Overheidsorganisatie | Gemeente Lopik |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening Langdurigheidstoeslag WWB 2013 |
Citeertitel | Verordening Langdurigheidstoeslag WWB 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | langdurigheidstoeslag, WWB |
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 23-04-2013 | Besluit gemeenteraad 23 april, nr. 9c |
VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013
In deze verordening wordt verstaan onder:
college: het college van burgemeester en wethouders van Lopik.
raad: de gemeenteraad van Lopik.
wet: de Wet werk en bijstand.
inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 WWB. In afwijkinghiervan wordt een bijstandsuitkering voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag gezien als inkomen.
belanghebbende: personen die in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Lopik ingeschreven staan van 21 jaar tot 65 jaar.
peildatum: datum waarop in enig jaar het recht op de langdurigheidstoeslag ontstaat.
referteperiode: een periode van 36 maanden voorafgaand aan de
peildatum.
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.
1.Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor delangdurigheidstoeslag de belanghebbende die gedurende een onafgebrokenperiode van 36 maanden aangewezen is geweest op een inkomen dat niethoger is dan 110% van de voor hem geldende bijstandsnorm, niet beschikt over meer vermogen als bedoeld in artikel 34 WWB en die geen uitzicht heeftop inkomensverbetering.
2.Er is geen recht op langdurigheidstoeslag indien de belanghebbende op de
peildatum een opleiding volgt als bedoeld in de Wet Tegemoetkoming
Onderwijsbijdrage en Schoolkosten (WTOS), dan wel een studie volgt als
genoemd in de Wet Studiefinanciering (WSF 2000).
1.De vaststelling van inkomsten, bedoeld in artikel 2, vindt plaats op basis vanartikel 31, artikel 32 en artikel 33 van de wet;
2.Bij de vaststelling van inkomsten, bedoeld in het eerste lid, wordt een eerderverstrekte premie op basis van de Participatieverordening buiten beschouwing gelaten.
1.De langdurigheidstoeslag bedraagt:
a. voor een gezin: 20% van de voor hen geldende netto bijstandsnorm per maand inclusief vakantietoeslag op 1 januari van het betreffendekalenderjaar, waarbij de langdurigheidstoeslag naar boven is afgerond op een hele euro;
b.voor alleenstaande ouders: 20% van de voor hen geldende netto
bijstandsnorm per maand inclusief vakantietoeslag op 1 januari van hetbetreffende kalenderjaar, waarbij de langdurigheidstoeslag naar boven is afgerond op een hele euro;
c.voor alleenstaanden: 20% van de voor hen geldende netto bijstandsnorm per maand inclusief vakantietoeslag op 1 januari van het betreffende kalenderjaar, waarbij de langdurigheidstoeslag naar boven is afgerond op een hele euro;
d. in afwijking van onderdeel a: voor een gezin en voor alleenstaande ouders met drie rechthebbende gezinsleden 25% van de voor hen geldende netto bijstandsnorm per maand inclusief vakantietoeslag op 1 januari van het betreffende kalenderjaar, waarbij de langdurigheidstoeslag naar boven is afgerond op een hele euro;
e. in afwijking van onderdeel a: voor een gezin en voor alleenstaande ouders met vier of meer rechthebbende gezinsleden 30% van de voor hen geldende netto bijstandsnorm per maand inclusief vakantietoeslag op 1 januari van het betreffende kalenderjaar, waarbij de langdurigheidstoeslag naar boven is afgerond op een hele euro.
Indien sprake is van één of meer niet-rechthebbende gezinsleden
a. nog slechts één gezinslid recht heeft op langdurigheidstoeslag, komt dit gezinslid in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.
b.twee of meer gezinsleden overblijven die als gezin recht hebben op langdurigheidstoeslag, wordt voor de toepassing van het eerste liduitsluitend rekening gehouden met deze rechthebbende gezinsleden.
3.Voor toepassing van het eerste en tweede lid is de situatie op de peildatumbepalend.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2014 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Langdurigheidstoeslag WWB.
Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening Langdurigheidstoeslag WWB 2013.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lopik,
gehouden op 23 april 2013.
de griffier, de voorzitter,
MW. MR. G.M.G. DOLDERS MW. MR. R.G. WESTERLAKEN-LOOS