) van de betrokkene worden afgestemd met de betreffende zorginstellingen (in Nieuwe Energie) opdat de zorgvoor betrokkene zo veel mogelijk kan worden gecontinueerd.
In het besluit tot opleggen van een gebiedsontzegging wordt aangegeven op welk feit of welke feiten de gebiedsontzegging is gebaseerd alsmede voor welke periode en welk gebied de ontzegging geldt. De gedragingen waarop de gebiedsontzegging is gebaseerd, worden meegedeeld, alsmede voor welk tijdvak en gebied de ontzegging geldt. Tevens wordt een kaart uitgereikt van het gebied.
Het bepaalde onder a. isniet van toepassing voor personen die een overtreding plegen op grond van het bepaalde inéén (of meer) van de navolgende artikelen: artikel 2:44 Apv, artikel 310, 311 of312 Wetboek van Strafrecht mits deze personen zich eerder schuldig hebben gemaakt aan overtreding van voornoemde bepalingen;
De Politiechef Leiden draagt met inachtneming van het bepaalde in het ‘Mandaatbesluit Burgemeester inzake opleggen en uitreiken schriftelijke waarschuwingen en gebiedsontzeggingen voor een duur van maximaal drie weken 2013’ zorgvoor een goede uitvoering van deze beleidsregel alsmede hetgegevensbeheer daaromtrent.
III. Strafbare feiten en openbare orde verstorende handelingen
Bij de volgende strafbare feiten en openbare orde verstorende handelingen binnen hetaangewezen gebied kan een gebiedsontzegging worden gegeven.
IV. Duur van de gebiedsontzegging
In de hierna volgende tabellen is in beginsel de duurvan de op te leggen gebiedsontzegging aangegeven waarbij hetonderscheid tussen lichte en zware feiten wordt gehanteerd. Indien er sprake isvan bijzondere omstandigheden, kan onder andere van de gestelde duur worden afgeweken en/of kan de duur over bepaalde periodes worden verspreid. Eén en ander is afhankelijk van de mate van verstoring van de openbare orde en specifieke omstandigheden.
De Burgemeester mandateert de uitoefening van zijn bevoegdheid tot het opleggen en uitreiken van gebiedsontzeggingen voor maximaal drie weken aan de Politiechef met de mogelijkheid van submandaat aan de ambtenaren van de Politie die zijn aangewezen als Hulpofficier van Justitie.
Gebiedsontzeggingen voor meer dan drie weken worden opgelegd door de Burgemeester en zijn dus uitdrukkelijk niet gemandateerd.